HomeNieuwsArtikelenDe expertWeblogReizenForumChat
GezinssituatiesBoekenLinksAdressenPollsKalenderOver onsRegistreren

   Home / Weblog
inloggen
wachtwoord vergeten Lees verder
 
Loginnaam
Wachtwoord
Altijd ingelogd blijven
 

zoeken
 
 

 
 

nu online
 
Leden0
Gasten4
Anoniem0
Laatst ingelogd:

forum
 
17-11-2023:
Beachbar 215

08-09-2021:
Birdnesting tijdens de scheiding, een vraag
Was ik weer even

01-06-2017:
Voorstellen

28-05-2017:
Koop kwaliteit paspoort, bestuurder licentie, ID-kaarten, diploma, visa, master kaarten bankbiljette
Koop kwaliteit paspoort, bestuurder licentie, ID-kaarten, diploma, visa, master kaarten bankbiljette

10-05-2017:
Vakantie berichten plaatsen

25-01-2017:
Ik zoek leuk contact om af en toe leuke dingen doen samen met mijn dochter. Omgeving Groningen.

02-01-2017:
Gezocht happy single moeders voor dagje weg, uitgaan etc.

28-12-2016:
Problemen met Exen

28-10-2016:
Inzichten scheiding

15-09-2016:
Ik sta nog steeds na bijna 4 jaar uit elkaar op de hypotheek

27-06-2016:
Hier ben ik dan..

03-06-2016:
Wie woont er in....

11-04-2016:
Ik ben er eindelijk uit, ik wil scheiden. Maar durf niet, vanwege de kinderen

06-04-2016:
Wat nu..

30-03-2016:
Hulp studiekeuze kind

26-03-2016:
Hoi allemaal

24-03-2016:
Tranenkraantje

17-02-2016:
Alleen staande ouder

09-02-2016:
Even voorstellen

01-02-2016:
Problemen met Forum, OPGELOST??!

26-12-2015:
Eindwerk: op zoek naar BAM`s

23-12-2015:
Whatsapp gesprek stiefmoeder stiefzoon. Is dit normaal?sapp gesprek stiefmoeder stiefzoon. Is dit normaal?

24-11-2015:
Hulp nodig, toestemming andere ouder

 

weblog
 
 


Reacties
Schrijf zelf een reactie Reageer
9 mei 2012 door LoesIk ben niet zo`n recepten volger. Op de een of andere manier gooi ik er teveel van het een of te weinig van het ander er in. Niet dat daarmee het gerecht verprutst is maar zo gaat het nu eenmaal. Ik bedenk al kokend dat dit of dat wel lekker zou kunnen zijn, of dat een kruidje extra wel kan. Meestal pakt het goed uit en zitten we heerlijk te eten. Koken en braden gaat dus wel. Bakken is heel andere koek! Koek, lukt me dus niet. Taart ook niet. Gebak,vlaaien, soesjes, appeltaart niet, en cake al helemaal niet. Ik heb ooit eens een notentaart gemaakt en daar kon je met het grootste gemak iemands hersenpan mee inslaan. Totaal versuikerd en keihard! Met de 'doe-het-zelf' pakken is het allemaal goed te doen en als ik eens zin heb in bakken dan pak ik dus een pak."Zelf gemaakt?" "Jazeker!" En dan lieg ik niet! ;-)
Ik had me ooit eens voorgenomen elk weekeinde iets lekkers te maken. Hartig of zoet, dat maakt niet uit. gewoon omdat het leuk is. En we wel van lekker houden. (En dat is me aan te zien ;-) ) En omdat het zoiets 'zondags' heeft. Huiselijk. Maar er komt bijna nooit wat van natuurlijk. Zoveel andere dingen te doen, vergeten, even snel iets gekocht....nou ja.Tot gister. Ineens had ik enorme trek in witte chocolademousse. Baggervet maar super lekker!
Ik begreep dat er meer zijn die dit lusten dus hierbij:

Het officiële recept van witte chocolademousse
Ingrediënten
60 gr witte chocolade
25 gram suiker
2 eieren
150 gr slagroom
1 blaadje gelatine
water

Bereiding

Ik kan dus niet zo goed een recept volgen. In een reep chocolade zit 75 gram. Bedoelen ze nu 150 gram geslagen slagroom? Suiker....gewone suiker? Basterd suiker? Gelatine....je hebt korte en lang blaadjes.....? Enne....wel weinig hoor!
Dus ik verdubbelde de hoeveelheden, maar nam wat minder suiker (anders wordt je er zo dik van he? ;-) ). Ik nam 300 ml ongeklopte room en sloeg dat tot een lobbige massa. Ik koos voor de korte blaadjes gelatine. En alles is goed gekomen!
En dan nu......

De chocolade in brokjes breken. Gewoon de hele reep. Het mag naar chocolade smaken toch? (Nee, niet steeds een stukje in je mond steken dan hou je niets over!) en in de magnetron of 'au bain marie' laten smelten. Doe dit in een ruime kom want er moet nog van alles bij zo.
Gelatine 5 minuten in koud water laten weken
Het ei geel opkloppen met de suiker
De slagroom dik en lobbig kloppen (daar snoep je niet van want zonder suiker is er niets aan ;-) )
Het eiwit stijf kloppen
Knijp de gelatine uit, los op in een eetlepel heet water en roer door de warme chocolade.
Roer de geklopte dooiers met suiker door de chocolade.
Vervolgens de slagroom er doorheen spatelen.
Als laatste de opgeklopte eiwitten door het mengsel spatelen.

Nu moet je twee uur geduld hebben want het moet in de ijskast opstijven.
Smakelijk!
23 april 2012 door Loes"Het leven bestaat uit wachten!" verzucht mijn vriendin altijd. Ze heeft gelijk. Je koopt een bank die niet op voorraad is. Duurt maar zes tot acht weken. Nieuwe keuken of badkamer?Zes weken is veel te kort. Een ijskast, wasmachine, droger, magnetron enz..: bestellen! Niet dat zo`n apparaat op je bult mee naar huis neemt, maar toch. Liefst hebben we het nieuwe spul diezelfde dag nog in huis. Wat wel 'uit voorraad leverbaar' is, is ook nog geen garantie voor levering. Want soms is er nét te weinig behang bij de bouwmarkt. Maar dat geeft niks, want dat kan dan wel bij dat andere filiaal besteld worden, de levertijd is dan maar twee dagen. Het is natuurlijk nét voor het weekeinde en deze bouwmarkt is op maandag dicht en je klusjesman heeft alleen dit weekeinde nog vrij. Zo gaan die dingen. Zoals "Ik bel u binnen drie dagen terug!" zo maar kan oplopen tot 'na twee weken nog geen telefoontje'. Een een brief die voor het eind van de maand op de mat zou vallen ligt of nog in het
'to do' bakje op het betreffende kantoor of komt bij de buren terecht die te beduveld zijn om hem even bij jou door de deur te schuiven en dus schrijven ze op de enveloppe 'Retour afzender' en mikken het ding weer in de brievenbus. En dan kan je boos worden, of teleurgesteld zijn. Dat helpt niet. Niemand die zich er ene r*** van aantrekt en je moet gewoon .... wachten!

Dan de dag van de bezorging. He verdraaid! Net die dag ben je er niet. Maar je kan wel iemand regelen die even thuis blijft. Of, nog stommer, je neemt een dag vrij! Kan je ondertussen nog wat klusje doen of zo. De strijk, je administratie, de ramen zemen, lezen, een brief schrijven. Dat soort dingen. Dat doe je allemaal niet op zo`n dag want je loopt de hele dag een beetje heen en weer tussen het raam en dat wat je dan van plan was te gaan doen. Stel je voor dat je nu nét de postbode mist. Vrije dag genomen, niks echt doen en dan ook je bestelling niet binnen! Das balen!
Soms baal je dan evengoed. Als bijvoorbeeld de postbode nét aanbelt als je op de wc zit. En je had wel een briefje op de deur gehangen maar dat had die postbode (kennelijk) geen boodschap aan. Of er komt helemaal geen postbode en krijg je pas ná het weekeinde het bedrijf te pakken waar je had besteld en zegt één of andere giechelende doos dat 'de leverancier het artikel niet heeft opgestuurd' maar dat ze het z.s.m zullen versturen. En dan zou je zo`n ongeïnteresseerd wicht het liefst door die lijn sleuren en dan ...... Gr$%mblGo**!!??Sto<"=!!Tru! Maar dat doe je niet want je bent netjes opgevoed. Misschien als het nou nog zin had...

Of je hebt een bedrijf dat keurig netjes doet wat het beloofd. Maar dat jij er dan niet bent. Omdat je aan het werk bent. En je stilletjes hoopt dat de postbode nét op dat moment tussen 9.30 uur en 21.30 uur komt dat je wél thuis bent. Zoals ik hoopte dat ik afgelopen zondag lekker met mijn nieuwe telefoon zou kunnen spelen. Ter afleiding en vermaak (ik vind die dingen nu eenmaal leuk ;-))
Maar nee! Jan Verveel kwam natuurlijk in de loop van de middag en heeft het speciaal opgehangen briefje: 'Pakket met nr. datendatendat graag afgeven bij buren aan de overkant of direct hier naast. Handtekening' niet gezien. Of niet willen zien. Of hij kan niet lezen. Hoe dan ook, ik heb me zondag evengoed vermaakt en zit nu met de oren gespitst heel erg niets te doen en op het raam te letten want Postnl komt vandaag! Ik ga niet naar de wc, loop niet naar boven en speel wat met Koos in afwachting van JA! DE BEL!

10 maart 2012 door LoesIk leerde haar kennen bij een gemeenschappelijke werkgever. Ik werkte in het ene filiaal en zij in het andere. We hadden eigenlijk nog niet veel met elkaar te maken gehad tot dat bekend raakte dat ik gescheiden was. Zij belde me en vertelde dat ook zij gescheiden was en wist wat ik doormaakte. Voldoende stof tot praten dus. Het was prettig (h)erkenning te krijgen van een zogenaamde ervaringsdeskundige.

In de daarop volgende jaren ontstond een hechte vriendschap. Zij en ik waren best verschillend en misschien dat we elkaar nooit hadden zullen treffen als het niet was dat we beiden een vergelijkbare ervaring hadden opgedaan. Zij was meer sportief en graag op stap, verre vakanties. Ik meer genietend van in en om het huis, dier en hobby`s. Andere muziek smaak, andere film voorkeur, andere stijl qua kleding, mode en dergelijke. Maar wél beiden liefhebber van asperges, Paul de Leeuw en de sauna! Dus hoewel een klein budget leuke activiteiten georganiseerd. Heel wat uren hebben doorgebracht in warm water, bubbelende baden en bij gezonde salades en vruchtensapjes. Op de ladder met een pot verf de balken verven en Paultje luid zingend op de radio. En maar kletsen over ... waar over niet! Met begrip over en weer. Steunen in de rug. Bemoedigend of streng toespreken. Kortom: lichamelijk en geestelijk volledig wel, gingen wij ieders ons weg tot een volgende keer.

Ik kreeg een zoon, zij was er bij. Ik scheidde weer van de zelfde man en kreeg steun van haar. Haar keuken moest blauw, ik verfde mee. Ik ging verhuizen, zij was er één van de hulptroepen. Haar zwager overleed, en ik was er voor haar. Haar moeder werd ziek, en ik luisterde. Ook bij mijn volgende verhuizing was zij van de partij en als het als alleenstaand ouder even niet meeviel had zij een luisterend oor. Regelmatig logeerde zij bij mij. Tenslotte beiden alleen en ik met kind, een praktische en gezellige keuze.

Zij kreeg een nieuwe relatie. Ik was ceremoniemeester op hun huwelijk en maakte haar bruidsboeket. Dat was echt leuk! Een goede en nog altijd stabiele relatie, maar dat ging ook niet zonder slag of stoot. Met niet vooraf bedachte problemen van stiefkinderen en stiefmoederschap. Ik kreeg het allemaal over me heen en probeerde kolen en geiten te sparen en Haar van nuttig advies te voorzien. Een aantal jaren later kreeg ze het allemaal terug van me, toen ik als stiefmoeder ineens beter begreep hoe het voor haar als kinderloze vrouw met kinderwens moest zijn om met andermans draken geconfronteerd te worden. Maar ze kreeg ook haar eigen kindje en wat was ik blij voor hun dat het nu wel goed ging! 'De club van Haar' ontstaat. Zes van haar vriendinnen die elke verjaardag en later bij gezamenlijke uitjes het heel leuk kunnen vinden al zijn we allemaal heel erg verschillend.

Wij kregen beiden een ander leven, met man, kinderen, werk en overige bezigheden. Met elk onze eigen interesses, belangen, omstandigheden én mogelijkheden. Samen met het uur reistijd oorzaak van minder contact maar het lijntje was er. Niet dat er nooit wat minder leuks was. Ik vond wel eens wat en sprak haar daar op aan. Zij vond wel eens wat en sprak mij daar op aan. En dan werd het uitgepraat en met begrip over en weer vrolijk verder 'gevriendschapt'. Mijn man overlijd, en zij is er voor mij. Ons beider baan staat op de tocht. Dat wil zeggen: haar baan is, zoals zij zelf zegt voor de extraatjes en het is niet zeker dat zij haar baan kwijt is. Ondertussen lees ik van de vakantie die geweest was, de vakantie of andere activiteiten die gepland staan. De vriendinnenclub lijkt niet meer te bestaan. En hoewel gegund lijkt het financieel betere bestaan als gevolg te hebben dat de tijd op is.
De laatste keer vond ik het wél een beetje jammer dat onze traditionele asperge maaltijd met gekookte eitjes en gebakken aardappeltjes, eigenlijk door volle agenda`s bijna niet gepland kon en toen aan de kant moest voor mogelijke activiteiten met manlief. Maar inderdaad: "Drukdrukdruk, niet zo bedoeld, moet écht naar mijn verjaardag komen want je hoort er bij."

Dus ik ga naar hun gezamenlijke verjaardagsfeest in een sfeervol zaaltje. Zij komt als altijd naar de verjaardag van mijn zoon, maar alleen. Het duurt even voor ik haar weer spreek. Er gaat een mail over en weer en een maand later weer één waar ik niets op hoor. Op de mail met uitnodiging voor mijn verjaardag komt ook pas laat een reactie. Na een 'koetjes-en-kalfjes' verhaal staat onderaan een paar regels. Volgens haar gaat de vriendschap niet vanzelf, is er te weinig contact om met elkaar mee te leven. Ze wil er geen punt achter zetten maar op dit moment wil ze er geen energie in steken. Misschien later weer wel.

Ik begrijp veel. En ben tot veel bereid. Had het er graag over willen hebben.
Maar ik ga, ondanks alles, niet op de 'reservebank' zitten wachten tot het tij gekeerd is en ik weer in het veld mag.
Ik schrijf haar dat en wens haar en de hare alle goeds voor de toekomst.

Punt.
25 februari 2012 door LoesEen jaar of 20 geleden kwam mijn toenmalige echtgenoot met het idiote idee dat wij niet meer zonder een computer konden. Er moest en zou zo`n ding in huis komen en ik verklaarde hem volledig voor gek. Gek vind ik hem nog steeds maar eerlijk is eerlijk, hij kreeg wat dit betreft gelijk! Wij kunnen niet meer zonder computer! Wat doe je er niet op.....Je bankzaken, contact onderhouden, verhaaltjes schrijven, foto`s bewerken, foto`s opslaan, muziek opslaan, luisteren en stelen. Films idem dito. Downloaden, ondertiteling bij zetten en kijken maar! Niet dat ik het kan, maar ik wel één of twee illegale exemplaren in de kast, uit de tijd dat toenmalig echtgenoot nummer twee een nieuwe hobby had gevonden. Bij de komst van de eerste pc in huis had ik natuurlijk ook niet bedacht dat ik jaren later met mijn hele ziel en zaligheid op het WorldWideWeb zou gaan staan en eigenlijk graag gevonden zou willen worden.

Mijn eerste computerkreeg ik van een vriendin.
Of het wat voor mij was? Geen idee, maar zet maar neer. Ik zie wel of ik het ga snappen of niet. Weken heeft die kast (want dat waren het toen nog) op mijn tafel gestaan en als ik hem aanzette ging die ook vrij snel weer uit. Geen idee wat ik moest, hoe ik moest en nog steeds geen idee waarom ik moest.... Ik ben natuurlijk tóch gaan oefenen. En kon het niet uitstaan dat ik soms dingen niet voor elkaar kreeg of dat het apparaat niet deed wat ik wilde. En zo leer je wel moet ik zeggen! Inmiddels is het oude dinge al een paar 'ge-up-graded' en zit ik nu op mijn laptop mijn verhaal te typen. Ik ben IT-er maar ik kan aardig de weg vinden op het WWW en ben 'helpdesk' van mijn vader en moeder die beiden, heel stoer!, in bezit van elk hun eigen pc. Mijn vader doet er niet zo veel mee.Hij vind het nog steeds niet leuk. En dat helpt niet om er mee om te gaan, er gebruik van te maken. Mijn moeder heeft zich er wat meer in verdiept. Zit zelfs op facebook, regelt haar financielezaken allemaal via internet en blijft met diverse mensen in contact per mail.

In de eerste jaren na mijn scheiding had ik niet zo veel behoefte met mijn verhalen op internet te komen. Maar kennelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan en ik begon columns te schrijven op 1 Oude'. De column werd modern aangepast tot een weblog en na een paar jaar heb ik mijn belevenissen laten bundelen tot een boekje "Loes, scheiden en opnieuw beginnen" Inmiddels ben ik zoveel jaren verder en niet meer echt de doelgroep van de website. En moet misschien iemand anders het stokje zo langzamerhand eens gaan overnemen. Mijn weblog verplaatst zich naar deze blog. Want schrijven is leuk en van je af kletsen ook. En wie het lezen wil doet dat en geeft indien gewenst een (liefst leuke ;-) ) reactie via de daarvoor bestemde knop onderaan een verhaaltje.

En verder promoot een mens zichzelf wat af natuurlijk, met al die mogeijkheden die het internet biedt. Twitter, facebook, een website, een blog en dan nog diverse email mogelijkheden. Het kan allemaal. En nu is er weer wat anders. Een soort visitekaartje waar al je internetactiviteiten op te vermelden zijn. Eén linkje in je handtekening van je email en idereen heeft al je inernet vermeldingen op een rijtje. Kijk hier voor: About ME


Wil jij het stokje over nemen en regelmatig over je belevenissen als alleenstaand ouder op deze site afschrijven!
meld je dan via dit oproepje

topic

of reageer hier onder
19 februari 2012 door LoesIk weet niet precies waar de uitdrukking vandaan komt maar bij ons in de familie wordt het gezegd als er iemand een plan heeft, niet kan wachten en er per direct actie ondernomen moet worden. En ik ben zo iemand. Dat wil zeggen. Ik kan heel lang ergensop zitten broeden, wikken, wegen en nog eens er over nadenken. Maar als ik er dan uit ben...ja, dan moet het ook stante pede gerealiseerd worden.

Ik loop al maanden na te denken over de herinrichting van mijn kamer. De laatste keer dat ik mijn huiskamer heb veranderd hem ik met tegenzin een kastje boven gezet waar ik eigenlijk zo handig en overzichtelijk mijn teken en scrapspullen in kwijt kon. Maar ja, vol is vol en het kastje ging naar boven. De scrapspullen gingen in minder overzichtelijke maar ozo leuke mandjes en tekenen deed ik toch even niet en als ik weer wat wilde gaan doen had ik het zo gepakt.

En daar kreeg ik dus spijt van. Het kastje in kwestie is niet speciaal mooi maar vooral leuk. Het heeft een heel leuk rolluik,te sluiten met een sleutel. Zomaar eens op de kop getikt bij de kringloop. Het is een beetje beschadigd. Maar ik vind het een leuk kastje! En ik mis nu depractische waarde er van nu ik weer aan het tekenen ben en er van alles en nog wat los door de kamer ligt te slingeren. Het kastje moest weer naar beneden dus.


In deze huiskamer is geleefd door zes personen. Naast een bank en drie stoelen en een salon tafel, en een eettafel met zes stoelen, stond er een zware computerkast, twee smalle boekenkasten, een tv, een cd rek én een bench. Dat is drie jaar geleden rigoreus teruggebracht tot een ruimtelijke kamer met minimaal meubilair en nu kan er geen kastje meer bij! Ik weet niet hoe ik het zetten moet. Daar staat het voor het raam, daar wil je ook die stoel nog kunnen schuiven, naast die andere kast vind ik het zokasterig worden en daar liggen die honden nu eenmaal lekker. Het kastje bleef nog even staan waar het stond. Het plan liet me niet los natuurlijk dus met regelmaat zocht ik naar een oplossing voor het kastje, zijn we wat gaan schuiven om vervolgens alles weer terug te zetten. Een collega, met een vergelijkbare kamer, sturrde zelfs foto`s van haar inrichting om tekijken hoe ik et dan toch naar mijn zin zou kunnen krijgen. Tevergeefs.

Tot vandaag! Ik zit even aan de computeren vanaf die plek kijk ik zo mijn kamer in. Het 'ik wil dat kastje terug naar beneden' begon weer te kriebelen. En hoewel ik eigenlijk de hele dag zou gaan tekenen ben ik toch weer gaan schuiven. En ineens had ik het! Op de keper beschouwt is het he-le-maal geen grootscheepse verandering maar slechts een beetje geschuif met meubels waardoor ik toch plaats heb voor mijn felbegeerde kastje. Maar nu......hoe krijg ik het ding beneden. Zoonlief is niet thuis en komt pas morgen. Die is samen met zijn vriend een verjaardag vieren in Belgie. Even denk ik dat ik het wel alleen afkan maar dat is natuurlijk een grote vergissing. Het kastje is groter, zwaarder en lomper dan ik dacht. Vriendin bellen - geen gehoor. Watnu. Nog een keer proberen? ik krijg het natuurlijk niet voor elkaar. Maar dat kastje zál naar beneden vandaag.Dus hup naar de overbuurvrouw.Zij zal me niet echt kunnen helpen want ze is pas geopereerd maar ze heeft twee dochters. Moet kunnen. Aanbellen, vragen: "O, jarig?Joh,gefeliciteerd!" Gelukkig wordt mijn'nood' begrepen en beloofd de buuf om twee van de éénmeternegentig lange gastente sturen vanmiddag om even dat kastje te verplaatsen.. Yess!

En nu wacht ik dus vol ongeduld tot ze dan eindelijk komen. Ik ben toch al een uur geleden geweest en nóg zijn ze er niet ;-))) Ondertussen ga ik dan maar de spullen die in het kastje moeten komen sorteren, een andere kast regelen voor de ordners die op het kastje stonden en dan eindelijk eens die spelletjes op zolder achter `t schot zetten. Vanavond maar tekenen dan. (En zo gaat het nou altijd.....)


Groet,
Loes

Ook te volgen op Uit `t daag'lijks leven van...
18 februari 2012 door LoesVandaag heb ik mijn eerste opdracht voor dit seizoen weer binnen gehaald! Bruidsboeket, corsages en misschien ook nog tafelversieringen voor de feestlocatie. Gelukkig weten ze me weer te vinden. En ik ben nog niet thuis van het gesprek en de telefoon gaat. Een mevrouw wil informatie over rouw bloemwerk. Dat is even schakelen natuurlijk. Maar uiteraard is deze mevrouw van harte welkom. Ze wil liever naar mij toe komen dan dat ik bij haar kom. Ook geen probleem. Het wordt alles bij elkaar wel even passen en meten want ik werk op die dag en al heeft mijn werkgever geen probleem met mijn eigen bedrijf en, ik probeer het toch een beetje gescheiden te houden. Dat zal met het bruidsboeket niet gaan lukken denk ik..... Ik zal waarschijnlijk zijn koelcel nodig hebben.

Soms zou ik willen dat mijn dag 48 uur heeft i.p.v 24. Ik wil zoveel doen! Het liefst zou ik eens vanaf dat ik bij wijze van spreke mijn ogen open doe gaan zitten tekenen aan de grote tafel in de kamer en er pas af gaan als ik honger of dorst heb of voor de noodzakelijke 'sanitaire break'. Dat lukt echt nooit want er moeten hondjes uit, wasjes gedraaid, kind opgevoed, naar verhalen geluisterd, boodschappen gedaan, gepoetst, gestreken en meer van dat soort (huishoudelijke) klusjes. Nu ik dat allemaal weer gedaan heb kan ik zondag wél extra tijd besteden aan wat ik leuk vind.

Maandag komt mijn hulp.Ik ben zo in mijn sas met haar! In twee en een half uur heeft ze ramen gezeemd, de badkamer een goede beurt gegeven en is de stofzuiger en de dweil door het huis geweest. Allemaal klussen waar ik zelf een beetje tegenop zie tegenwoordig. Ik hou alles bij en zij doet het grove werk. Wat een luxe! En wat kan ik dát goed aan! ;-)

Morgen eerst werken bij de baas. Hopelijk zijn de klanten wat kooplustiger. Het is zo vreselijk rustig de laatste weken. Het seizoen, het weer en de recessie. Het werkt allemaal tegen en het stimuleert niet. Zeker niet als je zoveel andere dingen thuis te doen weet.
Het weer is in elk geval beter en we hebben een behoorlijk assortiment bolletjes en dat zal de mensen trekken. Maar we gaan er met frisse moed tegenaan!
11 februari 2012 door LoesIk ben een boekjes verzamelaar geworden sinds ik teken en scrap. Boeken met een leren kaft en veter om dicht te binden.Of van die mooie oud lijkende boeken met schrijfpapier van PaperBanks. Soms met leer achtige afwerking en soms met schitterend gekleurde paisley printen. Schetsboekjes omdat Everyday Matters. Ik heb vier boekjes in verschillende formaten waar ik wat mee moet. Niet moet, wil. Want al liggen ze er nog twee jaar, dat maakt ook niet uit. Ineens schiet onder mijn pet wat ik er dan mee wil.
Het allermooiste vind ik de miniatuur boekjes. Zo op het oog zijn ze
misschien te klein om ook maar iets mee te kunnen maar ze zijn zo leuk om in te tekenen. Of te doodlen.

Doodlen, of doedelen is volgens Wikipedia:

'Een doedel (soms ook doodle) is een vorm van schetsen, een tekening zonder duidelijk doel, gemaakt door iemand wiens gedachtes ergens anders waren. Het zijn krabbels gemaakt vanuit het onderbewuste. De doedels bevatten soms een verborgen boodschap. Vaak zijn het eenvoudige tekeningen, soms groeien ze uit tot uitgebreide patronen.
Doedelen wordt voornamelijk gedaan door jonge mensen overal ter wereld, met name scholieren en studenten. Deze activiteit vindt meestal plaats tijdens saaie lessen, wanneer de leerlingen gaan dagdromen of zijn afgeleid. Vaak begint een doedel in de kantlijn van een schrift of blocnote, en ontwikkelt zich van daaruit over de pagina. Doedelen wordt ook gedaan tijdens telefoongesprekken, mits pen en papier voorhanden.'

Tegenwoordig worden doodles dus ook heel doelbewust gemaakt. Doedelbewust dus... ;-)
in zo`n prachtig boek of boekje.

Ik wil een website opstarten. Met tekeningen, aquarellen en scrapboeken. En kaarten, gedrukt van mijn eigen tekeningen. En daarnaast wil ik miniatuur boekjes gaan verkopen. Dat valt nog niet mee om te vinden. Ik heb er ooit twee gekocht maar nu zie ik ze nergens meer! En al surfend kom ik op de website van Tine Krijnen Zij maakt met de hand de prachtigste miniboekjes. Ik zocht naar fabrieksmatige boekjes maar dit is zóveel mooier! Perfect afgewerkt, mooie slotjes, en in een stijl die me erg aanspreekt.

Dus ik neem contact op en voor ik het weet heb ik een deal met Tine. Zij doet wat voor mij en ik doe wat voor haar en we zijn allebei tevreden. Zó leuk zo`n spontaan ontstaan contact! Ik heb waarschijnlijk al een klant voor maar liefst 6 boekjes. Dus in afwachting van haar prijsopgave zal ik mezelf maar eens nuttig gaan maken op deze mooie zonnige middag en mijn honden gaan laten rennen in het park. En dan...tekenen!

Oók te volgen op www.madeleineschineis.blogspot.com
6 februari 2012 door LoesDe nieuwe website van BloemenVanMadeleine
Allemaal dankzij Ron van den Bergh. Vriend en Karpervisser met IT skills! , die met zijn bedrijf lekker aan de weg timmert. En ik ben er blij mee! Niet dat de oude site zo slecht was, maar ik wilde het iets anders. Iets strakker en moderner. Maar wel bloemig... Nou ja, kijk zelf maar.

Na een enthousiaste start vorig jaar maart is het nu wel een beetje rustig. Ik hoor in bloemisten kringen ook veel geklaag.Te weinig klanten die niet te veel willen| (kunnen) besteden. Bloemen is dan toch nog een luxe artikel! En wél een breedbeeld en twee keer per jaar op vakantie..... hoe doet men dat?



Rouw en trouw bloemen zijn er altijd nodig natuurlijk. Misschien wat kleiner, minder luxe en niet zo veel. Dat had mijn vader goed gezien, toen ik nog helemaal geen idee had wat te doen op mijn zestiende.

Nu kan ik van uit mijn eigen huis gespecialiseerd werk leveren aan iedereen die maar wil en zo doen wat ik het liefste doe.




BloemenVanMadeleine

Bruidsbloemen, rouwbloemen, bloemwerk voor feesten én feestjes of bedrijven, en meer....

Nu even geen bloemwerk nodig? Sla het adres op onder je favorieten. Er komt een dag datje het nodig hebt!

Zegt het voort en tot ziens!
5 februari 2012 door LoesBij de vijver in het park waar de honden anderslekker kunnen zwemmen wordt nu druk geschaatst. Zo leuk om te zien. het weer is prachtig, eigenlijk helemaal niet kpooud en de zon schijnt nog een beetje. Koos en Kep kijken me vragend aan: "Waar blijft die bal nou?" maar ze zullen even moeten wachten. Fotomomentje namelijk. De mensen opde foto ken ik niet maar het is het genoeglijke tafereel wat me aanspreekt. En dan ineens zie ik dat het allemaal van die jonge mensen zijn.....Zo tussen de, pak `m beet, 25 en 32. Met kleine kindjes van een jaar of 5, 6 of zo. Het is toch maar mooi ruim 13 jaar geleden dat ik met kind, slee en schaatsen in de weer was!
Na nog even te hebben staan kijken kuier ik verder en geef de honden hun zin. Ik gooi de ballen zo ver mogelijk en moet lachen om de rare capriolen die ze uithalen om de bal terug te vinden onder de sneeuw vandaan. Zevenenveertig, in maart achtenenveertig. Oud...wat is nou oud! ;-)
28 januari 2012 door LoesAls ik bij de fysiotherapeut ben geweest heb ik niet, zoals hij aan geeft, een dag napijn maar de hele week. In mijn rug, in mijn armen en mijn handen tintelen. Mijn voeten ook soms. En als ik s `ochtends mijn bed uit kom ben ik zo stijf als een plank. Pas na het douchen en wat bewegen loop ik soepeler. Soepeler. Want helemaal vlot gaat het nooit. Ik blijf stijf-achtig en zo nu en dan gaat er een flinke steek door een spier. In mijn bovenarm, in mijn kuiten en zelfs in mijn schouder. Ouderdom zal wel. En na zo`n dertig jaar werken in koude en vochtige bloemenwinkels en tuincentra zal ik wel aan het slijten zijn. De laatste keer bij de huisarts is uit het bloedonderzoek niets naar voren gekomen, net als de keer daarvoor. Zo gezond als een vis met vermoedelijk artrose Nu heeft mijn moeder ook artrose. Ik kan me goed herinneren dat zij de kou aan haar handen niet verdragen kon en in de wintertijd haar handen onder heet stromend water hield tot de pijn weer weg was. Goed mogelijk dat ik daar ook last van heb. En helaas heb ik van mijn vader niet zijn krullend haar mee gekregen maar wel zijn ongelukkige voeten. Met een Hallux Valgus en doorgezakte voeten is het misschien niet gek dat ik na drie dagen werken zo moe ben en pijn in mijn rug heb en zo.

Dus ik hobbel door. Niet zo zeuren en niet aanstellen. Het zal wel over gaan. De december maand is drukker en beladen, daar zal het wel mee te maken hebben. Maar het gaat helemaal niet beter. Ik slaap niet lekker want het doet zeer. Ik begin moe aan de dag en aan het eind van de dag lijkt het wel of ik de marathon heb gelopen. (En daar moet ik met die voeten niet aan denken!) Er moet haast wel meer aan de hand zijn. Als ik ‘stekende pijn in spieren’ google rol ik zo de online wereld van Reuma, MS en FM in. Ik lees, herken een ga wéér naar de huisarts. Het blijkt dat ik álle drukpunten heb die er zijn om de chronische aandoening fibromyalgie aan te herkennen. Mijn pijn en vermoeidheid heeft een naam, is erkend, ik stel me niet aan! De opluchting is van korte duur. Chronische aandoening, dus niets aan te doen en mee leren leven. Zoeken naar een juiste balans en als het te veel wordt kan een paracetamol de scherpe randjes er afhalen. En als het té wordt kan antidepressiva worden voorgeschreven. Daar wou ik dan maar even mee wachten. Ken je dat, je hebt nog nooit van iets gehoord maar op het moment dat je er mee te maken krijgt en het aan die en gene verteld, blijkt ineens zowat iedereen wel iemand te kennen die óók…En die had baat bij...,en de volgende deed... , en weer een ander zet....Leuk en absoluut heel goed bedoeld, maar je hebt er uiteindelijk niets aan. Ik zal er toch zelf weer mijn weg in moeten vinden.
Het zal Jantje de Boer weer eens niet wezen…..

Epilepsie is ook chronisch. Gelukkig zijn daar wel medicijnen voor die helpen de aanvallen van epilepsie tegen te gaan. Bij honden met epilepsie is dat niet anders. Mijn hond heeft epilepsie. Het is de derde al die het heeft. Makker, mijn oude Flatcoat had misschien vier keer per jaar een aanval. En Koos, één van mijn Border Collies heeft het ook. Maar minimaal. Zo nu en dan een aanval waar hij snel uit herstelt. Heel aandoenlijk komt hij naar me toe gestrompeld om troost en steun te halen en tegen me aan te kunnen liggen tot het over is. Met Kep, de andere Border Collie is het heel anders. De eerste keer dat hij een aanval kreeg raakte hij totaal in de war. Was een tijdje bang voor mij, schuim bekte en ging er van door. Gelukkig duurde dat niet lang maar het was het begin van een hele periode van dierendokteren, medicijnen, medicijnen aanpassen en dosis verhogen en héél véél dweilen. Elke aanval roept een volgende op en elke aanval veroorzaakt wat schade in de hersenen van de hond. Het is dus erg belangrijk dat de medicijnen aan slaan en de aanvallen onderdrukt worden. Maar Jantje de Boer zou Jantje de Boer niet wezen als het ook inderdaad zo zou gaan. Hoe het kan is onduidelijk maar de medicijnen doen voor Kep niet wat ze moeten doen en elke drie weken is er opnieuw een hele serie aanvallen. Daarna heeft hij minstens een week nodig om weer helemaal op peil te komen. En dan is het een kerngezonde, levendige en gehoorzame lieve hond. Tijdens en na de aanvallen is Kep zichzelf niet. Onzindelijk soms, vreetkicks, knagen aan meubilair en zwabberig en afwezig. Hij voelt zich ook duidelijk niet fijn. Zielig. Als laatste redmiddel is er een extra pil die hij twee maal daags erbij krijgt. Snel rekenen en de som komt op vijfenvijftig euro wat Kep extra zal kosten ten opzichte van een gemiddelde huishond. En dat terwijl mijn inkomen al met tweehonderd euro gedaald is door een geeindigde weduwe uitkeringen en vermoedelijk nog lager zal worden als ik geen baan vind voor augustus. Ik doe het toch. Een schuldgevoel omdat ik nooit zeker zal weten hoe het Kep zou zijn vergaan als ik niet voor de medicijnen kies is verschrikkelijk. Maar als dit ook niet werkt is echt alleen euthanasie nog over om het arme beest lijden te besparen.
En die beslissing nemen is een crime!

Daarom loopt hier ook nog Flop rond, mijn veertien jarige Jack Russel. Oud, stram en met een sluimerend gezwel in zijn poot waardoor hij niet goed meer lopen kan. Maar hij kwispelt nog, blaft en waakt op zijn manier. Hij eet met graagte, drinkt en doet zijn rondje in de tuin. Door twee maal daags een pijnstiller komt hij de dag comfortabel door en al ligt hij veel op zijn bedje, je laat zo`n beest toch niet inslapen? Toch is zijn einde in zicht, en zal hij al dan niet op natuurlijke wijze, op kort termijn het tijdelijke met het eeuwige gaan verwisselen. En aangezien zowel de dierenarts als ik niet heel veel vertouwen hebben in een blijvend effect van het nieuwe middel bij Kep, kan het zo maar zijn dat ik op kort termijn twee maatjes kwijt raak. Lekker vooruitzicht.

Ondertussen is het buiten prachtig weer geworden. Het lijkt wel voorjaar met dat waterige zonnetje en een wandeling in het bos met Koos en Kep klinkt eigenlijk wel heel aanlokkelijk.

Fijne dag allemaal,
'Jantje de Boer'

Loes

[FILE]
van links naar rechts: Koos, Kep, Flop
1 januari 2012 door LoesIk heb net de champagne glazen en de schalen in de vaatwas gezet en die aangezet. Sam is met zijn vriend en diens huisgenoot vertrokken richting de stad. Daar barst het feest gedruis helemaal los. En het drietal natuurlijk ook. In en om huis komt de rust langzaam terug. Het is twee uur. Officieel mag er geen vuurwerk meer afgestoken worden en het wordt inderdaad stiller in de wijk. De honden hebben eindelijk een plas durven doen in de tuin en de katten hebben hun ontsnappingspogingen opgegeven. De sufferds. Ze willen vluchten voor de knallen en naar buiten. Dom natuurlijk. Maar het zijn dan ook maar poezen. Morgen zijn ze de eerste. Morgenmiddag denk ik zo. Het is laat, ik heb bijna twee hele weken gewerkt, eerst eens lekker uitslapen. Nu heb ik nog helemaal geen zin om naar bed te gaan.

Na een gezellige avond in goed gezelschap, een hapje borrel en Triviant ben ik wat gaan zappen en blijven hangen bij de Toppers. Op dit moment zingt Gordon het liedje voor zijn moeder. Ik kan wel janken. Het wordt gevolgd door een Grease medley en ik zit zo enthousiast mee te jippen dat de laptop zowat van mijn schoot valt. Ik ben zo labiel als de pest dus. Al de hele maand. Ik sprak een klant in de winkel. Ik spreek er zo veel natuurlijk maar met de ene klant praat je eens wat meer dan met de andere en soms gaat het ook nog ergens over. Deze wat oudere mevrouw vertelde van het overlijden van haar man, de verjaardag en de sterfdag van haar moeder en zo nog wat, allemaal in de decembermaand. Zij beschreef de decembermaand als `wat beladen en vol` naast de onvermijdelijke feestdagen en zei die het liefst alleen door te brengen. Herkenbaar. Niet zo zeer dat ik de feestdagen alleen door had willen brengen maar wel dat de maand zo beladen is. Het begint al eind november met mijn trouwdag, tien dagen later de sterfdag van Gijs. Begin december zijn begrafenis, drie dagen later Sam jarig (en dat wordt in drie keer gevierd),de kerst moet voorbereid en gevierd, werken, werken en nog eens werken en op naar de jaarwisseling. Pffff… Ach, ik heb het al eens verteld. Bietje veul hoor! Het slijt wel met de jaren. De scherpe randjes gaan er af. Toch blijft het een item, een gedoetje, wat vreselijk veel energie vreet en waar ik telkens enorm tegen op zie. Soms zou ik zo graag weer een relatie willen. En niet zelden vind ik het prima zo en wil ik lekker alleen blijven. Wispelturige doos.... Vermoedelijk is dat mede de oorzaak van mijn verkrampte lijf. Maar ik ben er weer doorheen gekomen. Het zit er op. Met frisse moed beginnen aan 2012.

Het einde van mijn baan is nu definitief in zicht. En daar gaat je frisse moed! :-) Want zo`n leuke tijd is het niet om op straat te komen staan. Op leeftijd, crisis en weinig werk. Dan valt het niet mee. Zeker niet als je buiten je branche aan het zoeken bent. Dat wil zeggen, ik wil eigenlijk niet meer in een bloemenwinkel of tuincentrum werken. Het staan en de koude vochtige omgeving gaan hun tol eisen ben ik bang. En daarnaast wil ik wel weer eens iets anders. Het bloemschikken is leuk,en zeker het speciale werk als bruidswerk en rouwwerk. Maar verder zou een nieuwe uitdaging wel heel leuk zijn. Dus zoek ik in eerste instantie naar iets leuks wat met de bloemenbranche verwant is. En verder solliciteer ik naar alles wat me leuk lijkt en wat ik denk te kunnen. Nu kan er in een half jaar een hoop gebeuren en wie weet wat er nog op mijn pad komt. Ondertussen ben ik druk met mijn bedrijf BloemenVanMadeleine en met MoP. Dat is vreselijk leuk om te doen en het zou geweldig zijn als ik er een leuk inkomen mee zou kunnen verdienen. Mijn oude Jack Russel loopt op zijn reserves. Die gaat waarschijnlijk niet veel van dit jaar meemaken. Sam weet niet helemaal zeker of hij fotograaf wil worden. Maar weet ook niet wat wel. Dus misschien dan toch maar fotograaf. Valt ook niet mee, om op je achttiende te moeten kiezen watje de komende jaren wilt gaan doen. Achttien ja. Voor de wet volwassen. En dat zijn ze op die leeftijdnatuurlijk he-le-maal niet! Wie dat heeft verzonnen…. Gelukkig vind Sam zelfeen bepaalde volwassenheid wel aantrekkelijk maar voorlopig hoort daar `op jezelf wonen` niet bij. Moeders pappot (wasmachine, bank en financiele steun) zijn nog wel heel fijn en het is nog gezellig bovendien. Vriendlief gaat hem `ergens in de komende vijfjaar` ten huwelijk vragen geloof ik. Ik kan nog een poosje lekker moederen. En dat is maar goed ook! Pieker je net, it kom doch oars. Tegeltjes wijsheid. Inderdaad: je kan je een hoop zorgen maken maar het loopt zoals het loopt en dat is vaak anders dan je je voorstelt. Dag voor dag dan maar. En de dag van morgen ziet er op dit moment heel aantrekkelijk uit.

Veel geluk!



www.bloemen-madeleine.nl
www.facebook.com/madeleineoppapier


22 oktober 2011 door LoesEnkele weken geleden kreeg ik ineens irritante mails van ene meneer Krautwurst die ongevraagde informatie stuurt over workshops ‘Out of the Box’ en die mij na een heel langdradig intro vraagt zijn club te doneren en me op te geven. Ik lees maar half. Zoals zo vaak bij zulk soort berichten. Ik wil veel en heb weinig tijd. Out of time zal ik maar zeggen. Ik vraag me af wat in hemelsnaam nu weer `Out of the box` is Spreek Nederlands denk ik en delete de mail. Na de eerste mail bleven er maar volgen en kwam ik er ineens achter dat de verstuurder een LinkedIn ‘bekende’ is. Stom,een mens dat netwerkt heeft de neiging alles en iedereen maar toe te voegen. ”O leuk! D ie meneer vindt mij interessant!” Even snel kijken, CEO ?
Ah! Dat kan een hoop bloemwerk opleveren, klik, hup,toegevoegd. Ongewenste acquisitie komt dan niet in mijn gedachte op. Helaas is het met LinkedIn net als met alle via internet te bereiken bedrijven. Je kan met het grootste gemak van een simpele druk op de knop lid worden van elke willekeurig club, leverancier of media maar hoe kom je er weer vanaf?! Die mogelijkheid wordt over het algemeen goed geheim gehouden. Gelukkig stond onderaan deze spam wel een ‘uitschrijven’ link dus deze meneer is in elk geval ‘Out of my mailbox.’

Ondertussen kom ik nieuwe term ‘Out of the box’ wel heel vaak tegen dus ik zocht het eens op. Er zijn hele bedrijven rondom de term opgericht zo lijkt het wel. Je kunt cursussen volgen,trainingen doen. Dat zijn weer wel slimmerikken die zich hier op gestort hebben en er hun geld mee verdienen. Wikipedia zegt er het volgende over:
‘Outside the box-denken, soms ook abusievelijk "out of the box denken" genoemd, is een modewoord in managementkringen. Letterlijk betekent het buiten de doos-denken, waarbij met de doos het bestaande denkkader van een organisatie wordt bedoeld.’
Niks nieuws onder de zon dus. Brainstormen bestond al en men denkt al eeuwen vernieuwend. Laatst was in De Wereld draait Door Apple's Think Different commercial te zien waarop Matthijs van Nieuwkerk een Nederlandse versie liet maken. Voor wie het niet gezien heeft:
het filmpje op de website

Het is dus maar zoals je het brengt. Hoe hard er over geroepen wordt en wie er wat mee doet. En waarschijnlijk ook in wat voor wereld dat je vertoeft. Mijn kind vind iets heel leuks vet!! en even lekker niets hoeven te doen heet Chille! (oorspronkelijk uiteraard met een n aan het eind maar zo uitgesproken staat heel cool.) Elke (leeftijds) groep heeft zo zijn eigen dingen, kreten en intresses. Ik moet verdorie uitkijken dat ik,enthousiast over iets,niet zeg helemaal leuk! Ik hoor ook vaak Super! Op kennelijk bijbehorende kirrende toon. “Kijk eens mevrouw, het was vier euro vijfennegentig, met vijf cent, is het weer vijf euro.” “O ja, dank je wel, super!” Hoezo? Super? Daar heb je recht op! Ik zie het super er niet van in. En als de mevrouw in kwestie de deur uit gaat zegt ze op heel standaard toon: “Fijne dag nooooog!” Laatst zei iemand ook “Ik heb het vast gezet in de agenda.” Over een privé afspraak.

Maar, we moeten mee! We moeten jong snel en in beweging blijven! De tand des tijds knaagt maar we gaan hem trotseren en zorgen dat wij mee kunnen met de snelle, veeleisende maatschappij. Sporten, ontbijtdrink, mager spek eten, stappen, al dan niet met met de collega`s, vluchtige contacten, trends volgen, drie keer per jaar op vakantie en de kids bijhouden. Of ophalen…al naar gelang.

Pfff….ik word al moe van de gedachten. Waarschijnlijk ben ik dus ‘Helemaal Out Of Style’ maar dat kan me niet zo heel veel schelen. Hoe ouder ik word hoe meer ik ontdek dat ik een klein beetje soms vaak een z.g.n einzelgänger ben. Ik kan het alleen zijn héél goed aan, koester het handje vol belangrijke personen die mijn leven verrijken en ga het liefst mijn eigen gang. De blablacultuur is niet aan mij besteed en ik kies graag de krenten uit de massapap. En goed beschouwd is dat dan ook wel ‘Out of the box’.

9 juli 2011 door loesNog drie weken werken en dan is het lekker vakantie. Niet dat ik er zo heel erg bijzonder ‘aan toe’ ben. Of woeste plannen heb. Maar drie weken niks moeten is toch heerlijk! Ik moet zeggen,als ik diverse mensen hoor vertellen over een ‘last minute’ Spanje of Griekenland denk ik wel eens: OH! Dat wil ik ook! Maar ja…ik heb drie honden en vier katten. Wat die je daar dan weer zo snel mee als je een vliegreis naar één of ander ver oord geboekt hebt staan? Mee is geen doen. Die arme honden. Ze zouden het wel heel fijn vinden om in een heel andere omgeving te kunnen snuffelen en rennen en MEE is altijd goed natuurlijk. Althans, voor de twee Borders. De kleine oude Jack Russel ligt toch de laatste tijd het liefst in zijn mandje, eet, plast in de tuin, en kruipt weer op één of andere slaapplaats. Maar de warmte van Griekenland,Turkije en dergelijke landen is voor zo`n beest niks natuurlijk. Ik zou een oppas kunnen regelen. Maar ik wil niet zo maar iedereen in huis. En ik zie het al helemaal niet zitten om de honden naar een asiel of zo iets te brengen. En dan zijn er nog de vier katten. Wil je al die beesten onderbrengen kost dat een aardige duit. Ik boek dus niks en hou het geld in mijn zak. Ik breng de vakantie, net als andere jaren en met grote tevredenheid, in en om het huis door. Ongetwijfeld komt er iets leuks op mijn/ons pad. Sam werkt de komende weken bij de plaatselijke Schoenenreus en heeft dan ook een poosje vrij. Hij zal zeker met zijn vriend tijd door willen brengen maar we zijn ook samen een paar weken vrij. Traditiegetrouw gaan we naar de film. We zijn al geweest naar Pirates of the Caribbean (Johnny Depp - wat issie toch leuk!) Het laatste Harry Potter deel moeten we ook zien natuurlijk! En er is een nieuw restaurant geopend Shabu Shabu. Ik heb er ooit eens gegeten in Zoetermeer en het was eg lekker. Goede reden om de vestiging hier ook eens uit te proberen. Misschien dat we nog naar mijn vrienden in Luxemburg gaan. Dat hangt even af van de vorderingen van de verbouwing van hun huis. En ach…..verder zie ik het wel. Ik heb een heerlijke tuin, een auto die me overal kan brengen.

Ondertussen ben ik de bruidsbeurs in september aan het voorbereiden. Het plan voor de folder-boekjes (een klein boekje met informatie en foto`s) is gemaakt. Nu het ontwerp af is kan ik binnenkort naar mijn vriendin om haar printer te lenen. Van mijn vader leen ik de papiersnijder. Het kost wat tijden energie maar met weinig middelen en low-budget komt een leuk promotieartikel tot stand. Ik heb enorm veel zin in die beurs en hoop dat er heel veel serieus geïnteresseerden tussen de bezoekers zullen zijn. Inmiddels heb ik mijn tweede order binnen en ik verwacht binnenkort de derde te hebben. Erg leuk dus! Nog maar een goeie zes maanden en het is gedaan met de koopman. Letterlijk. Eind januari komend jaar moet het bedrijf weg zijn. De eerste artikelen zij in de uitverkoop gegaan. Toen ik zo die bordjes aan het ophangen was: “Alle potten 30 % korting”, was het ineens wel heel erg echt. En dan….ik heb nog geen idee. En het gekke is, ik maak me er ook niet echt druk om.”De toekomst komt met één dag tegelijk.” Zei iemand laatst en zo is het maar net. Komt tijd komt raad. Ik heb wel een sollicitatie gestuurd naar een collega/concurrent. Eurofleur, een groot tuincentrum hier in de buurt in de sfeer en stijl van Intratuin en opgezet als een Ikea. Ik had viavia gehoord dat ze daar iemand zochten voor de bloemenafdeling. Na twee weken geen reactie op mijn mail met de vraag of mijn bron juiste info gaf en zei inderdaad iemand zochten. Na een tweede mail nog geen reactie. Laat maar…..ik kijk wel verder. Later hoorde ik uit diverse ‘bronnen’ dat het misschien niet zo heel erg verstandig is om daar te gaan werken omdat men niet zo heel leuk met personeel om schijnt te gaan. De periode dat ik me laat afblaffen heb ik wel gehad dus het is wel goed zo. Nu ben ik niet het type om met uitgestoken hand achterover te gaan leunen maar dat ik een ww uitkering zal krijgen is op zich zelf wel een hele geruststelling. Ik hoef nog niet direct elke baan te pakken die er eventueel op mijn pad komt maar kan nog kritisch zijn en ‘leuk en leuk betaald’ voorrang geven. Verder heb ik gehoord dat ik mogelijk in aanmerking kom voor een soort uitkering bij het ontslag van een maandsalaris per gewerkt jaar. Waar ik die info kan vinden is me nog niet helemaal duidelijk. Op de site vanCWI heb ik niets kunnen vinden. En helaas kan je, voor zo ver ik weet, pas een advies of informerend gesprek krijgen als je daadwerkelijk en al drie maanden werkloos bent. Rare regel….

Maar zo zijn er zo veel van die rare regels. Het heeft niets met het voorgaande te maken maar ik vind het bezopen dat Mauro, de achttien jarige geadopteerde jongen terug moet naar een moeder die hem niet meer wil in een land wat de jongen niet kent met een taal die hij niet spreekt. En dat op het PGB bezuinigd gaat worden terwijl er aan andere landen geld gegeven wordt….lang niet alles is te snappen. Nu is bezuinigen op zichzelf niet zo`n slecht plan. Iedereen wil wel wat meer over houden aan het einde van de maand voor de leuke dingen natuurlijk. Er staat zelfs een checklist online. Ook op stofzuigerzen staan ook nog wat tips. En op sochicken staat een handige spaartip. Zonder dat je het merkt lekker sparen. Voor die last minute reis bijvoorbeeld.

Allemaal een hele fijne vakantie, goede zin en veel zon!
30 mei 2011 door LoesIk heb het druk. Dat is niet erg, ‘Ledigheid is Des Duivels oorkussen’ ten slotte. Een mens moet nuttig bezig zijn en aan het eind van de dag met een tevreden gevoel terug kunnen kijken op verrichte taken en goed afgeronde bezigheden. Nou moet ik er ook niet aan denken niets nuttigs te doen te hebben. Stel je voor dat je s`morgens je ogen open doet en een hele lege dag voor je hebt. Maar een mens is wel heel veel tijd kwijt, met dat niet ledig-zijn. Verdorie! Ik kom zeker 7 dagen per week te kort om alles te doen wat ik moet, en wil! En dan kom ik eigenlijk vooral tijd te kort om te doen wat ik wil…..

Wat moet, dat moet. Naar mijn werk bijvoorbeeld. Dat moet. Ik kan moeilijk `s morgens vroeg bellen met de mededeling dat ik maar niet kom, omdat ik nog zoveel moet (lees wil). Ik zou natuurlijk een paar dagen vrij kunnen nemen. Ook ik heb snipperdagen tenslotte. Nu wil het geval dat het de laatste paar weken nogal druk is geweest. Een paar dagen vrij nemen in deze periode is geen optie. Het perkplanten seizoen is begonnen dus dat betekend extra drukte in het tuincentrum. Dan werk ik meestal wat meer en dat heeft logischerwijs tot gevolg dat ik minder thuis ben. En aangezien ik s`avonds geen zin meer heb om met mijn stramme lijf aan de was, strijk of poets te gaan, komt het er op neer dat ik de vrije uren die ik heb besteed aan die klusjes. Dat meekt niet uit. En ik ben de enige net die veel moet werken en eenhuis moetbijhouden natuurlijk. Daarnaast breng ik(ziekenhuis) bezoekjes aan mijn vader en moeder. Werd eerst de ene voet van mijn vader geopereerd. Na een uitgebreid onderzoek bleek dat een operatie aan de darmen noodzakelijk was. Een vervelende en kwaadaardige poliep moest worden verwijderd. Als gevolg van een maag bacterie viel mijn vader in een rap tempo af en zijn we met z`n allen behoorlijk bezorgd. Inmiddels hersteld hij weer langzaam aan en is de andere voet ook geopereerd. Verdrietig genoeg overleed ook nog de moeder van mijn werkgeefster. Het arme mens. Voor een hartoperatie het ziekenhuis in en na een kort ziekbed niet meer ontwaken. Zij was weliswaar eenentachtig maar verder behoorlijk vitaal. Het kan ook zo maar met je gebeuren… Het betekende voor mij meer ‘stand-by` uurtjes voor het werk en de klusjes thuis maar wat laten voor wat het is. Een mens moet ook eens zitten natuurlijk en na een hele dag nuttig bezig zijn mag dat best!

Ook Sam is behoorlijk bezet de laatste tijd. Niet alleen met het werken op het stage adres en zijn baantje bij de Schoenenreus. Ook zijn vriend is een tijdrovende hobby! Mama is niet meer de belangrijkste persoon in het leven van mijn lange slungel! Dat klinkt dramatischer dan het is. Sam glimlacht van oor tot oor als hij het over hem heeft en datis gewoon erg leuk om te zien. En ik moet zeggen, hij heeft een goede smaak. De vriend in kwestie ook trouwens. Niet alleen weet hij mijn zoon op waarde te schatten (het blijft je kindje he…. ;-) ) maar hij lust ook asperges! Voor mij ook gezelliger dit seizoen!

Ondertussen ben ik lekker bezig met het onder de aandacht brengen van mijn bedrijfje Bloemenarrangementen Madeleine. Ik Twitter dat het een lieve lust is, heb followers en follow.En het aantal groeit. Al twitterend ben ik in contact gekomen met de organisatrice van een een bruidsbeurs in Harmelen, niet ver hier vandaan. Ik heb me aangemeld en vanaf dat moment heb ik er een taak bij: het plannen van mijn presentatie op die beurs. En ik vind het leuk! Het organiseren, het bedenken en het promoten. Langzaamaan komt de energie en inspiratie om met creatieve dingen bezig te zijn, weer terug. Ik heb sinds Gijs ziek werd, geen tekening meer gemaakt, geen scrapbook opgezet en geen boek gelezen.
Het is fijn om daar weer zin in te hebben.
Nu nog tijd ;-)

Voor wie (her-)trouwplannen heeft: Bloemenarrangementen Madeleine

En een boek over time management vind je hier > Een volle agenda maar nooit druk

En wie er snel vanaf wil legt een BOM onder stress
20 maart 2011 door LoesEind dit jaar zullen diverse bedrijven hun deuren moeten sluiten t.b.v de plannen van de gemeente Amersfoort.
Eén van die bedrijven is het tuincentrum waar ik werk. Natuurlijk moet er ook volgend jaar brood op mijn plank komen.
Dat, en omdat het erg leuk is om me bezig te houden met 'de krenten uit de bloemenpap' ben ik vanaf begin maart gestart met:

Bloemenarrangementen Madeleine

Met Bloemenarrangementen Madeleine richt ik mij op particulieren en bedrijven in Amersfoort en directe omgeving.
Via de website bloemen-madeleine verkoop ik bruidswerk en rouwbloemwerk. Aan bedrijven verkoop ik bloemenabonnementen en relatiebloemwerk. Het bloemwerk wordt van huis uit gemaakt.

