Van 1 tot en met 7 oktober staat Nederland voor de tweede keer in het teken van de Week van de Opvoeding. Ontmoeting en uitwisseling tussen ouders, medeopvoeders, kinderen en jongeren staan in de Week van de Opvoeding centraal. In het hele land vinden allerlei activiteiten plaats. Van een opvoedontbijt voor ouders tot gezinszumba. Van beste opa/omaverkiezing tot workshop leer-je-ouders-twitteren. Thema van de Week van de Opvoeding 2012 is 'Luister 's naar me'.
Psssttt…
De Week van de Opvoeding geeft op een positieve manier aandacht aan opvoeden en opgroeien. Naar elkaar luisteren, elkaar begrijpen, je gehoord voelen en je gezien voelen: dát is daarbij belangrijk. In het thema ‘Luister ’s naar me’ komt dat allemaal samen.
Doe mee!
Iedereen kan meedoen aan de Week van de Opvoeding door zelf een activiteit te organiseren: ouders, verzorgers, kinderen of jongeren. Maar ook professionals of vrijwilligers die werkzaam zijn op scholen, in de kinderopvang, bij peuterspeelzalen, Centra voor Jeugd en Gezin, bibliotheken, sport-, cultuur- of welzijnsverenigingen, buurthuizen, speeltuinen, gemeenten, enzovoort. Er is van alles mogelijk, zo lang het maar gaat over de gewone dagelijkse opvoeding en de vragen die daarbij horen. Vorig jaar resulteerde de Week van de Opvoeding tot meer dan 1200 activiteiten: doet u dit jaar ook (weer) mee? Meld uw activiteit aan op www.weekvandeopvoeding.nl. De website staat boordevol tips en ideeën om uw activiteit tot een succes te maken.
Initiatiefnemers
De Week van de Opvoeding 2012 is een initiatief van de Branchevereniging Kinderopvang; Centra voor Jeugd en Gezin Den-Haag, 's-Hertogenbosch, Rijnmond in de regio Rotterdam en omstreken; Family Factory, J/M voor Ouders; Landelijk Pedagogen Platform; MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening; Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud); OUDERS & COO; Stichting Exploitatie Olympisch Stadion Amsterdam; Sectorinstituut Openbare Bibliotheken; de VNG; VO-raad en het Nederlands Jeugdinstituut. De Week van de Opvoeding 2012 wordt mede mogelijk gemaakt door het Nationaal Fonds Kinderhulp en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.