Ik zal het meeste werk voornamelijk in Amersfoort en omringende plaatsen verkopen, maar...... Er is altijd een mogelijkheid en afstand is niet per definitie een probleem! ;-)

En met gepaste trots plaats ik dus nu de link naar mijn website op deze site. Wéér een stap verder!

28 februari 2011 door LoesNooit gedacht dat ik enthousiast zou worden over een website waar men z`n hele hebbe en houwe met Jan en Alleman deelt. Hyves, Twitter, Facebook, Netlog, Myspace, weet-ik-veel wat er allemaal niet is. Waarom zou je in vredesnaam willen dat iedereen van alles van je weet. En waarom zo je van alles van iedereen willen weten? Maar aangezien zoonlief lid is van drie van deze communities en je als moeder toch een heel klein beetje bij moet blijven….

Mijn eerste account werd er een bij Hyves. Ik was er bijna net zo snel klaar mee als dat het account was aangemaakt. Ik vind het helemaal niks! Het is onvoorstelbaar hoe de, over het algemeen jeugdige, gebruikers zichzelf profileren. Zouden ze zich wel realiseren waar www voor staat? Omdat mijn eerste indruk geen beste is verdiep ik me verder niet in Hyves. Opvallend is dat ik nergens een knop ‘uitschrijven’ of ‘account opheffen’ vind dus ik ga er van uit dat ik ter zijner tijd wel zal verdwijnen uit de leden lijst.

Twitter dan. Tijdens the Voice of Holland wordt er getwittert (of is het getweet?) bij het leven en doe mee. Dacht ik….Blijkt dat k er geen fluit van begrepen heb en waar ik een @ had gezet moest een # staan en anders om. Dáárom zag ik mijn tweet niet terug op die balk met leuke berichtjes! Als het niet lukt ben je al gauw klaar natuurlijk. Althans, ik wel. Dus dat Twitter liet ik ook maar even voor wat het was. Volgens Sam was het ook niet echt gewenst dat ik me op dat soort sites zou begeven. Ik was de moeder en hij het kind. Ergo: hij Twittert en Facebookt en ik hoor daar gewoon niets van te snappen. Maar ja. Na mijn registratie bij LinkedIn, waarmee ik mijn bedrijfje dadelijk wat bekendheid wil geven, moet ik toch ook weten hoe andere communities werken en of ze misschien nuttig zijn voor mijn toekomst. Toch? Dussehhh…jammer Sam! Moeders komt on-line! Nu ik eenmaal Twitter door heb en het verschil weet tussen tweets, DM`s en @`s en #`s moet ik zeggen dat ik er helemaal niets aan vind. Het kan aan mij liggen, maar hoe boeiend is het als mijn achtienjarige collega tweet dat hij zo moe is van de saaie dag en ligt te badderen?!? Of dat een ander verzucht dat hij boodschappen moet gaan doen? Ik liet van de week een beticht achter dat ik zo vreselijk genoeg kreeg van de reclames op tv. ‘Loes, waar zijn wij nou eigenlijk mee bezig?’

Volgens Sam is Facebook een meer volwassen community. Nu hij er aan gewend is geraakt dat zijn moeder ook gebruik maakt van de social media heeft het ook wel wat om haar weg wijs te maken dus ik krijg uitleg. En natuurlijk ben ik super dom dat ik het niet snap en gaat hij veel te snel voor mijn grijze hersencellen. En dat houden we lekker in stand want zo hoort het nu eenmaal te zijn. Hij is de snelle jeugd en ik ben de ouderwetse moeder die alles gek vind. Ik laat hem in die waan. En ondertussen groeit mijn Facebook pagina tot een volwaardige informatieve pagina die me in de toekomst wel van nut zou kunnen zijn. Ik ben mijn schroom voorbij en zet mijn eigen kop on-line met naam, email adres en woonplaats.
Foto`s van mijn beessies, bloemwerk en ik schijn hier en daar getegged te zijn. Dat heb ik dus nog niet helemaal door.

Het leukste vind ik dat ik drie ‘oud gedienden’ aan mijn gestaag groeiende vrienden lijst heb kunnen toevoegen, en wij weer deel uit maken van elkaars leven. Na het verhaal van Nummer een, over haar scheiding (ik ben er ondersteboven van, het leek altijd zo`n perfect stel) zijn mijn eigen problemen makkelijker te relativeren. Het kan altijd nog rotter zal ik maar zeggen.
Nummer twee blijkt vier jaar in Nederland gewoond te hebben maar is toch terug naar Turkije, het geboorteland van haar man. Een heel avontuur wat zijn aan gaat en daar bewonder ik haar wel om. En nummer drie is voor mij een bron van inspiratie. Ze heeft eindelijk haar eigen bedrijf en dat lijkt nog een succes te worden ook! Dat stimuleert!

Dus dankzij Facebook wat nieuwe invloeden in mijn leven.
Maar nu moet ik toch echt de computer en mijn gsm uitzetten want hoe leuk het ook allemaal is. Er is ook een meters hoge strijk weg te werken, honden die uit moeten, eten dat gekookt moet enz. enz. enz.
5 januari 2011 door LoesWat gaat de tijd toch snel. Zo veel plannen en zo veel te doen. En elke keer weer net te weinig tijd. Even geen energie over. Ik had in december al wat belevenissen op papier gezet en er kwam maar niets van om het te plaatsen. Je knippert een paar keer met je ogen en het jaar is voorbij. Het is al weer januari. De Sound of Music is weer op t.v. geweest, de kerstversieringen zijn geruimd, ramen gezeemd en bomen verbrand. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Het jaar 2011 is begonnen!

Na een heerlijke gourmet op oudejaarsavond is mijn enig goede voornemen lijnen. Al dat stress eten heeft toch weer wat kilo`s aangezet. En verder ‘go with the flow’. Hoewel ik een hekel heb aan al die Engelse termen (Hoe is het met the kids?) geeft dit wel aardig aan wat ik bedoel. Wat mij betreft is mijn grootste zorg dit jaar of de kleur van mijn haar nog in tact is en of ik Emma Watson - kort zal gaan of toch kies voor de a-symetrische bob die ik zag op internet en bij Victoria Beckham zo leuk staat. Verder probeer ik me niet te druk te maken. Voor je het weet zit je bij een psycholoog!

Ik las op SoChicken dat het verstandig is om andermans problemen niet de jouwe te maken. Goed advies. Ik hoor soms hoofdschuddend aan wat er reilt en zeilt in de levens van twee van Gijs’ dochters. In het (nog niet zo verre) verleden had ik direct klaar gestaan met goed bedoelde raad en adviezen om die dan niet opgevolgd te zien en me daar vervolgens een soort van boos over te maken. En wie heb ik daarmee? Mezelf. Niet slim. Niet doen dus. Zou ik me voorheen zorgen maken om dingen die eventueel zouden kunnen gebeuren, nu wacht ik af tot het ook echt gebeurd. Misschien gebeurt ‘het’ wel nooit. Heb ik al die tijd in de piepzak gezeten en overbodige plannen zitten bedenken. Zonde van de tijd en de energie. Energie die in veel leukere dingen te steken is. Mijn toekomstige bedrijf bijvoorbeeld. Als eind dit jaar het tuincentrum waar ik werk definitief de deuren dicht zal trekken hoop ik een leuke klandizie te hebben opgebouwd en op die manier brood én beleg op de plank te houden. Onlangs heb ik een scrapbook afgemaakt waar ik twee jaar geleden aan begonnen ben. Het is een boekje met foto`s van ons huis ‘toen’, bij de aankoop inmiddels zes jaar geleden en ‘nu’, talloze metamorfoses later. Eindelijk kon ik de confrontatie met foto`s uit vervlogen tijden, andere situatie en van een compleet gezin weer aan. Mijn moeder bewaart de bijlagen van de Telegraaf voor me. En tegenwoordig gun ik mezelf de rust op de bank of op bed lekker te lezen. Naast mijn bed ligt een lekker dik boek (én een leesbril) waar ik elke avond een stukje in lees. Dat en een laatste rondje met de honden levert tot nu toe elke keer weer een goed nachtrust op. In het artikel Vrouw-interview lees ik een herkenbaar verhaal over "De schoen zetten, hooi erin voor het paard en dan `s ochtends een cadeautje vinden….Zo spannend!" De tijd dat ik met Sam op die manier Sinterklaas vierde ligt al een poosje achter ons. Nu gaat hij met een vriend op oudejaarsavond tot vroeg in de ochtend stappen. Soms heb ik wel eens wat heimwee naar vroegere tijden. En naar wat kennelijk niet voor mij/ons weggelegd was. Vader, moeder en kind (al dan niet stief) die van die typische gezinsdingen doen. Dat gelukkige gezinnetje in een huisje van Centre Parcs dat bol staat van de kerstballen, kerstboom en kerstsfeer zeg maar. Als de jongens één januari `s nachts de deur uit gaan zit ik even met een anti-climax op de bank. Maar waarom eigenlijk? Het was een hele gezellige avond. Lekker gegeten, gezellig gekletst. Sam en zijn vriend hebben het hier naar hun zin gehad en gaan het waarschijnlijk nóg meer naar hun zin hebben in de stad. Ik zit hier heerlijk, in mijn eigen huis. Met mijn (nogal zenuwachtige) hondjes aan mijn voeten, op mijn bank met een restje champagne en een oliebol. Ik kan het goed, zo in mijn eentje genieten. Ik kan het goed, zo in mijn eentje.

Het eerste jaar na het overlijden van Gijs was ik druk met overleven en mijn omgeving te laten zien dat ik het allemaal heus wel redde hoor! Tranen waren er om weg gedrukt te worden en alles wat maar een beetje emotioneel was werd naar de achtergrond geschoven. Het tweede jaar was veel zwaarder. Toevallig sprak ik gisteren een klant wiens man ook twee jaar gelden was overleden. Ook zij vond het afgelopen jaar zwaarder. Misschien is dat wel normaal. Ik heb van een vriendin een boekje gekregen destijds, geschreven door Jos Brink. ‘Rouw op je dak’ heet het. Ik heb het nooit gelezen, om dezelfde reden dat ik het fotoboek niet af wilde maken. Ik denk dat ik nu de rust heb en zo ver in balans ben dat ik het aan kan en toch nog het boekje wil lezen. Al is het maar om te snappen hoe het zit. Of herkenning te vinden en “Ja, inderdaad.” te kunnen zeggen. Hoe dan ook, ik denk dat ik door een bepaalde fase heen ben. Met de (geslaagde!) operatie in september heb ik een naar jaar afgesloten. Het komend jaar wordt een overgangsjaar. Van de wat te stevige Loes naar een paar kilootjes minder. Van de werkneemster naar een zzp-er. Van pubermoeder naar de jong-volwassene moeder. Van ‘plicht roept’ naar ‘die strijk ligt er morgen ook nog wel’. Van ‘Ben ik niet van’, ‘Niet mijn probleem’ en ‘Nu even niet.’
Go with the flow.
Ik kan het aan.

'Rouw op je dak' door Jos Brink
'Go with the flow' volgens anderen.
Artikel 'Wees niet bang'.
24 november 2010 door LoesEen tijdje geleden stond er een erg herkenbaar artikeltje in de krant over Willeke van Ammelrooy, die na een aantal opeenvolgende, ingrijpende gebeurtenissen in de knoop raakte. Met behulp van een mental coach raakte zij daar weer uit. Deze man, Frits Löhnen, heeft volgens het krantenartikel onder andere diverse bekende Nederlanders geholpen het overzicht in hun leven terug te krijgen. Hij schreef een boekje ‘De mentale evolutie’ Willeke Van Ammelrooy noemt het ‘haar Bijbeltje’. Een boekje dat zij openslaat als het even tegen zit.
Nu lees ik zelf alleen digitaal de krant maar mijn moeder leest ‘de echte’. Zij knipte het artikel voor me uit en zei: “Als het al die sterren helpt, waarom zou het jou dan niet helpen? “ En ik kreeg van haar het boek.

Elke avond voor het slapen gaan las ik trouw twee of drie hoofdstukken uit het boekje. Ongeveer de helft van het boek is en uiteenzetting over de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de mens. De tweede helft zou vooral tips bevatten om als je eigen mentale coach te kunnen optreden. Ik vond vooral dat de schrijver erg veel woorden nodig had om te vertellen dat de mens ontwikkeld is tot een heel intelligente aap, dat god en geesten niet bestaan en dat wij ons niet zo gek moeten laten maken. Door het artikel in de krant had ik een bepaalde verwachting die het boek niet helemaal waar maakte. Maar toch…het lezen ervan heeft toch wel iets gedaan. Alleen al het realiseren dat je niet de enige bent die het leven eens even niet zo leuk vind is al prettig. En daarnaast kijk ik weer wat simpeler tegen bepaalde dingen aan . En probeer ik me niet zo druk te maken om dat wat (nog) niet aan de orde is. Wie doet het niet? “Stel dat…” “Als maar niet…” Volgens de heer Löhnen geeft het bedenken van een mogelijke gebeurtenis dezelfde lichamelijke en emotionele reactie als wanneer het daadwerkelijk gebeurd.
Dus als voorbeeld: Je kinderen zijn gaan schaatsen op de natuurvijver in het park en ineens denk je: “Als ze maar niet onder het ijs schieten!”
De angst slaat je om het hart, je keel klopt, je krijgt het koud en warm tegelijkertijd en je ziet de agent met de onheilstijding al op je stoepje staan. Terwijl je best weet dat er constante bewaking is daar, het alle jaren goed is gegaan en je kinderen niet in zeven sloten tegelijk vallen. Ondertussen is je smurf aan het genieten van zijn schaatsmiddag met vrienden en wat jou rustige vrije middag met een boek op de bank had kunnen zijn is en aantal uren onrust geworden. Om niets. Frits Löhnen introduceert in zijn boek WIM. Wat is er aan de hand? Is dat zo (belangrijk)? Maak je niet druk!
Net zoiets als “Een mens lijdt het meest….”zo reageerde Frans mijn psycholoog. Niks nieuws onder de zon dus met die Wim van Frits maar nuttig om er weer eens op gewezen te worden en bij stil te staan.

Mijn vriendin wees me op een website waar ene Jelle regelmatig nieuwe tips & trics op plaatst om het leven leuker, aangenamer, gezonder en gelukkiger te maken. Zelf omschrijft hij het als: ‘soChicken is een website waar je gelukkig en blij van wordt. Een site vol positieve en praktische tips die je helpen je leven mooier te maken.’ Overigens heeft de naam van de website helemaal niets met de inhoud te maken maar dat legt Jelle zelf uit op zijn site.
In eerste instantie stond ik een beetje sceptisch tegenover dit heppie de peppie gedoe. Het leek me net iets té blij en zweverig. Maar toch is het leuk! Er staan diverse tips op die eigenlijk behoorlijk eenvoudig zijn maar waar je soms gewoon even niet op komt. En die echt helpen. Niet dat ik zal gaan sporten of aan de groene shakes ga. Het kan ook te gek! Maar het opruimen van die overvolle kast geeft écht ruimte in je hoofd. Het nemen van een beslissing, ten aanzien van wat dan ook, geeft écht rust in je hoofd. Andere verwachtingen van je zelf, of eigenlijk niet zo véél verwachten van jezelf geeft ook rust. Accepteren dat bepaalde zaken zijn zoals ze zijn en tijd nodig hebben ook. En zo pikt een mens hier en daar de dingen weg die nuttig of interessant zijn en waar die wat mee kan.
Gelukkig ben ik niet de enige die in zo`n vervelende fase zit. Als ik mijn vriendinnen spreek, of de leeftijdsgenoot in het park, en als ik zo nu en dan eens lees wat anderen schrijven. Leesbrilletjes, protesterende lijven, vraagstukken, emotionele kwesties, de vraag ‘is dit het dan? Een overgang of DE overgang? Mijn leeftijdsgroep heeft er last van en de verhalen zijn herkenbaar. En ook dat geeft weer een soort rust in het hoofd! En zo ben ik lekker bezig en over een tijdje voel ik me vast weer erg kip!

Willeke van Ammelrooy krabbelt op.
Meer over Frits Löhnen
De website SoChicken
Meer over de overgang
16 oktober 2010 door LoesHet is al weer vijf weken geleden dat Sam en oma mij naar het ziekenhuis brachten om geopereerd te worden aan een aneurysma in mijn hoofd. Eigenlijk had ik stilletjes gehoopt inmiddels weer helemaal de oude te zijn. Maar helaas is dat niet het geval.

Ik kom s `morgens met moeite mijn bed uit. Tot nu toe ben ik drie of vier keer s `nachts wakker. Even naar het toilet (porbeer het maar eens op te houden – dat lukt gewoonweg niet), een slok water en snel er weer in. Gelukkig val k snel weer in slaap maar s `morgens heb ik niet het gevoel lekker uitgerust te zijn. Het opstaan stel ik uit. Draaiend van de ene zij op de andere en ondertussen maar malen over hoe ik een en ander het liefst zou zien. En me telkens weer beseffend dat wat ik wil (nog) niet te realiseren is. Domper… Ik sta dan toch maar op. Tanden poetsen en eerst voor de beesten zorgen. Die zijn elke keer weer blij om me te zien, maar verder is het stil in huis. Sam is, afhankelijk van de dag, al naar school of ligt lekker uit te slapen. Geef hem eens ongelijk. En dan...hij is niet de aangewezen persoon om mijn wissewasjes aan te horen. Ik mis wel eens een volwassen klankbord in mijn directe omgeving. En ik mis 'mijn eigen'.
Ik zet koffie, geeft de honden eten, vul het voerbakje van de katten en ververs water. Ik leg het bed van de hond terug in de kamer en ruim de kranten op die nog steeds nodig zijn voor de jongste hond. Als mijn koffie op is hijs ik me de trap weer op terug naar de badkamer. Na een frisse douche zou je verwachten dat Loes er weer tegen aan kan maar helaas is dat niet zo. Ik haal nog een koffie en plof op de rand van mijn bed. Het liefst liet ik me achterover in de kussens vallen. Ogen dicht en weg er mee. Mijn leven is op dit moment niet leuk, wat ik verzin te doen vind ik op dit moment niet leuk en dat wat ik eventueel moet is volkomen oninteressant. Ik weersta de behoefte en drink mijn koffie en bedenk een taakje van vandaag. Een tip van mijn moeder. Doe elke dag iets dan voel je je in elk geval een beetje nuttig. Ze heeft gelijk. Van niets doen en ledigheid knapt een mens niet op. Aangezien ik een hulp in de huishouding heb om mij in deze barre tijden bij te staan hoef ik me dus om de wc en de badkamer en dergelijke niet druk te maken. Met de honden maak ik elke dag een wandeling van zeker een uur. Kom ik tenminste buiten en zie ik hier en daar een mens. Niet dat ik altijd zin heb in dat (honden)praatje, maar het verzet de zinnen.
Het duurt van eeuwigheid tot amen eer ik mezelf weer overeind heb en mijn ochtendjas uit doe om me aan te kleden. Ik weet dat ik gewoon moet beginnen, maar stel het uit.

Ik moet voor de zoveelste keer brokstukken bij elkaar vegen en op de restanten opnieuw bouwen. Als ik de afgelopen jaren terugkijk ben ik daar wel heel veel mee bezig geweest. En waar heeft het me gebracht? Voor mijn gevoel nergens. Ik ben wéér alleen, woon op een plek waar ik niet wil zijn en ik zit straks ook nog eens zonder werk. En heeft het me desalniettemin een heleboel bloed, zweet en tranen gekost. Begin dit jaar had ik plannen gemaakt stukje bij beetje mijn leven aan te pakken. Met alle energie mijn huis opgeknapt. Prettig om in te wonen en goed voor als ik het wil gaan verkopen. Ik had het eindelijk voor elkaar te stoppen met roken. De nare dood van Gijs was een duidelijke waarschuwing. Ik heb verplichtingen tegenover Sam. Ik zou gezond oud worden! En dan ineens werd me verteld dat ik een tijdbommetje in mijn hoofd had wat geopereerd moest worden. Ik ben er meer van geschrokken en was angstiger om de mogelijke gevolgen dan ik mezelf toe wilde geven. Wat als ik de operatie niet zou overleven? Wat zou er met mijn kind moeten gebeuren? Ik ben alles wat hij heeft! En mijn huisdieren? Wie wil ze opvangen, vier katten en drie honden? Gelukkig is alles goed gegaan en zijn er geen complicaties. Maar ik heb er te luchtig over gedaan en de zorgen en schrik komen er toch uit. En nu heb ik alle tijd om te denken, te weinig energie om me te verzetten en te veel emoties die in één keer op me af denderen.
De operatie is de bekende druppel en ik heb het gevoel dat ik ondanks inzet, positief denken en doorzetten de dingen van me afgaan in plaats van naar me toe te komen.
En dat vind ik lastig. Lastig om mee om te gaan en lastig om me overheen te zetten en een nieuwe start te maken.


12 september 2010 door LoesWat heb ik een heerlijk bed! Vrijdagmiddag bij thuiskomst werd ik enthousiastverwelkomd door mijn honden. Een Border op zijn achter poten voor me tegen me aan en een Border op zijn achter
poten achter me tegen me aan. Die kleine Jack Russel blaffend om ons heen draaiend. Fijn om m'n
beestjes weer te zien. Mijn vriendin en mijn zoon kwamen me halen en oma zou komen. Het liep natuurlijk
allemaal weer uit in het ziekenhuis en we moesten even langs de apotheek om medicijnen te halen
zodat ik die het weekeinde zou hebben. En zodoende stond oma, inmiddels
toch wel een beetje zenuwachtig, aan het begin van de straat te wachten.
Net van plan een sms naar ons te sturen "Papegaaitje leef je nog?" rijden we de straat in.
Na de begroeting door mijn honden, staartengestrijk van de katten, lekker zitten op de bank met een kopje koffie.
Hehehe....thuis! We kletsen wat en dan ben ik hondsmoe. En als mijn vriendin weer huiswaarts keert
ga ik op advies van Zuster Oma lekker naar mijn bed!

Na twee heerlijke uren ben ik lekker op geknapt. Met een knorrende kat aan het voeteneinden zomaar volledig stilte in de straat kom ik heerlijk bij.
De neuroloog heeft me wel gewaarschuwd dat het toch nog een beetje tegen kan vallen thuis. En helaas moet
ik toegeven dat dat ook zo is. Niet het thuis zijn, maar het patient zijn! Ik wil natuurlijk elke dag een enormestappen vooruit maar helaas zijn het maar muizenstapjes. Elke ochtend wordt ik met een knetterende hoofdpijn wakker.
Zo'n nacht druk op dat hoofd is gewoon nog niet prettig, ondanks de pijnstillers.
Ik heb weinig energie, niet veel zin om iets te doen en weinig trek. Mijn hele lijf is stram. Ik heb allerlei
pijntjes en tot overmaat van ramp is het oor waardoor dit aneurysma aan het licht kwam, gaan onsteken.
Kortom, ik ben echt zo'n zeurderige patient. Maar ik heb er dan ook alle tijd voor. Want ik kan nietveel en doe nieveel en dan heb je tijd om na te denken en te voelen. O ja! En om te herstellen!
Want daar zijn de komende zes weken voor bedoeld. En wat wil ik nou eigenlijk?
Het is nog niet eens een week geleden dat ik geopereerd werd.
Overigens heeft de neuroloog verteld dat het aneurysma toch iets groter was dan gedacht en dat ik er vroeg of laat beslist last van zou krijgen. Maar goed dat de operatie gedaan is!
Wel een raar idee dat er nu drie roestvrij stalen clipjes in mijn hoofd ter hoogte
van mijn rechter oog zitten. Voor mijn geen mri scan meer! En het kan zo maar zijn dat een metaaldetector spontaan afgaat. Als dat alles is.
3 september 2010 door loesHet klinkt verschrikkelijk stoer maar ik kijk er tegenop als tegen de grootste berg die er is!
Morgen moet ik in het ziekenhuis zijn om me op papier in te laten schrijven. Er wordt een bed voor me gereserveerd en ik neem aan dat ik nog wat uitleg krijg. Dan mag ik weer naar huis en moet ik zondagavond of zondagmiddag weer terug komen. Ik slaap die nacht daar en ben de andere ochtend om acht uur aan de beurt.
Het is dus zo ver en het gaat echt gebeuren.

Oma komt voor haar kleinzoon en de beesten zorgen. Zij brengen me weg en komen me ook weer ophalen als ik naar huis mag. Tussendoor komt mijn vriendin oma aflossen.
Wat moet je dan ineens een heleboel regelen en op een rijtje zetten zeg! Ik wist natuurlijk dat het er aan zat te komen maar het is best kort dag. Woensdag werd ik gebeld door de planning van het ziekenhuis. Natuurlijk zeg ik geen nee. Dan zit ik er nog langer tegenaan te kijken. Maar diep in mijn hart zou ik het het liefste afzeggen. Zei ik al dat ik er tegenop zie?

Nou ja, ik ben de eerste niet die zo`n operatie ondergaat en ik zal de laatste niet zijn. Maar ja....het is wel MIJN hoofd waar dat luikje in gemaakt wordt. En MIJN lijf waar al die slangen en toeters en bellen in gaan. Om maar niet te spreken van het mesje van de chirug. "Het is mijn hobby" zei hij de laatste keer dat ik hem sprak. De mijne niet, dat is duidelijk.
Nu is een aneurysma in je kop en de dreiging die daar weer vanuit gaat ook niet alles dus ik zal me braaf overgeven aan de vaardige handen van de dokter.

wordt vervolgd.......
26 juli 2010 door LoesNog achttien maanden en ik zit zonder werk. De kogels is door de kerk. De gemeente heeft haar plannen door gezet en de onderhandelingen zijn beëindigd. Mijn werkgever heeft uiteindelijk een acceptabel bod gekregen. Begin 2012 staan vijf man werkeloos op straat.

Helemaal onverwacht is het niet. De plannen van de gemeente bestaan al zo`n beetje tien jaar en ik wist er van. En klanten ook natuurlijk. En elke keer als er weer iets in de krant stond kwamen er vragen en wist de ene klant nog meer dan de andere.”O, dat kan nog jaren duren.”was steevast ons antwoord. Want het zou ook nog jaren duren en het duurde ook nog jaren. Maar laatst waarschuwde mijn werkgever mij dat het nu toch wel in de buurt kwam. Als dan ineens de mededeling komt dat nu dan toch het einde van je baan een datum heeft is dat tóch even slikken. Ik heb nergens zo vrij en relaxed gewerkt als bij dit kleine familiebedrijf en ik ben bang dat ik ook niet meer zoiets zal vinden. En als je deze twee artikelen leest is het een wonder als ik überhaupt nog werk vind.

Werkgever heeft voorkeur voor jongen werknemers.

Ouderen vrijwel kansloos op de arbeidsmarkt.


Vanaf de eerste dag na het nieuws over de definitieve beëindiging van het tuincentrum werkte het anders. Klanten weten nog van niks, de uitverkoop is nog niet begonnen maar toch lijk ik onbewust de band die ik met dit bedrijf en de mensen heb af te bouwen. En ik beklaag me om de zoveelste tegenslag op mijn pad. Ik krijg er ene beetje genoeg van zeg maar. Na een paar dagen verandert dat weer. Anderhalf jaar is weliswaar zó om, maar is ook weer lang genoeg voor een geleidelijk proces van afbouwen. En opbouwen. Want hoe nu verder?

Volgens een artikel op internet dalen de personeelsadvertenties
De werkloosheid is iets gestegen. Helemaal geen gunstige berichten. De bloemendetailhandel waarin ik werkzaam ben beleefd geen hoogtijdagen. Ik ben straks zevenenveertig. Te oud. Te duur. En wat wil ik nu? Bleef het tuincentrum bestaan was er niets aan de hand. Ik had leuk gezellig werk, het liep goed en ik kreeg netjes elke maand op tijd mijn salaris gestort. Maar na bijna dertig jaar werken in koude bloemenzaken en tuincentra, veel sjouwen staan en lopen, begint de slijtage toe te slaan. De scharniertjes willen niet meer zo goed. Sjouwen gaat me niet meer zo goed af en na een hele dag staan en lopen kom ik s`avonds als een tachtigjarige met spit van de bank af!
“Elk nadeel heb z`n voordeel.”Misschien dat deze onfortuinlijke toestand omgebogen kan worden tot de start van een heel nieuw begin?

Op de site van het CWI/UWV lees ik dat ik in aanmerking kom voor een uitkering. Nog een ingewikkelde constructie maar kennelijk telt elk gewerkt jaar als een maand waarin je uitkering krijgt. En het is mogelijk om vanuit die zelfde WW uitkering een eigen bedrijf te beginnen. Een persoonlijk gesprek met een UWV medewerker bevestigd wat op de website staat. Dat valt op zich niet tegen dan. Niet dat een WW uitkering zo`n luxe positie is. Niet alleen heb je dan nog maar zeventig procent van je laatst genoten salaris, veel keus in het accepteren van werk heb je dan eigenlijk niet. In het eerste half jaar heb je het recht te zoeken naar ‘best-bij-opleiding-en-wensen-passend-werk’en met een maximale reistijd van twee uur. Kleine beroerte…twee uur! Ik reis nu tien minuten! Na dat half jaar wordt het toch zo`n beetje pakken wat je pakken kan. Het is niet dat ik het niet snap, je moet ten slotte zo snel mogelijk die uitkering weer uit, maar toch… En dan de sollicitatieplicht, het gewroet in je financieel en persoonlijk leven. Bah! Bah! Daar zit je toch niet op te wachten! En als je de pech hebt het allemaal niet voor elkaar te krijgen en je aan het einde komt van je WW uitkering, kan je in de bijstand terecht komen. Alsof dat leuk is. De waarde van je eventueel opgebouwde reserves vervallen aan de sociale dienst die dit bedrag als maandelijks bedrag aan je gaan uitkeren. Als dat op is krijg je uitkering van de sociale dienst. Elke financiële stap die je zet wordt met argusogen bekeken. De slechten zullen het wel voor de goeden verziekt hebben maar je zal er maar mee te maken krijgen! Voor mij gelukkig genoeg tijd om ene plan te maken, zaken te onderzoeken en te bedenken wat ik écht wil, en kan. En daarbij kan de WW wel een handig vangnet zijn natuurlijk. Nu maar hopen dat een nieuwe regering geen roet in het eten gooit....

En nu staat er van alles op mijn ‘wat ga ik doen’ lijstje. Leraar bloemschikken, honden gedrag deskundige, dierenarts assistente, online bloemenservice, uitvaart verzorger, freelance bloembinder, hondenuitlaat service, leraar verkoopkunde, wedding planner, imago styliste, evenementen organisator, enz. enz. enz.
Ik kan om/bij scholen via het LOI, NHA of NCOI of hoe al die thuisscholen ook heten. En wie weet kan deze hersenscan mij helpen een goede keus te maken!

Gelukkig heb ik nog ruim de tijd. En ander ga ik gewoon tijdens de spits op een druk punt staan als sandwichvrouw. Het is hem ook gelukt!


Werk ze!
Loes

15 juni 2010 door LoesEr zijn van die klussen die je zonder nadenken doet. Dat wil zeggen, zonder bewust te hoeven nadenken over de handelingen die je moet verrichten om de klus te klaren. Strijken is bijvoorbeeld zoiets. Volgens moeders receptuur werk ik een overhemd (Sam is into de overhemden) in vier minuten weg. En tegenwoordig vind ik het prettig liggen onder een (min of meer) gestreken dekbedhoes. Zo`n shirtje is al helemaal automatisme en met een stoomstrijkijzer vliegen de kreukels uit een spijkerbroek. Als die de strijkplank al halen.

Sam kijkt niet zo nauw. “Die zakken er in de loop van de dag wel uit.” Aap! Dat hij geregeld op zijn bliksem heeft gekregen vanwege een ongestreken Mac pakkie kan hem niet schelen. Het ligt even gevoelig met zijn Chef slash Zwager als ik hem steeds zo hoor. Sam is in elk geval niet van plan naar zijn pijpen te dansen. Deels snap ik het wel maar aan de andere kant…...je moet wel een beetje representatief voor de dag komen. Nog een paar dagen en we weten of hij geslaagd is of niet. Ik ben geloof ik zenuwachtiger dan hij. Hij heeft wel gelijk als hij zegt dat zenuwachtig zijn tóch niet helpt. Heel misschien een her voor Zorg & Welzijn. Niet voor niets zijn dertig kinderen opgeroepen om een eventueel her al vast te oefenen. En natuurlijk wil zo`n school ook een hoog slagingspercentage. Even kijken hoe laat NCIS begint. Als ik deze stapel af heb ga ik eerst maar koken. Dan kan ik straks voor de tv. verder strijken.

Stofzuigen is ook zo`n soort klus. Mijmerend en wel die stang van links naar rechts en voor naar achter. Een beetje suffig maar op zich ontspannend. Minstens zo suffig maar zeker zo ontspannend is grasmaaien.
Ik heb een hoekhuis. Toen wij daar kwamen wonen was de zijtuin zand en steen. Gijs wilde graag een moestuin en dat leek de ideale plaats. Nu hou ik helemaal niet van moestuinieren. Planten, bloemen, struiken en bomen, allemaal helemaal leuk. Maar voor zaaien, verspenen en opkweken heb ik totaal geen geduld. Dus ik deed de siertuin, Gijs de moestuin. Ik beloofde vol enthousiasme te oogsten maar uiteindelijk was ik slechts de grootste eter van eigen grond en daar bleef het bij. Om dus de moestuin te handhaven leek me geen goed plan. In eerste instantie stonden de vuilnisbakken wel netjes weggewerkt zo aan de zijkant van het huis. Op een door mij zelf aangelegd plaatsje. Ik heb drie weken niet normaal kunnen lopen van de rugpijn! Aan mij is geen tegelleger verloren gegaan. Hoewel de bakken inderdaad lekker uit het zicht stonden was de zijtuin niet charmant om te zien. Onkruid, een scheef gezakt plaatsje, en evengoed vuilnisbakken. En ineens wist ik het. Gras! Ik wilde gras! Mijn eigen gras onder mijn blote voeten. “Dat moet je ook goed onderhouden wil het mooi blijven hoor!” waarschuwde mijn schoonzus. Maar dat zag ik niet als een probleem. Een gezellige grasmat, leuk voor de hondjes om koel te liggen, visioenen van zwoele zomerse avonden languit op het gras met hier en daar een hond of kat. Ik zag het helemaal zitten. En dus kwamen twee beunen gras leggen en lieten mij tevreden achter met de nodige instructies. Ik heb me daar ruim twee maanden aan gehouden. Het gras groeide als kool. Ze lagen vast en het was een mooie groene oase. Tot ik ging spelen met mijn honden. Binnen de kortste keren zaten er twee grote kale plekken in het gras. Dit voorjaar was ik in de weer met snelstart en mest en ja hoor…..hele kleine groene puntjes kwamen boven de grond. De gaten vulden zich op en de honden werden verbannen van het gras. Maar ik zei het al. Ik heb geen geduld voor zaaien en opkweken. Veel te snel ging het gaas weer opzij en werd het gras royaal belopen. Dus uiteindelijk heb ik besloten dat ik géén gazon heb maar een doodgewone grasmat. Mét twee kale plekken. De rest van het gras groeit geweldig dus ik mag maaien!

Het rustig ratelen van mijn handmaaiertje, het geluid van vogels en het ruisen van de wind, de geur van vers gemaaid gras….zó relaxed! Het is even net alsof ik bij een afgelegen boerderijtje op mijn akkertje mijn akkertje bewerk. Een van de poezen hipt achter me langs en de honden liggen afwachtend naar me te kijken. Misschien komt het vrouwtje spelen!

Kep gaat steeds beter luisteren. Hij is nog steeds dommig en lomp maar wel een vreselijke lieve aandoenlijke hond. Toch maar geen tweede Jack Russel erbij. Ik heb maar twee handen en ballen gooien voor drie honden is nu al een hele toer. Ach…dat ouwe beest. Dertien wordt hij al. Ik hoop dat hij nog heel wat jaren mee zal gaan. Moet kunnen. Ze worden soms wel negentien. Dat gat in die heg moet dicht gemaakt. Kinderen er uit, Kep er in. Als die er elke keer vandoor gaat heb ik dadelijk bonje met de buren. En het is dat het ‘kattenhotel’ tegen het hek aan staat anders viel het om. Daar moet ik toch ook eens iets aan gaan doen. Weinig katten in het hotel geloof ik. Als het regent of sneeuwt, komen ze toch lieven thuis. Misschien dat het egelpaar dat we vorig jaar zagen er nog onder zit maar eigenlijk is het verder overbodig. Leuke klus voor de vakantie. Eerst donderdag maar eens afwachten. Zou ik helemaal kaal moeten? Nee toch? Nee…. Op `t lijstje zetten. Niet vergeten de verzekering te vragen hoe dat zit met eventuele thuiszorg. Zo! Dat is weer gedaan. Wat ruikt dat toch lekker.
Ik zet mijn grasmaaier in de schuur en ga eerst eens koffie zetten. Met een kop koffie in de hand kijk ik tevreden naar mijn pas gemaaide grasmat, waar precies in het midden een verse hondendrol ligt. Niks languit in het gras liggen. Geen blote voeten op het koele gras. Voortaan de klompen aan. Ach….wat kan mij het ook schelen. ;-))
12 mei 2010 door LoesJaren geleden maakte ik voor het eerst kennis met ‘de sauna’. Tot dan toe een volkomen onbekend fenomeen waar ik altijd een beetje wars van was. “Ik ga me daar een beetje in m`n blote kont rondlopen! Kom nou!” Ik achtte mijn achterwerk, noch andere delen van mijn lijf, mooi genoeg om publiekelijk te tonen. En het idee alleen al om in mijn poedele nakie rond te lopen tussen diverse andere heel erg blote mensen, bracht het schaamrood op mijn kaken.
Inmiddels weet ik beter. Mooie lijven zijn in de minderheid en met mijn vetrollen valt het, vergeleken bij enkele rijk bedeelden zeker, erg mee. Bovendien gaat het daar niet om. Het gaat om het ultieme relaxen. En het is gebleken dat ik het luieren, hangen, badderen, stomen en nog veel meer luieren heel goed aan kan. Wat een luxe!

Ik zit normaal gesproken bijna nooit. Er valt altijd wel wat te doen. Variërend van in de tuin werken, met de honden wandelen, huishouden of gewoon werken bij de baas. Effe bellen, smssen, mailen, snel een kaartje sturen, kattenkots ruimen, stofzuigen….ga zo maar door. Never a dull moment! Maar stil zitten en niks doen….het komt weinig voor. Maar in zo`n sauna…. Ah! Je sleept je bevallig bloot van de ene ligstoel naar het andere strandbed. Van bubbelbad naar stoomcabine en via de neveltuin (Koud!! Even doorzetten.) naar het kruiden- of zoutbad. Sommige diehards zie ik een ijskoud dompelbad nemen of letterlijk een emmer ijskoud water over zich heen trekken. Het zal best héél erg goed zijn voor de bloedsomloop en zo, maar dat laat ik toch liever aan me voorbij gaan. Ik kom om te genieten en niet om mezelf te pesten hoor!
Zo nu en dan zie je tussen de sauna bezoekers een man of vrouw alleen. Of ik dat nu wat zou vinden weet ik niet. Tot nu toe ben ik naar volle tevredenheid samen met mijn vriendin gegaan. En twee keer hadden we gezelschap ven een vriendin van haar. Die kan je er best bij hebben. Ze zeurt niet, klaagt niet en behalve een lekker plekkie in de zon is ze niet veeleisend. Ze mocht dus weer mee.

Dit keer was het een thuiswedstrijd voor mij. Normaal gesproken gaan we naar een sauna in de buurt van mijn vriendin, maar nu hoefde ik niet ver te rijden. Als ik precies op de afgesproken tijd aankom bij de sauna staan de badgasten al te trappelen voor deur. Ze moeten een uur rijden en zijn er eerder dan ik. Onuitstaanbaar! Als het aan die meiden had gelegen dan lagen we die ochtend om tien uur al te water maar ja…Loes moest nog even werken voor die tijd. We zijn er aan toe! Binnen de kortste keren zitten we de luwte van de strak gesnoeide hagen van de mooie saunatuin achter de koffie te genieten in een warme bundel zonnestalen. Het grote luieren is begonnen! En ondertussen maar kleppen.

“Jij gaat best wel vaak naar de sauna he?”
“Ja, met het gezin. En met mijn vriendinnen. Nou, ja, en met jullie”
“…Ah…."
“Hoe is het nu met jouw aneurysma?”
“Goed! Het zit er nog.”
“Zouden ze die koffiebonen nog moeten plukken of zo?”
We hebben het over ditjes en datjes. Over vrouwendingetjes, (“Moet ik nou mijn haar verven of niet?”) , kinderen (puberende peuters en nog peuterige pubers), ouder worden (“Ja., je kan beter je haar verven.”) en we lachen heel wat af. Tussendoor eten en drinken we wat in het luxe restaurant. Salade en sauna-sapje want we zijn gezond bezig. En dan op `t gemak verder. ‘Nog een rondje.’ De middag kabbelt door in de avond en we gaan relaxed naar huis.

Inmiddels zijn we al weer een week of vijf verder. Ondertussen heb ik mijn tanden laten vullen. Gesleten van het onbewust nachtelijk tandenknarsen. Ik heb zooltjes laten aanmeten om een Hallux Valgus in toom te houden. En dan ook maar mijn haar laten bijkleuren…. Je doet wat om er appetijtelijk uit te blijven zien als de jaren hun tol gaan eisen!
Na het inleveren van zijn eerste opdracht en een intake gesprek is Sam aangenomen voor de opleiding fotograaf in Ede. En hij is drie dagen met zijn huidige school naar Parijs geweest. Daar stond mama met knikkende knieën en half slapend om half drie `s nachts bij het schoolhek: “Dag kind! Veel plezier!Pas goed op jezelf! Verder is mijn moeder aan staar geopereerd, hebben we moederdag gevierd en het perkplanten seizoen is begonnen. Extra uurtjes werken deze maand dus.

En last but not least: ik ben naar het UMC geweest. Na een prettig gesprek met de neuroloog op donderdag kon ik vrijdag op een idioot vroeg tijdstip onder de scan. Zes uur naast bed, kwart over zeven de deur uit, acht uur onder de scan, negen uur weer thuis. Pfff.. Donderdag twintig mei krijg ik te horen of het aneurysma in mijn hoofd afgesloten kan worden middels een ‘proppenschieter’ via mijn lies of dat er toch een luikje in mijn hoofd moet worden gemaakt en dat er een klemmetje geplaatst moet worden. In dat laatste geval lig ik zes dagen in het ziekenhuis en ben ik zes weken uit de running. Daar zit ik dus niet echt op te wachten. Maar gelukkig geeft de neuroloog zestig tot zeventig procent kans op de meer eenvoudige behandeling. Daar hoop ik dan maar op!

Je maakt wat mee in zo`n maandje….misschien binnenkort weer een saunaatje?


www.elysium.nl
www.saunasoesterberg.nl
http://www.tandartsplein.nl/dossiers/aandoeningen/tandenknarsen-of-bru
http://www.patientenbelangen.nl/alles_over_orthopedie/enkel-voet
http://www.aneurysma.nl/coiling.php
http://www.neurochirurgie-zwolle.nl/ANY_aneurysma.html



5 februari 2010 door Loes“En dan is er bij toeval op de scan ontdekt dat er een verwijding in de aderen in uw brein zit.”
Ik kijk de specialist vol verbazing aan en ik heb het idee dat ik van kleur verschiet. “Mijn god wat nou weer!”denk ik en dat leest zij kennelijk van mijn gezicht af. “Niet schrikken.” Zegt ze. Maar natuurlijk schrik ik!

Ik zit bij de KNO specialist omdat mijn rechter oor het niet goed doet. Het hoort niet goed, het voert vuil niet af zoals het hoort en bij het minste geringste is het ontstoken. Het trommelvlies is ooit stuk gegaan en groeit nu naar binnen. Niet zo`n drama, blijkt. Bijna een jaar geleden ben ik naar het ziekenhuis geweest voor een scan en toen leek het er op dat een operatie snel nodig was. Nu blijkt, na het maken van een MRI scan dat het allemaal mee valt. Maar zo`n scan laat meer zien natuurlijk. En een oplettend scan bekijker heeft nu gezien dat er een aneurysma in mijn hersenen zit. De KNO specialist wil of kan me er niet al te veel over zegen. Het is niet haar vakgebied en waarschijnlijk kan of mag zij haar collega niet voor de voeten lopen. Ik wordt doorgestuurd naar een neuroloog en kan daar 19 februari terecht. Ik vind het ver weg, maar misschien is dat een goed teken. Was het ernstig geweest hadden ze me waarschijnlijk wel gehouden daar. Toch? De, overigens alleraardigste, specialist raad me af om op internet te aan kijken naar wat een aneurysma in de hersenen betekend. Ze heeft gelijk natuurlijk. Dat internet geeft heel veel informatie maar tegelijkertijd kan het je gek maken van onzekerheid en angst. Ik kijk natuurlijk toch. En wat ik lees is niet leuk en op z`n minst verontrustend. “Maar ja", zegt mijn vader, “misschien is het wel iets waar je wel tweeëntachtig mee kan worden! Je weet het niet.“ “Ik word hier niet blij van!” zegt mijn moeder. En Sam heeft acuut geen honger meer als ik hem (deels) vertel over het rare ding in zijn moeders hoofd. Mijn vriendin regelt per direct dat zij met me mee kan naar de neuroloog. En dat is wel heel fijn. Want alleen is dan ook maar alleen. Bij de laatste scan had ik het achteraf ook wel prettig gevonden als er iemand op had zitten wachten waar ik gelijk mijn verhaal aan kwijt kon. Slaat nergens op, om iemand van minstens vijftig kilometer ver te laten komen om een half uur in z`n eentje te laten zitten, in een ongezellige wachtkamer terwijl ik doodstil lig te wezen in een apparaat wat pestherrie maakt om daarna ‘Het viel mee, bedankt en tot ziens’ te zeggen en ieder zijns weegs te gaan. Maar toch…alleen is ook maar alleen. Dus mijn vriendin komt over twee weken een nachtje logeren en gaat met me mee.

Ondertussen is Sam tot de ontdekking gekomen dat de sector Zorg & Welzijn toch niet helemaal zijn ding is. “Mam, ik ga écht niet de rest van mijn leven ouwe billen wassen hoor!” Het voorzichtig verbreden van zijn zorg en welzijn horizon heeft tot niets geleid. Er is geen onderdeel van deze sector die hem aanspreekt. Wat dan wel wist hij ook niet. Iets creatiefs. Maar geen mode. Geen ontwerper. Nee….ook geen ‘interior designer’ of etaleur. Artiest? “Owwwww neeeee!” Maar wat dan wel? De open dagen komen, de keus moet gemaakt. Zestien jaar en het dan al moeten weten….wie heeft dat toch verzonnen? Als die kinderen rond de veertien zijn moeten ze zeggen welke richting ze in willen en als ze zestien zijn moeten ze bedenken wat ze de rest van hun leven gaan doen. En als ze, zoals Sam, verkeerd gekozen hebben zitten ze min of meer vast want er zijn geen of erg weinig opleidingen die aansluiten bij de destijds gemaakte keuze. Was Sam bij de Zorg & Welzijn sector gebleven dan waren er opleidingen te over. Oók in Brabant, waar ik van plan was heen te gaan. Nu blijkt dat er maar één opleiding fotograaf is die mogelijk aansluit. En die is in Gelderland. Ruim honderd kilometer van België vandaan. Of we dan wel moeten verhuizen...... Ach, het kan nog zijn dat opa en oma moeten gaan verhuizen en dan is dichterbij België wonen geen noodzaak. In elk geval gaan we vandaag bij een school in Eindhoven kijken waar misschien ook wat mogelijke alternatieven worden geboden. En dan...er zijn nog niet veel liefhebbers voor mijn huis. Op internet is het al ruim vierduizend keer bekeken maar nog niet één gegadigde heeft zich gemeld. Geen goede tijd voor natuurlijk, maar wat niet is kan nog komen. Misschien duurt het nog wel twee jaar voor het verkocht is en dan is net die ene fotograaf opleiding af en moet er een vervolg keuzen gemaakt worden. Wie weet hoe het er dan allemaal weer uit ziet.

Misschien moet een mens niet alles willen plannen en regelen en meer de dingen over zich heen laten komen en afwachten wat het lot brengt. geeft in elk geval rust in je hoofd en minder frictie met wat je eigenlijk zou willen. 'Go with the flow' zeg maar. IK ben er niet zo goed in maar al doende leert men waarschijnlijk.
Zoals ik al zei: het zekerst is het onzekere.
28 december 2009 door LoesAls mijn vriendin vraagt “Hoe is het met je?” zeg ik “Goed.” Gister, tweede kerstdag, was Gijs`verjaardag. Vier december is hij begraven. Dertig november is hij overleden. Half september horen we dat hij erg ziek is. De hele periode is herhaald. Wat een rot maanden! Vooral om tegen aan te kijken. Eind augustus werd ik al onrustig. Het liefst ging ik mijn bed in om er pas half januari uit te komen. Gewoon doorgaan. Op de dagen zelf ging het best. Ik heb gewerkt, de zinnen verzet, bezig gebleven. Gewoon door gegaan. De dochters van Gijs hebben het nergens over. Niet over hun eigen gevoelens in deze periode, ook niet als ik er naar vraag, en niet over hoe het is voor mij. Een andere ‘vriendin’ vraagt het hele jaar nergens naar en dan ineens of ik al weer via internet ‘naar iets leuks’ op zoek ben? En zo vallen sommige mensen je erg tegen. Ik had juist van haar meer verwacht. Gewoon doorgaan maar weer.

Gelukkig is er een handje vol waardevolle personen die met me meeleven en die het echt begrijpen. Ik krijg een bloemetje op Gijs` sterfdag van zijn collega`s. Mijn ouders bellen regelmatig even. Mijn vriendin uit Luxemburg stuurt een kaartje. Mijn andere vriendin laat vraagt regelmatig hoe het met me is. Gijs`zus en zwager komen even op bezoek en zijn beste vriend belt even. Ik lijk wel jarig! Feestelijk voelt het niet. Wel hartverwarmend.

De vier seizoenen zijn voorbij. Alle ‘eerste keren zonder’ heb ik nu gehad. Lang niet altijd even makkelijk. Ik mis de ruggespraak, de lol, de glaasjes wijn samen s`avonds laat op de bank, de plagerijtjes, de wandelingen met de honden samen, de gezelligheid….het samen.
Zo nu en dan kijk ik naar foto`s, zucht maar weer eens wat. En dan toch maar weer gewoon doorgaan. En hoewel het soms tegenvalt en ik de dingen graag anders zou zien, gaat het toch best goed.

Ondertussen zijn we al aardig richting het eind van dit jaar aan het gaan. Nog vier dagen om precies te zijn. Ik heb de afgelopen periode behoorlijk meer gewerkt. Niet dat het zo druk was, maar daar reken je wel op natuurlijk. Helaas kwam door het slechte weer een kink in de kabel. Nogal vervelend. Niet alleen en in de laatste plaats omdat de omzet voor mijn werkgever erg tegen valt, maar ook omdat het helemaal niet lekker werkt. Dat gehang en sleuren de hele dag is maar niks. Als je de hele dag hard moet rennen en amper de tijd hebt voor een kop koffie, dan heb je aan het eind van die periode tenminste het gevoel dat je ergens voor bezig geweest bent. Moe ben je evengoed, dat dan weer wel. Ik heb de afgelopen drie dagen natuurlijk niet hoeven werken en ben morgen ook nog vrij. Dan nog drie hele dagen werken en dan hebben we het weer gehad.

Eerste kerstdag ben ik bij mijn vader en moeder geweest. Omdat we niet helemaal zeker waren van het weer zijn we er maar blijven slapen. Dat was wel een invasie - twee personen en drie honden - maar ook wel erg gezellig. Tweede kerstdag was ik het grootste deel van de dag alleen. Sam was aan het werk en ik heb de hele dag wat `achterstallig huishoudelijk werk` verricht in huis. Dat was er hier en daar wel wat bij in geschoten de afgelopen weken! S `avonds kwam Dewi met haar vriend eten dus daar had ik ook wel wat werk aan.
Vandaag ben ik met Sam naar Madame Tussauds geweest in Amsterdam. Weken terug had ik via internet kaartjes gekocht en het kwam er maar niet van. Aangezien ze tot 31 december geldig zijn en die dag al aardig in de buurt komt moest het er vandaag maar van komen! Gezellig met mijn grote zoon op stap.
Het was erg leuk om weer eens te zien en er waren heel wat andere figuren dan een jaar of 9 geleden, toen we daar met oma waren. Helaas was het geen lekker weer. Koud en nat. Maar gezellig was het wel. Met de trein heen en na lekker eten bij een Steak House weer terug.
Al met al drie gezellige dagen.

Morgen ga ik naar de kapper en wat boodschappen doen voor de jaarwisseling. Mijn vriendin uit Luxemburg komt met haar man deze kant uit om oud en nieuw te vieren. Ik moet wel de hele dag werken maar de sleutel leg ik wel ergens onder een bloempot. Zo als het er naar uit ziet ben ik van de oliebollen en zij van het eten! Ik denk dat ik dat aan kan ;-)

En dan rollen we weer een nieuw jaar in. Mijn huis staat te koop. Nu zijn er nog geen enthousiastelingen die het willen hebben maar er komt vast iemand die nou net dát huis zoekt. Zodat ik naar een andere stek kan gaan kijken. Sam is druk met het verzinnen wat hij wil doen als hij zijn diploma heeft. Valt niet mee hoor als je net zestien bent geworden en aan het uitgaan en brommer rijden hebt geroken! Als alles volgens plan verloopt, kunnen we in de zomervakantie verhuizen en kan Sam in september op een nieuwe school beginnen.
Maar wie weet wat, en hoe er iets op ons pad komt
En ondertussen: gewoon doorgaan!


Een gelukkig nieuwjaar allemaal!

p.s.
Het boek is verstuurd naar Ina.
Het wordt 'Oma Loes'! (Zal je zien dat Dewi haar kindje zelf iets anders verzint)
20 november 2009 door loesIn een vorige weblog vertelde ik dat er een baby op komst is. Gijs' oudste is zwanger. De zwangerschap verloopt voorspoedig en inmiddels weten we ook dat 'het' een meisje zal zijn!
Ineens betrap ik mezelf er op dat ik baby kleertjes toch wel erg schattig vind... En ik kijk heel anders de kinderwagens van de klanten in. Met zo`n hummeltje krijg ik dus medio maart 2010 te maken! het is even wennen, maar toch ook wel leuk.

Laatst had ik het er met Iris over. Het kindje zal straks drie oma`s hebben! Twee echte en een stiefoma....
Maar hoe moet zij mij nu gaan noemen? 'Oma' vind ik dan weer niet helemaal kloppen. Dat ben ik tenslotte niet écht.
En gewoon Loes vind ik eerlijk gezegd niet leuk.
En nou weet ik toch helemaal niks leuks, passends of origineels te verzinnen!

Dus ik vraag het jullie en maak er een wedstrijd van.
Wie de leukste naam verzint stuur ik een exemplaar van mijn boek
'Loes - Scheiden en opnieuw beginnen'
27 oktober 2009 door LoesDat ik wil verhuizen is niet echt iets nieuws. De stad hier heeft me nooit helemaal kunnen bekoren. Dat wil zeggen. Leuk om te statten en de diverse leuke winkels te bekijken. Net als elke andere stad maar ook nog best een vriendelijke winkelstraat. Maar verder…..
Het is niet mijn plek. De mentaliteit, ongeïnteresseerd en hard, vaak onvriendelijk en veel, heel veel ‘medelanders’.

Destijds dacht ik het wel te kunnen, het wonen in een stad. Maar na de terreur van een paar plaatselijke boefjes te hebben doorstaan, de 'slechte vrienden' van kennissen van een van de meiden weggejaagd te hebben en een aanklacht van kindermishandeling hebben weerlegt, is het toch nooit wat geworden. Ik woonde in een klein dorpje onder de rook van Tilburg. Een gemoedelijk, voor sommigen waarschijnlijk doodsaai dorpje.
De eerst volgende grote plaats voor winkels die het dorp niet had én stad was onder bus of auto bereik en verder speelde het leven zich in en om het dorp af.
Mijn ouders woonden in hetzelfde dorp en Sam werd door hen twee keer per week opgehaald bij de buitenschoolse opvang en eens per week aten we daar gezamenlijk. Als er wat was stonden we zo bij elkaar op de stoep en als er even wat te kletsen was kon dat ‘live’.
En toen werd ik verliefd…. De rest is bekend.

Nu Gijs er niet meer is en de meiden elk hun eigen kant uit gaan zijn Sam en ik weer als vanouds samen. Het alleen zijn beukt soms op me in als een hamer op een aambeeld. Alleen in een stad waar ik niet wil zijn. Met mensen om me heen waar ik (nog steeds) niets mee heb. In een omgeving die me geen harmonie geeft. Ik wil hier weg. Ik wil (nog steeds) verhuizen.
Maar hoe vertel ik het mijn zoon.

Destijds was het voor hem één groot positief avontuur. Hij wilde wel graag dat opa en oma mee zouden verhuizen. En zou zijn vriendjes daar wel gaan missen. Maar het samen wonen met een vader en drie zussen was voor hem fantastisch! Hij werd gepest, moest zoeken naar en plek in de buurt en wende snel aan de stadse drukte. Nu is het pesten verleden tijd, heeft hij een behoorlijke kennissenkring en weet hij de weg. Bijna zestien en toe aan ‘het uitgaansleven’. Veel van zijn bekenden zijn vrienden van de dochters van Gijs en gezichten uit de stad. En nu met zijn baan bij de Mac is die kring uitgebreid met collega`s. Klasgenoten zijn niet echt zijn vrienden maar horen ook bij de bekende gezichten van de stad. En nu wil ik verhuizen.

Hij was niet blij met mijn mededeling. “Kunnen opa en oma dan niet naar hier komen? Ja, ik snap het wel, en ik snap jou wel, maar ik wil hier helemaal niet weg! Er zit niets positiefs aan voor mij!”
En het kind heeft, zeker van zijn kant af gezien, natuurlijk helemaal gelijk! Al moet hij straks tóch van school wisselen als hij zijn diploma op deze school heeft, de bekende gezichten en de weg weten in de stad blijft dan. Als je gaat verhuizen is álles anders. Wat levert het hem op?

Mijn buurman vertelde dat er wel eens gedeald wordt in onze straat. Daar wil ik helemaal niet in de buurt zitten. De stadse mentaliteit is lang niet altijd even gezellig. En met respect en zonder te generaliseren, maar de mentaliteit en cultuur van de ‘medelanders’ is zó anders..... Levert toch redelijk vaak conflicten en/of misverstanden op. Ik wil hem wel iets anders meegeven. De jeugd in Noord Brabant gaat óók uit. Hij leert de weg daar ook weer kennen. Een nieuwe school levert ook weer nieuwe vrienden op. Hier in de wijk heeft hij geen contacten. Hij legt wel makkelijk contact. Ook daar is een Mac. Maar daar werkt natuurlijk zijn stiefzus en haar vriendje niet. Maar stiefzus is zwanger en zal daar evengoed weg gaan. Zij en haar vriend gaan vadertje en moedertje spelen en hebben verder een druk met vrienden en werk volgepland leven. Sam heeft geen echte vaste vriend of vriendin. Maar dat is zoals ik er tegen aan kijk en natuurlijk is dat een wereld van verschil….. Voor hem betekenen al die soms wat vage kennissen nu alles.

En dan…dan zit ik alleen in een nieuw vreemd dorp. Daar ergens alleen op een plek die bij me past, of hier alleen op een plek die me niet ligt. Dat is de keus. Zoals het vroeger was wordt het ook niet meer natuurlijk. Mijn ouders zijn verhuisd naar België, vlak over de grens. De kans is groot dat ze daar blijven. Oude bomen moet je niet verpoten, om het maar even oneerbiedig te zeggen. Maar ik kan me voorstellen dat ze daar ook niet op zitten te wachten. Maar het zou wel erg fijn zijn, voor hen en voor mij, om dichter bij elkaar te zitten. Heel naïef heb ik me toen niet gerealiseerd dat óók mijn ouders ouder worden en dat ik er dan wil zijn om hen indien nodig een beetje bij te staan. En als je altijd dicht bij elkaar gezeten hebt valt het niet mee anderhalfuur te moeten rijden als je elkaar wil zien. En dat wordt een steeds grotere opgave voor hen. Sam snapt het wel. Maar toch….hij wil het niet.
“Je weet wat je hebt en niet wat je krijgt”?

Drie jaar geleden hebben we ook op het punt gestaan te verhuizen. De kosten, onze banen, de prijzen van de huizen, en vooral de kinderen. Allemaal redenen om het niet te doen. Mijn baan, hoe vreselijk leuk ik het ook heb, kan ook zomaar ophouden te bestaan. Als de gemeente de plannen doordrukt, is er voor mij ook geen plaats meer daar. Dat kan over een half jaar zijn, of over vijf jaar. Een en al onduidelijkheid.

Ondanks dat de stad het niet zou worden voor mij besloten we te blijven. Toen Gijs ziek werd en het toch wel duidelijk werd dat hij snel zou komen te overlijden hebben we het nog besproken. Wat zou ik doen? Ik besloot te blijven. Voor zijn kinderen vooral. Die hadden een depressieve, op zijn minst een labiele moeder. Die kon ik niet zo maar in de steek laten?! Ook dat ging allemaal anders. Ze hebben mij niet nodig die meiden. Niet als zorgende. Niet als steun. Niet eens al leuk en gezellig. Gaan hun eigen weg. En op één na, die mij wel enigszins op de hoogte houd, delen zij niets meer met mij. Hun moeder kan het weer aan. Zij heeft aangegeven mijn hulp ook niet meer nodig te hebben.
Dus Sam is de enige waar ik rekening mee moet houden. En mezelf…

Het lijkt wel, welke beslissing ik ook neem, er wordt iemand gedupeerd. Ik wring me al een paar jaar in bochten door rekening te houden met anderen en me aan te passen aan anderen. Ik geloof niet dat ik dat nog wil. Niet in die mate in elk geval.
Naast de emotionele redenen om te gaan verhuizen zijn er ook wat meer praktische en financiële reden die het juist nu een goed moment maken om het te doen. Als ik wacht tot Sam ouder is en misschien op zichzelf gaat, ga ik natuurlijk niet meer weg hier. Dan wil ik wel bij hem ik de buurt zijn. De huizenprijzen zijn nu wel gunstig om te kopen voor mij. Als je een paar jaar verder bent ziet dat er waarschijnlijk weer heel anders uit. En dan schiet ik ook mijn doel voorbij om iets meer voor mijn ouders te kunnen doen.

Dus ik wil een andere koers kiezen, met het beste voor Sam en mij. Maar hoe doe je dat? Hoe maak ik het leuker voor hem? Hij weet het nét één dag. Nog niet echt de kans gehad om het te laten zaken. De manier waarop ik het vertelde was niet zoals ik had bedacht. Te snel en te weinig tijd voor. Gisteren waren we laat thuis. Heel leuk samen naar het concert van Lilly Allen geweest in de Heineken Music Hal in Amsterdam. Laat thuis. Jammer dat hij zich al niet zo lekker voelde. Hij werd ziek en ging vandaag niet naar school en ik had met een makelaar afgesproken. Die kon ik niet meer afzeggen. Dus even snel vertelt. Later natuurlijk uitgebreid over gehad. Heel volwassen opmerkingen maakt die jongen en tegelijk zie ik een klein kereltje voor me. Dan denk ik: “Ja…..dat is ook zo, voor jou, nu, op dit moment. Je zult het nooit zien zoals ik het zie. Je bent toch maar vijftien, bijna zestien. Een jochie. Hoe maak ik het voor jou nou leuk……”

En tegelijk vraag ik me af hoe anderen dat doen. Er zijn toch wel meer mensen die verhuizen met hun puber? Om welke reden dan ook Is er niemand die er ervaring mee heeft en die daar iets over kan zeggen?.
Zijn mentor is met twee pubers naar Zweden vertrokken. Dat is nog eens verhuizen. Ik had vroeger een vriendin, en Engelse, die met haar man en twee kinderen al in de verschillende uithoeken van de wereld had gezeten. Tot Saoedi-Arabië aan toe! Het leken me geen gestreste kinderen…
Ik ben zelf verhuisd als puber. Woest was ik dat we vertrokken naar een gat en dat mijn beste vriendin en mijn vriendje achterbleven. Maar vanaf dag één had ik het dik naar mijn zin op inze nieuwe stek. Vriendje en vriendinnetje kwamen regelmatig logeren. Ik had binnen de kortste keren ene baan (dankzij mijn moeders bemiddeling maar toch). Niks aan de hand.

Het duurt nog wel even. De voorgenomen verhuizing. Hij heeft nog tijd om te wennen. Er naar toe te leven. Misschien gewoon eens die kant uit gaan en laten zien dat niet in elke stad in Noord Brabant alleen maar ‘suffe boeren met een raar taaltje’ wonen. Eens door leuke dorpjes rijden om het beeld ‘van saai gat’ wat weg te nemen. Hem betrekken bij de verschillende stappen. Samen kijken naar welke opleiding hij dan wil gaan doen. Dat moet toch want hij heeft nog géén idee. En waar die opleiding dan gevolgd kan worden. Misschien is dat wel een waanzinnig leuke school en raakt hij dolenthousiast. Misschien loopt hij wel iemand tegen het lijf tegen die tijd, die hem wel enthousiast kan krijgen voor gitaarles. Het is mij niet meer gelukt maar je weet het nooit. Geeft ook weer aansluiting. Het zou ook wel eens heel erg mee kunnen vallen natuurlijk.

En zo is het een chaos in mijn hoofd en dit een heel chaotische column.




17 september 2009 door LoesIk hoorde een jaar of zeven voor het eerst over haar. Toen een vijftien jarige puber met spikes om haar nek en kort punkachtig haar. Een goed jaar later, de spikes waren ‘uit’ en het haar was aan het groeien, ontmoette ik haar voor het eerst. Samen met haar twee zussen zat ze voor het grote kamerraam opgerold op de bank nieuwsgierig te kijken naar die vreemde mevrouw en dat kleine ventje die bij haar vader op bezoek kwamen.
Toen zij zeventien was zag ik haar regelmatiger. Elke week van woensdag tot en met zaterdag was zij mijn ‘stiefkind’. Het was meestal zondag als zij weer naar haar moeder ging. Ze sliep zo lekker na het uitgaan. Of ze hing zo lekker op de bank. Of nog even kletsen. Uitstellen…Niet lang daarna werd zij een permanent inwonend stiefkind. Zeven dagen per week woonde ik met haar onder één dak. Zag de zeventien jarige ouder worden, met bijbehorende perikelen.

“The thing that wouldn`t leave” zei haar vader altijd. Met een smile van oor tot oor want eigenlijk was het wel heel gezellig om tot s `avonds laat met haar van gedachten te wisselen. Over van alles en nog wat en met een toenemende volwassenheid werden diverse onderwerpen aangesneden. “En nou weg wezen! Morgen vroeg weer op!” was de enige manier om het kind d`r bed in te krijgen. En om er voor te zorgen dat wij aan onze nachtrust kwamen. Later werd het “Doe jij de lichten uit en de deur op slot?”

“The thing” ging meer en meer uit. Het was geen uitzondering het spoor van de thuis gekomen aangeschoten puber s`morgens in de huiskamer aan te treffen. Deur los, hond buiten, schoenen op de mat, jas op de tafel, trui op de trap….Affijn, ze was thuis. School werd steeds minder interessant… Ze raakte in de knoop en kon het schoolwerk niet meer aan. Praten was als Brugman. Verstandig of niet, in overleg met ons, haar moeder en met school stopte zij met de opleiding en werd het vakantie/weekeinde baantje een vaste baan. Puber als zij was, was zij niet de makkelijkste medewerker. Laat komen, ziek melden, kont tegen de kribbe. En niet alleen op het werk. Ook thuis was ze het lang niet overal mee eens. Huisregels, structuur. Niet aan haar besteed. Ze hield zich er heel soms aan. Omdat wij het zeiden. En omdat ze het wel snapte waarom. Maar met overduidelijke tegenzin. Hakken in de klei. Ze wilde zelf uitmaken wat ze deed of niet deed. En ze deed veel niet.

Van vriendjes zagen we niets, maar ze waren er wel. Los vast. Soms te merken aan de totaal onbekende en bijzonder grote sneakers die op een ochtend in de schoenenmand lagen. Haar gedrag was soms twijfelachtig. Uitgaan, niet thuis komen, niks laten weten, de hele dag op bed liggen. Met als gevolg moe zijn, vatbaar voor griepjes, te lam om iets anders te ondernemen, slordig met de dingen die echt geregeld moesten. Heel andere gesprekken werden het met haar. Over haar, met haar. Ze vond het niet makkelijk, die confronterende gesprekken maar het was het altijd verhelderend om met haar te praten en bracht het ons dichter naar elkaar toe.

Haar drang naar ‘zelluf doen’ is groot en ze neemt het aanbod van haar moeder om daar het op zichzelf wonen te oefenen aan. We zijn bang dat ze spijt krijgt van de door moeder en dochter verzonnen constructie en waarschuwen haar. Dat heeft natuurlijk geen effect. Ze vertrekt uit ons huis en gaat ‘op kamers’. Het lijkt goed te gaan maar zo nu en dan, op de vaste avond als ze komt eten en wij weer ouderwets zitten te kletsen, laat zij doorschemeren dat het toch niet helemaal is wat ze had verwacht. Het ‘zelluf doen’ gaat haar goed af, maar hier en daar speelt haar slordigheid haar parten. En ‘bij je moeder op jezelf’ is toch niet ‘op je zelf.’ We maken ons zorgen en laten haar los. We zijn de back-up voor als zij het niet meer redt.

Het puberale gaat er af. Haar keuzes worden meer weloverwogen. Het baantje is niet langer van ondergeschikt belang maar zij werkt zich op tot manager met leiding gevende capaciteiten. Ze pakt dan eindelijk de studie op die ze al jaren geleden heeft willen doen.
Slordig blijft ze en ze heeft, zoals zijzelf zegt, last van ‘uitstelleritus’. Dat breekt haar nog eens op!

Ook na haar vaders overlijden hebben we nog steeds diepgaande gesprekken. Niet elke keer, maar als het zo komt, hebben we het over andere dingen. Over de opleiding, die ze niet heeft af gemaakt door alle perikelen, maar waar ze het volgend jaar opnieuw wil instromen. Over haar moeder, die zij omschrijft als ‘een moeilijk persoon’. Over haar zusjes, die zó anders zijn maar tóch haar zusjes. Over antroposofen, die, zo zegt zij, wel een soort sekte lijken te vormen. Over beslissingen nemen (Wat ze nog steeds niet kan. Vraag haar niet wat wil je op je brood want je bent zo een uur verder. Laat staan als het om belangrijke beslissingen gaat.) We hebben het over keuzes maken in het leven, omgangsvormen, ‘to do`s en not to do`s’. Hoe gek ze is op haar vriend. Dingen die er toe doen.
Ik zie een twee en twintig jarig meisje met heel volwassen kijk op zaken.

Ze blijft in eerste instantie elke maandag komen. Eet mee, kletst uren lang en wordt door mij de deur uit gezet. “En nou weg wezen! Morgen vroeg weer op!” De vaste dag verwaterd maar ze komt nog regelmatig. Druk, druk, druk heeft ze het. Uitstellen, vergeten. “O! ja..dat is waar ook….had ik nou verteld dat…?” Sommige dingen veranderen niet. Het is haar aard.
Maar als ze op vakantie gaat neemt ze voor iedereen iets leuks mee en denkt ze ook aan Sam en mij.

Inmiddels heeft ze een andere kamer. Een echte kamer helemaal van haar zelf. Zonder ouderlijk toezicht, zonder bemoeienis van een volwassene. En een vast vriendje. En nu woont ze praktisch bij haar vriendje. En zijn moeder… Zonde van haar kamer, zonde van haar geld. Weet ze wel. Is ook zo. Maar ze wil het zo. Dan moet ze het zo doen.

Dan blijft ze ineens erg lang weg. Op smsjes wordt vaag gereageerd. Doordat Sam bij het zelfde bedrijf werkt hoor ik nog wel eens wat. Ze is ziek. Langdurig ziek. Kwakkelig. Haar vriend heeft haar aangeraden maar eens naar de dokter te gaan. “Wijs vriendje heb je!” sms ik haar. “Het zal toch niet…..” denk ik bij mezelf.

Dan ineens belt ze. Of ik thuis ben dan kan ze die papieren voor de notaris eindelijk ondertekenen en naar het gemeentehuis. Ik ben er, en allang blij dat dit nu eens afgehandeld kan worden. Zo komt natuurlijk later dan gepland. We hebben het over koetjes en kalfjes. Ik vraag hoe het nu met haar is en zij zegt “goehoehoed!”De brief wordt tevoorschijn gehaald, ze moet zo weg naar het gemeentehuis. Ik sta aan het aanrecht nog na te denken over haar langgerekte ‘goed’ als zij ineens met een blij gezicht zegt:
“Ik moet je wat vertellen!”

Er schiet van alles door me heen. Samenwonen, baan opgezegd ander werk gevonden, auto gekocht.........
“Zeg het zelf maar.” zeg ik.
“Ik ben zwanger!”

Na een emotionele eerste reactie is ze bijna te laat bij het gemeentehuis en wéér stuur ik haar het huis uit. Maar na het regelen bij het gemeentehuis komt ze terug en verteld ze me uitgebreid over haar zwangerschap. Op dat moment is zij twee-en-een-halve maand in verwachting. Ik hoor bij de ‘happy few’ waar zij het graag wil vertellen. Nee…..het is niet echt gepland maar na de eerste schrik en de positieve reactie van haar vriend is zij er blij mee. Ja, ze is jong en het had nu nog niet gehoeven, maar nu het zo is… Ze gaan samenwonen. Van de opleiding komt nu niets meer terecht maar misschien later een thuisstudie. En liefst na de bevalling een andere, parttime baan. Ze rookt niet meer, neemt geen wijntje meer en eet nog steeds gezond.

Ik ben beduusd, bezorgd en verwonderd. Zij neemt het nogal ingrijpende resultaat van haar slordigheid met verrassende volwassenheid op en lijkt één en ander heel goed doordacht te hebben. Bezorgd ben ik evengoed. ‘Ouder dingetje’ denk ik. En beduusd ben ik, omdat sinds Sam en ik weer samen zijn, mijn stiefkinderen toch minder stiefkinderen zijn. Er op de een of andere manier een afstand leek te zijn gekomen. Nu Gijs `oudste moeder gaat worden blijkt dat tóch niet helemaal waar te zijn……
Moeder ben je voor je hele leven. Stiefmoeder ook, zo lijkt het, op de een of andere manier.
En nu word ik ‘stiefoma’, of zoiets…..

17 augustus 2009 door LoesIk heb net mijn vriendin aan de telefoon en vertel van mijn afgelopen week. Er is zoveel bij te praten dat ik het gevoel krijg al weer wéken aan het werk te zijn, maar niets is minder waar. Ik heb net één week gewerkt en ik zit er weer helemaal in! Niet dat dat erg is. Ik vind nog steeds dat ik een hele leuke baan heb met leuke collega`s en een onderling hele goede sfeer. Ik heb dus geen hekel aan mijn werk. Maar die vakantie hád wel wat hoor… Geen horloge en (bijna) geen wekker. Geen haast en geen moeten. `s Morgens wakker worden en denken: ‘Wat zal ik eens gaan doen vandaag?’ En dat in de wetenschap dat je salaris gewoon door betaald wordt.

Alles wat ik me voorgenomen had te doen heb ik ook gedaan. Op mijn gemak en helemaal ontspannen. Ik ben nu écht helemaal klaar met verven. De tuin is grondig onder handen genomen en de Klussenier is langs geweest om een offerte te maken voor een stukje te bestraten. Sam zijn dakraam kan eindelijk weer dicht. Dat scheelt een hoop gedoe met badlakens en vuilniszakken als het gaat regenen! Het was super gezellig mijn moeder een paar dagen te logeren te hebben en voor ons was het weer ouderwets genieten van het Luxemburgse landschap in de tuin van mijn vriendin.
En dan dat weer! Ik heb echt drie weken zon gehad. De tuindeur open, lekker buiten eten, vrolijke zomer geluiden die vanuit de tuin de kamer in komen. Wat een genot, wat een luxe. Ik kan het aan, dat geluier. Geen enkel probleem.

Het went zo snel dat ik de nacht voorafgaand aan de eerste dag dat ik weer moest gaan werken amper heb geslapen uit angst me te verslapen en mijn plicht te verzaken! Zeker vijf keer werd ik wakker. Natuurlijk moet je dan nodig naar de wc. Geen zin. Omdraaien. Andere zij. Moet nog steeds naar de wc. Zuchtend eruit. Een blik op de wekker verteld me dat het pas twee uur `s nachts is. Getteget! Terug in bed val ik toch weer redelijk snel in slaap. Maar een paar uur later herhaalt het ritueel zich en dat dus nog een keer of drie. Mijn eerste werkdag begon ik dus niet echt uitgerust. De tweede en de derde ook niet trouwens. Mijn systeem moest weer helemaal omschakelen. Maar nu, een werkweek later, ben ik weer helemaal gewend. Ik heb het normale ritme weer te pakken. De was draait weer op de vaste goedkopestroom tijden, de boodschappen worden weer gewoon op donderdagmiddag in huis gehaald en alléén op dinsdag en woensdag eten we makkelijk omdat ik die dagen de hele dag werk. Verder wordt er gezond gekookt! Tenzij ik écht geen zin heb…. ;-)

Nog twee weken en dan zal Sam er ook aan moeten geloven en komt er een eind aan zijn vakantie. Op naar het eindexamen! Ik heb zo het idee dat hij zijn leventje zoals het nu is ook wel prettig vind. Het drie dagen werken bij Mac Donalds, afgewisseld met vier dagen niets doen en een beetje samen vakantie vieren bevalt hem goed! Hij kent de meeste mensen bij ‘de Mac’ al. Hij was er in de eerste plaats altijd al een goede klant. En daarnaast werken twee van Gijs`dochters daar al een aantal jaren wat aansluiting bij het team ook wat makkelijke maakt. Van zijn eerste maandsalaris heeft hij een super ‘vette’ luxe telefoon gekocht. Dat wordt afzien straks als ‘arme scholier’. In elk geval heeft Sam wel de smaak van het geld verdienen te pakken. Hij blijft lekker de zaterdagen werken en als zijn nieuwe rooster het toelaat kan het zomaar zijn dat er ook een doordeweekse dag of middag bijkomt. ‘Sam Duck’.

Behalve dat ik de gelegenheid had voor het verwezenlijken van plannen heeft de vakantie me ook weer op nieuwe ideeën gebracht. Was ik eerst van plan de hele voor- en zijtuin te bestraten omdat dat zo makkelijk is, nu wil ik een grasmat en planten. Een hele bestrate voortuin leek me eigenlijk toch wel een beetje saai worden. Dus ik ben gisteren bezig geweest met het bewerken van het stukje aan de voorkant. Ik hoop nu het zevenblad voldoende schrik aangejaagd te hebben door het flink uit te spitten. Ik heb in een tuinblad gelezen dat zevenblad vanzelf verdwijnt onder zonwerende beplanting. Geen zon, geen overlevingskansen voor zevenblad. Dat onthoud ik en er komen goed dichtgroeiende struiken op dat stuk!
Mijn vriendin in Luxemburg heeft een groot grasveld naast haar huis. De honden vonden het heerlijk daar op te rollebollen en te spelen. En dat bracht me op het idee om aan de zijkant van mijn huis een ‘honden grasveld’ aan te leggen. “Dat is ook weel werk hoor!” waarschuwt mijn schoonzus mij. Ze heeft natuurlijk gelijk. Gras moet gemaaid, geverticuteerd, bemest en als er erg veel zon schijnt (en zo is er altijd wat) gesproeid. Inderdaad veel werk, terwijl een tegelveldje alleen zo nu en dan geveegd hoeft te worden en er misschien wat onkruid tussen de voegen vandaan gepeuterd moet te worden. Maar toch… de luxe van gras, lekker zacht en koel aan de voeten danwel hondenbuik…
Leuk klusje voor het najaar.
Verder heb ik in de vakantie eindelijk weer eens de rust gehad een boek te lezen. Nu kan ik een boek slecht wegleggen als het me eenmaal heeft gepakt. En aangezien ik het liefst lees voor het slapen gaan heeft het laatste boek me al weer heel wat nachtelijke uurtjes gekost.
Desalniettemin ligt er weer een dik boek naast mijn bed. Nu alleen nog leren de discipline op te brengen het boek op een fatsoenlijk tijdstip dicht te slaan!
Een foldertje over tekenlessen heeft me weer enthousiast gemaakt voor het tekenen. Niet dat ik er al aan begonnen ben maar ook dat is weer leuk om te gaan doen in het najaar als de avonden kouder worden en er in de tuin niet veel werk meer is. Eerst moet de houtstronk af waar ik aan begonnen ben. Dat is ook net tekenen maar toch net iets ingewikkelder. Ik beitel en schaaf wat af en ben erg enthousiast over de Dremel die ik speciaal voor dit doel heb aangeschaft. We hadden ooit zo`n apparaat, maar op de één of andere manier is die spoorloos verdwenen. Tegenwoordig gaat s `nachts de schuurdeur op slot!

Maar nu eerst de werkkleding van Sam in de was. Kennelijk ben ik toch nog niet helemaal op schema. Geen moment aan gedacht dat hij morgen moet werken. Ik heb net twee en een halve dag vrij gehad en heb morgen lekker nog een vrije dag. Ik moet naar de pedicure en naar een naar een podoposturale therapeute. (Iemand die inlegzooltjes aanmeet)
En verder hoef ik niks. Pure luxe.
17 juli 2009 door LoesIk heb geverfd, overtollige huisraad aan de weg gezet, meubels heen en weer gesleept en kasten heringericht. Lampen opgehangen, snoeren weg gewerkt en gordijnen gewassen. Temidden van het geweld stond een gigantische bench waar eerst de jonge hond in zat maar die nu vervroegd plaats heeft moeten maken voor een van onze katten. Die is midden in de nacht gegrepen door een door zijn baas opgejutte hond en na twee dagen terug gevonden via Ami Vedi. Tegen betaling van een aanzienlijk bedrag voor de nodige medische zorg mocht hij mee naar huis met een verlamde achterkant. Dat kon er ook nog wel bij! Inmiddels is de kat weer redelijk in orde, al zal hij wel een rare knikpoot blijven houden, de bench weer opgeruimd en is er orde geschept in mijn huis, én in mijn hoofd.
Wederopbouw na een heftige periode.

Het ‘Loes-en-Sam-zijn’ gaat ons ouderwets goed af. We zijn weer onder ons. Wat ook weer goed is. Hoewel Sam het jammer vind dat Dewi niet meer bij ons woont, kan hij heel goed begrijpen dat ik uiteindelijk die beslissing genomen heb. En hij merkt het positieve verschil hier thuis en aan mij. Het is weer gezellig, geen irritaties en gespannen situaties. Behoorlijk dubbel allemaal. Het verdriet om het gemis van Gijs en de teleurstelling over de verstandhouding met twee van zijn kinderen loopt parallel met de hernieuwde energie en zelfs zo nu en dan enthousiasme waarmee ik dit nieuwe leven wat we hebben, te lijf ga.
Er is een soort berusting over me heen gekomen. De situatie is zoals die is. Sommige dingen zijn niet leuk, verdrietig of uitermate pijnlijk. Soms ben ik zomaar ineens vreselijk chagrijnig. En dat kan dan zomaar een dag of wat duren. Dan wacht ik rustig tot het overgaat en ga gestaag verder. Het hoort er denk ik gewoon bij. Bij dit merkwaardige rouwproces.

Nog één dag werken en dan heb ik drie weken vakantie. Wat kijk ik daar naar uit! Drie weken aan tutten, niet hoeven en alles lekker laten bezinken. Geen plichten, geen wekker, geen haast. Liefst ook geen regen. Geweldig! Sam, die zich al een week of drie min of meer loopt te vervelen, en het (denk ik) ook wel zat is om moeders assistent bij de klussen te zijn, begint aanstaande maandag bij de hamburger keten in de stad. “Heb ik wat te doen en het levert nog wat op ook.” Zo zegt hij zelf. Slim bekeken! Tussendoor gaan we samen wel het één en ander ondernemen. Traditiegetrouw naar de nieuwe Harry Potter film. En een dagje naar Amsterdam. En we gaan een dag de geschiedenis in. Sam weet zich de plaatsen waar we gewoond hebben niet mee zo goed te herinneren dus we gaan een dagje toeren en op bezoek bij een aantal mensen. Oma komt gezellig een paar dagen logeren en we gaan nog een paar dagen naar vrienden in Luxemburg. Vijftien jaar die Sam en hij vind het nog steeds leuk om samen met zijn moeder op stap te gaan. Leuk.
En met deze vakantie hoop ik een verdrietige periode goed af te sluiten en met goede moed aan de volgende fase te beginnen.

Hoe die fase er uit zal gaan zien weet ik nog niet. Wie wel trouwens.
Wat die meiden betreft: het is zoeken naar hoe nu met elkaar om te gaan. Verwachtingen op nul en zien wat er gebeurd. Op dit moment heb ik een vrij goed contact met Iris, Gijs`oudste. Ik heb het aan haar over gelaten en het is duidelijk dat zij wil blijven komen. Als het lukt met enige regelmaat. Dat lukt niet, maar de intentie is er.
Dewi is hier inmiddels twee keer geweest. Om naar de gewonde poes te kijken, oorspronkelijk haar kat, maar toch. Ze is nog altijd volledig van het pad af maar het is niet meer mijn pakkie an. Als ze komt heb ik het gezellige deel. De rest is helemaal aan haar. Over het gebeuren heeft ze nooit met een woord gerept. Dat is wel jammer en ook weer teleurstellend. Het is niet anders.
Met de middelste heb ik helemaal geen contact meer. En eigenlijk wil ik dat zo houden. Zij heeft zoveel grenzen vertrapt, dat wil ik niet eens meer herstellen. Kennelijk wil zij ook niets met mij. Communiceren en inzicht in hun eigen gedrag is helaas niet de sterkste kant van deze meiden.
Sam heeft met alle drie contact. Dat levert voor mij wel eens wat ongemakkelijke situaties op. Over de een wil ik niks weten en ergens ben ik bang dat de ander hem zou kunnen beïnvloeden. Tot nu toe gaat het goed.

Gijs en ik hebben het in het verleden geregeld gehad over de mogelijkheid om te verhuizen. Ik word nooit één met deze stad, mijn ouders wonen ver bij ons vandaan. We deden het niet. Werk, de kinderen, hun moeder, geld… Toen Gijs was overleden wilde ik het liefste zo snel mogelijk weg. Maar deed het ook niet. Eigenlijk om dezelfde redenen.
Nu is de situatie weer anders en weet ik het ook niet. Sam nu verplaatsen….vijftien jaar, met een grote vrienden groep, helemaal verknocht aan de stad, in het laatste jaar van zijn school… Ik heb het erg naar mijn zin op mijn werk. Nog geen goed idee denk ik.

Al vijf jaar is er sprake van dat het tuincentrum waar ik werk plaats zal moeten maken voor een grootscheepse herinrichting van dat deel van de stad. Zoals het er nu uit ziet kan dat makkelijk nog vijf jaar duren. Of toch niet en komt er ineens schot in de zaak en sta ik over een jaar op straat.

Ik heb me voorgenomen niet te ver vooruit te kijken. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. En dan zien we wel weer verder.
Eerst…vakantie!




1 juni 2009 door loesIk zit wat verdwaasd achter mijn computer. Er is de afgelopen maanden zoveel, en in een rap tempo achter elkaar gebeurt, dat krijgt mijn bovenkamer niet in het zelfde tempo op een rijtje gezet. Vanaf een uur of vijf vanmiddag ben ik weer ‘Loes en Sam’ – alleenstaande met één kind. De status van zo`n vijf jaar geleden. Dat is weer even wennen.

Omdat ik in de veronderstelling ben dat Dewi niet op zal komen dagen na het mailtje van haar moeder, zet ik de wekker later dan gepland en slaap tot half tien. Nog mijn ogen maar net open krijg ik een sms. Verbaasd lees ik dat Dewi haar vriend (het vriendje van de week?) op gaat halen en onderweg is naar mij toe. Ofwel moeders heeft besloten het er bij te laten, ofwel Dewi heeft haar moeder helemaal niet verteld dat ik haar gemaild heb met de mededeling dat ze hier tweede pinksterdag haar spullen moet komen halen. Hoe dan ook, er gaat kennelijk tóch verhuisd worden vandaag. Uiteindelijk blijkt dat van enige communicatie daar onderling dus ook geen sprake is! Dewi heeft niets aan haar moeder verteld over mijn mail, moeders heeft niet tegen Dewi gezegd dat ze mij heeft gemaild. Wonderlijk.........

Dewi doet vrolijk en enthousiast en wekt de indruk het allemaal helemaal voor elkaar te hebben. Ik bied koffie aan, wat moet je anders, en we kouten wat. Over het diploma dat Dewi niet gaat halen, over de verbouwing van het huurhuis van haar moeder met geleende centen van de woningbouwvereniging (waar ze meubeltjes van heeft gekocht bij het bekende Zweedse warenhuis), over haar laatste dag bij haar werkgever en de start bij een nieuwe morgen en meer van zulke dingen. Mijn verbazing groeit bij alles wat Dewi er spontaan uitgooit. Het bevalt haar wel om bij haar moeder te wonen. Ze moet zelf de was doen en haar strijk, moet om de dag zelf koken omdat moeders een brooddieet volgt, haar sleutel moet aan dat ene bewuste haakje gehangen worden en niet ergens anders, en moeders vind het niet erg dat Dewi veel van huis is. Is ze ook nog een beetje alleen, dat vind moeders wel prettig. Nu begrijp ik dat haar moeder mij schreef: “Ik merk dat ik het nu wel weer kan hebben.” Op die manier kan je wel tien kinderen in huis hebben!
Het zou wel een beetje een rommeltje worden nu bij moeders in huis volgens Dewi. Haar moeder gaat de nieuwe meubels ophalen. De gehuurde boedelbak zal daarna gebruikt worden om de spullen van haar zus naar diens nieuwe kamer te brengen en dan kwamen haar spullen er ook nog bij. Ja….Dus??

Als zij geen tweede kopje koffie willen stuur ik het stel naar boven om de puinzooi die ze heeft achter gelaten twee weken geleden, in de dozen te doen. Ik heb besloten geen poot uit te steken. Niet alleen wil ik geen hernia oplopen, maar daarnaast heb ik mijn best in het verleden gedaan. Ze wil alles graag zelf doen. Ook zelf sjouwen dan. Ik leverde de dozen en ben van het vervoer. En verder ben ik er helemaal klaar mee. Natuurlijk kijk ik regelmatig of het goed gaat. En ik vraag mijn huissleutel terug. Geen enkele reden om die nog te hebben. En ik wil geen risico lopen dat er straks iets weg is. Het is erg om te zeggen, maar Dewi heeft eerder van me gestolen, dat risico loop ik niet weer.
De eerste dozen zijn vlot gepakt en weg gebracht. Haar bed is weer wat anders. Dat wordt een rit met open koffer. De matrassen zegt ze niet nodig te hebben en dat stapeltje kleren in de hoek ook niet. Als ik vraag wat ik er dan mee moet kijkt Dewi mij wat wezenloos aan. Dat weet ze natuurlijk ook niet. Dus ik stel voor om alles uit haar kamer dan maar mee te nemen en thuis op het gemak uit te zoeken en wat ze niet wil kan ze dan naar de stort brengen, de kringloop of wat dan ook. Hier moet het weg en ik wil er geen werk meer aan hebben. Met duidelijke tegenzin maar zonder tegengas wordt dan ook daadwerkelijk alles ingeladen en meegenomen. Alleen de kleding kasten en het oude bureautje mag ze laten staan.
Het moet in het huis van haar moeder nu een ravage zijn. En om eerlijk te zijn interesseert me dat geen ene moer!

Bij het afleveren van mijn derde en laatste vrachtje nemen we afscheid op de stoep. Hoewel, afscheid.
“Nou meid, succes met het inrichten van je kamer. Ga je nu uitpakken?”
”Nee, ik ga met mijn vriendin naar de stad en als mijn zus naar de andere kamer is dan ga ik de mijne inrichten.”
“o.... Nou, veel plezier dan. Dag hoor!”
“Dag! Bedankt voor het rijden!”
“Ja hoor, graag gedaan.” (Nu weet ik tenminste dat alles er uit is en als ik op jullie moet wachten kan dat wel een paar maanden aanlopen.)
En dat was het dan.

Nieuwe situatie, nieuwe mogelijkheden natuurlijk. De kledingkasten komen wel vol. Sam en ik drinken eerst even samen koffie op het terras en halen dan een kast uit elkaar en zetten die op zijn zolderkamer weer in elkaar. Binnenkort zullen we het bureautje en zijn oude kleding kast wel aan de weg zetten voor de kringloop. Voor het kamertje dat nu leeg gekomen is heb ik inmiddels al een bestemming. Daar komt mijn bureau en kledingkast en een logeer bed. De eerste gast is al besproken! In mijn zomervakantie komt mijn moeder logeren. En mijn vriendin heeft ook al geroepen dat ze wel een keer wil blijven slapen. Op een regenachtige dag zal ik de kwast en verf weer eens pakken en het kamertje onderhanden nemen.
Nu eerst even niets. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden laten wegebben en mijn tollende gedachten op een rijtje zetten. En verder maar zien wat er op mijn pad komt.

Mijn oma heeft me ooit een tegeltje met oude wijsheid gegeven: “Pieker je net, it kom doch oars”
En zo is het maar net. Een mens kan plannen wat hij wil. In de rats zitten over hoe één en ander nou toch moet. Bedenken hoe het er allemaal uit zou moeten zien. Maar in een oogwenk kan alles anders zijn en moet je roeien met de riemen die er zijn.
En dat is soms wél even wennen.




2 mei 2009 door LoesIk heb net een aantal van de berichten gelezen die geplaatst zijn bij ‘Opvoeding’ op het forum. Veel herkenbare verhalen en vertellingen. En zo nu en dan denk ik “Ach, dan zal het er wel bij horen.” Maar toch kom ik er niet helemaal uit. Is dit ‘gewoon’ puber gedrag? Of wordt dit een herhaling van een jaar of vier geleden toen zij volledig losgeslagen was. Stiekem gedrag, liegen, stelen, te veel buiten de deur, geen contact met thuis. Toen was zij 14. Ze had die neigingen al toen zij zeven of acht was vertelde Gijs mij ooit. Huisarrest kon nog op die leeftijd. En giropasje innemen en computerverbod ook. Nu is zij 18. Volwassen zegt de wet. Pffff….Wie dat verzonnen heeft, heeft vast geen kinderen!

Zondagmiddag. Ze komt haar bed uit rollen rond een uur of twee. Na een langzame start komt zij op gang en gaat onder de douche. Hoewel de afspraak is dat op vrijdag avond de vuile was in de manden wordt gedaan zodat ik van de goedkope stroom gebruik kan maken, doet zij dat tegen het eind van die middag. S`avonds heeft zij een barbecue bij één van haar vele vrienden. Sinds zij het uit heeft gemaakt met haar vriend zo`n vier maanden geleden is het overduidelijk dat de andere sekse een enorme aantrekkingskracht op haar heeft. Het is merkbaar. Ze krijgt óf stuurt smsjes. De rekening van haar bescheiden abonnement is de vorige maand opgelopen van € 30, - naar € 175, - Valt nog mee, als ik sommige andere ouders hoor. Er hangt geregeld zo`n zinderende sfeer om haar heen. Ze werpt zich als het ware tussen de begerige jongemannenmenigte en heeft het nogal vaak over diezelfde barkeeper. Waar ze gaat helpen het nieuwe huis te schilderen. Vertelt er niets bijzonders over. Dus er is niets.
Ze is vast erg laat thuis van de barbecue. Ik ga om twaalf uur naar bed en hoor of zie haar niet meer.

De volgende dag moet ze om tien uur bij de Mac beginnen. Moet gezegd, ze verslaapt zich ondanks haar korte nachtjes nooit. Wat ik dan weer knap vind. Ze gaat dus aan het werk en zou eigenlijk tot vijf uur moeten maar wacht tot haar zus, die daar ook werkt en elke maandagavond hier komt eten, klaar is. Ze komen samen om 8 uur aan en we eten laat. Na het eten kijken we gezamenlijk een film. Dat wil zeggen: wij kijken met z`n drieën en zij kiest er voor om achter haar laptop te gaan zitten. Mobiel onder handbereik.

Haar stagecontract bij de kapsalon is niet verlengd. De crisis is merkbaar daar. Maar een nieuw stageadres is van groot belang wil zij haar diploma kunnen halen. Ze deed er tot nu toe niets aan om een ander adres te vinden.
Ze is deze dinsdag vrij. Vakantie van school. Ze zegt naar de stad te gaan om dan toch eens te zoeken naar een leuke kapsalon. Ik denk: “Yesssss!!” Mijn aansporingen hebben succes!
Als ik thuis kom van mijn werk vraag ik hoe haar dag is verlopen en of ze iets leuks heeft gezien. Ze is niet geweest. Ze had nu geen zin. Ze weet al ruim twee maanden dat haar contract afloopt. Ze heeft nu nog drie weken te gaan.
Ze had wél zin om uit te gaan. Als ik om half één naar bed ga is zij nog niet thuis.

Gewoonte getrouw kijk ik de andere ochtend voor ik naar mijn werk ga of zij weer op het ‘stiefnest’ is beland. Als de fiets er is is het goed. Ik verwacht de fiets, maar die is er niet. Achter dan? Geen fiets. Nog een keer voor kijken. Écht geen fiets. Ik ga terug naar boven en ik kijk om het hoekje van de deur van haar slaapkamer die opengesprongen is door de kat. Ze vindt het vervelend dat het beest dat doet, maar de tip ‘draai je deurknop om’ heeft ze nog niet opgevolgd. Geen zin in. Ze ligt er in, ik ga naar mijn werk. Tussen de middag is daar alleen Sam. Zij antwoord op mijn sms dat ze bij de kapsalon is en dan naar de stad gaat om toch maar naar een nieuw stage adres te zoeken. “Het zal wel.” Denk ik. Ze liegt aan één stuk door. Over van alles, al is het nog zo onschuldig. En als zij niet liegt, laat ze hier en daar iets weg, of brengt ze het zo dat het eigenlijk wel zou kunnen. Maar ondertussen klopt het verhaal evengoed niet. En soms is het liegen overduidelijk en houd zij het liegen vol. Verzint terstond een aanvullende leugen.
Ze eet die avond bij haar moeder. Komt kwart voor tien thuis. Ik kan haar nog net naar de resultaten vragen van haar zoektocht naar een nieuwe kapsalon. Haar antwoord is vaag en ontwijkend. Ik heb zo mijn twijfels. De ontbrekende fiets van die ochtend wordt verklaard door het feit dat het ' iets te gezellig was geworden’ de avond er voor wat ‘niet de bedoeling was’ en ze was thuis gebracht door één of andere voor mij onbekende grootheid. In elk geval een ridderlijke. Althans, dat neem ik dan maar aan.
Ze gaat naar boven, kleed zich om en vertrekt samen met Sam naar de stad. Het is Koninginnenacht. Sam moet op tijd thuis zijn. Zij mag later thuis komen. We maken al een poosje geen tijdafspraken meer. Ze is achttien. Enig inzicht mag verwacht worden.

Ik word de nacht van woensdag op Koninginnedag drie keer wakker en drie keer bij het controleren van haar slaapkamer geen kind. De laatste keer is het zes uur in de morgen. “Ach….Het is natuurlijk Koninginnenacht.” Ik laat mijn ouderwetse principes varen en denk ‘nieuwe tijden, nieuwe ideeën.’ Ik ben best ruimdenkend. Maar ook als ik uiteindelijk om negen uur op sta – geen kind. Haar bed ziet er net zo uit als de avond ervoor en de drie keer dat ik die nacht ging kijken. En ook geen fiets nee.
Om half tien krijg ik een smsje: “Ik ben al op de rommelmarkt. Dan weet je waar ik ben!” Ik geloof er geen moer van. Ja, ze zou op de rommelmarkt kunnen zijn, maar zij wekt de indruk die ochtend bijtijds te zijn opgestaan om naar de rommelmarkt te gaan. Die heeft niet thuis geslapen maar bij 'de één of ander.' En zó ruimdenkend ben ik dan ook weer niet. S`avonds krijg ik weer een sms. Iedereen gaat eten in de stad, dus zij ook. Tegen half tien komt ze thuis, vertrekt naar boven en gaat voor het eerst sinds zondag onder de douche. Kennelijk heeft het geen indruk gemaakt dat ik voorzichtig het gesprek richting persoonlijk hygiëne heb gestuurd en haar bewust heb proberen te maken van het grauwe stoffige kleurtje op haar gezicht. Om half elf komt ze naar beneden om te zeggen dat zij naar bed gaat. Gezellig.

Vrijdag was een gewone werkdag. Geheel tegen mijn verwachting in blijft ze s`avonds thuis. Ik sta te koken en krijg de vraag of er een vriendin koffie kan komen drinken. “Alweer een buitenstaander nodig.” Denk ik. Bovendien ben ik niet heel erg in de stemming want na een aantal weken die zijn verlopen zoals hierboven beschreven heb ik er flink tabak van. Maar liever een vriendin over de vloer dan dat ze wéér de hort op is. Ik vind het dus goed. Maar de vriendin moet al weer om negen uur thuis zijn dus het feest gaat niet door. Ik zet na het eten koffie en ineens is daar dan toch de vriendin. We wachten met een film opzetten want vriendin moet zo weer weg. O nee, toch niet, vriendin mag uiterlijk twaalf uur thuis komen.
De film is afgelopen, vriendin gaat naar huis, de kinderen zijn naar bed en ik zit achter de pc en probeer het één en ander eens op een rijtje te zetten.

En dat valt om de drommel niet mee. Ik zei al dat dit een herhaling lijkt te zijn van zo`n vier jaar geleden. We hebben destijds heel wat met te stellen gehad en Gijs en ik hebben heel wat avonden er aan besteed. “Hoe moeten we dit nu doen met dat kind?” Zij is gebaat bij structuur, dus alle privileges werden ingenomen en pas bij goed gedrag stukje bij beetje terug gegeven. Zij heeft zelfs therapie gevolgd. Toen heeft het allemaal goed gewerkt. Zij veranderde langzaam in een gezellig en betrouwbaar kind. Zij hield zich aan de afspraken, deed wat ze beloofde en had de vrijheid te doen wat ze graag wilde.
Toen Gijs pas was overleden heb ik de kinderen wat hun gang laten gaan. Het is tenslotte niet niks om je (stief) vader op zo`n jonge leeftijd te verliezen. Maar op een gegeven moment moet er toch weer wat structuur en regelmaat zijn. Dat ging goed. En toen maakte zij het uit met haar vriendje en ging zij zich raar gedragen.

Ik heb een paar weken geleden contact gezocht met de mentor van haar school. Bleek dat zij al sinds augustus niet naar school was geweest. Niets van gemerkt! Erg goed verborgen door haar. Als we vroegen hoe ging het op school ging het altijd goed.
Daar moest natuurlijk over gesproken worden en er zijn nieuwe afspraken gemaakt. Laatst vertelde de mentor dat ze wel naar school komt. Punt. Geen motivatie, geen inzet. Ook haar werkgever zegt hetzelfde. En thuis merk ik dat dus ook. Veel buiten de deur, altijd vreemden om haar heen, aan het eind van haar salaris houdt ze een halve maand over, ze gedraagt zich weer heimelijk en liegt.

Natuurlijk heb ik met haar gepraat. Verschillende keren en op verschillende manieren.
Rustig en begripvol. Uitgelegd dat ze er zo niet komt. Dat ik begrijp dat, en dat het logisch is dat ze verdriet heeft om het overlijden van haar vader maar dat het op deze manier niet over zal gaan. Hoewel ik niet echt geloof dat haar gedrag helemaal terug te leiden is tot haar verdriet. Deels lijkt het wel karakter. Een ander deel is waarschijnlijk leeftijd. Ik heb met haar een plan opgesteld hoe ze het met haar geld zou kunnen doen. Vond ze een goed plan. Afgesproken dat zij zélf een beetje nadenkt wanneer ze weer op stap wil en eens gaat proberen verstandige beslissingen te nemen.
Ik ben boos geworden. Gezegd dat ik begrijp dat ze achttien is en uit wil met haar vrienden, en dat ze écht niet elke avond thuis hoeft te zitten om mij gezelschap te houden. Maar dat elke avond weg tot diep in de nacht, en meestal zonder bericht, en komen en gaan wanneer het je beliefd ten opzichte van mij én Sam wel heel lomp is. Ik run geen hotel! Wij zijn een gezin. Ik vind dat als je met mensen samenwoont, anders dan ‘op kamers’ in een studentenhuis of iets dergelijks, er een bepaalde verantwoording is naar je huisgenoten en dat je een beetje contact moet houden om een band met elkaar te onderhouden.
Berustend. Ondanks de verschillende gesprekken, waarbij ze begrijpend knikt en het eigenlijk wel overal mee eens is, veranderd er niets. Ze maakt de keuzes die ze maakt kennelijk bewust. Dan moet zij ook op de blaren zitten die ze hoogstwaarschijnlijk op zal gaan lopen. Geen nieuw stageadres is geen diploma. Geen diploma is niet kunnen werken in het vak dat zij zo leuk vind en waar ze goed in is. Halverwege de maand door haar geld heen betekent geen geld meer de rest van de maand. Geen rekening met ons als gezin houden betekend dat ik niet zoveel rekening met haar zal houden.
Dat betekent het voor haar.

Voor mij betekent het ergernis. Helemaal niet leuk om te weten dat je constant belazerd wordt. En dat je inzet en pogingen om zo`n kind op een rechter pad te houden op niets uitlopen. Ik krijg het gevoel dat ik helemaal niet zo belangrijk voor haar ben als zij mij heeft doen geloven. Haar bed staat hier en ik ben niet haar moeder, waar ze het niet mee kan vinden. En that`s it!
Voor mij betekent het ook teleurstelling. Die nogal heftige periode destijds die Gijs en ik met haar hebben meegemaakt was kort nadat zij bij ons was komen wonen. Ik kon haar bij wijze van spreken wel vermoorden in die tijd! Wilde zo graag bij ons komen wonen en schopte gelijk ons hele leven in de war! Maar die periode had ook een band met haar gesmeed. Dacht ik. Toen ze na het overlijden van Gijs ook hier wilde blijven werd dat idee alleen maar versterkt. En nu dit. Het levert nogal tegenstrijdige gevoelens op. Ik ging met haar om als ware het mijn kind. Ik heb haar op de huid gezeten als ware het mijn kind. Ik wil haar helpen als ware het mijn kind. Aangezien haar moeder niet voor haar kon of wilde zorgen, zou ik dat doen. Natuurlijk bleef haar moeder haar moeder. Daar kom ik niet tussen en dat wil ik ook niet. En zolang alles goed gaat of redelijk goed gaat, is er niets aan de hand. Maar nu…. Nu voelt het ook een beetje alsof ik niet geslaagd ben als stiefmoeder.

En het levert me een enorme onzekerheid op. Na het lezen van de berichten op het forum herken ik dus wel het een en ander. Puber gedrag wat er kennelijk bij hoort. Maar het grenzeloze over de top, het heimelijke gedrag, het liegen om alles, het totaal uit contact zijn met dit gezin. Is dat puber gedrag of is zij opnieuw losgeslagen? En zo ja: hoe los ik het op?





21 april 2009 door LoesAls ik samen met Sam een paar grindtegels verleg in de tuin om een plaatsje te creëren voor de vuilcontainers verschiet er iets in mijn rug. Ik had het kunnen weten. Toch te veel gedaan en toch weer te veel achter elkaar belast. Mijn rug is een zwakke plek. Je kan er honderd mee worden, gewoon een beetje om denken. Maar ik denk er nooit zo om. Ik ben lekker bezig en dan ineens gaat het fout. Niet slim dat geef ik toe. Vorig jaar heb ik de boel verknald door iets te enthousiast een vlinderstruik te snoeien. Op dringend aanraden van mijn werkgever ben ik eind vorig jaar naar een fysiotherapeut geweest. Dat hielp wel, maar ik kreeg andere dingen aan mijn hoofd en heb de fysio weer afgezegd. Vast van plan weer terug te gaan. Dat heb ik na het tegel avontuur dan ook maar gedaan. “Is het een noodgeval of kan het wachten tot na Pasen?” vraagt de fysiotherapeut. Ik kan niet makkelijk zitten en bukken is naar, maar ik zeg dat het wel kan wachten en maak en afspraak voor de donderdag na Pasen. “Je kan een beetje napijn hebben hoor!” Ik kan de hele week erna niet normaal bewegen.

Mijn rechterhand kan ik ook niet normaal bewegen. Vlak bij mijn pols is het wat opgezet en zo nu en dan steekt het daar behoorlijk. ‘Zal wel over gaan, beetje overbelast.’ Het gaat niet over en na twee weken ga ik toch maar naar de dokter. Inderdaad is het overbelast door de herhaaldelijke verf beweging en ik krijg een pilletje en het advies om de hand zoveel mogelijk rust te gunnen. Het is mijn rechter hand. En ik ben rechts. Ik kan en wil al dit gedoe er toch niet bij hebben. Ik word er wat moedeloos van. Wat nog het vervelendste is – ik ben zo doof als een kwartel.

Na een aantal bezoekjes aan de huisarts met een herhaalde klacht over een lopend oor bij verkoudheid, en toenemende doofheid ben ik nu eindelijk door mijn huisarts doorgestuurd naar de KNO arts. Het is mijn nieuwe huisarts. De vorige was een softe en naar mijn idee niet erg daadkrachtige antroposoof die meer vanuit zijn levensovertuiging handelde dan met enig medisch inzicht. Niets voor mij. Als ik in het ziekenhuis zit te wachten tot ik aan de beurt ben valt het me op dat de meeste patiënten samen zijn gekomen. Ik zit alleen en voel me alleen. Mijn lijf doet vervelend, mijn oor is al tijden doof en ik ben alleen. Het is een irreële gedachte, want als Gijs nog geleefd had dan zou hij hoogstwaarschijnlijk gewerkt hebben rond die tijd en toch niet met me mee kunnen gaan. En als hij gevraagd zou hebben of ik wilde dat hij mee zou gaan had ik dat waarschijnlijk weggewuifd. “Ben je gek, dat stelt toch niks voor, daar hoef je geen vrij voor te nemen!” En tóch is het anders. Niet even al wachtend een mopperend smsje over de lange wachttijd, of de rennende kinderen in de wachtruimte. Ik zit er alleen en ik ben alleen.
De KNO arts kijkt in mijn oor en ik kijk mee via een beeldschermpje. In mijn trommelvlies zit een gaatje dat door de microscoop wel een krater lijkt. De arts, een vreselijk aardig mens, verteld dat er waarschijnlijk ingegroeid ontstekingsweefsel over mijn gehoorbeentjes ligt wat de doofheid verklaard. Het hek is van de dam als zij zegt: “Niks kwaadaardigs.”
Van het een op het andere moment zit ik in tranen bij een verbaasde KNO arts. Ik heb geen tel aan ‘iets kwaadaardigs’ gedacht en ben ik er ook helemaal niet bang voor. Maar het bezoek aan het ziekenhuis op zichzelf, waar Gijs en ik zo vaak zijn geweest, de lading van het woord kwaadaardig’, mijn kwaaltjes die me in de weg zitten, het zo plotseling bewust zijn van het alleen zijn.
Het schiet even verkeerd.

Ik heb vier dagen vrij en plan ze vol. Dierenarts voor jaarlijkse inenting en controle van de honden. Naar de fysiotherapeut. Een scan laten maken van mijn oor en een telefonisch consult met de KNO arts. Uit de scan en een gehoortest blijkt dat het bewuste oor nog maar voor 10% dienst doet en dat een operatie, of twee, het probleem op zouden kunnen lossen. Wel ja, kan er ook nog wel bij.
Ik blijf verder in en om het huis. Doe een boodschap, mest de schuur uit, breng de overtollige inhoud daarvan naar het grofvuil, schoffel de tuin en heb weemoedige gedachten tijdens de wandelingen met de voorheen ‘onze’ honden. Hoe graag zou ik niet samen met Gijs genieten van de zon, de vorderingen van de nieuwe hond, de ontluikende tuin en het opgeknapte huis.
Het ging zo lekker. Orde scheppen in mijn leven en de chaos in mijn hoofd met praktische én nuttige handelingen rangschikken tot een overzichtelijke massa. Maar ineens is de energie verdwenen. Alles wat ik doe doe ik zuchtend en steunend. Ik vind niks leuk en heb eigenlijk ook nergens meer zin in. Het valt me zwaar om alleenstaande en alleenstaand (stief) ouder te zijn. Bij het minste ben ik uit het lood geslagen of over mijn theewater. En regelmatig denk ik, een flitsgedachte: ‘Het is nou wel goed zo. Kom maar terug. Ik vind het zo niet leuk.’

Het is ook niet leuk. Na een mislukt huwelijk een aantal jaren alleen. Dan vol vertrouwen een nieuwe start. Een samengesteld gezin met de bijbehorende probleempjes, onverwacht drukker dan bedacht. Leek de rust weer te keren worden we overvallen door een totaal andere rampspoed. En ik ben weer alleen. Anders alleen dan toen. Pijnlijk alleen. Ik ben een weduwe met kind en stiefkind. En een rugzak die me op dit moment even te zwaar is.
23 maart 2009 door LoesWaar ik de energie vandaan haal weet ik niet. Maar dat vraag ik me dan ook maar niet te veel af want het levert op dit moment heel nuttige resultaten op. En later zal ik welweer zien. Mijn toilet heeft een metamorfose ondergaan en het fel geel en fel roze heeft plaatst gemaakt voor landelijk lavendelblauw met een vlinder op de muur. En past de prullenbak die uit het oude huis van Gijs komt er veel beter bij.Toen wij hier gingen wonen leek het zo`n leuk idee om het kleinste kamertje regelmatig te veranderen. Ander kleurtje, andere schildering op de muur. Het leek een goed idee….. maar na vier jaar zat nog steeds dezelfde boterbloem op de muur en kwam het er ondanks goede plannen niet van om er iets aan te doen. En nu heb ik tijd over. En op de een of andere manier dus energie voor tien. En pak ik dingen aan die al aangepakt hadden moet worden en wat er maar niet van kwam.

De verfmanie begon met het vrijkomen van het kamertje van Roos. Na haar verhuizing ‘op kamers bij haar moeder’ ben ik begonnen met de tienerkamer. De afgedankte en overtllige meubels slopen we en slepen we naar de hoek van de straat waar de grofvuildienst ze zal komen ophalen. Je staat er versteld van hoeveel buurtgenoten ineens van alles kwijt willen. In no time stond er drie keer zo veel bij onze kast en het bed. Elk detail in roze en groen (zo mogelijk nog feller dan het toilet) werd na drie lagen verf crèmekleurig. Het kamertje leek er wel drie keer zo groot! Een zee van extra ruimte. Op Marktplaats vond ik een zonnehemel voor een prikkie die door de verkopers niet alleen thuisbezorgd werd maar óók met vereende krachten boven werd gezet. Samen met Sam, Dewi en een vriend van haar zet ik het ding in elkaar en verrek ik mijn rug. Maar de eerste keer dat ik er onder lig voel ik me de koning te rijk. Wat een luxe! Twee keer twintig minuten lekker liggen. Helemaal niks doen en ondertussen uitrusten en een beetje een kleurtje krijgen. Pure verwennerij! Het oude bureau van mijn vader, wat ik als kind al zo`n mooi bureau vond en overcompleet stond te wachten in hun kelder, haal ik op met de bus van mijn werkgever. Ik verrek wéér mijn rug, maar zet door. De hulp van de kinderen wordt weer ingeroepen en in een mum van tijd staat het bureau op zijn plek. Bij Leen Bakker vind ik kant en klare gordijnen. Ook voor een prikkie. Het zit me aan alle kanten mee met het creëren van ‘de zonnestudio’ annex ‘kantoor’. Ik heb verf over, en nog steeds energie zat. En toch niet veel andere boeiende dingen te doen. Dus de overloop moest ook maar even een verfje. De muren knappen er van op dus de muur van de trap naar boven ook maar even mee nemen. Die deuren…ze zien er eigenlijk niet uit…ik heb nog verf…één laag zal wel genoeg zijn, dat ik red net. Maar één laag was natuurlijk niet genoeg en als je te zuinig bent ga je te dun verven! Dus – hop – naar de Gamma en nieuwe verf halen. En zo rol ik van de ene verfklus in de andere. Van de overloop naar de trap, naar het toilet en terug naar boven om tóch maar de badkamer te doen. Ik zie een leuke aanbieding van een bankje met rietenmanden bij de Xenos. Helaas ben ik nét te laat om voor de deur te mogen parkeren en sleep ik het meubelstuk én een leuke wc bril de halve winkelstraat door. Stap voor stap krijgt het huis een heel ander aanzien en de plannen voor onderhoud en aanpakken groeien. De zeurende rug én de eerste zonnestralen negeer ik. Ik ben veel te leuk bezig. De hal en de huiskamer staan ook nog op de planning. En wat in mijn kop zit, zit niet in mijn….

De planning zal even moeten wachten want eerst krijg ik twee logees. Eerst wordt de kat van de zoon van mijn vriendin gebracht. “Of ik een logeer adres wist voor het beest?” Ze had geen idee waar ze met de kat naar toe kon en op het adres waar hij nu zat kon hij echt niet blijven. Dat moet je niet aan mij vragen natuurlijk. Ik ben veel te makkelijk en haal gelijk zo`n beest in huis. Mijn vriendin kent me en misschien rekende zij op die eigenschap, ik weet het niet. In elk geval trap ik er in en heb ik nu voor zeker een half jaar een ‘logeer’ kat. Hij heeft een dag op het onlangs geverfde kamertje zitten wennen en heeft inmiddels de andere kamers boven ook afgesnuffeld. Het is een lief beest en ach…waar er drie zijn kunnen er ook vier zijn.
De ander logee is het zoontje van mijn vriendin en haar man. Het is lang geleden dat ik voor een kleintje zorgde maar het blijkt net als fietsen. Je verleert het niet! Het ventje heeft de hele week de nachtjes geteld tot het zover was en als ik eerlijk ben, ik had er best schik in dat hij zou komen. De vrijdag avond en zaterdag zijn ingericht op hem. We gaan met de ‘grote kinderen’ eten bij de Mac, waar hij zélf zijn ijsje mag maken. Het heeft zo z`n voordelen als je stiefdochter er werkt! Helemaal groots komt hij achter de toonbank vandaan met zijn zelfgemaakte lekkernij. Eenmaal thuis is het zo zachies aan bedtijd en het kereltje laat zich gedwee en zonder commentaar in het grote bed leggen en is tien minuten later onderzijl. Óp zeil ook, want al slaapt hij de hele nacht droog door, je weet het maar nooit. Het gaat goed en de andere ochtend word ik wat vroeg wakker en hoor de kleine aap zachtjes naast me kletsen en spelen. ”He! Ik wist niet dat jij al wakker was! “zegt hij tegen me als ik me omdraai. Met een lach van oor tot oor kijkt hij me aan, duidelijk met zin in wat er komen gaat. De zaterdag is begonnen. We moeten brood eten, onder de douche, met de honden naar het bos en geitjes gaan voeren op mijn werk. Teveel plannen, het geitjes voeren komt er niet van dus dat houd hij te goed. Ik heb zo de indruk dat hij nog wel eens een keertje wil komen. En dan misschien zelfs wel voor twéé nachtjes. Dat kan makkelijk want zo`n logee kan je er best bij hebben.

De zaterdag middag is begonnen en ik zou verder kunnen gaan met de volgende verfklus. Maar dan ineens zie ik de lang verwachte krokussen en narcissen in mijn tuin. En onkruid. En kuilen. De kwast zal even moeten wachten (hoe lang blijft zo`n ding goed in de ijskast?) en ik ga buiten aan de gang. Op de een of andere manier kan ik niet gestructureerd werken in de tuin. Ik ben bezig en zie een meter verder een onkruidje dat weg moet en trek het er uit. Aan de andere kant zie ik een plantje dat gesnoeid moet worden dus dat doe ik eerst. En eigenlijk moet dat middenstuk maar even omgespit worden en die kuilen (dekselse honden!) natuurlijk dichtgegooid. Al spittend neem ik me voor dat ik dan toch die fysiotherapeut maar weer moet bellen want zo gaat het niet goed met die rug. Aan het eind van de dag ben ik halverwege de tuin en lijkt het weer ergens op. Morgen verder. Kennelijk had ik het nodig want ik slaap de andere dag tot twaalf uur! Ik vind het weliswaar zonde van mijn vrije dag, maar ben wel lekker uitgerust. De zon schijnt en het is heerlijk buiten. Na een flinke wandeling met de honden ga ik verder in de tuin waar ik gebleven ben. En al onkruid plukkend en plantjes verzettend kom ik de dooie hop slierten van vorig jaar tegen. Hop is leuk hoor, maar bij de buren! Liefst een wijk verder op. Net als zevenblad en bamboe verspreidt het zichzelf onder de grond en nét als je denkt het onder controle te hebben lacht het je achter je rug uit. Overal komt het op en groeit het doorheen. Ik wil dus van de hop af en begin maar met het wegtrekken van die dooie troep uit de coniferen. Niet dat de coniferen een schoonheidsprijs verdienen, maar de hedera die ik er tegenaan gezet heb vorig jaar moeten wel de kans krijgen de kale stammen te bedekken. Ik probeer dit keer systematisch te werk te gaan maar raak het voor vandaag eigenlijk een beetje zat. Bovendien gaat het harder waaien en krijg ik het koud. En de groene container is vol. Redenen genoeg om er mee op te houden. Morgen wordt de container geleegd. Eerst even de auto naar de garage brengen voor een kleine beurt en een keuring en terug lopen met de honden. Sla ik mooi twee vliegen in één klap. En dan verder.

Nu zie ik net dat het regent. En ik meen dat er voor morgen ook geen al te lekker weer is voorspeld. Mooi strijk weer. En het kan zo maar zijn dat ik dan toch weer aan het verven sla….

13 februari 2009 door LoesNiet ‘miedium’, zoals je een steak besteld in een restaurant, maar ‘meedium’. Een hij of zij die contact kan leggen met mensen in het hiernamaals. Of zegt dat hij of zij dat kan in elk geval. Ik had vroeger een schoonzus die zweerde bij haar medium. Ik geloof dat zij er, samen met haar toenmalige echtgenoot, maandelijks heen ging. Ze vertelde er weliswaar niet veel over, maar áls ze er over sprak was het vol vuur en in de overtuiging dat het medium de waarheid sprak. Wat zij had gezien of gevoeld kwam altijd uit en het scheelde niet veel of mijn schoonzus leefde volgens dat wat het medium had gezegd bij de laatste sessie. Contact met het hiernamaals, boodschappen van engelen, gespreken met overleden dierbaren. De figuren als Char en Derek Ogilvie…. Er is genoeg over te doen. En toch zijn er ook gelovigen, aanhangers. En blijft het fenomeen medium een twijfelachtig gebeuren. Brengt het mensen aan het wikken en wegen over het bestaan van een andere wereld en de mogelijkheid om er contact mee te leggen. Persoonlijk heb ik er niet veel mee op. Naar mijn idee is het allemaal humbug en ‘Cold Reading’ zoals dat zo mooi wordt benoemd.

Mijn vriendin vierde onlangs haar verjaardag en had iets ludieks bedacht. Met een groep van 6 meiden gezellig borrelen bij haar thuis. Lekker eten met z`n allen. En bij de koffie…..een medium! We waren allemaal, op één na die de behoefte totaal niet had en in plaats daarvan lekker naar een mogelijk nieuwe school voor haar dochter ging kijken, nieuwsgierig genoeg om dit avontuur gezamenlijk aan te gaan. Je moet het misschien toch een keer mee gemaakt hebben voor je er echt een oordeel over kunt geven?

Het medium, in dit geval een vrouw, wist niets van ons. Dat wil zeggen: één van de vijf was al twee keer bij haar geweest. Een ander was wel ontvankelijk. En drie van ons, en ik ben daar één van, zijn zeg maar ‘nuchtere ongelovigen’. En dat wist zij wel. Net voor het medium aankomt, zijn we met z`n vijven in een gesprek gewikkeld over het overlijden van Gijs en de man van een van de andere dames. Best even een emotioneel praatje en ik wrijf net een traan van mijn gezicht als het medium ons allemaal een hand geeft en zich voorstelt. Om even te herstellen én om even aan onze nicotine behoefte te voldoen, ga ik samen met aan andere roker even naar buiten. Als we terug komen zet het medium haar I-Pod aan en klinken de geluiden van een zwoele zomeravond door de kamer. De lucht is gevuld met wierook. Geen ongezellige sfeer moet ik zeggen. Het medium legt uit wat zij doet. Door zich open te stellen voor een gids kan zij boodschappen van de andere wereld ontvangen en doorgeven aan de personen die het betreft. Ze vraagt ons om rechtop te zitten, met de voeten op de grond om contact te houden met de aarde, en niet onze armen over elkaar te houden. Onze chakra`s ( vier of vijf in het totaal, ik weet het niet meer precies) moeten de ruimte hebben om de energie te laten stromen. We gaan allemaal in de juiste houding zitten en laten het over ons heen komen.
De sessie is begonnen.

Voor zij aan het echte werk begint, verteld het medium ons nog dat er altijd engelen om ons heen zijn. Op dat moment staan er ook engelen in een kring om ons heen. En daarbij komt dat iedereen een beschermengel heeft. Als je zomaar ineens ene blaadje ziet bewegen. Of een wit veertje ziet. Of een windje langs je wang voelt. Dan is dat je beschermengel. Je moet alleen wel in hem geloven. En als je iets heel graag wil hoef je het hem alleen maar te vragen. En je moet de engel na invulling van je wens bedanken. Het schijnt dat het medium zélf een prijs in de postcode loterij heeft gewonnen dank zij haar engel. Oké…. De nuchtere van ons kijken elkaar aan met nog net geen opgetrokken wenkbrauwen. Het wordt mij nu al wat te vaag en ongeloofwaardig. Maar dat is misschien wel erg vlot geoordeeld, dus ik besluit het hele gebeuren een kans te geven en stel me open voor wat komen gaat. Komt er iets zit ik met een vertrouwde club waar ik het wel mee redt. Komt er niks had ik het vóór deze ervaring bij het rechte eind.
Het medium sluit haar ogen en opent de handen en blaast zo nu en dan wat lucht uit. Ik kijk gefascineerd toe en mijn verbazing stijgt. Van links naar recht gaat het medium de kring af en over iedereen heeft ze iets te vertellen. Over het algemeen blijft het wat vaag en hier en daar zegt zij iets wat wel aardig in de buurt van de waarheid komt. Zij omschrijft min of meer de karakters en wat eigenschappen van de aanwezigen en doet een gooi naar bepaalde emoties. Maar nog steeds vaag en algemeen. Niet iets waarvan ik ondersteboven raak. En tussendoor vraagt zij telkens of we er iets in herkennen? Of we weten waar het over gaat? Sommigen van ons gingen daar op in en vertalen wat zij zegt naar de gebeurtenissen in hun leven.

Eén van de meiden blijkt een groot hart te hebben. Een beetje té groot misschien? Met toestemming van de dame in kwestie maakt het medium het hart met vage handbewegingen iets kleiner. Boetseert het wat op haar rug en vraagt of ze er iets van voelde? “Je kan een tinteling voelen, of warmte, of helemaal niks.” Het kan allemaal. Dus hoe je het ook went of keert – altijd prijs? Ik voelde dan ook mijn chakra boven mijn hoofd niet. Ja ik had inderdaad tintelende handen. Maar dat krijg je als je je handen met gestrekte armen ongeveer 5 minuten boven je hoofd houdt. En het kleiner boetseren van mijn wat te grote aura leverde ook geen speciale lichamelijke reacties op. Ik denk dat ik niet erg ontvankelijk ben…..

Bij mijn vriendin blijkt een spirit in de buurt te staan die nog niet in het licht is volgens het medium. Of we die met z`n allen naar het licht willen brengen? Natuurlijk, wij zijn de beroerdste niet.
We geven elkaar de hand, duimen naar links! en sluiten onze ogen. Het medium zegt ons ons voor te stellen dat we in een groot groen weiland staan met boven ons een sterren hemel. Eén ster komt naar beneden en wordt steeds groter tot die als een enorme lichtkring boven ons hangt. Met mijn ogen dicht zie ik geen licht. Ik sla een ooglid op. Ook geen licht. Dat is het moment waarop de spirit in het licht verdwijnt en de lichtkring weer ster wordt en op die manier de spirit mee voert. Achteraf krijgt het medium een bedankje van de spirit door.

Dan ben ik aan de beurt. Mijn ongeloof is tijdens de hele sessie alleen maar gegroeid. Geen goede basis voor de reading die ze van mij gaat doen! Het medium verteld me dat ik niet moet denken en doen vanuit de gedachte ‘dat doe je niet’ maar dat ik me moet laten gaan. Het is niet nodig om me in te houden. Heeft ze dat van haar gids? Of zou het begin van de avond haar toch op die gedachte hebben gebracht? Vervolgens zegt het medium dat ik ‘meer in mijn hoofd zit en minder in mijn gevoel’. Ik kan alleen maar denken: “Daar weet jij helemaal niks van! Jij kent mij niet!” En ik heb het idee dat ze erg goed heeft gelet op reacties, houdingen en gezichtsuitdrukkingen. ‘Cold reading’?

Door de ervaringen van deze avond, die mij niet direct van mening over het bestaan van engelen en dergelijke heeft laten veranderen, durf ik het ook wel aan om een foto van Gijs te geven. Het is een foto van ons samen. Het medium houdt de foto ondersteboven vast en voelt. “Er staan twee mensen op deze foto.” Zegt zij. Knap? Of zou toch de lamp genoeg licht hebben gegeven om door de computer afdruk heen te kunnen kijken? Ze vraagt naar zijn naam, zijn geboorte datum en of deze persoon overleden is. Stom! Ik geef antwoord. Dat had zij toch allemaal kunnen vertellen?
En ze wil ook weten wat ik wil weten van hem. Ik zeg (weer stom, toch nét niet alert genoeg) of het goed met hem gaat en verder dat wat ze voelt goed is. Natuurlijk gaat het goed met Gijs. Hij kijkt over mijn rug mee en ik moet er maar op vertrouwen. Makkelijk....Het medium ziet een man met een brede lach. De foto, die ze inmiddels omgedraaid heeft, verraad dat wel. En gezien het feit dat de groep meiden tussendoor aardig heeft zitten geiten lijkt het me niet zo moeilijk te raden dat daar geen chagrijnige kerels bij horen. Dan ineens verteld ze dat Gijs en ik een afspraak hadden. Of ik dat herken? Ja….afspraken zat, maar daar hoorde zijn vroegtijdig overlijden niet echt bij… Maar volgens het medium beslist ieder mens voor zijn of haar geboorte al welke levenslessen er op je pad zullen komen. En dit was een levensles in afscheid nemen en loslaten.

Toen ben ik echt afgehaakt. Natuurlijk is dit een levensles. Zoals de geboorte van Sam dat was. Zijn opvoeding dat is. Zoals mijn scheiding en mijn eerste baan dat was. Kortom, alles wat je mee maakt op de een of andere manier een les. Iets waar je van leert of mee doet en waar je mee verder gaat. Daar heb je geen gids of engelen voor nodig om dat te weten. Toen ik het medium vroeg wat Gijs dan nog aan deze ‘les’ had leek het er even op dat we ruzie zouden krijgen. “Daar ga jij niet over!” was haar gedecideerde antwoord. Ik wist niet wat er na dit leven voor leven is. Kennelijk stonden mijn ideeën daarover te lijnrecht tegen over die van haar en vond ze dat niet prettig. De reading stopte dus. Maar wel nadat het medium had gezegd dat ze mijn moeilijk te readen vond. Omdat ik na zo`n beetje twee uur in dezelfde houding te hebben gezeten zowat geen gevoel meer in mijn achterwerk had was ik inmiddels weer met mijn benen over elkaar zat. Ze was toch die foto aan het readen?

Leuk om een keer meegemaakt te hebben, maar ik heb nog steeds dezelfde mening. De opmerkingen over de personen vond ik erg algemeen. En het voelen van de foto heeft niets opgelevert waarvan ik het als iets 'typisch Gijs' heb hekent. Er is niets bijzonders uit gekomen en niets verrassends. Humbug!

Van de week loop ik met mijn honden in een ander bos dan normaal. Mijn Jack Russel, inmiddels elf jaar, staar en last van zijn gewrichtjes, doet niet meer mee aan het spel en scharrelt meestal wat om ons heen om na verloop van tijd scheef op zijn gat te gaan zitten wachten tot we weer verder lopen. Meestal aan de rand van het veld of een eindje verder langs het pad omdat hij wat is afgedwaald. Van de week zag ik hem ineens niet meer. Ik sta op een driesprong. Welke kant zou het ouwe beest zijn uitgegaan? Ik roep, zoek, ga op een heuveltje staan. Wat ik ook doe, ik zie geen klein wit hondje braaf op me wachten. Het is een vreemde omgeving, bedenk ik me. Hij kan overal heen zijn. De weg kwijt zijn! Ik word wel wat ongerust. Ik loop zo`n tien minuten heen en weer en durf niet te ver van de plaats waar ik met de twee andere honden aan het spelen was weg te gaan voor het geval dat die kleine hond toch daarheen terug komt. Maar het duurt me te lang en gok dat hij terug is naar de auto. En al terug lopend denk ik ineens aan het medium en haar verhaal over beschermengelen. Ik grinnik bij mezelf en zeg: “Nou, beschermengel, geef me alsjeblieft mijn hondje terug.” Zonder enig geloof of overtuiging en ik vergeet het meteen weer. Nog meer ongerust zoek ik verder en kijk ik naar het hondje uit. Dan ineens stapt er een mevrouw een eindje verder uit een witte bus. “Puppyschool” staat er op. Of ik een klein hondje kwijt ben? En daar zit mijn ouwetje. In een kooitje, bovenop andere kooien, stijf van de zenuwen. Toch terug gewandeld naar de auto en daar als zwervertje gezien en opgepakt om naar het asiel te brengen. Ik huil de spanning er uit. De mevrouw troost. En ik grinnik gelijk weer.
Misschien dat die beschermengel wél bestaat? ;-))


Hieronder enkele links voor wie meer wil lezen van ‘gelovers’ én van sceptici.

http://www.mediums.nl/
http://www.skepsis.nl/s-frames.html
18 januari 2009 door LoesWat ben ik blij dat de feestdagen achter de rug zijn. Weken, nee maanden heb ik met een beklemmend gevoel en een hoofd vol watten rondgelopen. Slepend en suffig de gebeurtenissen verwerkend en proberen om gevoelsmatig de realiteit in te halen. Alles is zo goed als geregeld. Ik heb overzicht in mijn financiële situatie. Ik ben aan het werk als voorheen. Ik leer boodschappen doen voor drie in plaats voor vijf. De wetenschap dat ineens alles anders is is tot me door gedrongen. ‘Aanpakken’ is voor mij een manier om te gaan met heftige emoties als boosheid en verdriet. Net als bij strijken kan ik bij verven denken. Mijn handen gaan wel door, daar hoef ik niet op te letten. En dus is nu de kamer die voorheen van Roos was, en fel groen en fel roze, inmiddels roomwit en klaar om schoongemaakt en ingericht te worden als ‘droogtrommel-bureau-kledingkast-kamer’. Roos woont, net als haar zus Iris ‘op zichzelf maar in’ bij hun moeder.
Hun moeder…de ex…

De ex belde toen Gijs nog ziek was in paniek op “Hoe moet ik dat straks nou doen als alleen staande moeder?!” Alsof wij niet genoeg aan ons hoofd hadden. Alsof zij niet al tien jaar alleenstaand moeder is? Alsof zij drie kleine kleutertjes heeft in plaats van drie min of meer volwassen dochters. Ze kwam in de nacht van het overlijden van Gijs naar het ziekenhuis en knoopte een praatje aan met de behandelend arts! Drong zich in mijn verdriet, in mijn persoonlijke situatie. Daar hoorde zij niet bij. Het was niet haar plaats. Zélfs niet onder het mom “Ja, maar ik ben de moeder!”
Ze zat op de eerste rij bij de plechtigheid bij de begrafenis. Ze stond als eerste van 150 man náást het graf van Gijs. Geen gevoel voor de subtiele maar o zo aanwezige scheidingslijn voor haar vroegere leven met Gijs en mijn huidige leven met Gijs. Geen bescheiden afstand van dit nieuwe leven van haar ex en hun kinderen. Zo deed ze het al die jaren dat Gijs en ik samen waren al. Ze bleef zich er tussen wringen. Bleef leunen op Gijs. Bleef trekken. Gijs was het zat. Ik was het zat. Dit was ‘the limit’. Het heeft me enorm gekwetst. Het heeft me vreselijk boos gemaakt. Een gesprek is onbegonnen werk. Verspilde energie. Ze voelt het niet aan. Begrijpt het niet. Egocentrisch is zij. Tot op het bot. “Ja, maar ik ben depressief!” is haar levensmotto en al haar handelingen worden onder dat motto geschoven. Me zolen!

Ik heb een email correspondentie gestart met de vraag om een financiële bijdrage voor haar bij mij inwonende dochter. Dat liep helemaal fout. De kinderen werden er door haar bij betrokken. De kinderen gingen er onderling over praten. Vrienden van de kinderen weten er ineens van. Het lijkt wel een soap! Vuil stortte zij over me heen. Vuil dat ik herken van houding en sommige opmerkingen en de manier van doen van de middelste, Roos. Zowel over mij als over Gijs. Natrappen. Niet eerlijk. Onterecht. Verdrietig.

De pogingen om een hecht gezin van dit bijzondere samengesteld gezin te maken zijn uiteindelijk toch niet helemaal gelukt. Met Roos niet in elk geval. Dewi wil hier blijven wonen. Dat zegt iets en doet me toch goed. Iris komt hier graag. Dat doet ook goed. Vier jaar investeren heeft bij die twee meiden kennelijk iets goed gedaan. Bij Roos stoot ik telkens weer mijn neus. Ze lijkt op haar moeder. Erg veel zelfs. Gesprekken in het verleden met haar, Gijs en mij hebben ook tot niets geleidt. Gesprekken die ik in de laatste maanden persoonlijk met haar gevoerd heb hebben tot niets geleidt. Zij (en haar moeder) ontkent mijn aandeel in de laatste jaren in hun leven en laten telkens weer duidelijk merken niets met mij te maken te hebben. Mijn auto is verrekte handig. Dat ik de was altijd op tijd klaar had ook. En zo nog wat van die praktische zaken. Mooi voor er bij. En verder: “Bek houden en bemoei je niet met mij!” Ze zei het niet, maar het was merkbaar.

Sinds Iris ‘op zichzelf-bij haar moeder in’ woont nu een jaar geleden, komt zij elke maandag hier bij ons eten. Gezien die gewoonte en om toch een soort gezin bij elkaar te houden na het overlijden van Gijs heb ik Roos hetzelfde gevraagd. Ik heb er heel veel spijt van. Het is niet meer gezellig. Er hangt spanning. Roos overheerst het huis. Het moest maar eindigen. Leuk geprobeerd. Ik vind het jammer, spijtig en verdrietig, maar dit trek ik niet meer.

Het is even genoeg geweest met de spanningen en de stress. Ik wil rust in mijn bestaan. Ik wil de touwtjes weer in handen en hebben en niet mijn leven laten bepalen door grillen van anderen. Ik wil de gelegenheid hebben mijn leven opnieuw inrichten. Lekker in mijn tuin rommelen. Plezier hebben in mijn werk. Met mijn honden trainen. Een stabiele basis maken voor Sam, Dewi én mezelf. Ik wil krokussen en narcissen. Op naar het tweede seizoen.
14 december 2008 door LoesIk heb genoeg te zeggen maar niet veel puf. Ik werk, praat, doe boodschappen en 'vier' de verjaardag van mijn kind. Maar ondertussen lijkt het alsof ik ik niet ben, de wereld aan me voor bij gaat, en dit zo`n film is die ik nooit wilde zien omdat het 'niet goed afloopt'. Ik ben van de happy endings...

Net op het internet naar grafmonumenten zitten kijken. Dat wordt niet door de verzekering gedekt. Vertellen ze er mooi niet bij als je zo iets afsluit. Althans, toen niet. En ik vroeg niks. Hoe oud was ik. Eenentwintig of zo. Dan ben je daar niet zo mee bezig natuurlijk. Niet dat ik dat half september was trouwens. Maar als je er ineens mee geconfronteerd wordt ga je toch dingen uitzoeken. Wat ik tot nu toe gezien heb spreekt me niet aan. Gijs was geen man van pracht en praal. We gaan zelf iets maken. Er staat hier in de tuin een oude afgezaagde boom waar hij aan het schaven en slijpen was. Hij wist nog niet precies wat het worden zou. Ik nu wel.

Financiële zaken regelen, zorgverzekering regelen, girorekening opzeggen, tekst voor dankbetuigingen bedenken. Zo koud en zakelijk honderd keer vertellen of schrijven 'mijn man is onlangs overleden en nu...'. Gatverdamme!

De kinderen maken zich zorgen over me en zorgen voor me. Lief. Ze hebben zelf genoeg verdriet. "Neem je niet te veel hooi op je vork?" "Ga je niet te snel weer aan de gang?" Het is nu eenmaal mijn manier. Regelen, aan de gang, dingen doen. Ik heb ze verzekerd dat ik de tijd wel neem, maar op mijn manier.

Als ik de Super sta weet ik ineens niet meer wat ik ook weer uit dat schap moest hebben. Vind ik dat vlees in stomme hoeveelheden is verpakt. We zijn met z`n drieën tenslotte.

Mijn moeder was er vandaag. België is me al lang te ver, maar nu helemaal. We gaan samen naar het graf van Gijs. De bloemen zijn stijfbevroren en zodoende ziet het er nog mooi uit. Op een klein bordje, zoals wij ze op het werk gebruiken om de bloemen en planten te prijzen, staat zijn naam, vak en plaatsnummer. Onwezelijk dat hij daar ligt, mijn maatje.

Ik mis hem. Zijn aanwezigheid. Zijn humor. Zijn relativeringsvermogen. Zijn arm om me heen als ik om hem huil.

Mijn vriendin had eens ergens gelezen: 'Alle vier de seizoenen moeten er overheen.'
Morgen gaan Sam, Dewi en ik de kerstboom zetten.
Het eerste seizoen.
2 december 2008 door Loes
Met alle dierbaren om hem heen
was het gevecht voor hem alleen
Ondanks de oneerlijke strijd
raakte hij zijn humor niet kwijt
Hij nam afscheid zoals hij was
dapper, sterk en met vertrouwen


Met enorme bewondering en respect voor de manier waarop hij zijn strijd heeft gestreden hebben wij op 30 november 2008 afscheid moeten nemen van Gijs.

De afscheidsplechtigheid wordt gehouden op donderdag 4 december om 10.30 uur waarna de begrafenis volgt.
12 november 2008 door loesWe reden vanmorgen stilzwijgend naar het ziekenhuis. Ieder zo met onze eigen gedachten. De afgelopen periode was weer erg wisselend met momenten van “Ja! Het gaat de goede kant uit!” En zorgelijke momenten waarbij we niet wisten of het een goed teken was of juist niet. Wat weten wij nou… Hoewel we met goede moed van wachtkamer naar wachtkamer sjokken, verkreukelde Libelles lezen en veel te hete koffie drinken, zijn we tegelijkertijd bang voor een minder positieve uitslag van het bloed en vooral de longfoto.

In de wachtkamer van de röntgenafdeling zitten twee vrouwen voor ons waarvan één behoorlijk opstandig is omdat ze zo lang moet wachten. Er ontstaat een gesprek en als blijkt dat ze al een uur zit te wachten en er een fout is gemaakt begrijp ik wel dat ze het zat is. Vijf minuten wachten is al een crime! Als ik verderop in het gesprek hoor dat ze haar arm een tijdje terug heeft gebroken, en dat de foto die nu gemaakt moet worden slechts ter controle is, denk ik: “Mens, waar maak je je druk om! Wij komen om te controleren of de kanker zich laat overwinnen!” Niet echt een reële gedachte. Ieder voelt zijn eigen leed het zwaarst en het was duidelijk dat die mevrouw het niet makkelijk had. Ongemakkelijk en een beetje zenuwachtig pluk ik wat aan mijn sjaal, sla nog wat bladzijden om van het blaadje dat op mijn schoot ligt en ik zucht nog maar eens wat. Gelukkig krijg ik wat afleiding doordat een mevrouw op een stoel gaat zitten die vlak onder een kastje staat en waar zij verschrikkelijk hard haar hoofd aan stoot. Ze barst spontaan in huilen uit en spreekt zichzelf vermanend toe: “Flink zijn, niet huilen!” Ik zeg nog dat dat best mag, ze zal er tenslotte ook niet voor de lol zitten wachten op een röntgenfoto. Haar leed. Voor haar zwaar. Ik lijk Moeder Theresa wel. Nog voor ik mijn koffie op heb kunnen drinken is Gijs weer terug en gaan we naar de wachtkamer van de poli. We worden zomaar vroeger binnen geroepen.

De longarts wind er geen doekjes om. En al brengt hij het nieuws vriendelijk, voorzichtig genoeg en met enorm veel begrip – het blijft slecht nieuws. De chemo is niet aangeslagen.
De tumor in de long van Gijs blijkt toch gegroeid. Al onze zorgen en angsten blijken dus terecht. In één klap vallen de nieuw gemaakte ‘toekomstplannen’ in duigen. We zijn lam geslagen en weten even niet te reageren. Langzaam borrelen er natuurlijk tóch vragen op.
“Wat nu?” “Is er nog een chemo kuur mogelijk?” ”Zijn er alternatieven?” “Hoe lang nog?”
De specialist geeft geduldig én eerlijk antwoord op onze vragen.

Doorgaan met de chemokuren is niet aan te raden. Gijs krijgt met een chemokuur puur gif in zijn lichaam, waar hij ziek en zwak van wordt terwijl er geen enkel positief resultaat tegenover staat. Het middel zou erger zijn dan de kwaal.
Een ander soort chemokuur bestaat, maar is op zich minder straf dan die hij al gehad heeft dus daar valt geen resultaat van te verwachten. Een alternatief is behandeling met pillen. Bij behandeling met chemokuur is er bij tachtig procent van de behandelde patiënten een positief resultaat. Gijs hoort dus niet bij die tachtig procent Bij behandeling met pillen is de kans op een positief resultaat veel kleiner. Maar twintig procent De kans dat Gijs bij die twintig procent hoort is maar klein.
Om de druk op de ader in de nek van Gijs te verlichten, die wordt veroorzaakt door de groeiende lymfe klieren, kan een buisje in die ader worden ingebracht om er voor te zorgen dat bloed en zuurstof door kan stromen.
Als we niks doen heeft Gijs nog maar drie tot vier maanden te leven.

En daar zitten we dan. Aan dat bureau, volkomen uit het lood geslagen. Het bericht te verteren dat kans op een succesvolle behandeling minimaal is en dat er dan nog maar een paar maanden zijn. Maanden waarin het alleen maar slechter zal gaan met Gijs. Waarin het (samen) leven ons letterlijk zal ontglippen en maanden die getekend zullen worden door verdriet en door het afbouwen naar de dood.
In anderhalf uur alle hoop in één keer weg.

We spreken natuurlijk met de arts af dat Gijs voor de pillen gaat. We willen niet later de gedachte hebben niet alle geprobeerd te hebben. Maar echt veel hoop hebben we niet. Over drie weken moeten we weer in het ziekenhuis zijn en bloed prikken en opnieuw een foto maken. Dan weten we het zeker. Toch stellen we ons nu al in op het feit dat Gijs nog maar drie tot vier maanden zal hebben. Wordt het meer hebben we ook eens een meevaller. Zo is het dan ook.

De rit naar huis is weer stilzwijgend en bedrukt. Wat moet je in de gauwigheid met zulk nieuws. En nog is het niet helemaal ingedaald. Het voelt alsof ik hier mijn verhaal schrijf en op mezelf neer kijk van een afstandje. Ik zie wat er gebeurd. Ik voel me waardeloos. Ik ben niet eens boos. Huilen gaat niet. Nu even niet. Het zal wel indalen. Alsof het niet echt is, en tegelijkertijd weer wel. Wat een k*tzooi. Excuses le mot!

Eenmaal thuis eten we een boterham zonder het te proeven en drinken we koffie. Minder heet en dus lekkerder. We wisselen gedachten uit en zitten dan weer zwijgend tegenover elkaar. Huilen. Kruipen tegen elkaar aan op de bank. Wat te doen, wat te doen…. Wat in eerste instantie nog een jaar of twee, drie van ons af zou kunnen liggen is ineens de realiteit van vandaag geworden. Er is geen uitstel meer mogelijk om de al voorzichtig benoemde zaken nu definitief te regelen. Dingen nog te bespreken. Mensen of plaatsen nog te bezoeken. Het einde is gewoon in zicht. En we weten even nog niet hoe daar mee om te gaan, waar te beginnen. Wat te doen.

Ik ga naar mijn werk, doe mijn verhaal en ga weer naar huis. Ik heb elastieken benen en een kop vol mist. Werken is even geen optie. Thuis zit Gijs met zijn dochter Roos in Engeland aan de telefoon. Wat een walgelijk telefoongesprek. Ze komt naar huis. Als er nog maar vier maanden met haar vader te delen is wil ze daar niet twee van in Engeland zitten.
Dewi komt als eerste thuis en we vertellen haar het verhaal. Later nog eens aan Sam als die uit school komt. En later op de avond krijgen we Iris te pakken. Ik bel mijn vader en moeder en mijn vriendinnen. Allemaal reageren ze zoals wij aan het bureau van de longarts. Weten zij geen of nauwelijks een reactie te even en zijn zij uit het lood geslagen. Woorden van troost zijn er eigenlijk niet. Hoeveel fijner zou het niet geweest zijn als er, gelijk het kleine ventje uit die sap reclame, gezegd zou kunnen worden: “Komt wel goed schatje!”
Hoe graag zou ik dat niet horen.

22 oktober 2008 door loesDe tijd lijkt sneller te gaan dan normaal. Ineens zijn we drie weken verder en weten wat ‘chemo’ in houd. Wat het met je leven doet. Wat het met je lichaam doet. Op de een of andere manier lijkt er een vage grens tussen vergiftigd worden en beter worden. Nou ja….beter worden. Gijs wordt nooit meer beter maar we klampen ons vast aan het leven. En willen zoveel mogelijk van het leven. Je staat er niet bij stil als alles zijn gewone gang gaat, maar als zo ineens het einde naar je staat te grijnzen….. Wat een onwerkelijke toestand. Alle draait om de ziekte van Gijs. Terecht overigens, want het valt voor niemand mee deze ingrijpende situatie, maar zéker ziet voor hem! Zijn lijf doet het niet goed. Hij heeft allerlei ongemakken die telkens weer benadrukken dat hij echt héél ziek is. Hij bleef maar afvallen. Alles bij elkaar zeventien kilo in een krap half jaar! En Gijs was al geen dikkerd. Soms heeft hij het koud en dan ineens weer erg warm. Meestal is hij moe. Geen puf om wat dan ook te doen. Soms is hij werkelijk te moe om bij wijze van spreke te zitten. Zitten valt soms ook niet mee. Doordat hij zo mager is geworden heeft hij letterlijk geen zitvlees meer. Eten gaat maar moeizaam. Sommige dingen smaken hem helemaal niet meer, andere krijgt hij met moeite naar binnen. Hij zit erg snel vol. Dan maar de hele dag kleine beetjes eten. Hij moet toch aansterken.

Ondertussen gaat het gewone leven ook door. Ik ga naar mijn werk, doe boodschappen, maak het huis schoon en doe de strijk. De honden moeten uit en er moet gekookt worden. Ik luister naar de verhalen van de kinderen en houd contact met onze vrienden en kennissen. Allemaal niet zo erg en best te doen. De zorg om mijn maatje valt me zwaar. De zorg om de kinderen ook. En al gaan we uit van het standpunt ‘wie dan leeft dan zorgt’ en ‘komt tijd komt raad’ ontkom ik er niet aan dat zo nu en dan de gedachte door mijn hoofd flits hoe het in godsnaam allemaal zal gaan en hoe het allemaal moet. En waarom het allemaal zo moet….

‘When it rains it poors’. En dat is dan ook zo. Mijn ex heeft juist nu besloten mij een hak te zetten door de bijdrage levensonderhoud voor Sam in te houden omdat ik vergeten ben de halfjaarlijkse informatie te sturen. Dat geld interesseert me geen biet. Sam ontbreekt het aan niets, wij zorgen toch wel voor hem. Ik heb dan nu ook maar voorgesteld om elkaar van de wettelijke verplichting te ontslaan en ieder met ons eigen leven verder te gaan. Hij heeft nog niet gereageerd. Wat gewoon meer dan vervelend en irritant is, is dat hij na al die jaren kennelijk nog steeds de behoefte heeft misplaatste macht en arrogantie over me uit te strooien. En juist nu. Hij weet weliswaar niets van onze huidige situatie maar toch…’Get a live!’

De ex van Gijs doet ook lekker mee. Die belde laatst met een heel vaag verhaal over het einde wat nog niet in zicht was maar waarom op het einde wachten. Misschien toch maar wat regelen. Nee, niet regelen, van gedachten wisselen. Hoe dat nou toch straks allemaal moest met de kinderen. Niet dat ze zich zorgen maakte om de kinderen, maar hoe het dán moet. Dat ze mij dan toch wel beter wilde leren kennen want ze kende mij eigenlijk toch niet zo goed. Dat ze toch echt niet wist hoe ze dat toch allemaal moest doen als alleenstaande moeder. (Eén kind woont op zichzelf, de twee andere al drie jaar bij ons!) Het leek er sterk op dat ze van ons verwachtte dat we dat voor haar zouden oplossen. Alsof wij niet genoeg aan ons hoofd hebben? Iedereen heeft zijn eigen stukje in dit verhaal. Los dat even zelf op.
En o ja…dat ze die vijfenzeventig euro per maand écht niet meer kon missen want ze had geen geld om eens iets extra`s te doen. En dat is natuurlijk belangrijker dan een bijdrage voor haar kinderen dus ze stopt met het betalen ervan.

En vorige week brak ook nog de uitlaat van de auto af. Ik was onderweg van het ziekenhuis naar mijn werk Op mijn werk ben ik nooit aangekomen. Ik heb gebeld en gezegd dat ik het echt even niet wist te regelen en te combineren. Ik ben bij de Kwik Fit op het stoepje gaan zitten wachten tot mijn nieuwe uitlaat er onder zat, en ben Gijs weer uit het ziekenhuis gaan halen.

Pffff…soms vind ik het leven maar lastig.

Gelukkig zijn er ook positieve wendingen. De rust en herstel week die Gijs nu achter de rug heeft heeft hem wel geholpen. Even geen ziekenhuisbezoeken, geen doktoren, geen medicijnen. Behalve de ‘huismiddeltjes’. Tegen de pijn aan zijn rib heeft hij een stevige pijnstiller. Twee per dag voorkomen dat hij de tumor voelt die op of in zijn rib zit en tegen een zenuw aandrukt. De pilletjes die hij kreeg tegen de misselijkheid zijn weer niet te best voor zijn maag dus daar heeft hij weer andere pillen voor. Die maagpillen kunnen weer voor obstipatie zorgen dus indien nodig is daar weer een drankje voor. Voor als de pilletjes tegen de misselijkheid op zijn, heeft Gijs zetpillen gekregen. Het gaat, met die misselijkheid. Meestal s`morgens of s`avonds en het blijkt dat als hij zich te snel of te veel beweegt de misselijkheid op komt zetten. Vandaag heeft hij voor het eerst sinds maanden het weer eens aangedurfd te koken. Dat viel dus niet zo goed op die maag…. Het op eten weer wel. Dat is prettig. Ik zit met een grijns van oor tot oor als hij de kleine hoeveelheid die ik op zijn bord doe en ‘aan de lage tafel’ serveer ook daadwerkelijk binnenkrijgt. En houd.
Zowel de kanker als de chemo kan er voor zorgen dat de patiënt geen honger heeft en snel vol zit. “Maar goed eten hoor!” zeggen ze in het ziekenhuis…. Natuurlijk zeggen ze dat maar ze snappen ook wel dat het niet meevalt. Toch is Gijs in deze herstel week wat aangekomen en opgeknapt. De rust op en rond de bank heeft hem goed gedaan. Misschien is de EPO ook wel aan het werk. Doping waar de wielrenners het parcours voor afgestuurd worden maar wat Gijs op doktersvoorschrift in zijn eigen buik mag spuiten. Misschien was het de bloedtransfusie die hij kreeg waardoor hij meer kleur op zijn gezicht kreeg. (Donor bedankt!) Hoe dan ook, hij knapt een beetje op. Een lichtpuntje dus.

Nog een lichtpuntje. Het laatste bezoek maandag aan het ziekenhuis. Het HB gehalte in zijn bloed is wat omhoog gegaan. Hoog genoeg in elk geval om de volgende kuur aan te kunnen. Zijn hart gedraagt zich zoals een hart in deze omstandigheden moet doen. Ook goed dus. We zaten er enorm over in of zijn conditie zo`n volgende slag wel aan kan maar volgens de longarts zijn er patiënten met een veel slechtere conditie goed de tweede kuur doorgekomen. Het grootste lichtpunt was wel dat de tumoren niet gegroeid zijn! Het blijkt dat na zo`n eerste kuur eigenlijk nooit zo veel te zien of te zeggen is maar dit is wel een goed teken! De tweede kuur gaat dus door.

Morgenochtend breng ik hem weer naar het ziekenhuis en vrijdag mag hij weer naar huis. Dan volgende week donderdag weer voor het tweede deel van deze tweede kuur en dan is het weer afwachten of het wat gedaan heeft. Maar we hebben goede hoop.

4 oktober 2008 door loesOnlangs hebben we te horen gekregen dat Gijs ongeneselijk ziek is. Longkanker. Fase vier. En dat betekend dat alleen nog maar een palliatief behandeld kan worden. Je wordt in korte tijd expert in termen, begrippen en de weg vinden in het ziekenhuis. Reuze aardig zijn ze er allemaal. Begripvol. Meelevend. Zorgzaam. Maar ik wist er liever helemaal niks van. Zulke dingen gebeuren een ander. Ver van je bed. “Oh…Dat is erg!” zeg je dan. Je schud je hoofd, leeft mee en bedenkt even later wat je die avond zult gaan eten. Het is niet jouw leven, niet jouw pijn. En je kunt niet het leed van de hele wereld dragen. En dan ineens stort je eigen wereld in. En moet je het wel dragen.

Aan vakantie toe, dachten we in het voorjaar. Stress en zorgen om de diverse gezinsperikelen was waarschijnlijk de oorzaak van die constante vermoeidheid. Ja, het was wel raar dat hij maar bleef afvallen, maar ook dat zou wel iets met die stress te maken hebben. En de onregelmatige werktijden. Misschien beter op de voeding letten. Hij was even hees, maar dat ging na een weekje niet te veel praten ook weer over. Toen ineens die griep. Koud tot in het absurde en dan ineens weer heet. “Je bent in de overgang!” grapte wij nog. Uit het bloedonderzoek dat hij heeft laten doen kwam niks geks naar voren. Een beetje afwijkende bloedspiegel, maar dat zou wel een gevolg zijn van die heesheid. Maar die griep ging maar niet over…. En hij voelde zich ook niet echt opknappen… Misschien dan toch een longontsteking?

Ik had op vrijdag een afspraak bij de huisarts, voor iets totaal anders en onbenulligs. Het had een week geduurd vóór ik die afspraak eens had kunnen maken. Een huisarts is niet zomaar te pakken te krijgen! Bellen moet voor twaalf uur. Assistente in gesprek. Spreekuur vol. Uiteindelijk was het me gelukt. Dus Gijs ging naar mijn afspraak, en ik mee. Bij het horen van zijn verhaal en het opnieuw bekijken van zijn bloeduitslagen adviseerde zij een X-thorax te laten maken. Een longfoto. “U kijkt ongerust?” vraagt zij mij. Dat was ik ook. Erg ongerust. En zij zei niets om die ongerustheid weg te nemen.

We kunnen stom toevallig diezelfde middag terecht in het ziekenhuis om de foto te laten maken. Het zou vijf dagen duren voor we de uitslag krijgen. Zenuwachtig gaan we naar huis. Drinken koffie en kijken elkaar vertwijfeld aan. Wat hangt ons boven het hoofd? Gijs is erg moe en gaat naar bed. Twee uur later gaat de telefoon. De huisarts. Het is dringend. Ik krijg het koud en warm tegelijk maar verman me en loop naar boven naar Gijs en geef hem de telefoon. Aan zijn reactie hoor ik dat het foute boel is. Er blijkt ‘een schaduw van een longtumor’ zichtbaar op de foto. Onze wereld stort in. Angst. Ongeloof. Verdriet. Boosheid. Allemaal tegelijk. We gaan zwijgend naar beneden en ik zet koffie.

De gebeurtenissen volgen elkaar snel op. We moeten die maandag al in het ziekenhuis zijn voor onderzoeken. Het zogenaamde ‘longstraatje’. Gijs is een hele dag in het ziekenhuis en ik hobbel met hem mee. Ik kan niks doen, ik kan niks regelen en vreet m`n tinten op van de zenuwen. En dan volgt weer een akelige periode van wachten. Waarschijnlijk woensdag terug naar het ziekenhuis voor de uitslagen. Maar het is erg snel in verband met de kweken die langer moeten staan, dus het kan zijn dat we langer moeten wachten. Dat moeten we. Een uur voor de afspraak worden we gebeld. De uitslagen zijn nog niet allemaal binnen en de afspraak wordt verzet naar donderdag. Nog een zware avond, een gespannen dag en dan uiteindelijk moeten we er heen. We gaan met frisse moed. Als het alleen dat stukje long is is het te opereren. Chemokuur hoort ook bij de mogelijkheden. Eventueel bestralen. Lastige periode. Spannend. Maar we redden het wel. Moed verloren al verloren!

Maar de moed zakt ons in de schoenen als de specialist verteld wat het onderzoek en de scan laat zien. Behalve de tumor in zijn rechterlong, zijn er uitzaaiingen gevonden in lymfeklieren in de linker en de rechterlong. Er is een lymfeklier in zijn nek aangetast en er zit een tumor op zijn rib. Het is te veel om in één keer te bevatten. Het is te veel om van te genezen.

Het is niet te geloven wat er in één keer voor gedachten door je hoofd kunnen schieten. In volledig onlogische volgorde. Van heel erg belangrijke vragen tot futiliteiten. Hoe moet dat nu verder? Hoe moet dat met de kinderen? Wat betekent dat financieel? Hoe lang hebben we nog? Hoe verloopt de ziekte? Is er écht niets meer aan te doen? De vragen borrelen op maar blijven in mijn keel steken. We krijgen uitleg over de palliatieve behandeling. Gericht op het verlengen van het leven van Gijs waarbij hij een kwalitatief zo goed mogelijk leven moet kunnen hebben. Zonder behandeling zou hij na drie tot vier maanden kunnen komen te overlijden. Dat is natuurlijk geen optie! De behandeling wordt aangevraagd. Het proces wordt in gang gezet.

We zijn nog maar drie weken verder sinds het bezoek aan de huisarts. Het eerste deel van de chemokuur heeft Gijs inmiddels gehad. Hij is moe, misselijk, was erg mager maar nu opgezet van het vocht. De pillen tegen de misselijkheid helpen redelijk. Hij heeft wat gegeten en dat is er niet weer uitgekomen. Het vocht zal er in de komende dagen wel uit komen. Er staat hier een batterij aan vloeibare bijvoeding, pijnstillers en dergelijke. Vier kuren in het totaal zal hij krijgen en als het aanslaat en hij het lichamelijk aan kan krijgt hij nog een vijfde. Er is een aanvraag gedaan voor bestraling voor de tumor op zijn rib. Pijnbestrijding voornamelijk. Volgens de verpleegkundige is het redelijk om er van uit te gaan dat er met de diverse chemokuren en misschien in een later stadium pillen, misschien wel drie jaar gewonnen kan worden. “Maar, we weten niets zeker helaas.” Voegde zij er aan toe. Wat wel zeker is, is dat Gijs en ik niet samen oud zullen worden. Het zal er niet van komen dat we samen op de houten veranda van ons ‘buiten’ zitten met twee oude grijze border collies aan onze voeten. Gijs zal zijn kinderen niet volwassen zien worden. Hij zal geen opa worden van zijn kleinkinderen. Zijn leven houd hoe dan ook, veel te vroeg op.

We lachen en huilen. Praten veel en tot diep in de nacht. We slapen soms als een blok en soms onrustig. Het is niet eenvoudig om in deze korte tijd alles te verwerken en te wennen aan de feiten zoals ze daar zijn. En om te bedenken hoe het allemaal verder moet. Maar we houden moed, en ‘we gaan er voor’ zoals dat zo mooi heet. We zullen er alles aan doen om Gijs weer op krachten te krijgen en zoveel mogelijk tijd te winnen. Tijd die we heel intens willen beleven. Met de kinderen. Met de dierbaren om ons heen. En samen.




28 juli 2008 door loesWas het maar zo`n feest! Dan gaat het sneller weer over! Ik heb geen druppel gedronken maar zie wel beestjes. De hele basisschool periode zijn we zonder problemen door gekomen, en nu is Sam 14 jaar en heeft hij hoofdluis!

Enkele weken geleden klaagde Sam over nogal veel jeuk op zijn hoofd. Nu was er eerder een meisje van school naar huis gestuurd omdat zij hoofdluis had, dus het zou zo maar kunnen. Millimeter voor millimeter heb ik, met leesbril op, het hoofd van Sam onderzocht maar ik vond geen luis. Had ik toen maar uit voorzorg toch de shampoo gekocht en het kind zijn haar er mee laten wassen. Want al zag ik ze niet, ze waren er wel. En deden zich tegoed aan het hoofd van mijn zoon, groeiden goed en vermeerderden zich met rasse schreden! En dat gaf natuurlijk méér jeuk.
We ontdekten ze op een avond. Ná sluitingstijd natuurlijk. Geweldig! Een sterk balende puber in huis met ongewenste huisdieren op zijn hoofd, diverse negentiggraden wassen voor de boeg en acute jeuk bij alle huisgenoten. Psychisch, maar toch. Om toch maar iets te doen ben ik gewapend met stofzuiger en schoon beddengoed naar de zolder gegaan waar Sam zijn kamer heeft om de boel te ‘ontsmetten’. Snoeiheet, op mijn knieën, om toch maar vooral geen luis of neet te missen ben ik al krabbelend over zijn vloer gekropen. Ik heb niks tegen beesten hoor. Maar van die kleine kriebel dingen….En dan nog op je lijf…. Brrrr! Zelfs nu ik dit schrijf krijg ik jeuk! Met een medicinale shampoo die we nog hadden liggen wast Sam zijn haar. Alleen maar voor het idee dat je er dan toch op dat moment iets aan gedaan hebt. Baat het niet dan schaadt het niet is het motto. Het baat niet en Sam gaat met de pest in zijn lijf en jeuk op zijn kop naar zijn schone bed.

De shampoo die we de andere dag als eerste werk gaan kopen blijkt een crèmeachtig goedje. Volgens de gebruiksaanwijzing moet een sliertje van vijf centimeter voldoende zijn om het ongedierte te doden. Sam, een puber die natuurlijk niet meer door zijn moeder gewassen wil worden vertrekt gewapend met wekker en goedje naar de douche. Twee keer wassen, twee keer vijf minuten laten inwerken. Intussen was ik het beddengoed, een deken, zijn kleding van de vloer in zijn kamer. Dan begint het uitkammen. Met een ultra fijne kam. Plukje voor plukje kamt Gijs het schouderlange haar van mijn zoon. Geen luis te zien. Geen neet te vinden. Het zou dus zomaar kunnen dat we het lek boven hebben! De hele familie wast uit voorzorg het haar met dezelfde shampoo. We willen geen epidemie. Aangezien er vier van de vijf hier lang haar hebben ben ik blij dat ik niet naar de drogist geluisterd heb en toch twee tubetjes mee genomen. De helft van het tweede tubetje blijft over om na een week de behandeling bij Sam te herhalen. Een week halen we niet helaas. Al na een dag of drie is het net zo erg als het was. Dus dit keer geen pardon. Sam zijn haar gaat ouderwets gewassen worden door zijn moeder! Ik koop een nieuwe tube zooi, en ga de luizen te lijf. En dat niet alleen. Opnieuw met de stofzuiger, schoon beddengoed, én een dosis tegenzin de zolder op. Twee weken regen en zelfs koude dagen in onze vakantie! En als in de laatste week de mussen dood van het dak vallen sta ik op mijn kop de zolder te zuigen om nare beestjes weg te krijgen! De wasmachine maakt overuren en Sam loopt zowat voor zijn eigen hoofd weg. Wat een narigheid die hoofdluis! Ik realiseer me dat één enkele neet die de shampoo overleefd heeft, met deze temperaturen binnen de kortste keren weer een familie luizen is, dus we pakken het grondig aan. Natuurlijk hopen we nu, na een overdosis van de shampoo en écht alles waar ze eventueel in zouden kunnen zitten gewassen te hebben, van de beestjes af te zijn.

Twee dagen later zijn Gijs en ik een dagje op stap. Als we thuis komen zit daar Pjotter (althans, zo noemen wij hem aangezien we zijn echte naam niet kunnen onthouden), een vriendje van Sam. En Sam, die doodleuk verteld dat Pjotter óók hoofdluis heeft! “En een joekels joh!.”
"O….Leuk…. "
En ze weten nu ook van wie ze het dan zouden moeten hebben. Want die en die was daar en daar en toen….We krijgen een heel verhaal en Sam vertelt met gepaste trots dat hij Pjotter zijn hoofd heeft staan vlooien en dat Pjotter dan maar even bij ons onder de douche is gegaan omdat wij dat spul nog hadden en dat de jeuk bij zijn maat nu wel over is en het spul op.
"O…Fijn…."
Ondertussen is er wel een luis verhuisd want Sam heeft wéér jeuk! Dan schieten je ook geen psalmen te binnen hoor! Opnieuw spul kopen. Dit keer lotion die dan toch beter zou moeten helpen. Op de verpakking staat 20 ml zou genoeg moeten zijn. Jaaaaa….daaaaaagggg…!! De hele fles erin! De mama is het zat. Zuslief offert zich op en smeer het spul met professioneel kappersgereedschap in de luizenbos en nu hopen we er maar het beste van. De was draait weer, het bed is weer schoon.
Ondertussen heb ik werkelijk óveral jeuk! Ook op mijn hoofd… Het zal toch niet….


Informatie over hoofdluis vind je o.a. op de onderstaande sites.

http://hoofdluis.startpagina.nl/
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoofdluis
http://www.klavertje-vier.nl/hoofdluis.html
http://www.prioderm.nl/







21 juni 2008 door LoesHet is inmiddels al weer zeven jaar geleden dat ik begon met het schrijven van columns en later de weblog, op 1ouder. In eerste instantie om mezelf te uiten. Door met de nodige zelfspot en een luchtige kijk op mijn nieuw verworven status als alleenstaand ouder, mijn ‘ups en downs’ te delen met logenoten. Door de gebeurtenissen in mijn leven op te schrijven op een manier dat het leuk was voor anderen om er over te lezen kon ik het een en ander relativeren, op een rijtje zetten en waar nodig makkelijker verwerken. Enorm heilzaam!
Later werd het vertelen over mijn leven voornamelijk leuk. Ik schrijf graag, er gebeurd altijd wel iets waarover te praten valt. En zelfs als er niets bijzonders gebeurd is er wel een leuk verhaal van te maken. En nu mijn status is gewijzigd van alleenstaande moeder naar stiefmoeder zijn de gebeurtenissen anders. En worden de verhalen anders. Nog steeds leuk om te schrijven, maar het is een heel nieuwe periode in mijn leven.

De verhalen die ik schreef staan op cd-rom in de kast te verstoffen. Ik bewaar ze natuurlijk. Omdat het leuk is. Omdat het een soort dagboek is. Omdat het heel erg van mij is. Voor het nageslacht. En om eens na te lezen. Later als ik oud en grijs ben en met Gijs zit te mijmeren op die veranda van ons ‘buiten’. Een heel boekwerk.
Boekwerk…..Boek….

“Waarom ga je geen boek schrijven?” vroeg een van de lezers mij ooit. Boek schrijven? Hoezo? Over mij? Wie wil dat nou lezen! Dat gaat toch zo maar niet? Geen idee hoe dat moet. Hoe zou dat eigenlijk moeten? Eigenlijk wel leuk……

En nu, een heleboel research en een jaar later, blijkt het niet alleen mogelijk maar ook vreselijk leuk te zijn!

Ladies en gentlemen, I proudly present….. MIJN BOEK!



'Loes - Scheiden en opnieuw beginnen'
ISBN 97890-8570-263-4
Te koop via www.shop.boekenbent.com


20 mei 2008 door loesIk ben een echte huismus. Het liefst ben ik in en om het huis bezig met wat een mens zo in en om het huis doet. Het is mij een volslagen raadsel dat er mensen zijn die zeggen zich te zullen vervelen of eenzaam voelen als zij de hele dag thuis zouden zijn zonder afleiding in de vorm van werk of iets dergelijks. Die mensen zullen mij niet begrijpen, daar ben ik van overtuigd. Maar ik kan het me niet voorstellen. In en om het huis is altijd iets te doen en als ik iemand wil horen of zien zoek ik ze wel op. Verre lange vakantie reizen zijn aan mij niet besteed. Ik kan me best voorstellen dat een ander kan genieten van een tweeweekse reis naar Egypte of zoiets. Het is natuurlijk prachtig om iets van de wereld te zien. Maar nog los van het feit dat ons budget niet speciaal bestemd of toereikend is voor dergelijke uitspattingen heb ik er ook nooit echt behoefte aan. Een weekeinde of een dag of drie van huis is mij lang zat. En als ik dan ga, heb ik het liefst dat mijn dierbaren er bij zijn. Rondom mijn eigen stekkie, met mijn dierbaren om mij heen, heb ik het dik naar mijn zin. Gelukkig is Gijs net zo. We kijken nu al uit naar drie weken vakantie in en om het huis met als enige wens mooi weer.

Als kind was ik al zo`n (huis) muts. Op schoolreisjes had ik het op zich wel naar mijn zin en deed ik met iedereen mee. Maar ik wilde naar huis. Ik vond dat verstoppen onder de ramen van de bus die ons weer thuis bracht helemaal niet leuk! Ik wilde kijken of mijn vader en moeder daar stonden en zwaaien! Ik wilde vertellen, naar huis! Kamperen met de padvinderij was niet half zo leuk als het leek. Ik vermaakte me wel, maar uiteindelijk vond ik het te veel gedoe en te veel vreemd volk om me heen. En altijd te ver en te lang van huis. Niemand heeft het destijds ontdekt gelukkig, maar ik heb bij veel van die kampen mijn lammetje, een knuffel die ik zo lang ik kan herinneren al met me mee sleepte, onderin mijn slaapzak gepropt om maar een vertrouwd stukje thuis in de buurt te hebben. Het gekke beest staat nog steeds op mijn linnenkast. Nostalgie. Ik kan het me zelf niet meer herinneren maar mijn moeder heeft me verteld dat ik na zulke activiteiten eenmaal thuis, op het hoekje van de bank kroop om een potje te huilen waarna ik weer mezelf werd. Dat heb ik nog steeds. Niet dat ik nog in een hoekje ga zitten huilen, maar als het me te is druk geweest, met te veel invloeden van derden, dan heb ik wel weer even ‘op mezelf’ nodig om bij te komen.
Een echt uitgaanstype ben ik ook nooit geworden. Samen met mijn vriendin, die uit hetzelfde hout gesneden was, bracht ik veel tijd door in het zwembad, in de buurt of in en om haar huis of mijn huis. En altijd samen, nooit met een grote groep zoals veel jongelui wel doen. Toen ik vaste verkering kreeg logeerde hij vaak bij ons. Mijn ouders en wij pakten de diverse klussen aan die er zo waren op de boerderij waar wij toen woonden. Wij gingen niet uit, en slechts een enkele keer samen op vakantie. Niet omdat we niet wilden. Het kwam gewoon niet voor. We deden andere dingen. Ook later, toen we getrouwd waren en in een dorp verderop woonden veranderde dat niet. Hij was druk met carrière maken en ik werkte, deed de dingen in en om het huis en maakte in mijn vrije tijd soms uitstapjes met mijn moeder. Na de scheiding bleef ik in de buurt van mijn ouders wonen. Zij en Sam waren de familie die ik had. Mijn dierbaren en ‘eigen’ We hebben daarna nog tien jaar dicht bij elkaar gezeten en veel lief en leed gedeeld.

Bijna vier jaar geleden verhuisde ik naar Hier. ‘Samenwonend met kinderen’. In een stad. Andere baan. Andere mensen. Grote stap. Een nieuwe start en een heel ander leven. Mijn vader en moeder verhuisden naar Daar. Een ander klein dorpje, anderhalf uur verderop. Die afstand was wel even wennen. Niet even snel langs voor een praatje. Geen wekelijkse etentjes. Sam kon niet meer tussen de middag gaan eten bij zijn opa en oma. Maar wat is afstand nu nog tegenwoordig? En we hebben e-mail, sms, telefoon. En elke twee weken rij ik er heen om er een dagje te zijn. Al dan niet met Sam en/of Gijs. Tussendoor hebben we de waan van de dag. Een succesvol samengesteld gezin met mijn lief, een fijn huis en een hele leuke baan. Wat wil een mens nog meer? Afleiding genoeg om het sluimerende gevoel van onbehagen te negeren.

Maar het laatste halfjaar neemt het toe, dat sluimerende gevoel. De stad wordt nooit mijn echte plek. Het is me te druk, te veel vreemd volk om me heen. Mijn ouders worden ouder en ik ben niet in de buurt om een helpende hand toe te steken op het moment dat dat nodig is. Ik vind anderhalf uur dan toch wel een afstand. Eens per twee weken ‘life’ is me eigenlijk te weinig. Mijn ‘eigen’ zit te ver bij me vandaan.

Zolang het goed gaat, gaat het goed natuurlijk. Maar laatst ging s`avonds erg laat de telefoon. Mijn moeder. Mijn moeder belt nooit zo laat, dus er is iets aan de hand. Hun hondje is plotseling dood gegaan. In Daar zitten mijn heel verdrietige vader en moeder. In Hier zit ik. Verdrietig omdat het hondje dood is. Verdrietig om dat zij verdrietig zijn. Verdrietig omdat ik er niet was toen het gebeurde. En verdrietig omdat ik er niet even snel een kan gaan om te troosten.
En plotseling word ik overvallen door het gevoel dat ik als kind zo vaak had en wat ik kennelijk nooit helemaal kwijt zal raken. Het klinkt zo kinderachtig maar ik kan het niet helpen.
Vierenveertig jaar en ik heb heimwee naar mijn ouders.



Omdat ik dacht dat heimwee té kinderachtig is voor een volwassene heb ik het opgezocht op internet. Blijkbaar komt het vaker voor.
Meer artikelen over heimwee:

http://krant.telegraaf.nl/krant/vrouw/teksten/vrouw.uwmening.html
http://www.gezondheidsplein.nl/discussiepunt/159/Ook-wel-eens-last-van
http://eenlogvoorida.web-log.nl/mijn_weblog/2007/08/heimwee_is_niet.ht


28 april 2008 door LoesZo nu en dan, als iedereen naar bed is en Gijs en ik samen op de bank zijn beland, én er geen dringende zaken te bespreken zijn (of als we daar gewoon geen zin in hebben), verzanden we wel eens in volledig zinloze, bijna niet na te vertellen onzin. Zinloos is trouwens niet helemaal waar want we hebben dan op zulke momenten wel vreselijk veel lol met z`n tweeën. Wijntje, knabbeltje, kaarsje aan en muziekje er bij en er op los fantaseren. Eigenlijk zijn de meeste verhalen helemaal niet na te vertellen. Simpelweg omdat er geen enkele logica in zit en ik het me niet meer kan herinneren. Andere verhalen kan ik beter niet na vertellen omdat ik niet het risico wil lopen op een onbewaakt ogenblik mannen met witte jassen en dito auto voor de deur te zien staan. Afijn, aan fantasie geen gebrek in huize Gijs/Loes dus. Een verhaal wat al jaren mee gaat is dat van Rinus.

Later zullen we samen op de overdekte veranda van ons ‘buiten’zitten. Dekentje over de knieën want het kan best koud worden zo s`avonds als je alleen maar stil zit. Vanuit de oude schuur die achter het huis staan klinkt zo nu en dan het geroep van de uil die zich daar verschanst heeft. Vleermuizen vliegen af en aan naar de zelfde schuur. Loom klimt een van de katten het houten trappetje van de veranda op en nestelt zich op de schoot van Gijs. Hij is de oudste van de vijf katten die rond ons huis zullen scharrelen en al de vierde gezamenlijke kat die we dan hebben. Aan mijn voeten liggen onze twee hoogbejaarde Border Collies. De één met zijn kop op mijn voet, de ander languit op de houten vloer. Schapen hebben we dan niet meer. Wij zijn te oud en zij zijn te oud.
Vanuit het de keuken komt een flauw schijnsel en klinkt vrolijk gefluit. Rinus.

Rinus is een grote, stevige gespierde kerel met energie voor tien. In het plaatselijke sufferdje zetten we een advertentie: “Gezocht. Hulp in de huishouding.” Diverse Rina`s komen waarschijnlijk op de advertentie af, maar we gaan geen kat op `t spek binden natuurlijk! ;-) Dus we kiezen Rinus. Rinus blijkt goud waard. En homo, dus Gijs ook tevreden. Rinus komt, en zal nooit meer weg gaan.

Als hij bij ons komt werken is hij nog maar net twintig jaar en op zoek naar een bijbaantje. Een beetje poetsen bij een gezin met kinderen en huisdieren, en zo nu en dan wat andere klusjes doen is dan wel wat. Op de een of andere manier weten we niets over de achtergrond van Rinus, zijn familie of vrienden. Hoewel hij wel ineens hier en daar meer stevige kerels vandaan weet te halen als er versteking nodig is bij de wat zwaardere klussen. Maar verder blijft allemaal even vaag. Maar elke zaterdag is hij van de partij en na verloop van tijd wordt zijn hulp in en om het huis natuurlijk van onschatbare waarde. Naast ons werk en de kinderen zijn we druk met diverse activiteiten waaronder met de honden. Activiteiten die we willen uitbreiden met eigen schapen. Maar een schaapskudde in de stad….

Dus verhuizen we naar een kleine boerderij op het platteland in het zuiden van het land en Rinus verhuisd mee. We boften natuurlijk, met een groot terrein waar een huisje voor Rinus op kan staan zodat hij ook een eigen plek heeft. Rinus maakt alle familie gebeurtenissen mee. Kinderen die de deur uit gaan om op zich zelf te aan wonen. Een schaapskudden die uitgroeit tot de bekendste van de streek. En hij werkt natuurlijk mee in het bed & breakfast! En Rinus zal er bij zijn als de kleinkinderen geboren worden en blijkt een fantastische oppas en kindervriend. Niks is Rinus te veel en we hoeven zijn naam maar te roepen en hij komt opdraven. Naar mate wij ouder worden en gebrekkiger, neemt Rinus steeds meer van ons over en uiteindelijk neemt hij de kinderen veel werk uit handen door volledig voor ons te zorgen. Het is ons tot op heden een raadsel waarom Rinus zijn leven zou opofferen aan twee tachtig jarigen (ja, we worden oud!). Zo`n kerel heeft wel wat beters te doen zou je zeggen.
Maar vooralsnog houden wij vol dat wij later op de overdekte veranda van ons buiten zullen zitten in de wetenschap dat Rinus de familie barbecue wel zal organiseren ter ere van ons 30 jarige samengesteld bestaan en ons naar bed zal rollen als het tijd is om te gaan slapen.
Mijn wasmachine piept.
RINUS!!
31 maart 2008 door loesHet is vrijdag en Gijs en ik zijn zomaar weer eens samen een dagje vrij. Nu betekent ‘samen vrij’ lang niet altijd dat we iets vrijetijd-achtigs kunnen gaan doen maar we zijn in elk geval samen een dag thuis en maken plannen om naar de stad te gaan. Ik ben er iets eerder uit dan Gijs, zet koffie, smeer een boterham en kruip achter de pc. Mijn ochtend ritueel op vrije dagen. Als Gijs beneden komt begint hij aan zijn ochtend ritueel. Kopje koffie en sjekkie en op de bank wakker worden. Dan scheren. En op het moment dat hij zijn scheerapparaat weer neerlegt zijn de honden in opperste staat van opwinding. En als hij zijn schoenen heeft gepakt zijn ze helemaal door het dolle. Ze gaan uit! Nu Gijs het komend uur de honden bezig houd (of de honden de baas?) maak ik mij nuttig met wat huishoudelijke klusjes. Een wasje opzetten, een droogje vouwen, strijk sorteren, kamer en beetje opruimen, de douche in en aankleden. Het uur is nog niet om en Gijs nog niet terug. Dan maak ik maar vast de boodschappenlijst. Deels bij de Lidl te halen en deels bij de Super. Kennelijk is het leuk in het park en ik heb niet veel zin om te gaan zitten wachten en pak de boodschappen tassen en leg een briefje neer: “Ik ben vast even boodschappen doen. Tot zo!”

Als ik de straat van de Super in rijd vind ik het maar raar rustig voor een vrijdag. En net als ik de auto op de parkeerplaats wil draaien zie ik voor de Super diverse werkvolk, een dichtgeplakte deur en auto`s van leveranciers staan. “O ja…die is dicht.” Het schijnt al weken geleden aangekondigd te zijn geweest maar ik heb de aanplakbiljetten volledig gemist. Normaal gesproken vlieg ik de winkel in en zo snel mogelijk weer uit (ik heb een hekel aan boodschappen doen). Enige wanddecoratie is niet aan mij besteed. Het is dat mijn werkgeefster mij van de verbouwing had verteld waardoor ik ‘o ja’ dacht. Nu was ik aangewezen op Hoogvliet die in de wijk verderop zit. Niet dat ik iets tegen deze grutter heb, maar wel tegen het plein waar die zit. Te druk, te onoverzichtelijk, te chaotisch. En te weinig parkeerplaats. En nu de hele wijk daar zijn boodschappen moet doen helemaal. Ik rijd drie keer het miniparkeerterrein op en af voor ik eindelijk een plaatsje kan bemachtigen. Tassen in de hand, auto op slot. Ik heb een andere jas aan dan gewoonlijk dus ik heb geen muntje in mijn zak voor het winkelwagentje. Ik ga op zeker en pak een muntje van 50 eurocent en een van een euro uit de noodvoorraad in het dashboard kastje. Daar waar de karretjes van Hoogvliet staan staat ook een minder bedeelde Nederlander die een krantje probeert te slijten. Ik vind het sneu voor hem maar schud toch mijn hoofd. Ik wil geen krantje, ik wil een karretje. Vijftig eurocent blijkt genoeg. Na drie bochten blijkt het nog geen tien cent waard te zijn. Het hele karretje niet. Het linker voorwiel blijkt regelmatig vast te slaan wat erg onhandig stuurt. Er zit geen tassenhaak aan en het is veel te klein. Mijn zorgvuldig opgestelde boodschappenlijstje ‘op volgorde van waar het staat in de winkel en in welke winkel’ blijkt volledig nutteloos. Bij Hoogvliet staat alles anders. Ik volg dus de paden en bekijk schap voor schap wat ik nodig heb en zo tegen het einde van de rit lijkt me dat aardig te zijn gelukt. Het wagentje puilt zowat uit. Ik zoek me alleen ongelukkig naar de scheermesjes. Als ik een juffrouw die een vleesschap staat aan te vullen vraag waar ik die kan vinden vrees ik een antwoord in de zin van: “Dat weet ik niet mevrouw. Ik werk hier net twee dagen.” Maar gelukkig blijkt de juffrouw van wanten te weten. Zij troont mij mee naar een touchscreen dat naast de melk hangt. (Ha. Melk. Ik vroeg me al af waar ze dat verstopt hadden!) Ze doet voor hoe dat moet: product kiezen, op het scherm drukken, bonnetje er uit halen, betalen bij de kassa, en na de kassa bonnetje langs ander apparaat halen en dan krijg ik mijn mesjes. “En als u sigaretten wilt doet u dat ook zo.” Besluit Wendy van Wanten haar demonstratie. Nog overdondert door zoveel vernuft en het gedoe zie ik dat een mevrouw voorpiept en met het grootste gemak een bonnetje voor sigaretten uit het apparaat tovert. Ook een Wendy gok ik, dus ik vraag haar of je voor vijf pakjes vijf keer dat scherm moet bedienen. “Ja!” is haar korte antwoord en ik besluit ter plekke te stoppen met roken! Ik duw mijn karretje richting de kassa, lijstje (voor de zekerheid maar even geraadpleegd) in de ene hand, een van de berg afrollende worst opvangend met de andere hand en bonnetje voor de mesjes tussen mijn tanden geklemd. De lopende band van de kruidennier past bij de winkelwagentjes. Te klein. In elk geval voor de hoeveelheid kruidenierswaren die ons gezin in een week weg weet te tremmen. De arm die de boodschappen bij elkaar moet schuiven verkruimelt mijn chips, een zak aardappelen barst open en de aardappelen rollen over de vloer. Tegen de tijd dat ik mijn zooi bij elkaar heb geraapt en weer in het karretje heb gekregen heeft de kassier drie klanten geholpen. Ik doe de truuk met het bonnetje en krijg inderdaad mijn scheermesjes. Dat valt niks tegen! Buiten stel ik twee krantenverkopers teleur en wil ik alleen nog maar zo snel mogelijk van het terrein af en naar huis. Mijn in een opwelling genomen besluit om te stoppen met roken ben ik allang weer vergeten en steek er een in de brand, op weg naar de plaatselijke drogist om daar een nieuwe voorraad rookwaar te halen.

Eenmaal thuis zijn de boodschappen in no time her en der in kastjes en ijskast verdwenen en vertel ik mijn verhaal aan Gijs die inmiddels thuis is en een kopje koffie heeft gezet. En dan gaan we dus samen de stad in. Het eerste adres is de opticien. Bij mijn vorig bezoek was mij verteld dat ik minstens een nacht mijn lenzen uit moest hebben voor een goede oogmeting en controle dus ik heb geen lenzen in. Als ik voor de tweede keer vertel wat ik wil zegt de opticien niets voor mij te kunnen doen. Het klonk niet hoopgevend maar wat hij bedoelde was dat ik een afspraak moet maken met de lenzenspecialist. Ik vind dat ze me dat wel gelijk hadden mogen vertellen…. De afspraak wordt gemaakt, ik doe mijn lenzen in en we lopen even naar de juwelier een eindje verderop waar ze een nieuwe collectie zouden krijgen, maar niet blijken te hebben gehad. De volgende geplande halte is de V & D. Ik hoop een dag eerder te kunnen profiteren van het Prijzenfestival en heb mijn oog laten vallen op ondergoed voor een leuke prijs. Met engelengeduld helpt Gijs met uitzoeken, houdt hij mijn jas, tas en de overige aankopen vast terwijl ik wik, weeg en uiteindelijk besluit dat de onderbroeken niet de goede zijn maar de hemdjes wél. Ik hou voor, rek uit, kijk in de spiegel en maak uiteindelijk een keus. We besluiten ons gezellige middagje statten te besluiten met een frietje oorlog bij de enige zaak die nog zijn frieten zelf snijdt van verse aardappelen en kuieren op het gemak en toch tevreden terug naar de auto.
`s Avonds blijken de nieuw gekochte hemden toch niet te passen.
Soms zit het mee…


10 maart 2008 door LoesIk heb tijd te kort. De salade moet vast gemaakt. De boontjes schoon gemaakt. De witte chocolade mousse moet vooraf staan opstijven in de koelkast. Of ijskast. We zijn het er nog niet echt over eens. Het ene deel van het gezin is gewend aan ‘koelkast’ te zeggen en het andere deel zegt ’ijskast’. Wat er toe leidt dat als er iemand ‘ijskast’ zegt er steevast ‘koelkast!’ wordt geroepen. We zijn zelfs een keer zover gegaan om er de Dikke van Dalen op na te slaan, maar die keurt beide goed en heeft dus als zodanig niet voor een oplossing gezorgd. Hoe dan ook, die mousse moet koud staan wil het wat worden, dus dan zal ik het eerst moeten maken. Waar heb ik dat recept ook weer gelaten….. Door Roos aangestoken, die bij verschillende gelegenheden de bruine mousse heeft gemaakt, en mijn herinnering van de witte ooit gegeten in een restaurant, ben ik op zoek gegaan naar een goed recept voor dit nagerecht. Ik heb het gevonden maar de laatste keer dat ik het maakte was de gelatine niet goed opgelost en dat gaat toch ten koste van het genieten. De mousse behoeft aandacht dus. Een aangezien ik bedacht heb om ‘vlees in pakketjes’ te eten en mijn oven te klein is om die er allemaal te gelijk in te bereiden, moet ik dat ook vooraf doen. Het is half negen. Om half elf wil ik de badkamer in. En om half twaalf wil ik de koffie klaar hebben. Ik ben jarig en mijn vader en moeder komen.

Zoals ik van huis uit gewend ben onthaal je je gasten en is het leuk om voor ‘elck wat wils’ te eten en te drinken in huis te hebben. Sinds mijn ouders in het buitenland wonen en ik in het midden van het land, zien we elkaar niet zo vaak als voorheen. Vandaag is de verjaardagviering gereserveerd voor hen, om voldoende aandacht aan elkaar te kunnen besteden. En wil ik niet halverwege een gesprek moeten opstaan om aan het kokkerellen te gaan. Goede voorbereiding is dus het halve werk. Normaal gesproken zouden we dat een dag van te voren doen, maar die avond vierde ik ook al een beetje verjaardag. De zus en zwager van Gijs zijn vanuit de kop van Noord Holland twee uur heen en twee uur terug gereden, speciaal voor een kop koffie ter ere van mijn verjaardag. Hartstikke leuk en gezellig, want ook die twee zien we niet zo vaak, maar daardoor dus wel een wat krapper tijdschema. Eerder opstaan was natuurlijk verstandig geweest, maar ik lag zo lekker! Dus ik hou me aan een strakke planning. Terwijl de chocolade au bain Marie staat te smelten, klop ik slagroom stijf, kluts ik het ei met suiker, snij ik komkommer, maak ik boontjes schoon, jaag ik de hond uit de keuken en de kat van het aanrecht. Wegwezen! Het vrouwtje heeft het druk! Ondertussen lopen Sam en Roos om me heen om hun ontbijtje te smeren. Die kan ik dus niet met goed fatsoen de keuken uit jagen. Maar ze geven me wel wat extra tijd door de honden uit te laten. Voor het ‘vlees in pakketjes’ leg ik het hele aanrecht vol met twintig pakjes bladerdeeg om die zachtjes te laten ontdooien. Het vlees, klein gesneden en gekruid, ligt zachtjes te spetteren in de wok. De over verwarmd voor. Alles onder controle. Het is tien uur.

Wat onhandig peuter ik het tussen velletje van het eerste plakje bladerdeeg af en leg het op de plank. Schepje vlees er op, klontje kruiden kaas en dan dicht vouwen. Het deeg blijft plakken aan de plank. Als ik dat eenmaal los gefriemeld heb blijken de randjes van het plakje deeg helemaal niet zo makkelijk aan elkaar te blijven plakken als ik hoopte. Wél aan mijn vingers. Ik wil een stukje keukenrol pakken om mijn vingers schoon te maken. Rol keukenpapier op. Gelukkig is dat nog wel voorradig en als er een nieuwe hangt en mijn vingers schoon zijn lukt het beter. Nu nog zó zien te plakken dat het niet alleen goed vast blijft zitten maar dat het geheel er ook nog een beetje appetijtelijk uit ziet. Nu begrijp ik waarom dat programma “oorlog in de keuken” heet! Na een gevecht met de eerste zeven krijg ik bij pakketje acht wat meer handigheid en gaat het wat sneller.

Ondertussen sta ik nog een keer te bedenken met hoeveel personen we zullen zijn. Iris komt ook dus we zijn zelf al met z`n zessen. En vriendje van Dewi komt ook. Zeven. Mijn vader en moeder. Negen. “Loes? Is het goed als Vriendje komt? En mag hij dan ook mee eten?” Tien. Het schiet door me heen dat Vriendje vegetarisch wil eten. Normaal houden we daar wel rekening mee, maar ik heb niet standaard een tofuburger in de vriezer liggen. Nou ja, niks aan te doen. Hij eet er deze keer maar omheen. Bij vleespakketje nummer twaalf ontdek ik ineens dat de kant van het plakje bladerdeeg, waar eerst het tussenvelletje tegenaan zat, véél beter plakt dan die andere kant. En na twintig pakketjes heb ik de slag helemaal te pakken en vind ik dat ik mijzelf met recht een ervaren ‘vleespakketjesmaker’ mag noemen. Het is half elf. Ik schuif de eerste helft van de vlees pakketjes in de inmiddels warme oven, ruim de keuken op en ga naar boven om me te douchen en aan te kleden. En om half twaalf ben ik weer beneden en staat de koffie pot klaar. Planning gehaald! En een verschrikkelijk gezellige dag gehad!

En nu ben ik weer op zoek naar lekkere recepten voor de brunch op eerste paasdag. Dan vier ik voor de derde én laatste keer dit jaar mijn verjaardag. Mijn vriendinnen komen, mét aanhang en dan zullen we met ongeveer veertien personen zijn. Misschien maak ik wel weer vlees in een pakketje. Ik weet nu hoe het moet. Maar dan wel een dag van te voren!

Lekkere recepten vind je o.a. op www.eddes-menu.com – ook de witte chocolade mousse
Als je het recept van ‘vlees in pakketje’ wil, laat even een berichtje achter.

Groeten,
Loes
10 februari 2008 door loesEn ineens heb ik enorm veel zin een paar vrije dagen. Gewoon in mijn eentje wat aan keutelen in en om het huis. Hier en daar een klusje doen. Wat tekenen. Misschien verder aan een scrapboekje. Beetje bijslapen. Kortom: ff niks. Omdat ik beloofd heb in te vallen op mijn werk in verband met een beurs waar mijn werkgevers naar toe willen ben ik op die dag na tien dagen achter elkaar vrij. De overige dagen zijn dus helemaal voor mij. “Een mens moet nuttig zijn.” Zegt mijn moeder altijd. En ik heb haar genen. Dus ik maak een lijstje met allerlei dingen die ik in die negen dagen eens mooi zou kunnen gaan doen. Niet moeten, maar kunnen. Dat geeft al een lekker vrij gevoel. En al doe ik maar iets van het lijstje heb ik in elk geval ook een voldaan gevoel. De auto wassen. De tuin opknappen. Grote schoonmaak (twee maanden niet al te nauw gekeken) De strijk weg werken. De kamer witten. Keus genoeg.

Op dag één begin ik met de twee meter wiebelende strijk waar als je er zo tegenaan kijkt geen einde aan lijkt te komen. Maar gaande weg wordt de gekreukte berg lager en de keurige stapel op de tafel hoger. Ondertussen spreken Gijs en ik af dat we die middag wel eens naar de stad zouden kunnen gaan. Het abonnement van onze gsm loopt ten einde en omdat we natuurlijk met ‘de vaart der volkeren’ mee willen blijven gaan oriënteren we ons op een nieuwe mobiel mét een interessant abonnement. Maar dan gaat de (huis) telefoon en komt onze afspraak én mijn vrije middag te vervallen. Op mijn werk hebben ze tweeënveertig grafstukken te maken die die middag voor half zes bezorgd moeten worden. Of ik even kan komen helpen? Natuurlijk kan dat. Het zou bijzonder onaardig zijn om altijd te roepen: “Als er iets is dan bel je maar!” en als er dan iets is en er wordt gebeld zeggen dat je niet komt. Dus ik laat de strijkbout voor wat die is en vertrek. En aan het eind van de middag heb ik dat voldane gevoel wat je krijgt van een klus die op tijd geklaard is. En Gijs had de strijk weggewerkt!

Dag twee bracht ik door bij mijn vriendin. Zij is begin december jarig en het viel niet mee om al haar vriendinnen op dezelfde dag bij elkaar te krijgen dus zodoende vierde zij haar verjaardag twee en een halve maand later. En met succes, veel plezier en een hoop gelach. Heerlijk zo`n meidendag!

Dag drie besluit ik dan toch met het witten te beginnen. Het is écht nodig en van uitstel komt alleen maar afstel. De kinderen zijn naar school, Gijs moet werken. Dus ik kan ongestoord de boel op zijn kop zetten. En ik begin met goede moed en zin aan het werk. `S ochtends ga ik naar ‘Dat zeg ik’ en kies een wit uit. In het schap zie ik vanille staan en denk dat dat mooi is bij de oranje muur die we hebben. Als ik de pot van de plank trek zie ik op het etiket precies dezelfde kleur als die nu op de muur zit. Het wordt roomwit voor de muren en warmwit voor het houtwerk. Vanille wordt het vanzelf.
Op dag vijf van mijn vrije dagen zit ik met een sigaret op het puntje van een met een oude dekbedhoes afgedekte stoel naar de puinhoop in de huiskamer te kijken terwijl ik het eerste vanille tegen de muren op blaas. Waar ben ik aan begonnen! De klus duurt langer dan ik had gedacht (ik reken mezelf altijd rijk) en ik heb helemaal geen zin meer. Maar zo laten staan is geen optie. Wie A zegt moet ook B zeggen. Schouders eronder en door. Ondertussen is Sam ziek geworden en die loopt met zijn ziel onder zijn arm en voor zover mogelijk, tussen de tv. en de p.c. om zijn tijd een beetje door te brengen. Met de kwast in de hand vertroetel ik hem en ik ben blij dat Gijs op dag zes en zeven ook zijn oude kloffie aantrekt en zijn vrije dagen opoffert. Samen maken we het verfwerk af en zitten we op dag acht moe, maar zéér voldaan te genieten van onze inspanningen. Het scheelt een lamp!

Dan gaat de telefoon. Mijn andere vriendin, helemaal in tranen. Haar vader is geveld door een levensgevaarlijke vorm van streptokokken en ligt op sterven. Ik ken haar alweer zo`n dertig jaar en haar vader dus ook. Ik huil met haar mee aan de telefoon. En ik baal er van dat ik haar niet kan troosten in de vorm van: “Het komt wel goed.” want het komt niet goed. Haar vader zal op korte termijn komen te overlijden en dan heeft ze geen ouders meer. En naast haar verdriet voel ik mijn eigen angst. Tenslotte: mijn ouders hebben ook niet het eeuwige leven. Het sombere gevoel laat me niet echt meer los.

De laatste dag van mijn vrije dagen gaan Gijs en ik dan alsnog naar de stad. We kijken naar de verschillende mobieltjes, kopen een kadootje voor Dewi, de eerste jarige van een reeks deze maanden en doen dan toch nog even lekker niks. En dan gaat s`avonds weer de telefoon. De vader van mijn vriendin is overleden.
Mijn werkweek begint weer en aangezien ik woensdag een halve dag werk is dat een goed moment om even naar mijn vriendin toe te rijden. Vrijdag is de begrafenis. Gijs gaat met me mee en temidden van allemaal vreemden kijken we naar mijn verdrietige vriendin en haar familie. De tranen lopen over mijn wangen bij het horen van de verhalen die een aantal van hen vertellen en besluiten met ‘Rust zacht pa en opa’. Met een vrolijke wals van André Rieu wordt de overledene door de jonge jongens van de familie naar buiten de begraafplaats opgereden. De zon schijnt. Best een mooie dag om begraven te worden.

`S avonds bel ik mijn moeder. Om te vertellen hoe het is geweest en om te vragen of ik misschien de verzekering kan krijgen dat ik de eerste vijfentwintig jaar dit nog niet mee hoef te maken. Mijn moeder reageert nuchter: “Kind, dat is struisvogelpolitiek. We komen er allemaal voor te staan, en dan, over vijfentwintig jaar is het gevoel precies hetzelfde.” Wat ik niet wil horen, maar wat natuurlijk wel waar is. Gelukkig is er geen enkele reden om aan te nemen dat mijn ouders op korte termijn het tijdelijke met het eeuwige zullen gaan verwisselen. En ondertussen speel ik de struisvogel.

En zo rolden we van een begrafenis een verjaardag in. Zaterdag zit een zestal jongelui luidruchtig te genieten van de voorpret. Rond half elf die avond zullen zij de kroeg op stelten gaan zetten waar om twaalf uur de kurken ter ere van de verjaardag van Dewi zullen knallen. Het feestje krijgt zondag een staartje. Vriendinnetje blijft slapen. Vriendje komt mee eten. Er wordt een filmpje gekeken. Om elf uur zijn alle gasten de deur uit en de kinderen naar bed. De nu zeventienjarige heeft genoten van haar verjaardag, dat is zeker! De vaatwas is nu nog de enige die wat doet en maakt een kalmerend zacht klotsend geluid. Het wordt stil in huis. Morgen ga ik lekker in de tuin rommelen en met Gijs en de honden naar de duinen. Ff niks.

22 januari 2008 door loesHet is al half acht als ik het inmiddels vertrouwde geluid van het bestelbusje van de plaatselijke bakker op het erf hoor. Hij is laat vandaag. Ik loop nog even de ontbijtkamer door en controleer of er niets ontbreekt op de tafels en schik hier en daar een bloemetje recht in de kleine vaasjes. Met een korte klop op de dubbele houten achterdeur laat Kees de chauffeur weten dat ik vergeten ben de deur van het slot te halen. Ik haast me er heen, laat hem binnen en schenk de net vers gezette koffie voor hem in een mok. Kees schuift aan de lange houten keukentafel en begint gelijk de laatste roddels uit het dorp tot in het kleinste detail te vertellen. In dit kleine gat kent iedereen iedereen. En praat iedereen over iedereen. Het is dus zaak dat je je aan de dorpsregels houd en zeker voor ons. We willen de goede naam van ‘Bed & Breakfast” graag hoog houden. En dus houden we Kees tot vriend, want als er iemand is die je naam te grabbel kan gooien is hij het wel. Nou is Kees een goeie vent. Behalve dat hij ons het dagelijks verse brood brengt doet hij verschillende klusjes in en om de boerderij. Laatst heeft hij de dakgoten gerepareerd en het lekkende dak van de schuur weer waterdicht gekregen. Puur vakmanschap en voor niet al te veel geld.We zijn zuinig op zulke hulp! En zoals elke morgen zit hij nu van zijn welverdiende kop koffie te genieten. Terwijl k luister naar zijn spraakwaterval leg ik het verse brood op een schaal, pers sinaasappels uit en zet water op voor het koken van de eieren. Vers geraapt uit het kippenhok eerder die ochtend. Aan het gestommel op de houten trap te horen zijn Sam en Dewi klaar en toe aan hun ontbijt. De kapsalon waar Dewi werkt gaat om negen uur open en is maar een kwartier rijden bij ons vandaan. Sinds ze haar rijbewijs heeft zijn we onze auto nog al eens kwijt! Gelukkig brengt ze dan ook gelijk Sam naar school. Het kan zomaar zijn dat hij bij het restaurant van Kees` broer waar Sam stage loopt, kan blijven werken als hij zijn koksdiploma heeft gehaald. Dat zou mooi zijn want Sam heeft het er erg naar zijn zin. Er zijn genoeg restaurants in de buurt. Niet alleen prettig in verband met Sam, maar ook voor onze gasten aangezien we geen volpension hebben. Het loopt tegen achten. Kees gaat naar zijn laatste adres en ik zet de spullen in de ontbijtkamer. De eerste gasten zullen zo wel komen. Meneer en mevrouw van Dalen komen hier al vanaf het begin en hebben zo hun vaste gewoontes. Acht uur ontbijt, negen uur op pad. Ze wandelen en fietsen graag en kunnen als echte natuurliefhebbers hun hart ophalen in deze streek. Het is een prachtig voorjaar waardoor alle kamers geboekt zijn. Door de regenachtige zomer van vorig jaar hebben we een paar weken gemist. Geen man overboord, maar toch. Dit is leuker. Het jonge stel met het kleine kindje is hier voor het eerst. Ze hebben vandaag een dagje zwemmen op het programma staan en hebben een lunchpakket besteld. Terwijl ik dat sta klaar te maken plan ik mijn dag. Gijs heeft vroege dienst dus die heeft de beesten geen eten gegeven. Dat zal ik zo eerst doen. Dan even naar het VVV om nieuwe folders te halen en gelijk even naar het postkantoor. Er is een nieuwe fietsenmaker gekomen nadat in december de oude man die het zaakje runde is overleden. Ik zal me even voorstellen zodat hij weet waar zijn klanten vandaan komen. De bakken met violen moeten water en de plantjes in de gastenhuiskamer ook. Nog even een schoffel door de moestuin en vandaag komt de leesmap. Ik moet dus even de bladen verzamelen en klaar leggen voor als de bezorger komt. We hebben een plaats afgesproken en als ik er niet ben wisselt hij ze gewoon om. Als alle gasten hun sleutel hebben terug gehangen kan ik ook de kamers doen. Bedden opmaken, schone handdoeken klaar leggen, prullenbakken legen en even de wc`s en douches schoonmaken. Als ik een beetje door kan gaan kan ik rond een uur of twee klaar zijn. Dan zal ook de droger met linnengoed wel klaar zijn en kan er gevouwen en gestreken worden. Fijn dat mijn moeder zo nu en dan een dagje komt. Niet alleen gezellig, maar ze helpt me met de strijk terwijl mijn vader zich om de beesten bekommerd! Meestal wordt het later voor ik klaar ben. Er komt geregeld een gast iets vragen of een buur buurten. Nou ja, ik zie het wel. Niet vergeten om de mail te controleren of Roos nog geschreven heeft. Ze maakt wat mee in dat studenten huis! In elk geval zal ik voldoende tijd hebben om met de honden een flinke boswandeling te maken.
De lunchpakketten zijn klaar en vanuit de ontbijtkamer klinkt een aangenaam geroezemoes. Als ik even binnenloop om te kijken of alles naar wens is beginnen meneer en mevrouw van Dalen een praatje. Echte kwebbelaars zijn het. Ik krijg in geuren en kleuren te horen hoe zijn weer hebben genoten de dag er voor en hoe mooi het was in de dierentuin en wat een schitterende tocht het fietsen er naar toe is geweest. Het kindje van het jonge stel zit lief naar me te lachen terwijl het met de handen in de jampot zit. De verontschuldigende blik van de ouders wuif ik weg met “Ik ruim het straks wel op. Het kan geen kwaad met die plavuizenvloer.” Die vloer heeft wel bewezen tegen een stootje te kunnen. Er is al van alles over heen gegaan en op gevallen, maar elke eventuele beschadiging maakt hem alleen maar authentieker. De twee andere stellen die nu bij ons logeren lijken het ook erg naar hun zin te hebben en beginnen aan hun derde vakantie dag van de geboekte week.
Om half tien is de ontbijtkamer weer leeg en ik kan aan het opruimen van de spullen beginnen. Als de vaatwasmachine draait begin ik aan mijn planning. De zon schijnt. De vogels fluiten. En ergens in de verte klinkt het geblaat van de schaapskudde van de buurman. Wat een heerlijke dag!

Het bovenstaande is natuurlijk van A tot Z verzonnen maar O! wat zou ik dat leuk vinden! Een bed & breakfast ergens in een boerenstreek met in de directe omgeving diverse vertier ‘voor elk wat wils’. Vier of vijf slaapkamers en een gasten huiskamer en tuin. En een mooi stukje huis en tuin afgeschermd van de rest met een bordje ‘privé’. Of het er ooit van komt betwijfel ik. Zo`n avontuur heeft natuurlijk nog al wat gevolgen. De kinderen zullen naar een andere school moeten of een andere werkplek zoeken. En Gijs zal natuurlijk ook een andere baan moeten vinden. En mijn baan komt te vervallen en dan is het maar te hopen dat je zoveel bed & breakfast verkoopt als nodig is om dat weer te dekken. En dan heb ik het nog niet over de investering die nodig is om zoiets op te zetten. Ik heb zo eens een beetje op internet zitten zoeken en er is best wel wat et koop. Kant-en-klaar of geschikt om te verbouwen tot. Maar je schrikt er van!
Nou ja….zoals mijn vader dan altijd zegt: Kopen hoeft niet. Winkelen is ook leuk!
9 januari 2008 door loesVeertien jarige zoon.
Hij wil anders zijn. Dus hij heeft zijn haar lang, broeken wijd en truien over oversized. Een lange zwarte leren jas waardoor hij er op een afstand ook inderdaad erg anders uitziet. Door zijn toenemende lengte wordt hij regelmatig voor een zestienjarige jongeling aan gezien wat hij natuurlijk als het zo past ten voordele gebruikt. De muziek voorkeur, veelal merkwaardig ogende bands en zangers, is niet om aan te horen. School is bijzaak, zelfs als zijn beoordeling voor kader niveau in gevaar komt. Leraren zijn per definitie stom. En in zijn vrije tijd gaat hij chillen in de stad met een groepje gelijkgestemden. Als hij zou mogen chilt hij in de kroeg want dat is cool en hij kent er iedereen. Boeie! Is zijn houding vaak. Vragen naar zijn huiswerk en voor het donker thuis zijn is kinderachtig. Zijn taalgebruik is bij tijd en wijle verschrikkelijk en als je hem voor de zesde keer vraagt om nu dan toch écht van msn af te gaan staat zijn gezicht op onweer. Ontbijten doet`ie buiten op straat met bij de plaatselijke super gekochte verse witte bolletjes. Brood klaar maken om meenemen is zonde van de tijd die je nog op je bed kan liggen. Slapen is naast chillen het tweede tijdverdrijf. Althans, in de ochtend. In het weekeinde en vakanties begint het leven pas na één uur. En buiten de deur, met achterlating van een spoor vuil wasgoed verspreidt door zijn kamer. Gezien de snelheid waarmee zakgeld en beltegoed er door heen gejaagd wordt, wordt het spaar- en kleedgeld nog niet door hem zelf beheerd. Lekker eten is vooral vet, snel klaar en ongezond. En hij weet het allemaal heus wel…..

Zestien jarige dochter.
Zij gaat met de mode mee. Dus haar truitjes zijn wat aan de korte en koude kant, haar broeken beginnen onder haar navel. Haar schoenen zijn van zomer kwaliteit, wat beslist voor koude voeten moet zorgen, maar ze staan zo leuk. Haar ogen zijn net wat te zwaar opgemaakt en haar lippen glimmen je tegemoet. Nu ze aan het uitgaan heeft geroken zijn alle remmen los. En ze was toch al niet zo sterk in het bewaken van haar grenzen. Of het rekening houden met die van anderen. Bij gebrek aan een betere vrijetijdsbesteding brengt ze haar tijd door in de stad en in veelal in de kroeg. Zó gezellig, dat ze de vriendin met wie ze naar de stad was gegaan alleen naar ons huis laat gaan om een vergeten tasje op te halen. De vriendin is wél op tijd thuis. Met die jongen waar ze mee zoent op die ene foto heeft ze niks hoor! Ze zoenen alleen maar. “En dát is nu het uitgaansleven! “ Aldus de 14 jarige zoon. Msnnen is haar lust en haar leven. Met jongens natuurlijk. Als het even kan oudere dan zij zelf. Houvj staat er. Waar ze natuurlijk niks mee bedoelt, dat zeg je gewoon. Maar dat weet die jongen niet. En als die denkt: “Kip ik heb je!” haakt zij af en fladdert naar de volgende. Haar kamer is in niets meisjesachtig. Of het moet de hoeveelheid make-up en haar kappersspullen zijn die verspreidt ligt tussen het schone en vuile goed. Roken doet ze ook. En stevig. Ook thuis en van haar zelf verdiende centen. Dat was een lange hobbelige weg. Haar centen beheert ze voorlopig maar niet zelf. Haar werk bij de kapsalon vindt ze erg leuk. Die ene dag school….nah…das school.

Achttien jarige dochter.
Die vindt school super belangrijk. De beste van de klas wil ze zijn. Met de hoogste cijfers. En ondanks dat ze hartstikke slim is en goed kan leren baalt ze er toch wel van dat ze toch niet de slimste van de klas is. Ze realiseert zich niet dat een studie medicijnen een zeer lovenswaardig streven is, maar waarschijnlijk wat te hoog gegrepen. En wil er ook niks over horen. En ze heeft nog geen alternatief in gedachten voor als ze uitgeloot wordt. En dat je voor een jaartje tussendoor als au pair in Engeland wat onderzoekend werk moet verzetten is een lastig feit in haar leven. Ze wil ook graag anders zijn. Draagt heersbeestjes oorbellen en zuurstokkleurige kleding boven kisten met kraaltjes aan de veters. Háár kamer is meer dan meisjesachtig. Met zuurstokkleurige wanden met foto`s aan van haar vriendje. Een vriendje waar ze wel héél volwassen dingen mee doet maar waarmee na drie jaar de relatie nog steeds op peuterniveau is. Volwassen wil ze heel graag zijn, maar als het op volwassen gesprekken of handelen aan komt kruipt ze in haar schulp. Elke vorm van sturing of advies ziet ze als een bedreiging. Praktische zaken vult zij perfect in maar als het er echt op aan komt is zij zo gesloten als een oester. Ze zou het liefst vegetarisch eten, en vind het wel irritant dat daar geen rekening mee gehouden wordt. Ze drinkt kruidenthee en eet muesli met melk als ontbijt. Of de brinta die ze op haar eigen kamer bewaart. Over zij die roken en drinken heeft ze een zéér uitgesproken mening. Ze kan erg goed met geld omgaan. Sinds een maand of drie verdient ze voor het grootste deel haar eigen geld. De aanvankelijke sterke aversie tegen een bijbaantje lijkt te hebben plaatsgemaakt voor het genot van de voordelen. Ze spaart voor een vakantie. Hoe haar toekomstplannen gefinancierd moeten worden, daar heeft ze het nog niet over gehad.

Het recept.
Ik zou het écht niet weten. Pubers opvoeden, ik vind verschrikkelijk moeilijk. Vermoeiend ook. Toen ze klein waren, in de peuter en kleuter fase, kon je nog gewoon ‘nee’ zeggen. Zonder al te veel uit te leggen. En dan gebeurde het ook niet. En als je nu ‘nee’ zegt krijg je eerst een waterval ‘ja maars’ om je oren. Gevolgd door allerlei beslist heel goede redenen om van je ‘nee’ een ‘ja’ te maken. Soms liggen Gijs en ik dubbel van het lachen omdat we ook de komische kant van de zaak kunnen zien. En ach….ze worden wel groot! Het gaat wel over en ze gaan het wel snappen. En eerlijk is eerlijk, zo nu en dan zijn het inderdaad goede argumenten en komen tot een afspraak. En over het algemeen is het gewoon gezellig zo met z`n allen. Maar soms begrijp ik de gedachten gang van de kinderen totaal niet. En begrijp ik werkelijk niet waar ze hun gedachten, meningen en standpunten op baseren. Hoe kom je bijvoorbeeld als veertien jarige op het zotte idee om op woensdagmiddag in een kroeg te gaan zitten? En waarom moet je tegen elke jongen die je spreekt zeggen dat je van hem houd? Ze weten nog niet eens wat het is! En hoe komt het, als je graag die ene opleiding wil doen, dat je er verschrikkelijk weinig voor doet? En waarom moet ik elke keer wéér zeggen dat je normaal op die stoel moet gaan zitten omdat we geen zin hebben hem elke keer te repareren, laat staan een nieuwe kopen. En waarom deel jij je toekomstplannen niet met ons? Je woont hier namelijk. We willen ook graag weten hoe het verder zal verlopen. De jeugd heeft het bijvoorkeur helemaal nergens over en ze willen volledig hun eigen gang gaan. Ouders zien ze als één of ander fossiel uit een volledig achterhaalt tijdperk. Met ouderwetse opvattingen. Die zeuren om het zeuren. Ouders begrijpen totaal niet wat het leven inhoud en hebben ook nog eens geen begrip voor hun situatie. Heet zoiets niet een generatieconflict? Maar generatieconflict of niet. Je moet er toch wat mee. Je kan zo`n kind niet los laten en het lekker zelf uit laten zoeken. Zo van ‘zie maar, wat je er van bakt, je komt er vanzelf wel achter.’ Je wilt toch een goede basis meegeven en er evenwichtige jong volwassenen van maken. En heel veel dingen kunnen ze zelf ook wel ontdekken.
Maar zo nu en dan krijg ik de kriebels. Het zijn de extremen waar we ze voor willen behoeden en waar we ze het een en ander over wilt leren. Maar dat is niet zo eenvoudig. Een recept zou soms wel eens handig zijn. Of een naslag werk of zo. Met hoofdstukken als: ”Hoe motiveer ik mijn puber.” Of “Doordringen in het brein van de puber.” Zo`n naslag werk bestaat geloof ik niet echt en elk kind is weer anders. Ik denk dat geduld en communiceren de sleutelwoorden zijn. Persoonlijk ben ik niet heel geduldig, en ben ik beter in de peuter en kleuterfase. ‘Nee’ is ‘nee’ en op tijd je bed in zonder gemaar. Gijs daarentegen is veel rustiger en helpt me vaak de boel te relativeren waardoor de weegschaal aardig in balans blijft. Het zijn natuurlijk nog maar kinderen die wel denken dat ze volwassen zijn, maar het gewoon niet zijn. Maar het vast en zeker zullen worden. Ook zonder recept.

31 december 2007 door LoesIk sta met een pen in de ene hand en het boodschappen lijsje in de andere. Er moeten oliebollen gebaken, lekkere hapjes voor vanavond gemaakt en er liggen nog verschillende klusjes die ik eigenlijk voor het eind van het jaar gedaan wil hebben. Het zal straks in de winkel wel erg druk zijn, net als de laatste dagen voor kerst. Alsof na de feestdagen de wereld stopt met daaien! Volslagen onzin en ik maak me drukker dan nodig is. Maar het is een stukje van de traditie die we zo rond deze dagen hebben. Je maakt het extra gezellig in huis, boel nog even snel aan de kant. Er worden bijzondere dingen gegeten en gedronken en we staan even stil bij het afgelopen en bij het komende jaar. Sommige mensen zullen het afgelopen jaar zo snel mogelijk willen vergeten, voor anderen is het misschien het begin van betere tijden geweest. Een nieuw jaar biedt dan toch weer volop nieuwe mogelijkheden en kansen. En dat wens ik iedereen toe!


Een fantastisch 2008!

Liefs,
Loes
24 december 2007 door loesAls ik thuis kom staat Roos te koken en zit Dewi bij haar in de keuken op het trapje. Zowel in de keuken als in de kamer is het een ongecontroleerde bende. Het is duidelijk dat zowel Gijs als ik veel aan het werk zijn deze dagen. Op tafel ligt een briefje van Sam. “Dag mam, ik ben naar school naar het kerstfeest. Ik ben bij de politie geweest. Lees maar dan weet je waar het over gaat. Kus, Sam.” Onder het briefje ligt een keurig mapje in A5 formaat met het opschrift: “Politie – Aangifte” Ik sta met mijn jas en schoenen nog aan, beantwoord de vraag over de pastasaus van de kok van vanavond, luister met een half oor naar het verhaal over de kapsalon van Dewi en open het mapje. Proces verbaal van aangifte. Huh? Wat? Hoe? Op zo`n moment baal ik er enorm van een buitenshuis werkende moeder te zijn. Kennelijk heeft er zich iets voorgedaan waar enig ouderlijk toezicht geen kwaad kon en lijkt alle structuur en sturing uit dit gezin verdwenen te zijn. Ik maak me zorgen om de mij nog onbekende inhoud van het proces verbaal en begin nog voor ik mijn jas uit trek met lezen. Ik schrik van de eerste regels en besluit me toch maar eerst uit de werkkledij te pellen en te eten.
Met stijgende verbazing en ongeloof lees ik uiteindelijk het proces verbaal. Tot in detail wordt daarin beschreven dat Sam met een vriend in de plaatselijke supermarkt was en daar een reep chocolade uit het schap pakt, als een groepje jongens achter hem komt en een van hen Sam in de de knieholte schopt. De jongen blijkt een zestienjarige zwart gekleurde medescholier te zijn die het zonder enige aanwijsbare reden op Sam gemunt heeft. Sam kijkt om maar reageert verder niet en loopt met zijn reep naar de kassa. Daar komt de jongen opnieuw op hem af. Zegt dat hij niet zo`n grote mond moet hebben. Sam zegt tegen hem dat hij weg moet gaan, hij hem niet kent en hem niks heeft misdaan, maar de jongen trekt zich daar niets van aan. Hij grijpt Sam bij zijn keel en smijt hem op de grond en stort zich bovenop Sam. Gelukkig komen een klant en een medewerker van de supermarkt hem te hulp en trekken de jongen weer van Sam af. Helaas blijft het daar niet bij. Als Sam zijn reep heeft betaald en naar buiten gaat staat de jongen hem op te wachten. Voor Sam weet wat hem overkomt, grijpt de jongen hem opnieuw bij zijn keel, duwt hem achteruit en zet hem klem tegen een paal. De vrienden van Sam durven niks te doen. Sam zelf is té ondersteboven van wat er gaande is zodat hij niet op het idee komt zich zelf met een goed gemikte trap met zijn gloednieuwe kisten te verdedigen. Het volgend moment krijgt hij de gebalde vuist van die jongen tegen zijn kaak aan. Om niks. Helemaal niks. Gelukkig komt een winkelier Sam te hulp en voorkomt daarmee dat Sam helemaal lens geslagen wordt. Een toevallig ter plaatste agent heeft het hele gebeuren gezien. Die raad Sam aan aangifte te doen en na twee uur verslag doen van de gebeurtenissen aan de politie gaat Sam terug naar school waar het verhaal al bij iedereen bekend is. Leraren en al. En na het lezen van het verslag ben ik in staat om die gozer die het waagde mijn kind in elkaar te timmeren net zo ver onder de grond te beuken als hij er nu boven staat.

Sam is, jammer genoeg gewend geraakt dat hij gepest wordt. Hij heeft er zijn hele leven al last van. Toen wij in Brabant woonden om zijn Rotterdamse rollende R. Toen hij ouder werd omdat hij niet van ruige jongens spelletjes hield. Toen hij hier op de lagere school kwam simpelweg omdat hij nieuw was. En toen hij op het VMBO kwam omdat hij skatebroeken draagt en lang haar heeft. Hij werd vanaf dag één uitgescholden voor alles wat je maar verzinnen kan. Er wordt aan hem getrokken, hij wordt geduwd, ze laten hem struikelen en smijten de deur voor zijn neus dicht of blokkeren zijn weg. Zijn fietsbanden leeg laten lopen, versnellingskabeltjes kapot getrokken. Ga zo maar door. Pesterijen die er kennelijk bij horen onder de jeugd. En niet zelden, al lijkt het bevooroordeeld of discriminerend, zijn het buitenlandse jongeren die het gemunt hebben op hem. Als je ‘anders’ bent ben je het mikpunt. Ik was een keer met hem naar de stad. Omdat ik even in een winkel wilde kijken waar hij niet zo in geïnteresseerd was bleef hij op de stoep zitten, en op mij wachten. Er liep een groepje buitenlandse kinderen voorbij die zomaar zonder aanleiding tegen hem begonnen te schelden. Net op dat moment kwam ik buiten en keek dus naar het groepje. Prompt kreeg ook ik de volle laag. Sam was een homo en een kankerskater. Ik was een h**r. Ik was te verbaasd om te reageren en heb waarschijnlijk met ongeloof op mijn gezicht naar die kinderen staan te staren. Om uiteindelijk schouderophalend door te gaan met waar wij mee bezig waren. Maar dit…..Het gaat alle regels over, grenzen te buiten. Dit slaat toch helemaal nergens op! Een veertien jarig joch, dat in elkaar geslagen wordt door een zestienjarige medescholier omdat….. ? Geen idee waarom. Omdat hij lang haar heeft? Of wijde broeken draagt? Waar gaat dit over?En hoe voorkom je het? En wat is het volgende?

Ik heb wel bewondering voor Sam. Hij weet al sinds jaar en dag dat er altijd wel een groep lieden is die hem uitkiezen om te pesten. Ondanks dat blijft hij zichzelf en is hij bijna altijd vrolijk en goed gehumeurd. En hij is er zich ook van bewust dat zijn kledingstijl en haardracht commentaar oplevert. Jaren geleden heeft hij zelf de leus “ik ben ik en dat vind ik prettig” verzonnen en dat is ook zijn motto. Toen zijn mentor bij het laatste rapport gesprek suggereerde dat hij misschien naar een andere school uit moest kijken was hij ook heel stellig. “Ik denk er niet over! Als zij een probleem met me hebben gaan zij maar weg. Ik doe verder niks. Het gaat er alleen om dat ik skatekleding draag en lang haar heb.” Als er tegen hem gescholden wordt draait hij zijn hoofd om en hij probeert alle pesterijen te negeren. Wat niet wil zeggen dat hij er zo nu en dan niet gek van wordt natuurlijk. Maar hij blijft zijn eigen keuzes maken en laat zich niet beïnvloeden door de massa. Op zijn school, de buitenlandse kinderen. Dapper, en sterk van Sam. En eerlijk gezegd vind ik dat hij gelijk heeft. Iedereen mag toch zijn als hij of zij zelf wil? Je hoeft toch geen vrienden te zijn, of het zelfde gekleed te gaan, om op de zelfde school te zitten. Of in de zelfde wijk te wonen? Als je iemand niet leuk vind, dan bemoei je je er gewoon toch niet mee? Dan sla je die persoon toch niet in elkaar? Ik sta dus wel achter hem en zijn motto. Maar moeilijk is het wel. Zeker als het zo ver gaat als nu. Wat is het volgende? Een of andere gek met een mes of zo? Hoe bescherm ik mijn kind hiervoor, zonder hem bang en schichtig te maken. Gelukkig heeft hij ook een grote groep vrienden en is hij zelden alleen op straat. Maar als het er op aan komt is iedereen even bang. En ook dat snap ik.

Van het proces verbaal maak ik een kopie voor de directeur van school en de mentor van Sam. Niet dat ze er heel veel mee kunnen. In het telefoon gesprek dat ik met de directeur voer wordt duidelijk dat school niet veel kan richting die jongen omdat zij beiden buiten de school hekken waren op het moment dat dit gebeurde. In het geval van ‘heterdaad’ kan zo`n jongen nog geschorst worden maar aangezien niemand van de leraren het gezien heeft is er dus geen sprake van heterdaad. Bovendien is het kerstvakantie waardoor het effect van schorsen minimaal is. Er zal na de vakantie een gesprek volgen met zowel Sam als die jongen. Helaas is dat het enige wat ze kunnen doen. Waardoor er dus geen duidelijk signaal wordt afgegeven naar de overige pesters. Vrienden van de jongen misschien die het voor hem willen opnemen omdat Sam hem aangegeven heeft bij de politie. Kan zo maar. Geen duidelijke vuist van school naar dit soort wangedrag. Het verhaal ging als een lopend vuurtje door school, waarschijnlijk met trost gebracht door de dader en zijn vrienden. De sancties worden achter gesloten kantoordeuren en zonder ophef genomen. Als ze worden genomen. Sam is een half jaar geleden op een sociale vaardigheidscursus gegaan. “Hoe ga ik om met de pesters.” Die pesters zouden ze naar een cursus moeten sturen! En hoewel het prettig is om te weten dat de leraren achter Sam staan en weten wat voor ‘vleesch zij in de kuip hebben’ vind ik het toch teleurstellend dat ze met dit geval van ‘zinloos geweld’ niet meer doen. Mijn hoop is nu gevestigd op de politie. Ik heb begrepen dat het proces is doorgestuurd naar de afdeling wijkrecherche. De jongen zal gehoord worden, zijn ouders zullen ingelicht worden en een rechter zal er waarschijnlijk een beslissing over nemen. Wij worden op de hoogte gehouden. Maar het kan wel even duren. Kerst, oud en nieuw, druk bij de politie.

Ondertussen maak ik me (te veel?) zorgen. Als Sam tien minuten te laat thuis is begint de onrust te kriebelen. Ik wil nog beter op de hoogte gehouden worden van waar hij is, met wie en tot hoe laat. En voor het donker echt thuis! Ik weet niet wat wijsheid is. Wel van deze school halen, niet van deze school halen. Wel naar de kapper, niet naar de kapper. Beiden geen oplossingen waar Sam gelukkiger van wordt. Beiden maar niet dus. Eigen rechter spelen is ook geen optie dus ik zoek de jongen die het deed natuurlijk niet op. Sam aan de hand houden gaat ook niet. Maar wat dan? Blijf verd... met je tengels van mijn kind af! Machteloze boosheid vreet energie. Ik zal het dus los moeten laten en hopen dat dit niet weer voorkomt. En dat er niets ernstigers gebeurt. Voorlopig heeft hij kerstvakantie, dat scheelt. We wachten het gesprek met de directeur van school en het onderzoek van de wijkrecherche maar af.


Ik wens jullie hele gezellige kerstdagen!







26 november 2007 door loesToen ik een jaar of vijftien, zestien was kreeg ik voor mijn verjaardag cavia`s. Mijn vader had stiekem een grote houtenbak gemaakt. Een vierkant ding op pootjes zodat ze geen last van tocht zouden hebben. Mooi bruin gebeitst, nachthok er in en gaatjes in een van de zijkanten waar het beugeltje voor de drinkfles door kon. Niets vermoedend kwam ik `s middags mijn kamer in en ineens stond daar, in het midden, mijn verjaardagscadeau. Ik noemde ze, heel origineel, Knabbel en Babbel. Knabbel en Babbel bleken van een sterk geslacht, zij bereikten de leeftijd van zeven en negen jaar. Achteraf ben ik er van overtuigd dat dat mede en misschien zelfs wel voorál door de goede zorgen van mijn moeder kwam. Zoals een puber betaamd, was ik vooral in de beestjes geïnteresseerd als ik niets anders te doen had en vond ik het met name leuk om ze zo nu en dan op schoot te hebben en lekker met ze op mijn bedbank te zitten. Niet zelden werd ik `s morgens wakker met een suffige cavia onder mijn dekens ergens in de buurt van mijn grote teen. Het verschonen van het hok was een wekelijks terug kerend drama. Ik dacht er niet aan en als mijn moeder het mij hielp herinneren deed ik het niet, of met de groots mogelijke tegenzin. Het was een heel gedoe om de met cavia-urine doordrenkte kranten en platgewalste en met keutels gemengde houtkrullen uit de bak te scheppen en zo min mogelijk van de viezigheid naast de vuilniszak te gooien. Ik meen dat we die krullen eens in de twee maanden haalden bij de een of andere houtzagerij. Behalve een zorgzame aard heeft mijn moeder ook een neus voor goedkope adresjes. Ik kan me niet meer herinneren wie ze eten gaf. Maar gezien het feit dat ze zo oud zijn geworden, en mijn moeder kennende, hebben zij hun goede leven aan haar te danken. Toen ik trouwde verhuisde de cavia`s met me mee. En ik mag wel zeggen dat ik vanaf dat moment mijn verantwoordelijkheden op me nam. Ze bleven leven. Maar ook in die periode was ‘oma’ een ware steun voor Knabbel en Babbel. Regelmatig nam zij plastic zakjes met restanten van diverse groenvoer mee als zij kwam en gelukkig kwam zij vaak. Niet alleen vanwege de cavia`s overigens, maar voor de beestjes was het wel een prettige bijkomstigheid. Het was grappig om ze te horen piepen als mijn moeder met een knisperend zakje bij de houten bak stond, in de wetenschap dat er iets lekkers uit de lucht zou komen. Hetzelfde geluid dat ze maakten als de ijskast openging. Je zou het niet zeggen, maar het zijn best slimme beestjes, die cavia`s. Cavia`s worden volgens de boekjes niet zo oud en als ze zo`n vier of vijf jaar zijn ga je toch verwachten dat zij het hedendaagse leven zullen gaan verruilen voor een rustig bestaan in de cavia hemel. Aangezien Knabbel en Babbel niet aan die verwachting voldeden, en ik eerlijk gezegd niet veel met ze bezig was heb ik hun enthousiast gepiep ook wel eens gekscherend begroet met “Hallo caafjes! Ga eens dood!” We, mijn moeder en ik, hebben er vaak om gelachen. Want natuurlijk wilden we helemaal niet dat ze dood zouden gaan, maar het zou wel een heleboel zorg en werk schelen….
Uiteindelijk hielden de ouwetjes het toch niet vol en deden zij wat we al geruime tijd hadden gevraagd. Ze gingen dood. Met de tranen in de ogen werden de dappere beestje begraven in de tuin, bruine bak die mijn vader voor ze gemaakt had werd schoongemaakt en op zijn kant in de schuur gezet, onder het motto ‘je weet maar nooit’ en ‘zonde om weg te doen’, hoewel ik eigenlijk geen cavia`s of andere ‘kooi’ beesten meer wilde. Na de scheiding ging de bak mee en stond nog jaren ongebruikt in de schuur.

Gezien bovenstaand stukje geschiedenis was het natuurlijk een stomme zet om Sam voor zijn zevende verjaardag een cavia te geven. Maar wel een weloverwogen stomme zet waarbij ik incalculeerde dat de mama voor het eten geven en het verschonen van de kooi op zou draaien en Sam voornamelijk van het knuffelgedeelte zou zijn. Zo kwam Ted in ons leven. Een piep klein zwartbruin bolletje met pootje dat zijn naam te danken had aan zijn teddybeerachtige vacht. In verband met het jachtinstinct van onze Jack Russel besluit ik de prachtige houten bak die mijn vader ooit maakte niet te gebruiken. Door het gebrek aan een deksel zou het wel eens snel afgelopen kunnen zijn met het caviaatje en dat zou jammer zijn. Er kwam dus ook een nieuw hok. Een jaar lang kon Ted rekenen op de nodige liefde, aandacht en knuffels, en zélfs zo nu en dan een vers bakje voer van zijn baasje Sam. Natuurlijk was die pas zeven en stelde ik niet zulke hoge eisen aan zijn aandeel in de verzorging van het beestje. En eerlijk is eerlijk. Ik vond Ted ook best wel heel erg lief en koddig. Dus behalve dat ik van het eten en drinken was, zat hij ook wel eens bij mij op schoot. Maar toch was Ted best wel een beetje eenzaam. Zo besloten Sam en ik toen we in de plaatselijke dierenwinkel in een glazen kooi een heleboel kleine bolletjes zagen zitten zie veel leken op Ted een jaar terug. Eén bolletje viel in het bijzonder op. Eén en al lang haar in wit en lichtbruin met zo op het eerste gezicht geen voor- en geen achterkant en geen pootjes. Pas toen ik het pluizige ding op de hand van Sam zette bleek dat we inderdaad met een cavia te maken hadden en ging ik voor gaas. Gelukkig was Fred (want dat paste zo leuk bij Ted) ook een mannetje, net als zijn toekomstige maatje. Ik vind cavia`s leuk, maar niet te veel. Eenmaal thuis met de nieuwe huisgenoot maken we de kooi eerst goed schoon. Nieuw zaagsel er in, vers bakje voer en water en dan de twee beestjes tegelijk het hok in. Op hoop van zegen! De beestjes beginnen om elkaar heen te draaien en produceren een raar knorrend geluid, kennelijk bedoeld om vriendschap te sluiten want het mondde niet uit in een gruwelijk cavia gevecht maar in een gezellig samenzijn. Ted en Fred hadden het hartstikke leuk samen en Sam en ik hoefden ons niet schuldig te voelen als er eens een keer niet geknuffeld werd.

Ted en Fred verhuisden mee en werden samengesteld gezin cavia`s. Die vreugde was van korte duur want zoals goede pubers betamen zijn beesten leuk om er bij te hebben maar als het tijd gaat kosten zijn de papa danwel de mama de sigaar. Meer volk in huis betekende dus niet per definitie meer aandacht. Misschien dat er iets vaker dan voorheen in de kooi gekeken werd, maar uiteindelijk had er niemand echt heel veel belangstelling voor en om eerlijk te zijn stond die kooi in de toch al redelijk volle huiskamer behoorlijk in de weg. Het briefje ‘Caafje voeren anders gaat hij dood!’ ten spijt denkt Sam er nog steeds niet aan zijn cavia te voeren en raakt ook het knuffelen in de vergetelheid. L`histoire se répéter. En toch was ik van slag toen ik op een morgen in de kooi keek en zag dat de jongste cavia Fred, nog vóór zijn vierde levensjaar het tijdelijke met het eeuwige verwisseld had. Mijn letterlijke tekst was, snotterend: “Stom beest, wat doe je nou? Jij hebt helemaal er nog geen recht op om dood te gaan!” Alsof hij me zou horen en alsof het iets zou helpen. Er werd een gat gegraven in de tuin, en Fred kreeg daar zijn laatste rustplaats. Sam keek wat beteuterd, en liet en traan, maar niemand was verder écht lang van slag door het heen gaan van dit diertje. Ted ook niet trouwens. Hij leefde rustig voort en leek niet onder de indruk van, of verdrietig om het feit dat hij nu alleen was. En hij hield het lang vol. Hoewel zichtbaar ouder, magerder en langzamer ging alles goed. We waarschuwen Sam wel, voor het geval dat hij Ted een keer dood vindt, dat het beestje erg oud begint te worden en dat hij zich moet voorbereiden op de mogelijkheid. Ook al om te voorkomen dat hij het ooit opgehangen briefje te letterlijk neemt. Geen beest gaat bij ons dood door ondervoeding! Een week geleden dachten we toch dat het echt gebeurd was met hem. Hij zat in een hoekje van zijn kooi en maakte geluiden die ik nog niet eerder van hem gehoord had waarbij hij kokhalzende bewegingen maakte. Iets van tijdelijke aard zo bleek want ondanks dat ik hem de andere dag overleden dacht aan te treffen zat hij op zijn gemak aan wat voer te knabbelen. Tot gisteren. Als Sam halverwege de ochtend de deksel van de kooi haalt om die te gaan verschonen en “O jee!” uitroept vrees ik dat het ineens gebeurd is met Ted. Dat is het niet, maar het overlijden van het caviaatje is wel in aantocht. Hij ligt er sneu bij, op zijn zij, wat te maaien met zijn pootjes. Ik kniel bij de kooi en voel verdriet en berusting tegelijk. Het is in en in zielig om Ted zo te zien liggen, maar tegelijkertijd wisten we wel dat hij toch ook niet het eeuwige leven zou hebben. Dat het een oersterk beestje is blijkt aan de tijd die het in beslag neemt te overlijden. We leggen het ouwe beestje in een doekje in zijn kooi en gaan regelmatig kijken en over zijn kleine koppie aaien. Pas tegen het eind van de middag, als het buiten donker wordt, is hij echt dood. Gijs en ik sjouwen het hok naar de schuur en besluiten Ted de volgende dag te begraven. Inmiddels is dat gebeurd en ligt hij ergens in de buurt van zijn vroegere maatje. Onder een hosta in een hoekje van de tuin. De kooi staat klaar voor het grof vuil. Geen ‘je weet maar nooit’. Ik wil geen beesten in een kooi meer. Ze staan in de weg. Het kost tijd. Het kost geld. Je gaat je er aan hechten en dan gaan ze dood. En dat is toch elke keer weer een beetje verdrietig.
18 november 2007 door loesIk kom uit een gezin van ferme jongens en stoere knapen. Aanpakkers en doorzetters. Vervelende klusjes worden niet van ons af geschoven maar onder het motto ‘wat moet dat moet’ gewoon gedaan. ‘Kan niet’ ligt op het bekende kerkhof en ‘wil niet’ inderdaad …. er naast. En ‘geen zin’ doet gewoon niet mee. Schouders er onder en nuttig bezig zijn is het moraal en vooral niet mieppen, kleinzielig zijn. ‘Niet zeuren, doorzwemmen Jantje!’
Ziek is ziek. Dat dan weer wel. Dus bed in en uitzieken. En wie het overkwam kon rekenen op de nodige vertroeteling en zorgzaamheid teneinde het herstel te bespoedigen. Niet dat we snel ziek zijn. Deels doordat wij kennelijk uit beton zijn gehouwen en dus wel tegen een stootje kunnen. Maar ook omdat we ons niet snel uit het veld laten slaan, danwel toegeven aan een snotneus, wattenkop of lichamelijke ongemakken. Paracetamolletje, een flinke neut, vroeg onder de wol en morgen gezond weer op. Slaap geneest!
En met die gedachte stapte ik begin van de week s`avonds wat gammel mijn bed in.

Doordat ik geruime tijd bezig ben geweest warm te worden en ik bij elke ademteug werd overvallen door een enorme hoestbui die wel uit mijn tenen leek te komen, was de effectieve nachtrust uiteindelijk beperkt gebleven tot ongeveer drie uur slaap. Niet veel om te genezen dus. Desalniettemin hees ik mij om zeven uur de bedstede uit om tergend langzaam aan mijn ochtend ritueel te beginnen. Doorlopend de twee mogelijkheden afwegend: Afbellen en terug mijn bed in, of ‘niet zeuren en doorzwemmen Jantje.’ Een ander meegekregen moraal is ‘Je hebt je aan je baas verhuurd dus je moet er zijn.’ Dus ik koos, de loodjes aan mijn voeten die de slepende tred veroorzaakten en het pijnlijk middenrif negerend, voor het doorzwemmen en ging naar mijn werk. Als ik er eenmaal was en aan de gang zou het wel gaan.

Mijn vorige werkgever was nogal fel wat betreft ziekteverzuim. Toen ik mij daar, voor het eerst in drie jaar ziek melde, toen een naar mijn idee een wat lang aanhoudende verkoudheid na dokters bezoek longontsteking bleek te zijn, kreeg ik telefonisch de wind van voren. Ik moest er alles aan doen om zo snel mogelijk beter te worden, en het was belachelijk dat ik nu pas naar de dokter was gegaan, en het was ook altijd hetzelfde met dat personeel! Hoewel de reactie van deze man volkomen overdreven en idioot was en feitelijk nergens op sloeg, heb ik het me toen wel aangetrokken en ik voelde me nog schuldig ook! De volgende keer dat ik me ziek gemeld heb was zo`n drie jaar later bij mijn huidige werkgever in verband met spit. Ik heb toen een week lang thuis gezeten. Gehangen eigenlijk meer. Van de stoel naar de bank, van de bank naar de stoel. Heftig balend dat ik letterlijk niet uit de voeten kon.
Mijn huidige werkgever is weliswaar niet te vergelijken met de vorige maar hij en zijn vrouw zijn beide ‘niet zeuren’ types. Zo nu en dan komen de diverse kwalen van een ieder aan de orde die we schouder ophalend en lachend weer weg wimpelen. Zij zijn altijd opgeruimd van aard, paraat, nooit ziek. Niet van dat hele benauwde, we lopen gewoon door. Waarschijnlijk inherent aan het ondernemer zijn, maar toch. Maar nu loop ik, na dat bewuste korte nachtje, in gedachten te wikken en te wegen. Het is lullig om nu te gaan, ze loopt alleen. Heel druk is het ook weer niet ze kan het wel aan. Ik loop hier meer voor de voeten dan dat ik wat nuttigs doe. Nou ja, het zijn nog maar een paar uurtjes, ik red het wel. Ja, natuurlijk red ik het wel maar die uurtjes gaan wel erg lang duren. Ze zullen wel denken ‘aansteller!’. Pfff…ik wou dat ik thuis was....Uiteindelijk neem ik toch het besluit. Ik ben ziek! Ik wil naar huis!

En nu zit ik dus een aantal dagen thuis ziek te wezen. In een joggingbroek en slobbertrui onder een fleece dekentje op de bank. Ik heb het koud. En als ik sta heb ik het gevoel dat ik dagen niet gegeten heb, wat niet waar is. Door al het gehoest kan ik nauwelijks meer geluid produceren. Dat wat ik wil of moet produceren is vermoeiend. Ik heb spierpijn in mijn hele lijf alsof ik net hoogstpersoonlijk het hele huis verbouwd heb. En ik heb energie voor tien mensen die géén energie hebben. Ik verveel me te pletter en bij alles wat ik bedenk te kunnen gaan doen of wat er liefdevol wordt aangedragen door Gijs word ik gelijk moe van het idee alleen al. Tot nu toe heb ik alleen de nieuwe voorraad knopen voor mijn scrapwerkjes uitgezocht en in zakjes gedaan en een boek naast me neer gelegd voor het geval dat ik er zin in heb. Gijs beijvert zich om het huishouden draaiend te houden. Hij klopt en hij veegt en hij zuigt en laat de honden uit. Aangezien ook Gijs een werkgever heeft die op hem rekent nemen de kinderen tijdens zijn afwezigheid mijn rondes over. De honden snappen er niks van dat het vrouwtje de hele dag thuis is en van die rare geluiden maakt en niet met hun mee gaat spelen.
Hoewel ik het normaal gesproken helemaal niet erg vind om wat minder actief aan het huishouden deel te nemen, vind ik nu dat ik het allemaal zelf zou moeten kunnen doen. En ondertussen lig ik me af te vragen of ik over twee dagen wel weer aan het werk kan gaan.
Zoals ik me nu voel niet. Maar ik slaap wat beter dus over twee dagen kan het heel anders zijn. Maar als het niet zo is kan ik ook niet op het laatste moment af bellen. Ik ben er al de hele week niet, kan ik toch niet maken om nog langer weg te blijven. Maar ik heb ook niet zoveel zin om daar als een hallefie te lopen. En het draait daar nu ook weer niet op mij. Nel is er ook. Morgen maar zien dan....Ik word gek van mezelf, én mijn moraal! Want hoewel ferm, stoer, aanpakker en doorzetter beslist geen slechte eigenschappen zijn die me in het verleden goede diensten hebben bewezen, wordt het toch wat lastig als diezelfde eigenschappen zich tegen je keren. Ik zou me moeten overgeven aan het ziek zijn, stiekem moeten genieten van het feit dat er van alles geregeld wordt door iedereen maar niet door mij en het boek had ik allang uit kunnen hebben.
Ziek zijn…ik ben er niet zo goed in.
4 november 2007 door LoesGijs heeft een vroege dienst dit weekeinde en heeft om zes uur al de bedstede moeten verlaten om zich volledig te wijden aan de aan de oudere medemens met een of meerdere problemen. Zijn oudste inwonende dochter heeft zich terug getrokken op haar boudoir. Niet zo romantisch als het klinkt. Ze moet blokken voor de aankomende toetsweek en doet dat met de nodige inzet en toewijding. Haar jongere zusje is iets onduidelijks doen met een collega van de Mac. Die rijdt auto dus dat is leuk. Snap ik. Waar de rit heen gaat is onbekend, maar de dames vermaken zich elders. Mijn Sam is zoals hij zelf zegt ‘chilluh op `t veldje’. Een niet veel duidelijkere omschrijving van wat hij gaat doen dan behalve dat de plek waar hij zich bevindt bekend is. `t Veldje is een grasveldje naast het gemeentehuis in de stad waar jongelui die niet veel anders omhanden hebben zich verzamelen om te……ehh… te chillen dus. Amper een jaar geleden moesten we het kind bij wijze van spreke de deur uit zetten om er voor te zorgen dat hij aan wat beweging, frisse lucht en vrienden kwam. Tegenwoordig heeft hij een vriendengroep die wij niet kennen en is hij alleen tussen half zes s`avonds en acht uur `s morgens thuis. In de tussenliggende periode vermaakt hij zich kostelijk en doet hij er veel aan op en dat is ook wat waard.
Gezien de afwezigheid en andere bezigheden van de overige huisgenoten ben ik dus de aangewezen persoon om een fikse wandeling met onze honden te maken.

Toen wij er over dachten weer een hond in huis te nemen hebben we dat, heel democratisch, in de groep gegooid. De groep, de kinderen dus, reageerde natuurlijk heel spontaan, gewillig en enthousiast. Want welk kind vindt een puppy nou niet leuk? Natuurlijk, iedereen zou met hem trainen en zijn/haar aandeel leveren in de opvoeding en verzorging. “Duhuh…dat kunnen wij heus wel!” Daar komt in de praktijk natuurlijk niets van terecht, maar dat is ingecalculeerd. De kinderen willen een beestje, de papa`s en mama`s zijn de sigaar. Zo gaat dat. Een hond is leuk, als hij de door een ander aangeleerde kunstjes voor je doet, en als hij vrolijk blaffend en kwispelend op je af komt als je thuis komt. ‘De groep’ houdt zich vrij aardig aan het evenzo democratisch opgestelde uitlaat schema, maar verder gaat het niet. En er is natuurlijk geen puber die zich vrijwillig aan biedt om door weer en wind met de honden te gaan wandelen. Sterker nog, als ze dat wél gaan doen is het tijd voor een gesprekje. Dan is er iets niet in de haak!
Dus alles verliep normaal vandaag en ik ging met de honden naar buiten. Nu lijkt het misschien alsof dat een straf voor me is, maar dat is niet het geval. Ik moet toegeven dat ik als het stormt en regent ook niet sta te springen, maar vandaag was het puur genieten. Lekker zacht weer. Een weldadige rust in het park. Prachtige herfstkleuren. Effe in m`n uppie met alleen twee blije honden die om me heen dartelen. Flop zoekt de kuilen weer op die hij de dag ervoor met een aan het venijn grenzend enthousiasme heeft gegraven. Wee het gebeente van de hond die durft er in de buurt te komen! Hij grauwt ze, klein maar dapper, weg. “Mijn kuil!!” Met de plannen om te gaan schapendrijven in het achterhoofd proberen we Koos de nodige begrippen bij te brengen door op vaste plekken diverse oefeningen met hem te doen. En met succes. Het is leuk, eigenlijk een beetje kicken, om te zien hoe graag het beest de opdrachten uitvoert en bij het volgende veld op de volgende klus staat te wachten. Laatst had ik het met mijn werkgeefster over paardrijden en paardenliefhebbers. Toen ik zei dat ik best weer zou willen gaan paardrijden riep ze bijna panisch uit: “Nou, doe dat maar niet want paardenmensen…..dat is zulk raar volk!” Ze vertelde over een voormalig medewerkster met een verzorgpaard en kennelijk verder geen leven. Althans, kennelijk niet boeiend genoeg om iets over te vertellen. Het was verzorg paard voor en verzorgpaard na. Zou dat met hondenmensen ook zo zijn? Zoals vroeger er bij het hek van school de gesprekken tussen ouders over kinderen ontstonden, ontstaan nu van die honden gesprekjes met de vaste parkwandelaars. En inderdaad. Al die gesprekjes gaan over honden. Hoe goed ze luisteren. Dat `ie zo gek is op de bal. Dat ze pas bij de dierenarts zijn geweest. Of hoe het komt dat de trouwe viervoeter ineens een drievoeter is geworden. Slechts bij een enkeling wijkt het onderwerp wat af en worden er ook andere meer persoonlijke dingen besproken. En dat is dan eigenlijk ook wel weer heel leuk. We hebben zodoende al heel wat mensen leren kennen. Vaak niet eens bij naam maar als: ‘Hij op de fiets met die bouvier.’ Of: “Prtprt was er weer.” Waarmee we het té kleine vrouwtje bedoelen met de té grote herder die voor geen meter luistert. Ook niet (zeker niet?)als ze ‘prtprt’ naar hem roept. Zoveel honden zoveel baasjes. En lang niet elk baasje gaat op een prettige of verantwoorde manier met z`n hond om. Er lopen wat onopgevoede en ongehoorzame exemplaren rond. Niet zelden gebeurd het dat we balletje kwijt raken aan een vrolijke viervoeter die mee wil spelen maar de spelregels niet kent. Balletje inpikken betekend ook terug geven! Het is eigenlijk wel komisch om de capriolen te zien die de eigenaar van het beest uit moet halen om ons uiteindelijk de bal terug te kunnen geven.
Er wordt ook wel eens gezegd dat een baas op zijn hond gaat lijken….. Zo is er een kort dik mannetje. Eerst zie je een heleboel buik en dan het mannetje. En die heeft een klein dik hondje. Met net zo`n vierkante kop als zijn baasje. De oudere mevrouw en haar hondje op leeftijd hebben dezelfde manier van lopen ontwikkeld in de loop der jaren. Hoofd gebogen en ferme stap. Help! Ik denk dat het waar is!
Andere mensen lijken ook hun houding aan te passen aan het soort hond dat ze hebben. Of kozen een hond die hun helpt die houding te kunnen hebben. Zoals Paris Hilton met haar handtas op pootjes, de chihuahua. Er wandelt regelmatig een mevrouw in het park met een wat apart soort hond. En altijd met haar neus een beetje in de lucht. Kennelijk voelt zij zich met haar bijzondere hond te bijzonder voor de gewone hondenmens. Achter de twee enorme grote witte bonkige honden loopt een stevige wat stoere breedarmige kerel die zich niet veel bemoeid met andere wandelaars. Een breed en nogal stug lijkend koppel. Vandaag zag ik de herder die de kudde in het park samen met haar Borders in de gaten houdt. Ze zag mij ook maar haar houding was niet echt uitnodigend, eerder afwijzend. Wat mijn eerste enthousiasme om even op haar af te gaan voor een Border Collie praatje temperde. Jammer. Ik had best iets van haar willen leren. Ondertussen is Koos druk aan het spelen met een hond die al drie keer geroepen is door zijn baas en het toch leuker vind om te blijven spelen. Hoewel het erg leuk is om de capriolen van de honden zo te bekijken is tijd om te gaan. Ik fluit naar mijn honden en krijg een licht victorie gevoel. Yes! Mijn honden luisteren wél gelijk als ik ze roep! En met mijn neus een béétje in de lucht loop ik het pad richting huis op. Ik ben een echt hondenmens inclusief het geneuzel over de wel en wee-tjes van de diverse hondeneigenaren. En vooral nogal gek met mijn eigen honden. Nu alleen nog bedenken of ik het meest op een Jack Russel lijk of op een Border Collie….




17 oktober 2007 door loesStrijken is naast wassen zo`n beetje de meest ondankbare huishoudelijke klus die er is. De jeugd smijt met het grootste gemak de vuile was over het keurig gestreken stapeltje heen. Of trekt het favoriete kledingstuk zonder pardon van onder de stapel en laat de rest tot kreuk liggen. Maar zelfs als je de strijk per direct in de kast legt… een week later heb je het weer onder het ijzer. Tegelijkertijd is strijken een heerlijk rustgevende klus. Muziekje aan, kopje koffie erbij. Gedachten op nul. Hoewel, dat is ook niet helemaal waar. “Bij strijken kan je zo lekker denken.” zegt mijn moeder altijd. Dat is wel waar. Terwijl ik me door de berg heen worstel gaat er van alles door mijn hoofd……

Wat is dit toch een lap om te strijken. Wijde pijpen, wijde band, giga zakken en lussen. Kan toch nooit lekker zitten. Wat heeft zo ventje van 13 een berg stof nodig om zich een beetje cool te voelen zeg! Als je puur op de broek af zou gaan zou je denken dat Sam groot, dik en lomp is. Een magere gratenbaal is het! Eet als een dijker, dat wel. Ik wou dat ik dat kon. En groot wordt `ie ook. Krijgt die gekke ortho toch nog gelijk. Ik voel me nu helemaal zo`n ukkie als ik naast Sam sta. Met Dewi haar shirtjes ben ik sneller klaar. IJzer over de ene kant, ijzer over de andere kant. Klaar! Wat heeft dat kind toch een ieniemienie maatje. Ze lijkt Miss Twiggy wel. `t Is dat ik zie dat ze eet. Ze heeft net zulke ogen ook. Als dat maar goed gaat. Het is een mooi meisje maar o zo naïef….. Makkelijk doelwit voor de man met minder goede bedoelingen. Ze heeft dan toch weer wat in de was gedaan. Ik snap niet hoe het werkt hoor met die pubers. Verzamelen hun vuile was in hun kamer en net als ik denk de wasmand leeg te hebben gewassen kiepen ze hun zooi er in. Ik lijk wel een wasserette! Weer een sjaal. Als Roos haar kledingstijl is wat zou veranderen zou ik het ook niet erg vinden. Sjaal over shirtje, shirtje over shirtje, en dat weer over truitje. Gele netkousen, mét gat, over een blauwe panty, daaroverheen beenwarners in een afwijkende kleur en het geheel gestoken in kisten met gekleurde kraaltjes aan de veters....Moet kunnen! Zal wel weer over gaan. Die broek kan toch eigenlijk ook niet meer. Ik zou er niet aan denken om met de lorren aan mijn zoom de deur uit te gaan! De jeugd denkt daar wat anders over natuurlijk. Hopeloos ouderwets ben ik. Een fossiel! Ik hoop wel dat ze nu wat beter met haar kleedgeld om zal gaan. Sowieso met haar geld. Nu het uit is zal ze wel wat geld over houden wat ze anders aan de trein uitgaf. Nu ze dan eindelijk een baantje heeft zal ze wel erg moeten wennen aan haar rijkdom. Is dit nou van Gijs of van Sam? Gijs. Wat een onhandig ding is dit om te strijken.

……

Het is al weer van dat prachtige weer! Wat hebben we gisteren toch geboft. De hele dag samen genieten van de zon, en alleen maar kijken naar al die enthousiaste Borders. Echt heerlijk. Dat is ook al weer lang geleden dat we iets samen deden. Ik denk…..zeker een half jaar! Wat slokt zo`n groot gezin je snel op. Voor je het weet kom je in de sleur: wassen, strijken, boodschappen, koken, opruimen, praten over de kinderen, ouderraad, ouderavond, ramen zemen, werken. Weer een week om! Ik lijk zo nu en dan Assepoester wel. Maar dan zonder die leuke muisjes. En die fee laat zich ook nooit zien. Da`s jammer! Goed plan om elke twee weken een dag voor ons samen in te plannen. Iets leuks doen voor ons samen. Geen kinderen. Geen huishouden. Het is me best bevallen.

…….

Die Gijs! Met z`n tweede border Collie erbij. Dat had ik nou nooit verwacht van hem. Het is wel erg leuk. Maar niet nu. Dat is eigenlijk niks voor mij. Om ‘niet nu’ tegen een nieuw beestje te zeggen. Zou de wijsheid dan toch met de jaren komen? Ik wil geen beesten meer. Althans, geen beesten in kooien. Al dat verschonen. Of in de gaten houden of een ander het doet. Ik heb er geen zin meer in. En ze worden allemaal zo oud! Die cavia lijkt ook wel het eeuwige leven te hebben. Welke cavia wordt er nou zeven jaar!? Knabbel en Babbel waren ook al van die bejaarden. Ik vind het wel leuk en aandoenlijk, als hij gaat piepen als hij een zakje hoort ritselen, maar verder. Je hebt er niet veel aan. Eigenlijk best wel lekker als dat aquarium weg is straks. Meer ruimte, minder werk. Wel zonde. Zo lang hebben we het nog niet. Maar goed. Als we er zo weinig mee doen schiet het ook niet op. Katten hebben we ook genoeg. Ik vind het wel leuk om katten te hebben. Ze zijn zo eigenwijs als wat en soms zijn we net de bedienden van die beesten. Deur open, deur dicht. Honden hebben we ook genoeg natuurlijk. Maar ja….een Border is wel echt een heel bijzonder beest. Wat voor kleur zou ik willen. Die bruine vind ik achteraf toch niet zo mooi. Niet dat het echt om het mooi gaat, maar toch. Die Merle was niet lelijk…. Maar niet nu. Eerst wat verder zijn met Koos. Als we het al doen mogen we wel goed om Flop denken. Het ouwetje mag niet onder gesneeuwd raken met twee van die actieve beesten in huis. Nou ja, voorlopig is het nog niet zover.

……

Het zou toch wat zijn als ik met Koos kon gaan schapendrijven! Het is echt een virus hoor. Grappig dat veel mensen zo begonnen zijn. Eén Border, een tweede erbij, een leen kudde, een eigen kudde en voordat je het weet loop je wedstrijden. Hahaha…ik zie het al, een kudde schapen in onze tuin! Als het nou een beetje betaalbaar is wil ik toch die cursus schapendrijven gaan doen. Volgende maand maar eens meer informatie vragen in Zwolle. Koos zal het wel leuk vinden denk ik. Moet ik toch ook eens kijken wat zo`n startlicencie nou precies in houd. Hoewel….het moet wel een hobby blijven. Ik hoef niet perse de echte hondensport in. Eerst maar eens zien dat dat beest fatsoenlijk gaat eten. Mager ding. Ik snap echt niet dat `ie niet barst van de honger. Zo`n jonge en actieve hond. Gelukkig is hij niet ziek. Ik vind het toch prettiger dat we hem even hebben laten nakijken. Dat kan ik nog wel even op dat Border forum zetten. Is wel leuk.

......

Leuk als straks de voortuin veranderd is. Het komt er toch niet van om het helemaal goed bij te houden en een grotere moestuin is ook wel heel leuk. Zo`n pergola maken is ook weer een klus natuurlijk, maar dan kan ook begin volgend jaar. Ik wil ook niet tegen de auto aan zitten gluren. En ook niet tegen die vuilnisbakken. Moeten we daar maar zo`n houten bak omheen bouwen. Staat nog leuk ook.

…….

Hoe laat is het eigenlijk? Drie uur. Dan zet ik eerst eens even koffie. Nog een paar shirtjes en dan is het weer gedaan voor deze week. Als ik opschiet kan ik ook de badkamer nog even doen. Hoewel, nu het zo mooi weer is kan ik misschien beter eerst de ramen buitenom eens zemen. Dan is het al weer zo`n beetje tijd om te koken natuurlijk. Of ik geef sam zijn zin...pizza is ook lekker natuurlijk. En snel gedaan. Eten we die spruiten morgen wel. Dan schrijf ik vanavond de weblog.
9 september 2007 door loesEen paar dagen geleden krijg ik van Sam een brief van school. “Mam, ik zal het maar gelijk zeggen. Het gaat over porno.” Op mijn voorzichtige vraag of alle kinderen zo`n brief hebben gekregen beantwoord hij bevestigend, dus mij eerst paniek reactie neemt af. En met dat Sam verteld van de gebeurtenissen van die dag lees ik de brief. Het College van bestuur is geschokt dat het uit de krant heeft moeten vernemen dat een medewerker van de school (nu ongeveer drieenveertig jaar) is aangeklaagd in verband met het plegen van ontucht met een minderjarig meisje. Leerlinge van de school. Het meisje heeft twee jaar geleden een aanklacht ingediend. Haar aanklacht betreft bedreiging, seksueel contact en het maken en verspreiden van kinderporno vanaf haar veertiende. De man waar over het gaat heeft toegegeven gemeenschap te hebben gehad met het meisje toen zij zestien jaar oud was. Op school wist niemand er van, op één man na. Die vond dat het een privézaak was en heeft het daar bij gelaten. De verdachte medewerker is geschorst tot na de rechtzaak.

En daar zat ik dan. Met openvallende mond en klapperende oren. En Sam maar doorratelen. Over dat de leraren niet mochten zeggen over welke medewerker het ging. Maar dat ze gezien hadden dat die en die overhaast zijn spullen pakte en het schoolterrein heeft verlaten. Dat de leerlingen het er constant over hadden en hoe ongelofelijk het toch was dat juist die en die dat gedaan zou kunnen hebben. De zorgvuldig bewaarde identiteit van deze man is dus allang naar de haaien. Alle kinderen die hem hebben zien vertrekken hebben dat aan de andere kinderen door verteld en bij de ouders zal het verhaal ook inmiddels wel bekend zijn.

In een krantenartikel staat dat de school de rechtzaak afwacht en dat de medewerker, mocht hij vrijgesproken worden, hij wel weer op school kan komen werken. De voorzitter van het College verwacht niet veel reactie van ouders op de brief die zij gestuurd hebben. Hij wordt in de krant geciteerd: “Ik denk dat veel mensen wel weten dat zulke dingen gebeuren. Wij zijn geen eiland in de maatschappij.” Ja…dus? Het is nu eenmaal zo, die dingen gebeuren, schouders ophalen en weer verder gaan? Dat kan toch zomaar niet? Die kerel moet de zak krijgen! Nu weet ik ook wel dat een verdachte onschuldig is tot schuld is bewezen. Maar volgens de Officier van Justitie is bedreiging en kinderporno bewezen. De man heeft in elk geval bekend seks te hebben gehad met het meisje toen zij zestien was. Hoeveel meer bewijs heeft de school dan nodig? Hoezo privézaak? De man werkt op school, het is een leerlinge van school. Dat maakt het een zaak van de school. De school moet daar dus wat mee. Je wilt toch als schoolleiding geen medewerker met zijn handen - en zo meer - aan kinderen zit?? Volgens school zijn er geen verdere gevallen bekend en zij achten de kans zeer klein dat er meerdere kinderen het slachtoffer zijn geworden. Alweer: Ja…dus? Dat wil niet zeggen dat het niet vaker gebeurd is. Als er inderdaad sprake is van bedreiging zal een kind niet zomaar durven bekennen dat ook zij seks heeft gehad met een medewerker van school. En wie zegt dat het niet vaker zou kunnen gebeuren. Misschien laat deze man het nooit meer zo ver komen…maar toch…misschien ook wel.

De voorzitter van het College van Bestuur heeft natuurlijk wel gelijk met zijn opmerking. Een school is geen eiland in de maatschappij. Natuurlijk gebeuren er ook kwalijke dingen op scholen. Een school lijkt me eerder een eiland met een doorsnee van de maatschappij. Maar wel één met de mogelijkheid, misschien zelfs wel de plicht, om dit jonge en nog te vormen deel van de maatschappij een basis van normen en waarden mee te geven. Een volwassen vent die ‘het’ met een zestienjarig meisje doet….het is van de gekke! Niet acceptabel. Ongeacht de omstandigheden. Die man had zijn verantwoordelijkheden moeten weten en het kind met rust moeten laten. Als deze man terug komt op school wordt er naar mijn idee een heel erg foute boodschap afgegeven.

We zijn het er dus niet helemaal mee eens en hebben een brief aan het College van Bestuur geschreven. Want hoewel we begrip hebben voor de lastige situatie waar de school zich in bevind, het gaat tenslotte om een collega, is het te hopen dat de schoolleiding laat zien dat zulke praktijken niet acceptabel zijn. En zéker niet op een school.

groeten,
Loes

18 augustus 2007 door LoesWerken is net als fietsen. Je verleert het niet. Inmiddels ben ik weer twee weken aan de gang. Het enige dat even wennen is is mijn aangepaste vakantierooster. In plaats van de twee-en-een-halve dag die ik normaal werk werk ik nu alle ochtenden. Drie ochtenden tot één uur en twee tot twaalf uur. En dan om de twee weken de zaterdag die ik normaal ook zou werken. Op deze manier maak ik wel hetzelfde aantal uren, maar ben ik elke middag thuis voor de kinderen. Niet dat ze me echt nodig hebben, het gaat om het idee. Meestal vertrekken ze kort nadat ik thuis gekomen ben met of naar vrienden om zich buitenshuis kostelijk te vermaken. Maar het feit dat je er bent en wat woorden kunt wisselen of instructies en begeleiding kunt geven is toch wel prettig. Ik heb zelfs overwogen om dit vakantierooster om te zetten in een vast rooster. Halve dagen werken op zich zelf is wel wat. En het is niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de honden prettig als er s`middags iemand thuis is. En de meeste gezinsleden zouden het wel fijn vinden om van het late avond eten af te zijn als ik geen hele dagen meer zou werken. Maar ja…of ik er nu zo op vooruit ga.
Ik heb nu eenmaal het soort werk waarbij je niet precies op tijd de deur uit kunt lopen. Vaak moet er nog even snel een boeket voor een bestelling gemaakt worden. Of een bestelling bezorgd waardoor ik nog wat langer in de winkel moet blijven.Of er komt net op dat moment een zeldzaam lastige klant vijf minuten voor een binnen die je aan het werk houdt tot tien voor half twee. Nog even mijn rommel opruimen. Half twee. Naar huis. Tien over half twee. Eerst even iets eten. Twee uur. Dan maar eerst met de honden naar buiten. Drie uur. Dan is het tijd voor het betere poetswerk. Totdat de inwendige mens aan de beurt is. Half zes. Na het eten een kop koffie en dan weer een rondje met de honden. Inmiddels is het half negen en dan gaat Loes geen ramen meer zemen natuurlijk. Of strijken. Of de w.c. poetsen. Dan heb ik het voor die dag wel gehad. Vijf, en elke twee weken zes dagen achtereen zo aan de gang zijn – het trekt me niet echt. Bovendien zou ik de lange weekeinden missen die ik eens per twee weken heb en de dagen dat ik lekker in m`n uppie in huis kan aanrommelen. Al met al ben ik dus niet echt enthousiast. Nog los van dit allemaal zou ik twee ochtenden samenwerken met de dochter van mijn werkgeefster. Zonder daar nu al te veel over uit te wijden kan ik wel zeggen dat het meisje een nogal lastige en humeurige aard heeft. Daarbij is ze er van overtuigd dat haar werk en denkwijze de enige juiste is en ze is niet te beroerd om dat op luide en duidelijke toon te verkondigen. Tegen haar moeder, tegen haar vader, tegen de klanten en tegen mij. Het komt de sfeer en mijn humeur niet ten goede. Binnen de kortste keren heb ik slaande ruzie omdat een vierentwintig jarige snotneus mij de les denkt te kunnen lezen. Nu ga ik met het grootste plezier naar mijn werk, en dat wil ik graag zo houden. Dus: hoewel ik veel wil doen om dit gezin zo soepel mogelijk draaiende te houden, kies ik er toch voor om het ook voor mijzelf leuk te maken.

Ondertussen wordt hier natuurlijk nog druk vakantie gevierd. De kinderen rollen halverwege de ochtend uit hun bed en op de bank, om daar voor de televisie verder wakker te worden. Het valt niet mee hoor, als je puber bent! Het leven is zwaar! ;-) Alleen Dewi heeft nog enige structuur door haar werk bij de Mac en de kapsalon waar zij stage loopt als voorbereiding op de opleiding waar ze komend schooljaar aan gaat beginnen. Roos heeft de afgelopen vijf weken drie verschillende vakanties gehad en lijkt nog geen echte plannen te hebben voor de invulling van de resterende twee weken. En Sam heeft zo zijn eigen structuur ontwikkeld. Uitslapen (“Ik heb vakantie!), hangen (“Hoezo, aankleden?”), naar buiten”(“Ben om vijf uur thuis!”). Hij vermaakt zich wel, maar toch. De laatste weken moeten we maar weer eens wat van die ouderwetse structuur terug zien te krijgen. Bijtijds je bed in. Wat vroeger je bed uit. Hier en daar eens een klusje doen. En iets verzinnen om je dag mee te vullen.
Zeven weken vakantie. Het is ook wel erg veel heb ik het idee. Volgens mij zijn er maar weinig ouders/verzorgers die niet allebei werken. Je moet het dus allemaal zien op te lossen. En kinderen, vooral die nog niet aan een vakantie baantje toe zijn, moeten zich maar zien te vermaken.
Nog twee weken en de kinderen gaan weer naar school. En ik werk mijn oude vertrouwde rooster weer. Alles normaal. Lekker!

21 juli 2007 door LoesEn zo was er ineens weer een maand voorbij. Niet dat ik echt de hele maand alleen maar aan het scrappen was hoor! Hoewel…ik heb inmiddels wel een dubbeldik foto boek over onze viervoeters en twee boekjes over de tuin. Het is wel een verslavende hobby. Net als tekenen. Als ik eenmaal met een project ben begonnen en het pakt me, dan ben ik er niet snel van af te halen. En al scrappend of tekenend borrelen de ideeën voor het volgende project al op. Meestal doe ik zulke dingen s`avonds, na het eten. Tafelkleed er af, Loes er aan! Van af het hoofdeind van de grote eettafel hou ik contact met de overige gezinsleden en kijk ik een beetje mee naar de film of t.v. Net waar naar gekeken wordt. Alleen als ik iets heel priegeligs moet knippen, plakken of tekenen reageer ik wat afwezig – "mmm…jaaa…" Gelukkig heb ik tot nu toe, en voor zover ik weet, geen mmmm, jaaaa, op het verkeerde moment gezegd! Er is me althans nog nooit gezegd: "Ja, maar dat zei je van de week toen je aan het scrappen was!" Nou goed, ik heb me de afgelopen maand dus prima vermaakt met dat scrappen en andere meer aardse zaken. Er moest verder gewoon gewerkt worden en omdat ik Gijs natuurlijk niet helemaal alleen voor de dagelijkse huishoudelijke beslommeringen kon laten opdraaien heb ik ook wat dat betreft m`n steentje maar netjes bijgedragen. Met moeite, maar toch ;-)

En nu hebben we vakantie! Ik heb me helemaal voorbereid op een herhaling van de vakanties van de afgelopen twee jaren. Drie weken gevuld met regenachtige en druilerige koude dagen, gelardeerd met tegenvallende geplande activiteiten en niet te voorspelen minder leuke gebeurtenissen. Ik had mijn scrapboeken en tekenblok achter de hand en een kast vol boeken. Al zou het regenen, wat gezien de afgelopen maanden niet ondenkbaar was, ik zou me vermaken! En zie daar! Vanaf dag één hebben we stralend weer! Met een heerlijke temperatuur en een gezellig `zomers zonnetje!

We hebben geen vakantie buitenshuis gepland, maar er staan diverse dingen op het programma in en om het huis. Mijn vakantie begon met een bezoekje aan mijn ouders in België, waar we heerlijk in de tuin van de zon hebben zitten genieten. En op dag twee van onze vakantie is eindelijk het laatste stukje aanleg van de tuin gerealiseerd. Terwijl ik wat suffig, snufferig en hoestend op een stoel hang – ik ben namelijk ook vanaf dag één ziek, je kan niet alles mee hebben – ploegt Gijs zich een weg door een poel onkruid in het midden van de tuin. Na twee dagen afgraven, omploegen en gladmaken ligt er op dat stuk keurig grind met stap tegels om van de fietsen schuur naar het terras te komen. Het is werkelijk een genoegen om vanaf het terras om me heen te kijken. Er staan twee nieuwe, keurig rechte schuttingen met een prachtige overkapping voor de fietsen. Het uiteindelijk positieve gevolg van de storm in januari. Planten groeien en bloeien dat het een lieve lust is en de vijver is een aantrekkelijke badderplaats voor vogels en kikkers. En voor reigers, maar dat is vanwege de vis die ze hebben ontdekt. Dan maar geen vissen in de vijver.
Dan lopen we die eerste vakantieweek ook ineens tegen twee stoeltjes aan die wél lekker zitten. De nét even te hoge en te harde rieten stoelen waar eigenlijk niemand op wil zitten brengen we bij de milieuboer. En laat die nou ook het perfecte kastje hebben waar ik een belangrijk deel van mijn teken- en scrapspullen in kwijt kan! Gemak dient de mens. Moest ik eerst uit alle hoeken en gaten de diverse mandjes, bakjes en mappen tevoorschijn toveren als ik aan mijn hobby wilde, en weer op ruimen als ik er mee stopte, nu steek ik mijn hand uit naar mijn kastje en ik kan aan de gang. “Gelukkig” dat het een dag regenachtig was. Kon ik ook nog even lekker met mijn kastje spelen! ;-)
Inmiddels is het weer droog en schijnt de zon ook weer. Het lijkt er op dat onze andere ‘mooi weer plannen’ ook door kunnen gaan. We willen onze verjaardagen vieren met een tuinfeestje inclusief barbecue. En een dag wandelen op de duinen met de honden. Stevige stappers aan, rugzakje met water en proviand mee en lopen maar. En ook nog een dag naar een wedstrijd of demonstratie van de Border Collie Club ergens in het land. Om zomaar eens te kijken hoe dat nou toe gaat op zo`n dag. En wie weet sluiten we ons aan bij de club. Niet dat we echte fanaten zijn, maar het blijkt dat als je eenmaal kiest voor dit aparte ras je al snel besmet wordt met het enthousiasme dat de meeste BC eigenaren hebben. En we willen in de toekomst toch wat meer met onze hond gaan doen, dus een mooie manier om het allemaal eens te onderzoeken.
Verder ligt er nog wat werk in de tuin zoals het toppen van de te hoge coniferen, het uitbreiden van de moestuin en het herinrichten van de voortuin. Kortom: we zullen ons niet vervelen.

Maar eerst gaan we genieten van vier kinderloze dagen! Dat is uniek in dit turbulente gezin. Vier hele dagen helemaal zonder kinderen…. Dus echt helemaal zonder kinderen. Dat gebeurt nooit! Er is er wel eens meer eentje voor een dag, paar dagen of zelfs weekje de deur uit. En het komt ook wel eens voor dat alle kinderen bezigheden buitenshuis hebben en Gijs en ik de hele dag samen zijn. Maar vier!
Roos is constant onderweg. Zij hobbelt van de ene vakantie naar de andere. Na een weekje Vlieland met haar vriendin is zij nu een paar dagen vakantie vieren met haar vriendje. Als ze terug komt is dat slechts om uit en weer in te pakken want ze heeft aansluitend drie weken kamp in het vooruitzicht. Dewi is het met haar moeder aan het genieten van mooi Texel en blijft daar zeker nog een week. En ook Sam is, voor het eerst sinds jaren, een week van huis. Hij mocht mee zeilen met een vriend van hem.
Mooi weer, vrije tijd, en iedereen iets leuks te doen. Echte vakantie. Heerlijk!
23 juni 2007 door loesMijn moeder was nog zo’n ouderwetse. Een echte moeder en huisvrouw. Toen leek dat heel vanzelfsprekend. Ik heb er nooit zo over nagedacht of het wel normaal was, dat elke dag mijn kamer weer was opgeruimd en mijn bed opgemaakt. Ik kon rommel maken wat ik wilde, maar op het einde van de dag was het allemaal weer keurig in orde. Alleen heel soms, mopperde ze wel eens dat het eigenlijk te erg was en ik eens moest weten hoeveel tijd en energie het haar allemaal kostte. Er zaten echter nooit consequenties aan, dus maakte ik de rommel en ruimde zij het op.

Mijn moeder kon ook lekker koken. Elke dag was er verse soep en we hadden ook altijd een toetje. Vrijwel altijd kwam er een ouderwetse maaltijd op tafel met aardappelen, groente en een stukje vlees en slechts zelden nasi, macaroni of andere buitenlandse lekkernijen. Dat kwam dan weer door mijn vader. Wij zeiden altijd dat hij alles lustte zolang het maar aardappelen, sperziebonen en een karbonaadje was. Mijn moeder wilde heel graag wat anders maken, maar door het gebrek aan enthousiasme van mijn vader, werden die initiatieven meestal al in de kiem gesmoord. Mijn moeder paste zich aan. Dat vond zij blijkbaar haar taak en blijmoedig zette ze op tafel wat er van haar werd verwacht.

Zelfs het ontbijt werd voor me klaargezet of klaargemaakt. Altijd kwam ze uit bed om er voor te zorgen dat ik met een goed gevulde maag de dag kon beginnen. Als ik dan met een slaperig hoofd aan tafel schoof, hoefde ik niks meer te doen. Zelfs de boterhammetjes voor school waren keurig klaargemaakt en stonden naast mijn bord in een trommeltje. Als ik dan uit school kwam, gaf ze me iets te drinken, een koekje en een aai over mijn bol en luisterde naar mijn avonturen en verhalen van die dag.
Kortom, ze regelde alles en ze regelde het goed. We hadden een geordend huishouden.

Aan deze perfectie situatie kwam alleen een einde als ze een legpuzzel op tafel legde. Ze puzzelde niet vaak, maar als ze er aan begon, dan was ze er ook helemaal vervuld van. Zodra mijn moeder een doos uit de kast pakte, ging er een rilling door het gezin. Het was weer zover. Ma ging puzzelen! Dat was het einde van een georganiseerd bestaan, waarin alles goed geregeld was en wij onbezorgd konden leven. Voor ons brak een tijd aan van zelfstandigheid en zelf doen. Natuurlijk wist mijn moeder wel, dat er nog veel taken op haar wachtte, maar blijkbaar was de aantrekkingskracht van de puzzel te groot. “Nog één stukje en dan…..”, was de meest gehoorde tekst die er uit haar kwam. Natuurlijk bleef het dan niet bij dat ene stukje, maar duurde het al gauw een half uur, een uur of nog langer voor ze aan haar huishoudelijke beslommeringen toe kwam. In zo’n periode lag er meer stof door huis, moesten we zelf maar zien of we het bed opmaakten en was het eten ook niet zo best geregeld. Eigenlijk brandde alleen in zo’n periode de aardappelen aan, kwam het te laat op tafel en miste de soep of een toetje. In de kast grepen we regelmatig mis, omdat de boodschappen niet waren gedaan en het trommeltje voor school bleef leeg. Wij volgden dan ook met meer dan normale belangstelling het vorderen van de puzzel. Niet dat het plaatje ons iets interesseerde, maar wij wilden wel weer graag de spil in het gezin terug op de plek waar we gewend waren. Namelijk in het centrum, zodat ons onbezorgde leven weer op gang kon komen.

Het leggen van het laatste puzzelstukje was voor ons dan ook een feest. We hoefden alleen nog twee dagen met het bord op schoot te eten, omdat het zo zonde was de puzzel meteen weer op te ruimen, maar het eten smaakte goed, het was compleet, met aandacht bereid en volledig.

Ze zeggen wel eens, dat een echtgenote/partner op je moeder lijkt. Misschien zit daar wel iets van waarheid in, want Loes heeft veel van diezelfde trekjes. In de laatste jaren is ze steeds meer de spil van het gezin worden, waar iedereen om draait. Ze weet wie waar hoelang en met wie uithangt, waar iedereen moet zijn en wanneer, regelt afspraken, huishouden, dieren, werk en schoolzaken. Met regelmaat gaat ze als een witte tornado door het huis en achter haar begint alles te blinken, is opgeruimd en aan kant. Je hoort alleen af en toe een sopemmer die leeg gekieperd wordt en weer met een fris sopje gevuld. De tijd die ze inplant om iets voor zichzelf te doen, blijkt achteraf vaak opgegaan te zijn aan allerlei huishoudelijke beslommeringen of zaken in het belang van gezin of kinderen. Als iemand een keer ver weg moet zijn, dan pakt ze de auto en rijdt heen en weer. Als het regent, brengt ze me naar mijn werk, zodat ze met de auto de vracht boodschappen weer kan binnenhalen. De honden worden ontluisd, de papegaai verschoond en de katten hebben de brokjes maar voor het kauwen. Natuurlijk is het allemaal net wat anders dan vroeger thuis, want mijn moeder werkte niet en Loes wel, maar qua beeldvorming zit er veel gelijkenis in.

De gelijkenis is ook verder door te trekken, want waar ik vroeger puzzelen kon invullen, kan ik nu scrappen invullen. Loes scrapt! Niet vaak en niet veel, maar als er een nieuw boek ter hand wordt genomen, dan gaat daar veel tijd, aandacht en energie in zitten. En ook ruimte. Het is niet te zeggen hoeveel dingetjes je nodig hebt voor die hobby. Foto’s om in te plakken, papier om te versieren, maar ook bandjes, kantjes, knoopjes, poppetjes, strikjes, letters, stempels, inkt, pennen, lijm en zo meer. Teveel om op te noemen. Zodra het spul op tafel komt, gaat er bijna een siddering door het gezin. Loes scrapt! Niet storen! Ineens moeten we het doen met halve antwoorden, weten we niet wat ze die dag heeft gedaan, moeten de honden nog uit, zit de was nog in de machine, eten we vaker brood met een gebakken ei of patat. Ons geregelde bestaan staat op de helling.


Met meer dan gewone belangstelling volgen we de vorderingen. Niet alleen om te zien hoe leuk en mooi het allemaal wordt, maar elke afgemaakte pagina brengt ons weer dichter bij een georganiseerd bestaan. Deze keer heeft ze een boek van 32 pagina’s onder handen. Er zijn er pas 6 klaar. Brrrr. Nog 26 te gaan!

Voorlopig zal ik dus wel koken, strijken, de honden uitlaten, de was doen en stofzuigen. Hoe minder ik Loes afleid, hoe sneller ze weer terug is.
Daarom deze keer een weblog van mijn hand.
Loes werkt en scrapt!
Heb geduld. Nog twee tot drie weken en ze is weer terug.
Loes scrapt!
Niet storen!
Sssst.


Gijs

3 juni 2007 door loesIk ben moeder, stiefmoeder, vriendin, werkneemster, huisvrouw én vrouw. En vrouwen hebben soms niks om aan te trekken. En dat is gewoon écht waar! Het kan zomaar ineens zijn dat je als vrouw je kast open trekt en dat er niks ligt. Of bijna niks. Of, zoals ik laatst had, dat er zat ligt maar dat je het allemaal spuugzat bent. Kleding, allemaal zo vaak gedragen, gewassen en weer gedragen. Soms, stom!, ook naar mijn werk. Omdat ik ook wel eens iets anders aan wil dan donker blauw of bruin of welke andere gedekte kleur dan ook die wat kan hebben. Met als gevolg bleekwater en ledervaren vlekken op verschillende kledingstukken. Zélfs door Vanish niet meer te redden. Die vlekken gaan er nooit meer uit! Vandaar dat het stapeltje kleding ‘net’ kleiner werd en het stapeltje ‘werk’ groter. Net als het stapeltje ‘misschien pas ik het later weer’ en het stapeltje ‘toch zonde om weg te doen’. Wat samen met het stapeltje ‘je weet maar nooit’ onnodig veel kastruimte in beslag neemt. En eigenlijk is mijn ondergoed ook aan vernieuwing toe.
Naar de stad dus!

Nu vind ik statten erg leuk. Lekker kuieren door de winkelstraat. Snuffelen in ‘hebbedingen’ winkeltjes. Of op de woninginrichting afdelingen van de diverse warenhuizen. Potjes, pannetjes, wierrookjes, lekkere zeepjes, keukenspulletjes. Zelfs handdoeken, theedoeken en beddengoed. Noem maar op. Allemaal leuk! Maar kleding? Een ramp! Ik ben niet te lang en niet te slank. En de modewereld schijnt nog steeds te vinden dat elke vrouw een wespentaille heeft, een platte buik en een vol gemoed. Ik heb dat allemaal niet en als je het positief wilt benaderen zou je kunnen zeggen ‘ik ben anders’ maar ondertussen levert het wel een probleem op. Want de heupbroeken en navelshirtjes in X model benadrukken wel héél erg mijn ronde vormen! Bovendien vind ik lang niet alles leuk. Zwart/wit is niet mijn stijl. Ik heb altijd het gevoel nét te netjes te zijn. Of naar kantoor of een begrafenis te gaan. Gekleurde stiksels, kraaltjes, roesjes op bloesjes, steekzakken met knopen en riemen met grote gespen….Als ik het bij een ander zie denk ik: “Goh, leuk!” Maar als ik het aantrek…het flatteert me niet. En als ik dan eindelijk iets gevonden heb schrik ik me wezenloos van het prijskaartje. Ik zag laatst een heel leuk kort vestje. Grof gehaakt, driekwart mouw, gesloten met een simpel touwtje. Zeventig euro! Ik ben me daar gek! Voor zeventig euro wil ik wel aangekleed zijn en niet in een doorkijkding tot boven mijn navel lopen! IOneens was het een stom vestje. Terug in het rek.
Ik heb dus mijn model niet mee, ben een zeikerd én zunig. Probeer dan maar een iets te vinden.

Gericht statten kan ik dan ook het beste in mijn eentje doen. Want ik zou eventueel gezelschap, dat om te beginnen al over engelengeduld zou moeten beschikken, tot razernij drijven met mijn gezeur en gezever tussen de kleding rekken. Zodoende ben ik op een vrije woensdagmiddag in mijn eentje op stap gegaan. Om half twee Gijs bij zijn werk af gezet en opgetogen op weg naar de stad. Goede gelegenheid om eens op zoek te gaan naar de outlet shop waar iemand me laatst op gewezen had. Die heb ik niet gevonden, maar als ik eenmaal de kolder in mijn kop heb ben ik niet te houden. Dus ging ik alle adresjes af waarvan ik dacht dat ik er mogelijkerwijs zou kunnen slagen. Langs de rekken met kleding. Armen vol met mogelijk passende en wél flatterende kleding. Het bordje ‘max. 5 stuks in de paskamer’ negeren. Kleren uit. Kleren aan. Terug hangen. Afrekenen. Volgend adres. En per adres groeit mijn bagage! Het gaat hartstikke goed! Ik ben leuk bezig! Uiteindelijk sta ik, inmiddels moe en warm, in een paskamertje van de V&D met nog een aantal te passen bh`s. En nét als ik de tweede aantrek en dus half ontkleed in die paskamer sta: ‘Dinggg donggg!’ Ineens is het tien voor zes en de V&D gaat sluiten. Gatverdarrie! Ik moet naar huis! Er zitten kinderen én honden te wachten met hongerige magen…..pizza dan maar. Voor de kinderen dan. Maar ik wil eigenlijk nog naar Vögele, waar ze echte korte korte broeken in de aanbieding hebben voor Gijs. En Vögele is aan de andere kant van de stad! Mijn voet, toch al pijnlijk door een peesontsteking en dik door een verkeerde waterhuishouding als gevolg van spataderen, klopt in mijn schoen. Wat nu? Verstandig zijn en naar huis en de broeken laten voor wat het is, of… Nee, haast maken! Snel de laatste bh passen. Afrekenen. En rennen. Twee minuten voor zes kom ik hijgend bij de winkel aan. Een allervriendelijkste mevrouw die net bezig is de rekken kleding naar binnen te rollen stuurt me naar de bovenverdieping waar een net zo vriendelijke meneer me de broeken wijst en zegt: “Ja, hoor, het kan nog, zeker. Geen probleem.” Vermoedelijk hebben beiden die avond thuis zitten vertellen over die muts die op het laatste moment zo nodig nog even iets moest. “De hele dag open en dan komen ze twee minuten voor zes! “ Ik heb evengoed snel twee broeken uit het schap getrokken en nam en passant een overhemd mee. Ook in de aanbieding! Vijf over zes sta ik weer buiten, beladen met tasjes en zakjes. Moe, oververhit, met een zere voet maar….geslaagd! Nog even snel langs de super voor de pizza`s en op weg naar huis om mijn aankopen te laten zien.

De andere dag trek ik alle zooi uit mijn klerenkast en begin aan een zéér strenge selectieprocedure. ‘Misschien’, ‘zonde’ en ‘je weet maar nooit’ doen niet meer mee. Er blijven twee stapeltjes over. ‘Leuk voor werk’ en ‘nog leuker voor net’.
Binnenkort is er een speciale avond op de school van Roos.
Eens kijken….wat zal ik n’s aantrekken?


24 april 2007 door loesIk zit op het terras met mijn benen languit op een stoel. Links hoor ik het gekwetter van vogeltjes uit de heg komen. Achter mij is het gedempte geluid vanuit de huiskamer van een of ander t.v. programma van het kaliber ‘Zoek de Homo’. En rechts hoor ik de volslagen onverstaanbare maar desalniettemin luide conversatie van onze Marokkaanse (of Turkse, ik kan dat nooit zo goed zien) buurman. Ik negeer het geluid van de t.v. en vergeef de buurman zijn luidde stem. Want ondanks zijn opmerkingen “Druk, nu geen tijd, misschien over twee, drie weken.” Heeft hij er toch binnen een dag of twee voor gezorgd dat er tussen zijn en onze tuin een prachtige gezamelijke schutting staat die alle inkijk van de afgelopen twee maanden doet vergeten. Hier en daar wat wederzijdse beplanting vertrappend, maar ach…dat geeft mij weer een reden om leuk nieuw spul van mijn werk mee naar huis te nemen. Even daarvoor is de schutting aan de achterkant van onze tuin geplaatst. Het is niet te geloven hoe blij een mens kan zijn met een paar geïmpregneerde palen en planken! Sinds de laatste storm was onze tuin een soort open hof wat diverse lieden zonder schroom betraden voor bijvoorbeeld het jatten van enkele fiets voorwielen. Dat is dus nu mooi verleden tijd. Het enige wat prettig zou zijn is als de verzekering nu ook daadwerkelijk gaat uitbetalen. Kennelijk is het juffie dat onze schade behandeld óf nog niet zo lang in dienst óf gewoon niet zo heel erg slim. Hoe dan ook, de afhandeling gaat traag en met de nodige fouten. We zullen het dus zelf goed in de gaten moeten houden en er bovenop zitten.
Of het nu door het wijntje komt of dat de douche met rustgevende lavendel zijn heilzame werking doet, geen idee. Maar ik zit hier in elk geval vreselijk rosig te zijn en te genieten van onze afgesloten tuin en de nog niet betaalde en niet door ons zelf gezette schutting. Het kan erger. Zo relaxend mijmer ik wat over wat ons turbulente gezin de afgelopen maand wat bezig heeft gehouden. En wat nog wel een poosje een rol zal blijven spelen.

De afgelopen maand is weer zoveel voorgevallen dat het wel twee maanden lijkt. Ik zou willen dat het met mijn vrije tijd ook zo was, maar dat is dan helaas weer niet het geval. Behalve het gedoe rondom de schutting is mijn vrije tijd voornamelijk op gegaan aan de nodige regeldingen, zorgen en naar mijn idee volslagen onnodige ervaringen.
Zo is opnieuw gebleken dat Dewi een overmatige aanleg tot liegen en bedriegen heeft. En uiteindelijk is ons vermoeden bevestigd en bleek dat zij veel van haar doelen bereikte middels onrechtmatig verkregen gelden. Ik schrijf het even snel op, maar er zijn heel wat hoofdbrekens, vragen, boosheid, tranen en gesprekken aan besteed. Helaas komen we er zelf niet uit en hebben we nu van de huisarts een verwijzing naar een kunstzinnig therapeute gekregen. In de hoop dat die boven water kan halen waarom het kind toch telkens weer de verkeerde keuze maakt en waarom onze gesprekken met haar geen effect hebben. En wat we kunnen doen om haar te helpen op het rechte pad te blijven. Een grote zorg.

Dewi`s zus, Roos, lijkt ook wat extra aandacht nodig te hebben. Zij is achttien. En hoewel het leuk is dat zij net even anders wil zijn dan de meeste van haar leeftijd genoten lijkt ze daar toch wel wat ver in te gaan. Zij verkleedt zich meer dan dat zij zich apart kleed. Behangen met kralen kettingen, heersbeestjes oorbellen van schuimrubber, kleding in de meest opvallende kleuren, vol gespeld met knuffelhangers. Zowel in haar gedrag als in hoe zij zich presenteert lijkt zij soms acht in plaats van achttien. Wij hebben het vermoeden dat zij niet goed met haar gevoelens om kan gaan. Alles is leuk lief en schattig, maar waar het op wereldse zaken en de realiteit aankomt, haakt ze af. Daar wil ze niks mee te maken hebben. En als zo de minder leuke kanten van het leven aan bod komen, of iets simpels als een baantje, is er een enorme afweer merkbaar en komen soms zo maar als uit het niets de tranen. Zolang iedereen haar maar heel lief vind gaat het goed met Roos. En als je achttien bent zou dat prinsessen gedrag toch eigenlijk wel over moeten zijn. Volgend jaar is ze klaar met school en moet ze een vervolgopleiding kiezen. Het is te hopen dat we haar tegen die tijd bewust hebben kunnen maken van de volwassen wereld en dat de achtjarige plaats maakt voor de achttien jarige.

Ook een grote zorg, maar van een heel andere orde, is de gezondheid van Sam. Onlangs kreeg ik een mail van zijn vader waarin stond dat uit recent onderzoek is gebleken dat bloedverwanten een erfelijke aanleg kunnen hebben voor te hoge cholesterol waarden. En dat onderzoek door een specialist werd aangeraden. Nu is het inderdaad zo dat al een aantal familie leden aan een hartkwaal zijn overleden en een aantal een by-pass hebben. Helemaal als een verrassing kwam het bericht van mijn ex niet, maar toch. Een kind van dertien met mogelijk een veel te hoog cholesterol en een leven met pillen… Gelukkig is uit het bloedonderzoek van vorige week gebleken dat zijn cholesterol waarden helemaal in orde zijn en dat eens per drie jaar controleren goed genoeg is. Tegelijkertijd is er ook een stukje uit de arm van Sam onderzocht. Een raar soort bloedblaar dat maar niet wilde verdwijnen. Hoewel het uiteindelijk door de dermatoloog een ‘goedaardig bloedstolsel’ werd genoemd, leek het hem wel wenselijk het plekje te laten verwijderen gezien het feit dat er verder niets bekend was over de aandoening. Om risico`s te vermijden dus. Yek! Een eng idee. En getver! Ze gaan snijden in mijn zoon! Sam doet wel stoer, maar vind het zelf ook een beetje spannend.

Ondertussen is er ook een kind uitgevlogen! Iris, de oudste van Gijs, was al geruime tijd op zoek naar een plekje voor haar zelf. Maar twijfelaar als zij is kon zij niet kiezen tussen de verschillende aantrekkelijke aspecten en mogelijkheden van haar leven. Een nieuwe opleiding kiezen, carrière maken bij haar huidige baan en de kosten voor een eigen bestaan. Het leek allemaal wat veel. Uiteindelijk heeft ze gekozen voor de tussenoplossing van ‘op kamers’ en de carrière bij haar huidige baan. Het kind is al twintig. Begrijpelijk dat ze haar eigen stekkie wil, alles zelf wil regelen en het zat is om zich aan huisregels en dergelijke te houden. We maken ons alleen een beetje zorgen om het stukje ‘op kamers, bij haar moeder .’ Weliswaar is de kamer die zij nu bewoont min of meer los staand van de rest van het huis van haar moeder en delen zij, net als in een studentenhuis, alleen de keuken, badkamer en toilet. En het is een heel voordelige oplossing voor het moment. Maar doordat haar moeder depressief is en zo nu en dan tot niets in staat is en erg op derden én haar kinderen kan leunen als het zo uit komt, zijn we een beetje bang dat Iris straks de verzorgster van haar moeder wordt. Of zelf terug zakt naar een wat hangerige manier van doen. En dan is ze toch maar pás twintig… Als dat maar goed gaat dus.
Het goede nieuws wat dit betreft is, dat Gijs en ik iets meer tijd met z`n tweeën zullen hebben nu Iris hier niet meer woont. Normaal bleef zij lekker zitten als de andere kinderen naar bed gingen of kwam ze net terug van haar werk. En hoewel het niet ongezellig was zo met z`n drieën, is het wel prettig om echt samen te zijn zo nu en dan!

Als klap op de vuurpijl heeft de moeder van de meiden ons laten weten dat zij zich gepasseerd voelt als moeder. En dat zij van mening is dat zij niets met mij te maken heeft. Dat wat ik voor haar kinderen doe ‘slechts praktische zaken’ zijn en dat ik dus buiten de opvoeding van haar kinderen sta. Ik vind het een nogal naïeve manier van de zaken bekijken. Je kunt natuurlijk niet halsoverkop je kinderen bij je ex en zijn partner brengen, vervolgens achterover leunen en alles met betrekking tot je kinderen aan je ex en zijn partner overlaten. En als het je uitkomt ineens overeind vliegen en gaan roepen dat je wel de moeder bent, tot dat je het weer niet aan kan. Kennelijk leeft zij in de veronderstelling dat ik hier de huishoudster ben, en Gijs de opvoeder en geldschieter. Ze gaat daarbij volledig voorbij aan het feit dat ik in de praktijk wel de moederrol van haar heb gekregen en dat ook de kinderen dat zo zien. En dat door haar onmacht, hoe sneu dan ook, ons leven er heel anders uit ziet dan wij hadden gepland en gehoopt. Na twee jaar ben ik het wel zat om telkens tegen haar rare acties aan te lopen. Dus heb ik mijn kant van het verhaal maar eens op papier gezet en aan haar verstuurd. Ze zal te allen tijde de moeder van die meiden blijven, en bij alle belangrijke zaken betrokken worden. Maar ze moet zich wel realiseren dat zij door haar keus haar kinderen in mijn huis te laten wonen, en door het gebrek aan enige inzet van haar kant, zij wel degelijk met mij te maken heeft. Ik heb nog geen reactie gehad, en misschien komt die ook nooit maar ik ben het wel kwijt.

Inmiddels is het te donker om buiten te schrijven. En koelt het ook wat af. Alle kinderen zijn naar bed. Ik ga nog even bij Gijs op de bank zitten en me voorbereiden op de ‘operatie’ van Sam. We behandelen onze zorgen maar stap voor stap.


13 maart 2007 door loesIk heb geen verstand van depressiviteit. Ik heb er zelf geen ervaring mee. Ik kom uit een gezin van aanpoters en doorzetters en leg niet snel het bijltje er bij neer. Niet dat er geen aandacht was als ik me rot voelde, ziek was of het even niet zag zitten. In tegendeel. Daar was altijd tijd voor en een opbeurend woord en de nodige oppeppers. Gericht op herstel en weer de leuke kant van het leven zien en de boel weer oppakken. Ik ken ook niemand persoonlijk die last heeft van depressiviteit. Ik weet dus niet wat het is en ik kan er eigenlijk ook niet over oordelen. Gijs wel. Hij heeft natuurlijk een behoorlijk aantal jaren met deze vrouw samengewoond en haar depressiviteit van dichtbij meegemaakt. Bovendien werkt hij als psychiatrisch verpleegkundige met depressieve bejaarden. Hij kent dus het klappen van de depressieve zweep. Een mens kan zo maar weken lang te beroerd zijn om ook maar iets te ondernemen. Zelfs de simpelste dingen kunnen te veel zijn en met alleen hangen en passiviteit komt iemand de dag door. Zo ook dus de moeder van zijn dochters. In haar depressieve dagen doet ze helemaal niks en mochten de kinderen niks. Geen geluid maken, geen vrienden mee nemen, werd er niet of nauwelijks gekookt, bleef de was te lang liggen en werd het huis niet bij gehouden. Voor de moeder een nare situatie, maar zeker voor de kinderen. Dat de kinderen bij ons kwamen was alleen maar beter voor iedereen, en met name voor die meiden. Als zij die kinderen geen fijn huis kan bieden, om wat voor reden dan ook, dan zullen wij er voor zorgen dat ze dat wel hebben. En dus kwam de co-ouder regeling te vervallen en werden de kinderen officieel bij ons ingeschreven

En toch steekt het zo nu en dan. Zij dropt haar kinderen bij ons. Schrijft mij een kaartje: “Wat knap dat jij dat allemaal op je kunt nemen.” En leunt vervolgens apathisch achterover op de bank. Een jaar lang laat ze praktisch niets van zich horen en heeft niet veel contact met haar kinderen. En de keren dat de kinderen een middagje bij haar zijn geweest worden ze voor het eten de deur weer uit gebonjourd. Eens een gezellige avond, filmpje kijken met z`n allen en lekker blijven slapen gevolgd door een moeder/dochters ontbijt zit er niet in. Zij informeert nooit of we het allemaal redden zo. Kennelijk komt het ook niet in haar op dat een gezin met zes personen net even ietsjes meer kost dan een gezin met vier. Al tijdens de co-ouder regeling werden de kinderen vaak naar hun vader gestuurd als er kleding en dergelijke aangeschaft moest worden. Nu zijn wij geldschieter voor werkelijk alle grote en kleine uitgaven die een mens met kinderen zo heeft. Pas als Gijs haar vraagt of het misschien mogelijk is om ook wat bij te dragen aan de onkosten van hun drie meiden viel het kwartje. “O…ja…het zijn ook mijn kinderen.” En sindsdien betaalt zij ons € 75,- per maand. Vijfenzeventig euro! Voor drie kinderen! Natuurlijk, van een kale kip valt niet te plukken. Mevrouw werkt niet en leeft van een uitkering. En uitkeringen zijn doorgaans geen vetpot. Maar het lijkt mij dat zij, nu zij helemaal alleen is en drie monden minder te voeden heeft, wel iets meer geld over zou kunnen houden. En dan heb ik het nog niet eens over de overige kosten die voor haar gedaald zijn. En voor ons gestegen. Gas, water, licht enzovoorts. Het loopt wel op als je met zoveel bent. Alleen al aan Eneco betalen wij nu € 100,- meer dan voorheen. Maar goed. Het is niet anders. En eerlijk is eerlijk. Het feit dat hun moeder zich nergens mee bemoeid, heeft ook zo zijn voordelen. Want het zou ook lastig zijn als je met regelmaat in conclaaf moet over opvoedkundige beslissingen met ‘die andere vrouw’. Onze ideeën komen niet altijd overeen. Nu dat niet het geval is kunnen Gijs en ik dit gezin leiden als een ‘normaal’ gezin. En zo is het in het afgelopen jaar ook gegroeid. Gijs is ‘de vader’en ik ben ‘de moeder’ en de kinderen zijn ‘onze kinderen’. En iedereen gedraagt zich in deze gezinssituatie zoals dat in een gezinssituatie gaat. De kinderen doen dingen die niet mogen, puberen en maken wilde niet uitvoerbare plannen, nemen ondoordachte beslissingen, hebben vragen, opmerkingen, verhalen en behalen succesje. En wij bestraffen, corrigeren, sturen bij, geven antwoord, luisteren en complimenteren. Vaak ten koste van wat ontspanning voor ons zelf. ‘Effe chillen’ zit er voor Gijs en mij niet in. De tijd die we samen kunnen zijn gaat meestal op aan gesprekken over de kinderen. Hoe om te gaan met die, wat vertellen we die, hoe leggen we uit dat, en meer van die dingen. Kortom, we hebben onze handen vol aan ons viertal. En ons hoofd vol zorg.
Des te meer steekt het als de moeder ineens en uit het niets, op eigen houtje en zonder overleg met ons opvoedkundige dingen of grote veranderingen met haar kinderen gaat bespreken of afspreken. Of als zij ineens ‘de leuke gezellige mama’ gaat uithangen…..

Laatst vertelde Roos dat zij met haar moeder een dagje naar Apeldoorn zou gaan. Daar was zo`n leuk kleding winkeltje. Echt iets voor Roos, had haar moeder gezegd. Of ze geld mocht hebben voor kleding? Aangezien ons budget op dat moment geen ruimte bood om te gaan funshoppen hebben we het kind teleur moeten stellen. Die belt vervolgens haar moeder. Zegt dat ze geen funshopbudget krijgt van papa. Ik heb natuurlijk niet het hele gesprek gevolgd maar het resultaat was dat Roos met haar moeder naar Apeldoorn gaat en voor honderdvijftig euro aan kleding krijgt. Een week later gaat ze met Dewi een zelfde bedrag uitgeven. Ook aan kleding. Nu is het niet dat ik Roos en Dewi hun aankopen niet gun, maar ik was des duivels! Het hele jaar steekt moeders geen poot uit. En dan ineens gaat ze de gezellige moeder uithangen die zomaar ineens ruim 400 euro uit kan geven! Volgens Roos had haar moeder voor zichzelf ook behoorlijk wat kleding gekocht en gezegd dat ze niet haar hele uitkering gebruikt per maand. Had het dan niet leuk geweest om iets meer op onze rekening te storten? Want hoewel het extraatje wel een haar kinderen besteed werd, staan wij toch het hele jaar door voor de overige kosten. Kosten waar kinderen over het algemeen geen idee van hebben en die helemaal niet zo leuk zijn als geld uitgeven aan kleding. Maar die er nu eenmaal wel nodig zijn.

Dewi, de jongste is pas zestien geworden. Het lijkt dat de jeugd vind dat die leeftijd dé grens is waarbij je alle remmen los mag gooien. Sex, kroegentochten, en zoveel mogelijk roken. Nu vinden wij dat helemaal niet en zeker niet voor Dewi. Gezien onze ervaringen met haar houden we haar liever nog wat dichter bij huis tot zij meer aan dergelijke dingen toe is. Roken liever niet in elk geval zo min mogelijk, zo nu en dan een feestje geen probleem en sex….. dat kan wel even wachten. Daar mag je tenslotte je hele leven nog aan doen!
Onlangs hebben we gehoord dat moeders Dewi er op gewezen heeft dat zij condooms in huis heeft. Ze dacht dat Dewi nu ze zestien is er wel aan toe zou zijn…..
Leuk, zo`n leuke en begrijpende en meedenkende moeder, tóch? Waar was ze de rest van het jaar?

Iris is de oudste. Twintig jaar en druk op zoek naar een mogelijkheid om op zichzelf te gaan wonen. Dat valt nog niet mee. “Maar,”zo zei ze nog niet zo lang geleden. “Ik heb geen haast. Want ik zit hier goed en kan ondertussen lekker sparen.” Slim bekeken. Zeker omdat ze ook aan een nieuwe studie wilde beginnen. En aangezien zij niet heel sterk is in het combineren van verschillende dingen leek het handig om haar wensen lijstje één voor één af te werken.
Tot we laatst een conflict hadden over de huisregels en de opgelegde maatregelen bij het niet na leven daarvan. Ineens gooit ze er uit dat ze bij haar moeder in de aangebouwde kamer ‘op zichzelf’ gaat wonen. Het was een voorstel van haar moeder nadat Iris haar nood geklaagd had over onze huisregels. Niet dat moeders eens gebeld heeft om te vragen hoe het allemaal nu zit of zo hoor. Dat was zeker niet nodig. Inmiddels hebben Gijs en ik wat gesprekken met Iris gevoerd. Haar wensenlijstje van werken en carrière maken, een studie volgen en op kamers - allemaal te veel in een keer. Iets wat haar moeder haar niet verteld heeft. Die heeft het alleen over de leuke kanten van op kamers wonen gehad. Iris heeft uiteindelijk gekozen voor de kamer en blijft voorlopig nog even werken. Eind volgende maand zal ze verhuizen. Nu is ze druk met haar kamer. De kleurtjes op de muur, de nieuwe stoelen, het bijzettafeltje – dat kocht ze samen met haar moeder. Ze krijgt een ijskastje van haar moeder. Haar moeder helpt haar met opruimen, schuren en verven van de kamer.

Kortom. Ook nu zijn wij van de minst interessante kant, het gezeur en doet moeder de leuke dingen. Geen problemen. Geen kosten. Geen zorgen. Geen drukte en geen gedoe. En verder alleen maar allemaal leuk.
Depressief of niet. Lekker makkelijk.
12 februari 2007 door loesIk ben net met de honden naar het bos geweest. Heerlijk zo`n wandeling met twee van die enthousiaste viervoeters om me heen! Het lijkt wel of ik weer een klein kind heb. Zoals er vroeger bij het hek van school van die moeder praatjes waren, ontstaan er nu van die typische hondengesprekjes met overige honden liefhebbers die lopen te genieten van de natuur en hun beest. En het is heel leuk, om al die vertederende blikken van wandelaars te zien. ‘Ahhh…een puppy…’ Ik moet zeggen, onze Koos heeft ook een hoog ‘ahhh..gehalte’. Nu zijn oren wat gaan groeien en zo nu en dan vreemd op zijn kop staan, kan hij de meest vertederende en komische koppies trekken. En het is zo leuk om te zien hoe hij aan ons hangt, de commando`s met graagte uitvoert en op het mini kluifje gaat zitten wachten. Als hij zou kunnen praten zou hij vast zoiets zeggen als : “Ik heb het toch goed gedaan? Ja toch? Krijg ik dan nou het kluifje? Jaaaaa??” Het gaat dus goed met onze nieuwe huisgenoot. Hij groeit tegen de klippen op en heeft de gebruiken van het huis al door. Bij de dierenarts is hij gecheckt en goed bevonden. Niet dat we er over in zaten maar toch prettig om te horen. Onze ander hond krijgt een tweede jeugd. Want Koos is een volhouder! Als die ouwe ligt te slapen en Koos wil spelen, laat hij dat ook overduidelijk weten. Hij trekt aan Floppie zijn oren, blaft naar hem en gaat uitdagend kwispelend voor hem liggen. Flop is ook de beroerdste niet en al grauwt hij wel eens wat van zich af, uiteindelijk geeft hij toe en laat met zich sollen. Er hangt een heel schema aan de ijskast. Hoe laat mag Koos zijn bench uit, wanneer eten, wie laat de honden wanneer uit en hoe laat. In de eerste week had hij verschillende commando`s al door en vooral ‘nee’ is iets wat we nogal eens roepen. Ik ben er nu eenmaal niet blij mee als er kattenkeutels uit de bak worden gehaald, én opgegeten. En hij mag de elektriciteitsdraden niet doorbijten en niet op de bank. Niet aan kleren trekken en de katten niet opjagen. En dat is natuurlijk nét wat zo`n pup leuk vind! In het bos en in het park mag hij los. Dat gaat goed. Hij heeft lekker de vrijheid om te rennen en te dollen maar houdt ons in de gaten. ‘Deze kant’ is per direct omdraaien en met de baas mee lopen. Voor de korte rondjes is er de uitloopriem voor wat meer vrijheid en als hij netjes onder appél moet is er de gewone korte riem. We willen heel graag dat we straks een gezellige, goed opgevoede hond hebben waar iedereen ook nog blij mee is als hij volgroeid is, en die overal mee naar toe kan. Dus hebben we allemaal heldere en duidelijke regels waar geen speld tussen te krijgen is. We zijn zo consequent als wat. Was het met kinderen ook maar zo simpel.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik de pubertijd een lastige periode vind. Kinderen gaan ineens hele eigen ideeën krijgen, die zo nu en dan haaks op die van jou staan. Of zelfs zo haaks zijn dat het kant nog wal raakt. Ze willen van alles en nog wat ontdekken, denken dat ze overal verstand van hebben en lappen allerlei regeltjes aan hun laars. Ze zeggen ‘ja’ en doen ‘nee’ en vinden dat je je vooral nergens mee moet bemoeien omdat ze het zelf wel kunnen uitmaken. Op de belangstellende vraag “En, hoe was het bij vriendinnetje?” kan je een vaag en onduidelijk antwoord krijgen, waardoor je de indruk krijgt dat er van alles is voorgevallen wat niet door de beugel kan. Als ouder moet je daar dan maar tussendoor zien te laveren en elke keer weer afwegen of het heel erg van belang is dat je op dingen in gaat, of dat het vanzelf wel overwaait. Of je het kind iets meer vrijheid geeft of juist niet. Ik vind het een heel gedoe en het valt me niet mee om de balans te vinden tussen aansturen en corrigeren en loslaten.
Ik weet dat ik een moederkloek ben en dat ik me misschien te snel ongerust maak en allerlei gevaren op het pad van de kinderen zie. En dat zal wel versterkt zijn door de toestanden die we hebben gehad met Gijs` jongste dochter Dewi vorig jaar. Roken, verkeerd vriendje, ongewenst gedrag. Maar zoals dat een verkeerd voorbeeld kan zijn voor Sam, zouden de strafmaatregelen die we destijds hebben opgelegd aan Dewi ook weer een waarschuwing voor hem moeten zijn. Niet dus.

Laatst zitten Sam en ik samen in de kamer en zo maar ineens zegt hij: “Mam, ik rook.” Op dat moment gebeurt er inwendig van alles. Schrik, boosheid, onmacht, verdriet, nog meer boosheid, ongeloof. Sam? Roken? Ik krijg het koud en warm tegelijk. Er komen allemaal vragen in me op. Hoe komt hij aan sigaretten en waar haalt hij het geld vandaan? Hij is net dertien! En hij was zo anti. Zo stellig. “Ik begin er niet aan. Het kost me al mijn geld en ik vind het nog stom ook!” Waar ging het mis? Ik heb de neiging verschrikkelijk te keer te gaan, hem de huid vol te schelden en te vragen waar zijn verstand zit. Dat doe ik allemaal niet en ga een gesprek met hem aan. Ik vraag hem naar het waarom, en hoe, en wie, en waar, en nu. Zijn houding van de laatste tijd komt ter sprake, zijn manier van doen en de grote mond die hij elke keer opzet. Het kind kijkt schuldbewust, knikt regelmatig instemmend, maar reageert op de ‘en nu’ vraag met “Ik weet het niet.”

Ik heb een nogal dubbel gevoel over de hele situatie. Ik snap wel dat een kind zich los gaat maken van ouders. En dat het zelf ook niet weet waarom hij van die stomme dingen doet. Er zijn enorm veel invloeden van buitenaf waar je als ouder geen grip op hebt. Het wordt kinderen misschien ook wel makkelijker gemaakt, om juist het verkeerde te onderzoeken, en daarmee moeilijker om de juiste keuzes te maken. Maar ik hoopte dat ik mijn kind voldoende had meegegeven om de juiste beslissingen te nemen. Dat mijn kind niet bij de groep zou willen horen die net het verkeerde doet. Nu blijkt dus dat het zo niet werkt. Ik heb hem wel voldoende mee gegeven, maar het blijkt dat het voor een kind toch wel erg belangrijk is om bij een groep te horen. En zeker voor Sam die zijn hele leven een eenling is geweest die gepest werd en zich niet geaccepteerd voelde. En als je daar voor moet gaan roken, dan moet dat maar. Dus maak ik me nu nog veel meer zorgen. Want een tijdje terug vertelde hij ook dat er een meisje is, in een klas hoger, die blowt op school….. Allerlei vragen en angsten borrelen in me op. Drie puber meiden van Gijs en een puber jongen van mij zorgt wel voor de nodige gesprekstof tussen Gijs en mij. Hoe pakken we dit nu aan? Hoe maken we hen duidelijk genoeg wat wel toelaatbaar puber gedrag is en wat niet. Je moet sommige dingen overgeven. Je kan niet overal bij zijn, niet alles in de gaten houden. Hoe voedt je in hemelsnaam een dwarse puber op?

Sam krijgt een aantal dagen bedenktijd om met een goed antwoord op de ‘en nu’ vraag te komen. Ik bel school en spreek met zijn mentor af dat die hem ook zal aanspreken.
Een paar dagen later hebben Gijs en ik opnieuw een gesprek met Sam. Hij weet het nog steeds niet zegt hij.
Ik weet het wel. Ik wil niet dat Sam rookt. Ik wil niet dat hij zich zo lomp gedraagt. Ik wil wat terug zien van de Sam die ik gewend ben.
Hij krijgt huisarrest. Na school direct naar huis. Niet naar vrienden, geen vrienden op bezoek. Geen mobiel en geen zakgeld. Ga je maar weer gewoon gedragen, binnen de marges. Geen vrijheden tot je verantwoordelijkheden kent. En niet roken.
Even terug naar af. Aan de korte riem.
13 januari 2007 door loesEn zo hobbelden we het nieuwe jaar in. Het is alweer half januari, het nieuwe is er eigenlijk al weer af en het gewone leven is weer aan de gang. Hier en daar worden de laatste dennennaalden onder de kast vandaan geveegd samen met een verdwaalde glasscherf van een gesneuvelde kerstbal. En ongetwijfeld zijn er al wat voorgenomen goede voornemens met voeten getreden of door geschoven naar het volgende jaar. Zo, dat geeft ruimte! Ondertussen zal iedereen zo wel zijn eigen ditjes en datje hebben om het nieuwe jaar mee bezig te zijn.

Voor ons zal 2007 vooral in het teken staan van VERANDERING.
Dewi zal in mei klaar zijn met haar middelbare school opleiding en gaat kapper worden. Slim van dat kind! Varen we allemaal wel bij… ;-)
Iris heeft besloten toch maar weer naar school te gaan. Ze heeft, door de ervaringen en gemaakte carrière bij de Mac, de smaak van horeca te pakken en gaat een opleiding in die richting volgen. En ze overweegt op zichzelf te gaan wonen…. Dat moeten we nog zien. Het is nogal wat om aan een studie te beginnen, ondertussen je bijbaantje aan te houden en daarnaast voor je eigen 'natje en droogje' te moeten zorgen. Dan is het toch wel erg gemakkelijk als met name dat laatste voor je geregeld wordt en je de centen nog even in je zak kunt houden. Roos begint aan haar afsluitende jaar van de vrije school. De eindreis hebben ze al achter de rug en de komende twaalf maanden zal ze zich moeten concentreren op het behalen van haar diploma. Niet dat we daar over in zitten. Het is een studiebol, die komt er wel. Wat ze daarna gaat doen is nog niet helemaal duidelijk. Toch gelijk aan een studie beginnen, of eerst een jaar naar Engeland? Afijn, ze heeft nog even om daar over na te denken. Sam hoeft nog niet zo na te denken over wat hij wil gaan doen wat betreft school. Die moet gewoon lekker door gaan zoals hij nu doet en nog meer goede cijfers halen en zodoende met een mooi rapport het tweede jaar van het middelbaar onderwijs ingaan. Dat zal wel lukken. Ondertussen speelt hij de sterren van de hemel op zijn gitaar. Als hij in dit jaar net zo snel leert als in het afgelopen jaar is hij echt een veelbelovend talent!

De grootste verandering voor ons allemaal is een mogelijke verhuizing. We hebben onlangs het huis laten taxeren en het blijkt dat de aankoop destijds een goede investering was. We dubben nog. Dat 'we gaan verhuizen' is wel makkelijk geroepen maar nog niet één, twee, drie gerealiseerd. Het is geen punt om iets nieuws aan te kopen en met wat winst leuke dingen te doen, maar ja…. We hebben eigenlijk wel wat noten op onze zang. Niet alleen moet het huis groot genoeg zijn voor ons allemaal, en willen we een redelijke tuin, maar we willen ook een leuke buurt, niet te ver van werk en (toekomstige) school. En dat gedoe…Inpakken…eerst de dingen die niet elke dag gebruikt worden…dan de zolder uitmesten (een mens verzameld wat)….dan de rest inpakken…tijdje tussen de dozen leven…zien dat je gelijktijdig oversteekt en niet een jaar met je oude huis zit…we zijn eigenlijk net echt gewend hier…de kinderen zijn al helemaal niet enthousiast…
Aan de andere kant…. Het huis dat we hebben is op zichzelf prima, maar hier en daar is wat onderhoud te verrichten. De buurt is niet zo leuk als wij dachten. De straat wordt als doorgang van en naar de school aan eind ervan gebruikt. Er wonen zeg maar 'wat minder aantrekkelijke mensen en kinderen' in de directe omgeving die niet zo heel erg sociaal aangepast zijn. Wat bijvoorbeeld des zomers, als lekker rustig in je tuintje wil zitten, nogal eens opvalt. De speeltuin met wipkip en glijbaantje naast ons huis wordt vooral gebruikt als voetbalveld waar onze tuinplantjes niet echt tegen bestand zijn. Er schijnt drugs in de straat gedeald te worden… Wij hebben daar weliswaar niet direct last van, maar toch is het geen prettig idee. Het kan beter, anders, gemoedelijker….
We dubben er nog over dus.

Dan is er nog de kwestie 'mijn werk'. Heb ik het eind volgend jaar nog wel, of niet? – dat is de vraag. De gemeente heeft besloten dat er een zwembad op de plek moet komen waar wij nu bloemen en planten verkopen. Natuurlijk gaat mijn werkgever niet zonder slag of stoot akkoord met de plannen van de gemeente en het ziet er naar uit dat het nog een heel getouwtrek gaat worden. Het zou wat wezen…heb ik eindelijk een adres waar ik met heel erg veel plezier werk, wordt de boel opgedoekt…
Ik maak me er maar niet te druk om. Het gaat toch zoals het gaat en zolang het eerste graafwerktuig nog niet begonnen is heb ik nog werk.

Een verandering van heel andere orde is de aanschaf van weer een tweede hond! Het is nu zo’n 3 maanden geleden dat mijn vriend overleed, en ik mis hem nog steeds. Maar los van het feit dat ik mijn maatje mis, missen we allemaal de aanwezigheid en gezelligheid van een grote hond. Over deze verandering zijn de kinderen meer dan enthousiast! De kleine Jack Russel die we ook nog hebben wordt overstelpt met aandacht en er is zelfs een schema opgesteld zodat iedereen weet wanneer hij/zij aan de beurt is om er voor te zorgen dat het beest aan zijn wandelingen komt. Het schema werkt! Ik moet zeggen dat het me verbaast, want ik had niet verwacht dat onze kindjes zoveel tijd en aandacht aan een hond zouden willen besteden. De hond die er bij komt kan die dus mooi op dezelfde aandacht rekenen en zodoende zijn niet alleen Gijs en ik de klos wat betreft de verzorging van het hondenbeest.

We hebben zo met z`n alleen een beetje zitten brainstormen wat voor hond dat dan zou moeten zijn…. Ik wilde persé, absoluut en heel zeker géén 'vers-uit-het-nest' pup. Aandoenlijk, lief, schattig, alles aan te leren. Allemaal waar, maar ook een berg werk, waar ik in dit drukke gezin en naast mijn werk gewoon niet aan wil beginnen. Dus het zou in ieder geval een 'tweedehands' hond worden. En of dat een puber moest zijn, die iets van een opvoeding heeft gehad, of een wat oudere hond die gewoon een fijne mand zoekt – dat maakte niet zoveel uit. Ik heb denk ik alle internetpagina`s waar honden aan geboden worden gehad en zo`n beetje alle honden gezien. En verschrikkelijk veel schrijnende verhalen gelezen. Niet te geloven wat een onnadenkende mensen er zijn. Nemen een leuk schattige puppy en als het gaat groeien, blijkt er ineens een volwaardige hond te ontstaan die niet meer bij het bankstel past of door een aankomend kind van de troon gestoten wordt…. Of de hond trekt zo aan de riem…. Of hij 'wil' niet luisteren…lees: 'wij kunnen niet opvoeden'. Of hij heeft van die vieze poten….knaagt aan de bank....heeft zoveel haar... En dan heb ik het niet eens over de vele vormen van dierenmishandeling. Pfff…. Mensen! Bezint eer ge begint!!

Zo`n hond verdient dus een goed tehuis en dat willen wij hem/haar wel geven. Maar ook niet zo maar elke hond, al krijg ik de neiging om elk zielig exemplaar meteen te gaan halen. De nieuwe huisgenoot moet wel een beetje bij onze situatie passen en een soort zijn wat ons aanspreekt. Een hoog knuffelgehalte, vrolijk, enthousiast, gehoorzaam, beetje waaks. Daar zijn we het over eens. En niet eentje met een rugzak vol problemen, waar we meer tijd en energie in moeten gaan steken dat we hebben. Ik wil niet óók een hond naar het asiel brengen om dat het niet gaat…En het moet een teefje zijn om te voorkomen dat het hier een eeuwigdurende machtsstrijd gaat worden tussen onze Jack Russel reu en de nieuwe…
Het vervelende is dat elke keer als ik een passende hond gevonden had, die net een baasje had gevonden, of toch een 'mankementje' had wat het voor ons minder geschikt maakte dan het leek.

En toen ineens zag ik een plaatje van een zeven weken oude Border Collie……
Dág vastbeslotenheid!
Hallo puppy!
Morgen gaan we Koos halen….. (en jullie lezen er vast nog van!)



Groeten,
Loes





30 december 2006 door husseflusEn zo zijn we weer bijna aan het einde gekomen van het jaar 2006. Tijd voor de laatste weblog van het jaar...maar ook tijd voor mijn allerlaatste weblog. Ik heb het afgelopen jaar meerdere stukjes geschreven en ik kan terug kijken op een jaar waarin vreugde, liefde, plezier maar ook verdriet en pijn elkaar opvolgde.

Eind Januari was de geboorte van mijn eerste kleinkind. Mijn tienerdochter is bevallen van een kerngezonde meid. Het was een erg mooie ervaring om op terug te kijken, maar het gevoel 'oma' voelde zo vreemd. Zelf nog zo jong. Ik heb echt moeite gehad om aan het idee te wennen. Bij vrienden heb ik heel wat uitgehuild en gesnotterd: "ik voel me helemaal geen oma, en ik vind het zo moeilijk om mijn rust kwijt te zijn nu." De kraamtijd heb ik deels op me genomen nadat mijn dochter vier dagen in het ziekenhuis had gelegen. Over het algemeen ging dat vrij goed, maar ik was moe van de nachten op zitten. Toch ging het vrijwel vanzelf. Zij is de moeder en ik liet haar aangeven wat ze wou en niet wou. Soms bracht het ook wat conflicten met zich mee, want tiener zijn, en moeder zijn dat botste vreselijk. De ene dag had ik de volwassen vrouw voor me waar ik goed mee kon praten, en de volgende dag ging ze flink tekeer als puber zijnde en mocht ik vooral niet in de buurt van haar of de baby komen. Nu weet ik hoe oma's aan grijze haren komen...gewoon omdat ze vaak lijdzaam toe moeten kijken hoe een ander zich door bepaalde momenten worstelt waarop het allemaal veel makkelijker had gekunt, en ondanks dat... het wel aangeven, maar toch respect tonen voor haar opvattingen. Tijdens haar zwangerschapsverlof studeerde ze zo hard dat ze vervroegd haar diploma mocht halen...en met dat deeldiploma is ze daarna aan haar studie spw3 begonnen, waar ze nu nog bijna drie jaar van te gaan heeft. Trotser kan een moeder en oma niet zijn, als ze ziet dat haar kind én een goede moeder is, én het goed doet op school. En het woord 'oma' gebruiken velen nog steeds om me te plagen want zelfs na bijna een jaar vind ik het nog steeds een vreemd woord om te horen.

Februari...een mijlpaal, mijn oudste dochter is achttien geworden. Heel veel mooie dingen komen op je af als je achttien bent, maar ook nadelen. Zo werdt ze met achttien te oud en te duur voor haar bijbaantje. Ze had al drie contracten gehad en vast aannemen dat gebeurde niet. Voor haar weer twee 15 jarige. In totaal werden er vier mensen uitgezet die de leeftijdsgrens hadden bereikt tegelijkertijd met haar. Haar contract liep nog tot mei en tot die tijd heeft ze daar gewerkt, ruim twee jaar dus. Aan de ene kant vond ze het jammer, maar aan de andere kant had ze het daar ook wel weer gezien. Mogelijkheden lagen weer open...bovendien mocht ze voor het eerst gaan stemmen dit jaar wat ze ook wel spannend vond. Ze ging alles volgen over de politiek en we hadden er hele gesprekken en discussies over, vaak tot 's avonds laat. Erg boeiend om hierover van gedachten te wisselen.

2006 was voor mij een jaar van ziekenhuisbezoeken, opnames en operaties. Veel medicijnen, fysiotherapie. Een jaar met pijnlijke momenten na de operatie. Alles liep niet zoals het moest lopen. Een jaar weer van vele antibiotica kuren, waarna de keuze voor prednison weer voor de hand ligt. Een jaar waarin mijn bloed geen enkele normale waarde heeft behaald. Een jaar waarin ik moe was van het ziek zijn. Een jaar waarin ik in december officieel afscheid heb genomen van mijn buddy die me ruim een jaar heeft bijgestaan. Tegen haar kon ik kletsen, als ik wou dan ging ze mee naar het ziekenhuis ter ondersteuning. Bij haar kon ik lachen, huilen en mijn zorgen kwijt worden. Ondanks dat hebben we veel leuke dingen gedaan. Op de dagen dat ik me gewoon goed voelde gingen we shoppen. Tuincentra's afstruinen en spirituele zaakjes bezoeken. Altijd namen we dan ergens een tussenstop om een bakkie te doen. Soms met gebak en een andere keer weer met een broodje erbij. Gewoon even gezellig niksen en rondstruinen omdat het mag.

2006 was ook een jaar waarin we veel gelachen hebben. Gewoon door blunders van elkaar, maar ook door de dingen die we ondernamen als gezin zijnde of ik alleen, soms met iemand anders. Zo ging ik vaker naar het strand om even een drankje te doen met vrienden, even hangen op een terrasje in Scheveningen als de zon scheen, of bij het haardvuur zitten daar en kletsen als het buiten stormde. Ging ik met een heel speciaal iemand wandelen op het strand om twee/drie uur in de nacht. Had ik een date in mijn bed voor een bakkie koffie en zaten we elkaar druiven te voeren...een topnacht. Lag ik met een kennis shoarma te eten in bed na mijn operatie. Weten jullie hoe dat gaat als je plat op je rug moet liggen om dan shoarma te eten? Niet dus met al die kleine stukjes Het was een jaar voor mij met vlinders in mijn buik die daar nog steeds fladderen...Gingen we met een clubje op spokenjacht waarbij de oudste languit in de modder viel en er zelf uitzag als een spook. Ging mijn jongste op survival in de Belgisch/Franse ardennen waarna ze terug kwam met verhalen over bijna de ravijn infietsen, schoen verliezen in een stromend beekje en toen de andere ook maar weg laten stromen...spoken die ze gezien hadden in het oude weeshuis waar ze logeerde. Mijn oudste ging haar 'safari'reis maken, die heel anders verliep dan was verwacht. Ze konden niet met de jeep gaan omdat het teveel geregend had, en daarom zijn ze maar een boottocht gaan doen. Beide hebben er mooie herinneringen aan overgehouden. Was ik aan het klussen waarbij ik altijd wel iets eraan overhield. Of met mijn tenen in een bak verf staan, of een gipszak die open ploft en rond stuift. En mijn tenen die ik ohhh zo vaak gestoten heb en die weer eens blauw werden. Ondanks dat was de manier waarop het ging vaak lachwekkend, en is het mijn eigen schuld daar ik het liefste op blote voeten loop. Ik heb het in elk geval overleeft zonder krukken...zo eindigde het jaar ervoor toen ik ruzie had gehad met een tram. Iedereen zei al: "je moet niet proberen om de tram tegen te houden"...duhhhh, dat heb ik dit jaar ook niet meer gedaan.

En zo zit dit jaar er dus weer bijna op, en eindig ik met de relatie tussen mijn familie en mij. Alle banden heb ik gebroken met zowel mijn moeder in november als met mijn zus en haar gezin in october. De enigste die diep in mijn hart zit is mijn vader en hij zal ook altijd welkom blijven. Het zijn mijn keuzes die ik weloverwogen en na veel nadenken heb gemaakt. De kinderen maken hierin hun eigen keuzes en ik laat ze daar vrij in.

Ook heeft de wereld er weer een nieuwe wereldburger bij. Een kennis van me heeft een baby gekregen net voor de kerst, en zo begon en eindig ik dus in de eerste maand en de laatste maand van dit jaar met een geboorte, beide meisjes.

Ook eindig ik dit jaar met een flinke griep, al veertien dagen lig ik te hoesten, heb ik al meer dan vijf dagen gehad met erg hoge koorst en de rest verhoging. Is het kuchen, kuchen en nog eens kuchen, maar vooral een hese stem. En met deze hese stem heb ik vorige week telefonisch contact gehad met een andere één oudermoeder om een keer een bakkie mee te gaan drinken, dat lijkt me erg gezellig. Ondanks de verkoudheid toch een paar hele fijne kerstdagen gehad al liep niet alles van een leien dakje, en morgenavond dan neem ik afscheid van een druk, gezellig, apart jaar en ga ik vol goede moed het nieuwe jaar in...met nieuwe kansen. Mooie dingen in het verschiet.

Voor mij was dit mijn laatste weblog, en ik hoop dat er weer snel iemand anders komt in mijn plaats waarbij we een tijdje mee mogen kijken achter de schermen, hoe daar alles reilt en zijlt in het gezin. Ik heb genoten van de stukjes die ik voor jullie geschreven heb, stukjes waar ik vaak toch leuke reacties op kreeg via een Bp-tje. Ik ga het aankomend jaar vol goede moed beginnen en ik heb mezelf voorgenomen om wederom het beste te krijgen voor zowel mezelf als mijn gezin. Zo kijk ik ook terug op 2006...het was een fijn jaar met veel wijsheid, beslissingen en vooral geestelijke groei.

Lieve groeten
van mij.

11 december 2006 door loesIk word oud. Dat is te hopen natuurlijk, maar het hoeft voor mij niet gepaard te gaan met de zogenaamde ouderdomskwaaltjes. Het leven begint bij 40, maar de aftakeling ook heb ik het idee.Toen ik op de lagere school zat moest ik aan een brilletje. Geboorte foutje zal ik maar zeggen. Ik kon het schoolbord niet meer goed zien en ook in het verkeer bleek mijn zicht niet helemaal wat het moest zijn. Toen de mode ‘groot en zonder randen’ was, droeg ik een joekel van een bril waar mijn hele gezicht zowat achter schuil ging en die later toch wel wat onpraktisch bleek. Beslagen als ik van een koude naar een warme ruimte ging, geen zicht meer bij regen en vettig na het zoenen! En dan heb ik het nog niet over de keren dat die kleine vleugeltjes waar het ding mee op mijn neus steunde scheef stonden doordat er iets tegen de uitstekende randen aan geknald was. De bril werd dus verruild voor lenzen. Niet dat ik daar nooit iets mee heb, maar het bevalt me veel beter. Ik ben er aan gewend en het is niet echt zichtbaar. Want ijdel wordt je ook als de leeftijd gaat tellen! Nu lijkt het er op dat ik wéér aan een bril moet! Een leesbril wel te verstaan. Het wil echt niet meer lukken om de 'zelf toevoegen lijst' en bereidingswijze van de groente roerbakmix te lezen, of de gebruiksaanwijzing van het nieuwe pc aanhangsel. En op de bijstekertjes van planten, die ik zo nu en dan aan klanten moet voorlezen die nóg slechter zien dan ik, maken ze de lettertjes ook steeds kleiner….Als ik `s morgens mijn bed uitkom zit mijn rug vast en aan het eind van de dag kom ik maar stijfjes de bank af. Ik heb regelmatig onverklaarbare pijntjes, die komen en gaan en weliswaar niet voor hels lijden zorgen, maar op de achtergrond soms vervelend aanwezig zijn. De laatste keer bij de tandarts bleek ook mijn gebit aan de aftakeling te zijn begonnen - het eerste gaatje in bijna 43 jaar! Klanten kijken langs mijn jongere collega heen als ze iets willen vragen en noemen me 'mevrouw'. Afgelopen zomer zat ik op mijn hurken wat onkruid te wieden in de kas van mijn werk, als een mevrouw mij van achteren aanspreekt: "Mag ik je wat vragen?" Ik draai me om en de mevrouw zegt: "O, sorry, mag ik u wat vragen?" O jee! Ik heb ook een ouwe kop!

Naast de lichamelijke tekenen zijn er wel meer verschijnselen te noemen. Zoals mijn ouders mijn muziekkeuze afkraakten toen ik dertien, veertien jaar was, haal ik nu mijn wenkbrauwen op als ik hoor wat voor herrie er uit de mp3 spelers van onze jeugd komt denderen. Met een volume waarvan je je af kunt vragen of ze er geen oorbeschadiging aan over houden maar met dankbaarheid dat ze het via oortjes horen en wij dus verschoond blijven van meegenieten. Ik verbaas me over het gebrek aan interesse voor wat dan ook bij veel kinderen in de leeftijd van 12 tot 20 (wat deed ik zelf toen ik zo oud was?) en vind het gehang en niks doen waarmee ze hun vrije tijd vullen onbegrijpelijk. En ik zet zo nu en dan mijn vraagtekens bij de manier waarop de jeugd van tegenwoordig met normen en waarden én met elkaar en derden omgaat. Ik zou het niet in mijn hersens durven halen om bij het komen en gaan niet meer te roepen dan ‘He!’ en Doei’!’ bij wijze van begroeting richting de ouders van mijn vrienden. En als een volwassene mij ergens op aansprak had ik daar nog wat respect voor en luisterde ik. Of deed ik in elk geval dat ik luisterde. Wat ik er echt van vond durfde ik niet uit te spreken. Tegenwoordig moet je blij zijn dat je niet in elkaar geslagen wordt door sommige exemplaren van 'de moderne jeugd'. Ik ben duidelijk van een andere generatie, waarmee de ouderdom wel bevestigd wordt.

Vroeger (ook zo`n ‘verschijnsel) keek ik uit naar de decembermaand. Sinterklaas, kerst, oud en nieuw én veel werken. Ik organiseerde van alles, maakte zelf kerstkaarten, draaide een kerstmenu in elkaar, versierde het huis. Nu schiet ik half november al in de stress als ik er alleen maar aan denk! Niet dat ik het niet gezellig vind. In tegendeel! Ik wil het huis versieren, leuke kerstkaarten schrijven, iets lekkers eten, een leuke dag maken van de verjaardag van Gijs, die tweede kerstdag jarig is, ik wil naar mijn vader en moeder, ik wil…… Maar wanneer?!
Ik vind het een heel gedoe om in plaats van drie dagen per week, de komende vier weken bijna full time werken te combineren met de bezigheden die men zo heeft in een zeskoppig gezin als moederkloek, regelneef en aangever. Terwijl ik met mijn gewone dagelijkse dingen al zoveel tijd tekort kom voor mijn gevoel. Ik wil altijd zo verschrikkelijk veel doen en plan mijn vrije dagen zo vol dat ik minstens drie vrije dagen nodig heb om overal aan toe te komen. Waardoor ik natuurlijk altijd achter de feiten aan loop.

Vroeger (daar is `ie weer) zou ik ook niet zo veel last hebben van de drukte in onze wijk en in het bijzonder onze straat, maar tegenwoordig stoort het me. Het is me te lawaaiig en te druk. Het irriteert me dat de buurman zijn bus voor onze deur parkeert en daarmee het uitzicht blokkeert. En dat de andere buurman zijn auto zó zet dat wij er haast niet uit kunnen. Ik begrijp werkelijk niet waarom de basisschoolkinderen op het pleintje naast ons huis moeten voetballen in plaats van op het daarvoor bestemde veldje aan de andere kant van de straat en het is op zijn zachtst gezegd naar, dat die bal om de haverklap in ons tuintje geschopt wordt en wij zodoende tegen afgebroken stelen aan zitten te kijken in plaats van nu te kunnen genieten van de herfsttooi van de sedum. Gijs en ik hebben elkaar afgelopen zomer geregeld zuchtend aangekeken als wij eindelijk na het naar bed gaan van het laatste kind, samen op ons terras van de zomeravond dachten te genieten terwijl ergens verderop buren op luide toon met elkaar communiceerden. Of ruzie zochten - het verschil was niet goed te horen. Weg rust!

"Ouderdom komt met gebreken!" roepen we zo nu en dan tegen elkaar. Hoewel niet alles aan ouderdom te wijten zal zijn, maar ook aan de aard van het beestje, ben ik gelukkig niet de enige die er last van heeft. Gijs, mijn vriendinnen, mijn werkgevers - we zitten allemaal in de zelfde leeftijdsgroep en hebben allemaal dezelfde verschijnselen van het naderend ouderdom. Voorzichtige lichamelijke tekenen, een wat veranderende instelling, belangstelling en energieniveau.

"Jij bent helemaal niet oud." Zegt mijn vader. Als je zo oud bent als ik zul je begrijpen wat ik bedoel." En zo ontstond een gesprek tussen vader en dochter, maar op een volwassen niveau - het voordeel van ouder zijn. Want ik begrijp mijn vader wel. Als je 71 bent zijn al die ouderdomsverschijnselen veel sterker en veel meer bepalend voor wat je nog wel kan en wil, dan wanneer je 43 bent. Regelmatig verzuchten mijn ouders: "Kind, wat haal je je een berg werk op je nek." En dan gaat het in mijn ogen nergens over. Is het geen moeite, kunnen we het binnen het gezin makkelijk aan en zie ik het niet als een berg werk. Zoals onze kinderen ons zo nu en dan zullen zien als een stelletje fossielen, die maar zeuren, niet met de tijd mee gaan en helemaal niet weten waarover ze praten.

Het ligt er dus maar aan aan welke kant van die magische 40 je staat. En al met al ben ik helemaal niet ontevreden met waar ik sta. En ik vind het helemaal niet erg om andere keuzes te maken en andere dingen te willen dan vroeger. Eigenlijk is het ook wel prettig. Alles wat de jeugd wil heb ik al gehad en wat de ouderen ervaren...ach, dat komt vanzelf. Ouder zijn is anders en heeft hele prettige kanten. Ik begrijp mijn ouders veel beter dan vroeger en onze kinderen beter dan zij denken. Eenmaal in de malle molen van het werk zal de adrenaline wel gaan stromen, want het is evengoed ieder jaar weer een kick om te proberen een betere kerst te draaien dan het jaar er voor. En al die andere dingen die ik rond de feestdagen graag doe zullen ook wel voor elkaar komen. En leuk worden! Iedereen draagt tenslotte zijn steentje bij.
En op mijn 'oude kop'steekt zo nu en dan nog een oneffenheid tussen de groeiende rimpels door.
'Jeugdpuistje' denk ik dan gniffelend bij mezelf.

Groeten,
Loes




26 november 2006 door husseflusDe smaak van December.

Hebben Jullie dat nou ook? Het is vroeg donker, en in de avond nestel je je heerlijk voor de haard of onder een warm plaid met een paar kaarsjes aan. Je ziet je gezinnetje om je heen zitten en krijgt zin in een warme chocolademelk, de warme decembermaand met alles wat erbij hoort. Mijn jongste dochter heeft een boek dat heet "de smaak van december" en samen zaten we van de week op de bank, lekker warm onder een plaid om te kijken naar al die heerlijke recepten. Wat zullen we eens bakken en koken met de kerst? En ja, we weten het want eerst komt Sinterklaas nog maar toch zijn we al helemaal in de ban van de kerst. Zelf borstplaat maken en marsepein. De geuren opsnuiven uit de keuken. Eigenlijk kunnen we gewoon niet wachten, en hebben we al wat lekkere dingen uitgekozen om te maken. Aankomende week maar alvast de ingrediënten halen voor al dat lekkers, en in de ochtend sta ik graag een uurtje eerder op om heerlijke breekbroodjes zelf te bakken. Het water loopt ons nu al in de monden als ik zo met mijn kinderen aan het filosoferen ben. Zuchttt, nog even wachten. Even kijk ik weer vanonder mijn warme plaid de woonkamer in, en ik voel zoveel warmte...een echt gelukkig gevoel dat ik zo een fijn gezinnetje heb. We praten en dromen verder over December.

We kunnen wel een voorproefje nemen om ideeën op te doen, en zo zijn we dus al meerdere malen naar een paar kerstshows geweest. Ondertussen heb ik er al een stuk of acht gezien de één nog mooier dan de andere. Mijn oudste dochter is helemaal fan van de kerstmarkten en wil kosten wat het kost elke keer mee. De jongste heeft het soms te druk met andere dingen, maar ook zij heeft al kerst babyballen gezien voor het kindje van haar. En samen met mijn kids en soms vrienden struin ik zo van het één naar het ander. "mam, dit is een leuk idee voor onze boom" hoor ik, en ik denk: "yes die meid (mijn oudste) heeft precies dezelfde smaak dan ik." Mijn jongste gaat meer voor de pastelkleurtjes. Maar de prijzen voor alle mooie spulletjes reizen ook de pan uit. Uiteraard wil ik een andere kleur weer dan vorig jaar. En mijn rode collectie heb ik tijdelijk uitgeleend aan een kennis die nu in de roodfase zit. Ik vind het bruine, mocca en roomkleurige zo mooi. Het doet me denken aan pure chocolaatjes, cappuccino en wit schuimgebak. En zo sta ik even in de winkel met gesloten ogen te genieten omdat deze kleur ballen en accessoires wel heel erg aan sluiten op alle lekkere hapjes en drankjes. Jaaa, ik wil bruine ballen die zo zoet zijn als chocolade, roomwitte ballen die proeven als een dot slagroom op de chocomelk, en dit alles met een vleugje moccasmaak erin. Vreselijk vind ik die clownneske kleuren, met veel narren en kussens in de bomen in allerlei vormen en maten, maar vooral heel vele en...hele felle kleuren door mekaar. Ik zeg tegen mijn dochter: "het lijkt net op carnaval in Rio." En onbewust vraag ik mezelf af of ik nou saai ben met mijn natuurtint-hype, maar ben toch tevreden erover. En zo speculeren we een tijdje door en besluiten we dat we sommige dingen makkelijk zelf kunnen maken.

S'avonds, net voor het schemer en na het sluiten van de tuincentra's gaan we een eindje wandelen in het park/bos. Met een paar man, kennissen en kinderen lopen we daar met zakken om hout te sprokkelen. Takjes wel te verstaan. Ik ga een frame maken voor boven de tafel wat ik dan met mooie linten ophang. Bij de bouwmarkt heb ik al een mooie lange lat gehaald, er een sierrand langs gemaakt en verstek gezaagd zodat er een rechthoek is ontstaan. Daarop wil ik dus allemaal takjes bevestigen waar ik dan oa. kerstballen aan kan hangen. En zo lopen we dus daar in het bos tussen de bomen te zoeken, en vinden de mooiste takjes. Eén van ons draagt een tasje met plastick bekers en drinken en na een uurtje gaan we aan de eendenven zitten op een bankje om wat te drinken en te rusten. We genieten van een paar mensen die nog in het bos wandelen met hun honden. Het zijn echt speelse rakkers die met behoorlijke takken aan komen springen. Eén van ons roept al dat ze wel mee mogen helpen sprokkelen. Vervolgens gaan we weer op pad en als we thuiskomen gaan we eerst lekker opwarmen, cappuccino en warme chocomelk drinken om vervolgens de takjes op de tafel te leggen. Eerst moeten de takken een tijdje drogen, al zijn ze bijna niet vochtig. En wat we in het bijna donker niet zagen, maar wat wel tevoorschijn komt onder het felle licht van de lamp boven de tafel, is een lading kleine diertjes die uit de takjes kruipen. Het lijken pissebedden en oerwurmen. Ieksss dat is even schrikken en ik krijg er helemaal jeuk van. Voorzichtig til ik elk takje op en ook de andere helpen mee met een benepen gezicht. Met een megavaart wordt de stofzuiger uit de kast gehaald en zuigen we de beestjes stuk voor stuk op. Het wordt echt een spelletje beestjes vangen whahah, en ik hoor om me heen geroep...daar, en pak hem, kijk daar kruipt er weer eentje. De één krijst nog harder dan de ander en telkens barsten we in lachen uit. Wij moesten zo nodig takjes verzamelen. Ach, je moet de natuur ook liefhebben nietwaar...maar toch hou ik er niet van binnenshuis en mogen ze met de stofzak van de stofzuiger mee naar de containerbak. De volgende dag gaan we aan de slag, lijmpistooltjes worden uit de kast gehaald met een lading patronen en een spuitbus witte verf. En zo onstaan er een paar hele mooie frames met mooie takken in een prachtige roomwitte kleur. Yesss, dit ga ik over een week of twee aan mijn plafond hangen boven de tafel met mooie ballen eraan en prachtige stof erom gedrappeerd. Maar tot die tijd mogen ze nog even rusten in de kelder...misschien kruipt er nog een witte pissebed uit al denk ik dat dat onmogelijk is.

Mijn hele gezin vind dus de decembermaand de mooiste maand van het jaar. Toen de kinderen nog klein waren was het altijd groot feest met Sinterklaas. Dan nodigde ze vriendjes uit. Eerst schminkte ik ze als zwarte Piet en kregen ze van crépepapier of stof een eigen gemaakte cape om, daarna bakte ik samen met ze pepernootjes en versierde we speculaaspoppen met glazuur en suikergoed. Dan las ik een sinterklaasverhaal voor en daarna deden we wat pepernoten verdelen over papieren zakjes en gingen we in optocht door de straat om ze uit te delen. En wellicht over een paar jaar als de kleine van mijn jongste dochter naar de kleuterschool gaat vieren we dat weer zo. Echter voor nu is het kerst. Mooie cadeautjes onder de boom. Vanaf de advent elke avond een mooi kerstverhaal. Vier zondagen achter mekaar een kaars aansteken in de adventkrans. En met kerst trekken we de ploppers open voordat we gaan eten, waar we dan de kroontjes uit halen en allemaal met een kroon aan tafel zitten te smullen. Vaak zingen we samen liedjes en speelt mijn oudste dochter op het keyboard, en pakken we daarna de pakjes uit. Het is altijd een hoop gelach, want vaak zingen we te snel als zij speelt, en gaan we uiteindelijk langzamer zingen waarop zij nog langzamer gaat spelen...en zo eindigen we vaak in een lied in slow motion en ligt iedereen in een deuk en wordt de wc platgerend omdat we allemaal denken een beginnende vorm van incontinentie te krijgen.

Dus...

Kom maar op december, ons gezinnetje kijkt vol verwachting naar jou uit.

Wil iedereen bij deze alvast een warme, en vooral liefdevolle decembermaand toewensen, met mooie dagen van het begin tot het einde.

Lieve groetjes van Husseflus.
25 oktober 2006 door husseflusDe herfst is al weer eventjes aan de gang, en als ik buiten kijk dan zie ik langzaam de bomen weer verkleuren. Het geeft me een ontzettend goed gevoel en ik geniet van het krachtige kleurenpallet wat straks weer om me heen verschijnt. De kortere dagen, de kaarsjes die weer aangaan in de donkere uren. De sfeer en de gezelligheid .

Van de zomer, en de vakanties hebben we nu weer difinitief afscheid genomen. Mijn jongste dochter is alweer ettelijke weken terug van een survivalweekje in de Belgisch/Franse ardennen en vond het helemaal het einde. Moe maar voldaan kwam ze terug. Mijn oudste dochter is net weer terug van haar junglereis met prachtige verhalen en een mooie dvd vol film en foto's. En ik, ik ben wat eerder terug gekomen van vakantie bij mijn zus en geloof het of niet, ik ben toe aan vakantie. Mijn vakantie is me ontzettend tegengevallen en ik ben wat vrijwilligerswerk gaan doen om bezig te zijn en te ontspannen, en dat is me heel goed bevallen. Na drie jaar was ik weer in mijn geboortestad terug, echter voelde er niets bij, kreeg nou niet bepaald een warm gevoel van gastvrijheid, en mijn zus waar ik bij logeerde bleek bijna de stiefzus van Assepoester te zijn waar ik absoluut niet mee door één deur kon. De cadeautjes die ik mee had gebracht werden niet eens bekeken, het was dank je, scheur het papier eraf, donder het ergens neer en klaar, een flauwe omhelzing die niet echt van harte ging. Ik dacht dat ze haar leventje wat op de rails had gekregen, ze leek te zijn veranderd die paar keer dat ik haar aan de telefoon heb gehad de afgelopen jaren, wat ook nog meestal vanuit mijn kant kwam. Nu merk je weer hoe belangrijk persoonlijk contact is. Echter heb ik me vergist. Al haar frustraties van ruzies met haar man liep ze op mij en haar kind te botvieren en daar kon ik dus niets mee. Ik mocht ook geen Nederlands praten van haar tegen haar kind. Dan heb je een verkeerde aan mij want ik bepaal zelf hoe ik spreek en wat voor taal ik spreek, hij verstaat me prima. Ik heb haar dit ook medegedeeld dat het juist heel goed is zeker daar hij achter loopt in de Nederlandse taal, toch geprobeerd en mijn uiterste best gedaan om nader te komen tot haar. Een paar keer heb ik gekookt die week maar de gezinsleden weigerde mijn eten te eten, ze gingen liever naar de snackbar. Daar stond ik dus te koken voor mezelf. En ik kan prima koken, heb regelmatig eters in huis die heel graag terugkomen of zichzelf weer uitnodigen omdat het lekker is dus daar lag het niet aan. Alleen wat de boer niet kent dat eet die niet, en mijn zus kan dus niet koken en doet dit ook zelden. Alles wat anders is dan de snackbar of de chinees is vreemd en ik prefereer liever een gezonde voedzame maaltijd. Ze heeft wel een keer haar uiterste best gedaan wat ik erg fijn vond om te kijken hoe ik de dingen klaarmaakte, al ging ze het toch niet onthouden zei ze. Met een lach zei ik dat eten maken een gevoel is en dat je dus ingrediënten toevoegd op gevoel...een beetje durven ook. Of het tot haar doordrong wist ik niet maar het smaakte me prima. Elke dag kwam een vriendin van mijn zus over de vloer en het eerste wat ik kreeg te horen was, "zo ben jij die zaligmakende zus waar iedereen zo goed over praat". Weet jij wel wat je je zus aandoet? Ach zegt mijn zwager, uit dat mens komt toch niets zinnigs. Een heleboel vraagtekens dus, geen idee waar zij noch mijn zwager het over hadden. Ik zei..."er wordt in elk geval over me gepraat dat is wel duidelijk". Ja zegt ze, we moeten telkens die "geweldige" verhalen aanhoren van je ouders over jou. Ik zei dat als mijn zus daar problemen mee heeft ze het zelf kan aangeven naar mijn ouders toe, bovendien ben en voel ik mij niet verantwoordelijk voor hetgene mijn ouders over mij vertellen, zie mijn ouders maar drie keer per jaar en wie weet schuilt er wel een kern van waarheid in en doe ik het gewoon allemaal goed. Verkeerd antwoord dus, en ik zei tegen mijn zus dat ze het de volgende keer aan moest geven naar mijn ouders toe. Ja zei ze: "in de ogen van pap en man doe ik toch altijd alles verkeerd". Ergens vond ik het sneu voor haar maar voel ik me allesbehalve verantwoordelijk voor iemands gedrag en wat hij/zij daarmee tentoonstelt. De vriendin had dus in elk geval al een pisbui naar mij toe. Ik was die knappe dochter waar pap en mam telkens foto's van lieten zien en dat kwetste mijn zus enorm, iets waar ik echt wel in kan komen maar ook iets waar ik niets van af wist en waarover ik me niet schuldig voel want het is iets wat een ander doet of zegt. Ook mijn ouders zijn verantwoordelijk voor hetgene ze zeggen of doen, maar blijkbaar zat er veel haat of jaloezie richting mijn zijde. Ze moest nog even een snerende opmerking maken over het feit dat ik wat dikker was geworden van de medicijnen en de prednison. Boeiend, ik accepteer mezelf volkomen. Vriendin was dus boos. Halverwege de week belde ze op dat ze haar portemonee kwijt was en ze wilde het niet zeggen maar ik zou hem hebben gejat. Even later belde ze weer op en had ze hem zogenaamd per ongeluk in mijn tas gestopt. En weer even later ging de telefoon en bleek ik hem van het aanrecht te hebben gepakt want ze wist zeker dat ze hem daar neer had gelegt toen ik bloemkool aan het snijden was. Ze was gewoon dingen aan het zoeken om me te kwetsen. Ik vertelde mijn zus die ook continu er over bezig bleef dat ze mocht denken wat ze wou, en dat ik wist wat ik deed en er niets mee kon. Zei nog dat ze hem vast ergens in een winkel had laten liggen. En ja hoor, tijdje later belde de politie op, de portemonee was gevonden in een winkel, het stond op video en haar geld was eruit gehaald. Excuses kwamen er niet mijn kant op na twee dagen beschuldigingen die ik rustig over me heen had laten komen. De druppel was voor mij toen die vriendin ons uitnodigde en ik tegen mijn zus zei dat ik geen behoefte had om mee te gaan. Mijn zus begon te schreeuwen tegen mij..."je hebt het wel over mijn vriendin". Ik zei dat ze dan maar alleen moest gaan en dat ik wel thuis zou blijven bij haar zoontje die ook duidelijk aangaf niet mee te willen. Die jongen vroeg om een spelletje monopoli met mij. Mijn zus bleef dus bokkend thuis en binnen een half uur stond de lieve vriendin op hoge poten binnen. Ze ging tegenover me zitten en begon te snuiven als een wilde stier. Ik zei rustig, wat is jouw probleem, toen zei ze...jij bent het probleem. Ik zeg das mooi, alleen kan er niets mee het is toch je eigen probleem. Ze zegt "ja jij komt tussen ons in omdat je hier op vakantie bent en je zus kan niet meer doen wat ze wil doen". Ik zei dat ik de indruk kreeg dat zij bepaalde wat er daar in huis gebeurde. En zo kreeg ik anderhalf uur lang mijn zus en die vriendin over me heen. Hoe ik het lef had om zo tegen die vriendin te praten...ehhh andersom hoe zat het daarmee? En ik zat het gewoon te aanschouwen, liet ze schreeuwen, tieren, uitrazen. Ik was ze aan het observeren en dacht: "wat een geschifte mensen eigenlijk, moet je dat nou zien die hebben werkelijk een schroefje los". "het lijken net kakelende kippen in een slecht toneelstuk". Toen begon ik te knoerhard te lachen om mijn eigen gedachtes, en omdat ze geen vat op me hadden werden ze nog kwader en riep die vriendin "waarom lach je, zeg maar wat je zeggen wil", ja zegt mijn zus waarom lach je, wat doe je eigenlijk hier. Ik zeg: "omdat jullie je ongelooflijk belachelijk maken zo, zoals het er hier aan toegaat is te triest voor woorden". Kon het toen niet meer laten om nog meer te zeggen en zei dus "jij vondt het leuk dat ik kwam maar eigenlijk ben ik een stoorzender die teveel ziet hoe het er hier aan toe gaat. Je man (mijn zwager) bekt jouw (mijn zus) af als een hond, jij (mijn zus) zit de hele dag in de verdediging en kan het niet winnen, dat reageer je af op je kind die vervolgens begint te jengelen of een grote mond geeft en vervolgens blijven er reacties komen van zwager lief en vriendin die erg misselijkmakend zijn en dan ga jij weer in de verdediging en reageert het weer af op het kind en nu op mij deze week".Ik zeg "en zij gaat met je man naar bed en je vind het niet prettig maar durft er niks van te zeggen omdat je bang bent alles kwijt te raken". "Het kind loopt continu te knipperen met zijn ogen en te trekken met zijn gezicht van de zenuwen". Koken kun je niet en de hele dag bestaat uit snoepen, snacken, zeiken en zeuren en hier heb ik dus niets mee en zo had ik mijn zegje gedaan en waren ze beide muisstil. Op zich was dit voor mij nog te hebben want ik vond het wel een keer mooi ter observatie, en met alle verwijten die ik naar mijn hoofd kreeg al die dagen heb ik weer eens mijn werkelijke zus gezien en heeft het me weer met mijn beide voeten terug op aarde geworpen. Echter is op een gegeven moment de maat vol voor mij en als ik dan mijn zegje doe dan krijgt men het ook te horen. Ook al blijf ik dan rustig en respectvol naar andere toe men is vaak overbluft omdat men het niet verwacht daar ik telkens zo rustig blijf, amper onder de indruk ben van wat een ander vind of zegt. Spijt heb ik er niet van mijn zegje te hebben gedaan, want dit kwam nog na het moment dat er iets gezegt werdt over mijn overleden broertje. Ettelijke jaren geleden is hij overleden en hebben we hem thuis gevonden, de waarheid weten we niet precies over zijn dood, maar ik heb hem gezien en zijn ogen waren kapot gebarsten als glas. Volgens de politie is hij gestruikeld en gevallen op een stroomkabel tijdens het klussen. Echter moest mijn zwager er even grapjes over maken dat mijn broertje sexverslaafd was en knijpers op zijn tepels en mannelijkheid zou hebben gezet om via stroom lust op te wekken en dat die iets teveel volt heeft gebruikt hahaha. Dat is het enige moment geweest dat er bij mij iets knakte, al het andere wat ze deden of zeiden daar was ik niet van onder de indruk, maar ze weten hoeveel verdriet ik heb gehad na de dood van mijn broertje en ik vond er dus niks hahaha aan. Mijn broertje had weinig contact met mijn zus en wij waren echte maatjes van elkaar. Dit trof me dus in het diepste van mijn ziel. Alle beloftes die mijn zus had gedaan, zo van dan kom je hier ontspannen na je operaties, dan kun je tot rust komen hier en gaan we leuke dingen doen waren geklets in de ruimte. Ben heel sterk weer tot het besef gekomen dat vossen wel hun haren verliezen maar niet hun streken. Dat heeft me doen besluiten om weg te gaan daar en ben ik ipv twee weken er de helft maar gebleven en heb ik daarna andere dingen gedaan en nagedacht. Voordat ik naar huis ging heb ik het graf van mijn broertje bezocht en er een bos rozen neergelegt. Ik heb nu voor mezelf besloten difinitief een einde te zetten in mijn contact met haar en haar gezin, dus ergens is het wel goed voor geweest. Het is zo respectloos als ze mijn vader een ouwe l*l noemen omdat hij niet elk jaar een deel van zijn vermogen aan ze geeft.Verdrietig ben ik allesbehalve over hoe ik behandeld ben, dat kwetst je alleen maar als je het toelaat...dit waren nog één van hun beste buien, echter heb ik wel medelijden met ze en met name met het kind wat er tussenin zit en totaal geen opvoeding geniet. Ik ben met goede intensies daar naar toe gegaan. Ik heb nog een gesprek gehad heel even met haar en haar verteld dat ze eens heel goed naar haar huwelijk en hun manier van doen moest kijken met name naar zichzelf maar ook naar anderen toe. Ik zei: "mij heb je er niet mee, alleen maar jezelf want je bent allesbehalve gelukkig". Ach zegt ze: "eigenlijk wil ik al jaren scheiden, maar deze week krijg ik de mooiste flatscreen tv en volgende maand een nieuw aanrechtblad van meer dan 11.000 euro met hele mooie kranen en nieuwe kookplaat. Ik zei: "lieverd ik hoop dat je gelukkig word met al dat materialisme en de schijn opwekken van een gelukkig gezin voor de buitenwereld" Ik had kunnen zeggen: "je kookt niet eens of de hele buurt roddelt over jullie", want ook dat heb ik gehoord en de verhalen die rondgaan zijn in en in triest, maar het zou haar niet bereikt hebben. Continu heb ik vrij rustig met haar gepraat, waarbij zij geen greintje respect konden opbrengen om normaal te doen. Ik vond het dus weer heerlijk om thuis te komen en dacht: "wat heb ik toch een fijn gezin en fijne respectvolle mensen/vrienden om me heen". Gelukkig hebben mijn beide dochters het wel erg naar hun zin gehad en willen heel snel weer op reis naar een volgende bestemming. De jongste is in de tijd dat ik weg was alleen in mijn huis gebleven met haar vriend en hun kindje. En toen ik thuiskwam was het huis aan de ene kant netjes opgeruimd, maar in mijn slaapkamer stonden allemaal zakken met lego die ze uit de kelder hadden gehaald. En overal stonden legohuisjes. Mijn bijna volwassen dochter, moeder van een kindje met een vriend van 23 had charles dickenshuisjes willen bouwen voor de kerst omdat ze daar nu al naar uitkijkt. En ze heeft elke dag een volwaardige maaltijd gekookt voor haar en haar vriend. En ze zei: "mam, maar één keer is de brandalarm afgegaan tijdens het koken". En ik zei met een lach, dan ben ik blij dat mijn huis er nog staat. Ze gaf me een dikke knuffel en zei: "mam ik heb je wel gemist hoor". Dat deed mijn hart goed, zoveel liefde, warmte en respect. Tegen mijn oudste dochter had ik gezegd dat ze niets mee hoefde te nemen als souvenier, maar ze had een kado voor mij, voor mijn andere dochter en nog voor een paar vrienden en kennissen. En mijn vader belde later op en zei toen dat die meid ook altijd aan iedereen denkt en nooit iemand vergeet. En toen zei ik: "ja dat doet ze ook" Toen zei mijn vader dat ik trots op mezelf mocht zijn en ik deelde hem mee dat ik dat ook was. Ik zei: "pa het zou goed zijn om wat meer tegen mijn zus te zeggen wat ze goed doet ipv. tegen haar te vertellen wat ik goed doe, ik denk dat ze dat enorm zal waarderen". Een vriend van me vroeg aan me: "waar zou je graag naartoe willen op vakantie toen hij hoorde hoe het gegaan was". Ik zei even niets, vind het thuis zo heerlijk rustig, een heerlijke plek om te zijn. Het kado van mijn oudste dochter (een handgesneden boedha) heb ik in mijn nieuwe eetkamer die bijna af is gezet. Ik ga me weer even heerlijk bezighouden met werken, klussen, mijn gezin en mijn ziekenhuis uurtjes. Voor de derde keer op anderhalve maand tijd heb ik weer een antibioticakuur en denken de artsen weer aan prednison, en soms zit ik tegen het plafond van de pijn of de bijwerkingen en dan is rust zo welkom. En vandaag kreeg ik de uitslag van mijn rugfoto's en daaruit kwam naar voren dat mijn tussenwervelschijf afgesleten is, discopathie. Nooit van gehoord maar het verklaard wel weer een heleboel pijn na de operatie. Mijn moeder belde me op en zei... "er stonden rozen op het graf, die kunnen alleen maar van jou zijn, dank je wel". Ik zei: "graag gedaan", slaakte een zucht. Weer een stukje rijker, wijzer en krachtiger geworden en afscheid genomen van dingen waar ik niets mee kan.

En zo kijk ik uit naar de feestdagen die komen gaan. Een vriend van me werkt als vrijwilliger buiten zijn werk om voor een jongerencentrum, en samen met hem was ik wat ideetjes aan het bedenken voor de halloween/spookparty. Ik heb mijn hulp aangeboden, dus als hij me nodig heeft dan ga ik meehelpen en heb ik weer wat moois voor de boeg.

groetjes husseflus.
18 oktober 2006 door loesAcht jaar geleden vond ik mijn hond in een asiel. Hoewel het niet meevalt te kiezen, als allemaal zielige trouwe honden ogen je aankijken vanachter hun tralies, koos ik voor “Flatje”, een één jaar oude Flatcoated Retreiver. Een dolenthousiaste, vriendelijke en goedmoedige hond, die zijn dagen samen met een andere hond sleet in een hok van twee vierkante meter. Ik noemde hem Makker. Vanaf het eerste moment klikte het tussen deze hond en Floppie, het hondje dat ik al had, bleek Makker een ideale familie hond en lief voor Sam.

Volgens de medewerkers van het asiel was Maker gevonden in een bos. Of hij was weg gelopen, of achter gelaten was verder niet bekend. Daardoor vond ik het in eerste instantie griezelig om hem los te laten lopen. Stel je voor dat hij inderdaad een wegloper was en ik hem weer kwijt zou raken! “Ach welnee.” Zei mijn vriendin, tijdens een gezamenlijke wandeling. “Dat beest gaat nergens heen. Die heeft is veel te blij met je.” En dus liet ik hem los. Zelden heb ik een hond zo overduidelijk blij gezien met de ruimte die hij had. Met grote bokken sprongen dartelde hij om ons heen. In grote cirkels rende hij door het bos, genietend van het feit dat hij eindelijk zijn poten kon strekken, niet telkens die ruk van dat touw aan zijn nek voelde en ongestoord kon snuffelen. ‘Vrijheid!’ En mijn vriendin bleek gelijk te hebben. Na elke cirkel door het bos, kwam hij even terug op het pad - koppen tellend of we er allemaal nog waren. Om vervolgens weer te verdwijnen tussen de bomen, op zoek naar plekken die hij nog niet besnuffeld had.
Vanaf dat moment heb ik ontelbare wandelingen met mijn Makker gemaakt. In het bos, door de weilanden achter ons huis, mee naar het strand, en langs de fiets. En telkens weer was hij onvermoeibaar en dolenthousiast dat hij met de baas mee mocht en lekker kon rennen. En genoot niet alleen de hond, maar ook ik van hem en zijn tomeloze energie en plezier.
Als ik thuis kwam was Makker de eerste die mij kwam begroeten, met Floppie in zijn kielzog. Zijn lijf schommelde van voor tot achter door het gezwaai van zijn staart, terwijl hij letterlijk trappelend van ongeduld stond te wachten op het vertrouwde rinkelende geluid van zijn riem voor weer een wandeling. En of ik nu vijf minuten weg was geweest of vijf uur - altijd even enthousiast. ‘Ze is er weer!’
Ik kan me niet herinneren dat Makker ooit lelijk heeft gedaan. Hij deed niet lelijk tegen Floppie, die van puur enthousiasme in Makker zijn poten beet als we naar buiten gingen. Hij deed niet lelijk tegen ons als we per ongeluk een keer op zijn poot of staart stonden. Hij begroette de poes met een lik over zijn neus. En als het toevallig zo was dat de poes op zijn bed lag, stuurde Makker hem niet weg, werd er niet gegromd, maar ging hij er berustend naast liggen.
Tijdens verdrietige momenten ging er troost van het beest uit. Met een bijna meevoelende blik kon hij met zijn snoet tegen mijn arm aan duwen en zijn kop op schoot leggen alsof hij wilde zeggen: “Aai mij maar, dan gaat het beter.” En gek genoeg was dat dan ook zo. Zoals zijn vrolijk dartele gedrag me aan het lachen kon maken. En zijn vragen om aandacht, al kwam het soms even niet uit, toch aandoenlijk was en er altijd voor zorgde dat hij die aandacht ook kreeg. Want ik was nu eenmaal verknocht aan die hond. Makker bleek wat zijn naam ook zegt - een échte makker.

En ineens werd hij ziek. Zijn eetlust nam af. Hij was véél minder enthousiast. Aan alles was te zien dat Makker niet zichzelf was. In eerste instantie dachten we dat het aan de artrose lag die enkele weken eerder was geconstateerd. Maar daar had hij medicijnen voor. Hij zou weer helemaal de oude moeten zijn. En die bobbel in zijn buik is ook raar. En zijn oogwit en huid is veel te wit. Zijn energie nam in een razend tempo af. Hier ging iets niet goed. Met lood in de schoenen gaan Gijs en ik die maandag naar de dierenarts. Vanaf dat moment ging het snel. De dierenarts maakte zich ook zorgen en maakt met spoed een afspraak voor ons bij de specialist in Utrecht. Die maakt een echo en stelt vast dat Makker aan acute leukemie lijdt. Zijn milt is ernstig vergroot en de man is niet hoopvol. Prednison zou kunnen helpen om de leukemie te remmen en het leven van Makker dragelijk te verlengen.
Aangeslagen, verdrietig en overdonderd verlaten we de praktijk. Makker sjokt achter ons aan. Ik heb vreselijk met het beest te doen en wil hem helpen, hem beter maken, hem weer laten genieten, hem niet kwijt raken. Maar ik ben ook bang dat het niet gaat lukken. Toch rijden we op weg naar huis langs onze eigen dierenarts voor de medicijnen. Ik weet ook dat ik elke redelijke kans die er is wil aangrijpen om alles ten goede te keren, en dat ik me later niet af wil vragen of ik misschien toch beter zus of zo had moeten doen. Makker krijgt een injectie prednison en we krijgen pillen mee die we twee maal daags door zijn eten mogen geven, te beginnen de volgende dag. Dinsdag ochtend krijg ik hem met moeite aan het eten, de pil zit er in. Ik moet naar mijn werk en ben er met mijn hoofd niet bij. Makker ziet er slechter uit. Ik maak me zorgen en vrees dat het niet goed zal gaan, maar hoop natuurlijk heel erg van wel. Gelukkig is Gijs vrij en is de hond niet alleen. Omdat Makker moet aansterken, kookt Gijs kip en rijst voor hem. Maar hij wil niets eten, niet drinken en ligt alleen maar. Als ik s`avonds thuis kom en hem roep komt hij overeind om mij te begroeten maar hij doet het met zijn laatste krachten. Makker is op. Hij gaat het niet redden.

Het is een vreselijke beslissing, waar ik me gevoelsmatig heel erg tegen verzet, maar waarvan mijn verstand zegt dat het moet - we besluiten dat we Makker moeten laten inslapen. Lijden moeten we hem besparen. De afspraak met de dierenarts is snel gemaakt. Waardeloos telefoontje.
Ik vertel het zachtjes aan mijn Makker, en aai hem over zijn kop. We vertellen het de kinderen. Ineens hangt de kamer vol verdriet. Iedereen neemt afscheid van het inmiddels zielige hoopje hond. We troosten elkaar en lopen we wat doelloos rond, en zitten om beurten op de grond bij onze hond tot we weg moeten. Makker ligt het best in de ruime kofferbak, waar hij altijd zat als we uitgaan. Ik ga achterin, zodat ik hem kan aaien onder weg.
Als we er bijna zijn voel ik dat zijn ademhaling veranderd. En als we voor de deur van de dierenarts staan en de klep open doen sterft hij terwijl ik zijn kop in mijn armen heb.

Op dinsdagavond 10 oktober is mijn Makker is overleden.
Dag vriend, ik mis je verschrikkelijk….

26 september 2006 door husseflusOns gezinnetje heeft de afgelopen weken weer de nodige drukte meegemaakt. De scholen zijn weer begonnen en het liep al meteen mis, toen bleek dat de jongste wel was aangemeld op een school, ze uitgeloot was voor de studie, ze ook al de boekenlijst binnen had gekregen in de vakantie, maar ze totaal niet ingeschreven stond na de vakantie voor haar studie (foutje school). Dus op het laatste moment allemaal scholen zitten afbellen of ze nog plek hadden. Nieuwe boekenlijst, hoop geren tussen Den Haag, Delft en Leiden en nergens plek. Ik pissed dat mijn dochter vanwege een foutje van de school de dupe zou worden van een sterk staaltje slordigheid. Echt halve dagen en ruim een week lang zijn we bezig geweest met de correspondentie naar andere scholen toe en een klacht neer te leggen op de school waar ze eigenlijk geplaatst zou zijn. Dit terwijl we ruim voor de zomervakantie alles rond hadden en je dus na de zomervakantie het nakijken hebt.Uiteindelijk het toch voor elkaar gekregen om haar te plaatsen voor de opleiding SPW3. Mijn dochter vol moed met de tram naar school en ze kwam meteen na school met heel veel verhalen thuis. Ze is zeventien en omdat ze een kindje heeft hebben ze haar tussen jong volwassenen neergezet in de leeftijd variërend van 19 tot 28 jaar oud waarvan er al een paar kinderen hebben. Deze school heeft het echt goed aangepakt en toen ik een gesprek had vorige week kregen we te horen dat mijn dochter een aanwinst was voor de school. Dat haar doorzettingsvermogen om ondanks haar zwangerschap en een groot deel wat ze gemist heeft wegens verlof en ziekenhuisopnames ze toch een jaar eerder, dus in de derde voortgezet onderwijs haar examen heeft behaald. Ze meteen door mag stromen naar een klas met leerlingen die al twee jaar voorlopen in de studie, maar waarvan men denkt dat mijn dochter dat wel aankan omdat ze zo hoog op niveau ligt met leren. De lerares zei dat mijn dochter op die twee weken die ze nu op school zit een hele positieve invloed heeft op de klas. En dan denk ik als moeder...dit was alle hectiek waard omtrent een nieuwe school zoeken. En zo zijn we er als gezin van overtuigd dat men alles kan bereiken wat men wil, ook al worden je kansen zo goed als verspeelt door fouten van een ander. Dit heeft dus een goede afloop gehad. En nu kan mijn dochter heerlijk op survivaltocht meegaan met de school naar de Belgisch/Franse ardennen.

Met het begin van het nieuwe schooljaar is er ook een einde gekomen aan mijn buddyschap. Een jaar lang heeft er een buddy meegedraaid in ons gezinnetje omdat ik lichamelijk vrij ziek ben al probeer ik zo normaal mogelijk te functioneren. Ze (mijn buddy) heeft me een jaartje begeleid en daarin mocht ze mijn aanspreekpuntje zijn als ik het "moeilijk" had omdat ik telkens weer naar het ziekenhuis moest voor onderzoeken. Buiten de ziekenhuisonderzoeken om hebben we ook hele leuke dingen gedaan, zoals een dagje erop uit gaan, tuincentra's afstruinen ed. Zo hebben we een hele fijne band met elkaar kunnen opbouwen en we hadden beide het gevoel een soort vriendinnen van elkaar te zijn geworden. Toen de begeleidster dus aangaf dat het jaar voorbij was zei mijn buddy...Ik hoef nu toch nog niet de band te verbreken? Ze vond het echt jammer. Echter heb ik mezelf altijd gerealiseerd dat het tijdelijk was voor een jaartje en heb dus ook aangegeven dat ik het als heel prettig heb ervaren dat ze op mijn pad heeft mogen meelopen en ik op dat van haar, dat ze erg bijzonder is, maar ook dat een ander haar nu weer nodig heeft. Mijn buddy heeft voor mij een "patiënt" gehad die overleden is, en met mij heeft ze het weer anders ervaren, toch een ander soort band opgebouwd. Nu is er afgesproken dat we elkaar nog tot 1 december blijven zien en dat ze daarna overgaat naar een volgende patiënt weer voor een jaartje. In de tussentijd gaan we afbouwen en zullen we elkaar vast nog eens zien want de band is toch wel speciaal. De begeleidster vond het heel goed van me dat ik toch vriendschap en buddyschap gescheiden kon blijven zien, en ik heb ook verteld dat ik altijd in mijn achterhoofd heb gehouden op welke basis ik het buddynetwerkschap aan ben gegaan, en dat de band zo goed is geweest is alleen maar bijzonder te noemen. Mijn buddy heeft ook veel van mij geleerd, net als andersom. De buddy zei over mij dat ze me heel sterk vond, en dat ik een mooie filosofie over het leven en het hiernamaals heb. En dat ze het zo gezellig vond en sfeervol als ze bij me op bezoek kwam. Ja, zei de begeleidster dat kan ik me ook voorstellen, ik zie ook allemaal mooie dingen, ze zag de dingen die ik gecreëerd heb want ik verstond de kracht der schoonheid. Dat was toch wel een heel mooi compliment voor me. En mijn buddy zei dat ze toch bewondering voor me had op de manier waarmee ik met alles omging, en ook dat was een heel groot compliment.

En zo is voor dit gezinnetje het nieuwe schooljaar weer begonnen, en een nieuwe start met veranderingen. Mijn oudste gaat voor een paar weken op safari-reis en ik ga twee weken genieten van mijn vakantie, er even tussenuit... En de jongste die mag twee weken het huishouden runnen zonder mams.

Groetjes van husseflus

3 september 2006 door LoesVakantie?

Stress en slechtweer zijn natuurlijk niet bepaald ingrediënten om van drie vrije weken te genieten. We hadden er zo naar uitgekeken. Lekker ontbijten in de tuin. Eindelijk het fietsenschuurtje afmaken. Dat laatste puntje van de tuin aanleggen. Dat ging dus allemaal niet door, schietgebedjes ten spijt. Noodweer werd ons deel. En irritatie op irritatie.

Na het gedoe met mijn gsm hoopten wij aan een ongestoorde vakantie te kunnen beginnen, maar het volgende vervelende voorval diende zich al aan. Al ruim een jaar proberen wij de buren aan de overkant te overtuigen van het feit dat wij voor onze kater nét zo goed zorgen als voor de andere drie katten die ons gezin telt. De buren vinden van niet. Een jaar geleden hebben we de kat ‘terug moeten kopen’ van het dierenasiel waar zijn hem gebracht hadden, en ze zijn er ongevraagd mee naar de dierenarts geweest. En ondanks onze duidelijke protesten vinden zij dat ze de kat moeten voeren en binnen halen. Ik ben ontelbare keren langs geweest bij deze mensen om te proberen duidelijk te maken dat die zorg niet nodig, sterker nog zéér ongewenst is, maar dat heeft nog niks opgeleverd. De bom barstte toen de buren terug kwamen van vakantie en ons verweten dat wij niet goed voor de kat gezorgd hadden, dat hij te mager was en verwaarloosd werd. Er is een heftige woordenwisseling ontstaan waarvan wij hopen dat de boodschap nu eens overgekomen is. De kat hebben we uiteindelijk maar laten chippen (13 jaar lang niet nodig geweest) en de dierenartsen en asielen in de buurt hebben een brief gehad waarin staat dat die familie geen zeggenschap heeft over deze kat. In één ding hadden de buren evengoed wel gelijk. Onze kat ziet er niet echt gezond uit en valt zorgelijk snel af. En dus zaten we in onze vakantie bij de dierenarts en wordt er voor het luttele bedrag van € 117,- bloed onderzocht.

Een falende gsm, eigenwijze buren en zorg om een zieke kat. Het zijn natuurlijk niet de grootste ergernissen en zorgen. Van een heel andere orde is de mogelijke aanklacht van kindermishandeling die ons boven het hoofd hangt. Kindermishandeling ja……

Kort nadat wij hier kwamen wonen hebben wij kennis gemaakt met “De Daltons” ofwel “De Drieling” Drie broertjes in de leeftijd van ongeveer 9, 11 en 13 jaar, met een wisselend groepje vrienden. Allen buitenlanders en in de buurt bekend en gevreesd om hun brutale, asociale en valse pesterijen, met een feilloos gevoel voor de grens van ‘kwajongensstreken’ en ‘crimineel gedrag’. Een ruim jaar zijn wij, maar vooral Sam, hun doelwit. De buitenkraan is van de muur getrapt, spullen vernield, troep in de tuin gegooid, struiken uit de grond gerukt. En hoewel we nooit gezien hebben dat ze dergelijke dingen deden, waren ze wel steeds voor of na zulke gebeurtenissen in de buurt. Sam verteld regelmatig dat ze hem op straat na lopen, in sluiten, uit jouwen. Met scheldwoorden waar de honden geen brood van lusten. De pesterijen gaan zo ver dat Sam eens is bedreigd met de woorden: “Als je nog een keer buiten komt dan steek ik je met een mes!”
Een gewoon gesprek met deze jongens (“Kom op joh. Schei er eens mee uit. Ga wat anders doen.”) heeft geen enkel resultaat. Een negen jarige dreumes die met een brutale kop naar je roept dat je respect voor hem moet hebben….
De politie doet niks. Hoewel de wijkagent op de hoogte is van de streken van ‘de drieling’ en de overlast die zij in de wijk veroorzaken, we zien hem nooit. Het enige wat we kunnen is elke keer weer als er een voorval is, dit melden bij de politie. Dan doen we, voor de vorm.

De laatste tijd leek het weer goed te gaan. Sam kwam nog wel eens met verhalen thuis, maar het leek te hanteren. Tot een goeie week geleden. Sam zou met de honden naar het park en kwam de drieling en consorten weer tegen. En weer hadden ze het op hem gemunt. Sam besluit terug naar huis te gaan, maar het stel rijdt om en wacht hem op. Wij zitten binnen en horen het tumult. Gescheld waar de honden geen brood van lusten en Sam die helemaal overstuur de poort doorkomt. Hij blijkt er doorheen getrapt te zijn door één van de drieling!!
Op dat moment slaan bij mij de stoppen door. Als ik al psalmen zou kennen schieten ze me op dat moment beslist niet te binnen. Ik stuif overeind, de tuin en de poort door, op de voet gevolgd door een net zo kwaaie Gijs. Ik schreeuw tegen de eerste de beste van het 5-tal dat het nu eens afgelopen moet zijn met het gepest, gesar, geëtter en gesodemieter. Ik ben letterlijk witheet van woede en ben in staat het kind wat aan te doen. De totaal onbewogen houding van het kind, zijn brutale blik en het feit dat hij nog tegen me in gaat ook doet de zaak geen goed. Ook Gijs doet een poging wat indruk te maken en duwt een van de jongens een stukje naar achteren en herhaalt dat wij het nu echt zat zijn. De jongen reageert alleen maar door te zeggen dat we respect voor hem moeten hebben. Jaaaa….. Nog effe…! Wat is dat voor een idioterie! Respect, voor een 11 jarig schoffie? Ik probeer nog een keer duidelijk te maken wat we van deze jongens verwachten en dan volgen de gebeurtenissen elkaar in een rap tempo op. De jongen haalt naar mij uit en dat gaat Gijs te ver. Hij pakt de jongen bij zijn kraag, duwt hem van mij af en in de struiken. De jongen schrikt (eindelijk effect dus?) en het groepje stuift uiteen. Van een afstand gooien ze bijna raak een stok terwijl één van hen zijn moeder belt. Moeder komt, wil niet binnen komen voor een gesprek, heeft een neefje bij zich dat ons bedreigd, en belt, na wat vruchteloze pogingen van onze kant om het een en ander te bepraten, de politie om een aanklacht te doen van kindermishandeling.

Als de politie uiteindelijk beide verhalen heeft gehoord zeggen zij dat het een lastige situatie is, dat zij begrijpen dat wij er van balen, maar dat er helaas niet veel aan te doen is. En het advies om bij deze mensen uit de buurt te blijven. Alsof wij ze opzoeken! Verder vertelt de agent dat de moeder tegen hun advies in toch een aanklacht van kindermishandeling in zal gaan dienen maar dat hij Gijs niet mee neemt omdat er geen grond tot aanhouding is.
Zij laten ons totaal verbluft achter. Hoe is dit allemaal mogelijk!? Het heeft dan ook even geduurd voor dit absurde voorval door ons systeem heen was.
En dat was week twee van onze vakantie.

De derde week van onze vakantie begon werkelijk heerlijk. Drie dagen logeren in appartementenboerderij ‘De Heerlijkheid’ op Texel. Met zon, frisse wind, prachtige natuur en heerlijk genieten en niks bijzonders doen. Even van huis en niet de dagelijkse dingen om ons heen leverde het echte vakantie gevoel op. En zo leek het toch nog goed te komen met onze vakantie. Tot ik vrijdag avond terug kwam van een gezellige dag met mijn vriendin in Den Haag. Rond een uurtje of negen rij ik relaxed met een rustig gangetje over de snelweg richting Utrecht. Alles gaat goed tot een andere automobilist ineens bedenkt ook die kant uit te willen en naar links schiet. Maar daar zat ik al! Ik rem en wijk uit maar kan niet voorkomen dat mijn rechtervoorkant zijn linkerachterkant raakt.
Na drie kwartier bibberen van de kou langs de kant van de weg stap ik gewapend met de nodige gegevens én foto`s (lang leve de mobiel met camera!) weer in de auto en vervolg mijn weg. Cynisch voor mijzelf uit zuchtend: “Wat een passende afsluiting van een niet echt geslaagde vakantie”

Eenmaal thuis op de bank bij een borrel kijken Gijs en ik terug op onze drie vrije weken. Natuurlijk was het niet alleen maar kommer en kwel, maar al die extra stress dingen …… en dat weer….. Zó jammer. We waren wel toe aan drie weken rust in ons turbulente bestaan. In een gezin met zes man en een veestapel ben je verzekerd van de nodige zorgen, tumult, werk en georganiseer, en is er weinig gelegenheid én geld om het er met z`n tweeën van te nemen. Dan reken je wel een beetje op je vakantie. En omdat dat niet altijd het gewenste resultaat heeft hebben we ons nu voorgenomen om zo door het jaar heen wat meer tijd voor ons samen te creëren. Een weekeindje , of zo`n aanbieding van , of moet toch wel eens een keer kunnen. Of samen eens of .
Ik heb er nu al zin in.

Groeten,
Loes

27 augustus 2006 door husseflusAan de deur wordt niet gekocht!

Ooohhh heerlijk, ik rek me even uit in bed en ik heb een "I feel good" gevoel. Vandaag heb ik me voorgenomen om nergens naartoe te gaan. Gewoon heerlijk thuis te blijven en te gaan schilderen in de nieuwe eetkamer. Vol goede moed spring ik uit bed en loop de toekomstige "eetkamer" in om het één en ander eens te bekijken maar vooral hoe ik mijn dromen kan realiseren met wat ik allemaal wil. Dit moet gewoon gaan lukken. Ik heb briljante ideeën. In de vakken van de lambrisering kan ik gipsen ornamenten plaatsen om en om. IJverig pak ik een zak gips, die half openscheurt en waarvan de poeder over de vloer en in mijn gezicht stuift. Een gigantische niesbui is het gevolg en ergens tussendoor hoor ik de deurbel. Als ik de deur opendoe zie ik iemand van de leesmap staan. Ik zeg meteen: "ik heb geen zin in een abbonementje" en wil de deur dichtdoen maar de goede man heeft zijn voet net op de richel staan. Amper bijgekomen van mijn niesbui bedenk ik me dat ik een godsgruwelijke hekel heb aan opdringerige mensen en verkopers. Hij begint te vertellen over een gratis kado en dat het maar een paar euro per week kost. Ik zeg "das een paar euro te veel", goedemorgen. Echter...meneer is een volhouder en zijn voet staat nog op die plek op de richel. "Maar mevrouw" zegt hij, "stelt U zich eens voor dat U zo een heerlijk tosti apperaat kado ken krijgen of zo een kruimelzuiger, en dat U daarvoor alle roddels ken volgen." Ik zeg "staat er ook in dat mijn verkering voorbij is?" Hij begint te lachen en zegt: "bent U beroemd dan mevrouw?" Ik zeg: "Nee maar wel belangrijk en daarom ga ik nu de deur dichtdoen waarbij ik de deur tegen zijn voet duw.

Grrrr ik hou er niet van onderbroken te worden terwijl ik werk. Een tijdje later ben ik heerlijk zingend en fluitend bezig met gipsgieten, schilderen tussen het drogen door... als... jawel, weer de deurbel gaat. In mijn haast om naar de deur te lopen zie ik de gipsmal over het hoofd die net gegoten is en op de grond ligt te drogen, en met mijn teen stap ik in de mal. Gips aan mijn tenen, gips over de vloer en ik loop in mezelf te schelden, mijn tenen afdrogend aan de verflap die ik altijd klaar heb liggen voor als ik evt. mors. Staat er een man voor de deur met één of ander zielig verhaal over geld kwijt, vakantie niet kunnen betalen en of ik een euro heb. Ik zeg: "wil zelf ook op vakantie en ga ook niet langs de deuren schooien om van iedereen een euro te krijgen" dus nee. Ben nog wat gepikeerd omdat ik in die gipsmal heb getrapt voor deze onzin. Hij zegt: "ja maar zo kan ik familie in Turkije niet zien". Ik zeg das niet mijn probleem en doe de deur dicht en zit in mijn achterhoofd even uit te rekenen. Er zijn bijna 200 huisdeuren per flat, er staan er zeven in de buurt, zoooo das toch maar mooi even 1400 euro als hij overal wat krijgt, al schat ik zijn kansen slecht in. Vol goede moed ga ik weer verder en ben ook meteen mijn gefrustreerde bui kwijt omdat mijn opgewekte humeur het altijd wint.

Weer de deurbel, lootjes verkoper voor de plaatselijke voetbalclub. fluitend weer aan het werk. Weer de deurbel, de postbode of ik een pakje wil aannemen voor de buren. "ja hallo, ik heb geen pakhuis, er liggen nog een paar pakjes die al dagen liggen en nog niet opgehaald zijn, dus nee ik pas". Aan het werk dan maar weer. Weer de deurbel, johova's getuigen. Nu ben ik het echt zat, met de verfkwast in mijn handen loop ik naar de deur, en ik reageer mijn frustraties af op de laatste. Ik zeg: "dat jullie een geloof hebben vind ik prima maar ik heb ook een geloof en ga verdorie geen andere mensen lastig vallen ermee om het proberen op te dringen. Dreigend zwaai ik met mijn verfkwast waarbij de dame en de heer telkens een beetje wankelen naar achteren, bang dat ik ze daarmee aanraak op hun goede kleding. Eigenlijk krijg ik er best lol in als ik ze zie balanseren. Het is toch maar muurverf en druipt niet. En even steek ik de verfkwast naar voren. Ik zeg: "vandaag heeft de duivel me opdracht gegeven om mensen die lastig zijn te besmeuren met verf". Grinzzzz. Dit kunnen ze niet waarderen, maken één of andere opmerking dat ik de duivel zelf ben, en gaan mokkend bij de deur weg en ik voel me eigenlijk best goed erover. Die komen vast niet snel meer terug.

Ik weer aan het werk, en daar gaat de telefoon. Mijn jongste dochter komt met de baby vanaf haar vriend en vraagt aan me of ik luiers wil halen in de winkel. Ik zeg dat het goed is en ga me douchen, aankleden en de deur uit. Mijn zin in verven was toch over en hetgene wat ik wou doen was klaar. Morgen weer een nieuwe dag. Beneden aangekomen kom ik mijn oudste dochter tegen en vertel haar dat ik naar de winkel ga voor luiers. Ze zegt: "ik loop wel even mee". Bij de drogisterij aangekomen ben ik nog steeds in een wat melige bui door die johova's getuigen en ik besluit dat als ik dan toch een plaaghumeur heb ik er meteen maar mee door kan gaan. Het verhaal heb ik onderweg al aan mijn dochter verteld die hard moest lachen. Ook zij zegt dat ze best respect heeft dat mensen andersgelovig zijn, maar dat ze anderen daarmee niet lastig moeten vallen. We zijn het helemaal met elkaar eens. In de winkel vraag ik aan de bediende of ze ook "leren luiers" hebben. Ze zegt: "leren luiers"? Ik vertel haar dat die nieuw zijn, en zij zegt dat ze even achter moet gaan kijken of ze op de lijst staan want ze heeft er nog nooit van gehoord. Ik zeg: "ja is goed, das namelijk voor hele "stoere" baby's. Mijn dochter proest het uit, maar de bediende heeft nog niets in de gaten en komt even later terug om te vertellen dat ze niet op de lijst staan, en dat ze zal kijken of ze ze kan bestellen. Ik zie mijn dochter achter één of andere stelling verdwijnen en dubbel liggen van het lachen. De vrouw vraagt dan toch maar waar die voor zijn en hoe die er dan uitzien, en als ik "zwart" zeg krijgt ze toch meteen argwaan en ik vraag haar of ze het toppunt van een "stoere baby" kent. Ze zegt: "nee"..."een leren luier" zeg ik droog, en ik denk dat mens komt niet meer bij zo giert ze van het lachen. Klanten kijken al haar kant op, de tranen rollen over haar wangen... en mijn dochter ligt zowat op de grond aan de andere kant van de stelling, helemaal in elkaar gedoken op haar hurken. En ik...ik zit er droog bij te kijken. Als we naar huis lopen zegt ze: "mam, je spoort soms echt niet", waarop ik lachend antwoord dat ik in een "vervelende bui" ben doordat ik van mijn werk afgehouden ben de halve dag. Mijn andere dochter komt thuis met de baby en de rest van de dag hebben we de grootste lol alleen al door telkens tegen de baby te zeggen..."wat ben jij een stoere baby" of met een zware stem "stoere baby" waarop deze begint te lachen en te krijsen. Mijn jongste kijkt me schuins aan en knijpt één oog trillend dicht en spert het andere ver open, en zegt tegen mij: "wie ben jij"? Het komt er zodanig uit en is van één of ander filmpje zodat we weer alledrie over de vloer liggen van het lachen en de baby wordt helemaal wild en slaat met de handjes in de lucht en op de vloer met speelgoed. Mijn dochters doen vrolijk mee en slaan dus ook met rammelaartjes op de grond alsof het sambaballen zijn. Wat een takkeherrie en ergens op de achtergrond gaat de bel en ik roep door het open raam..."aan de deur wordt niet gekocht" en blijf heerlijk in de kamer zitten met de kids zonder de deur open te doen. We proesten het uit, hebben een melige bui en de baby die vindt die herrie helemaal geweldig. De rest van de dag blijft de deur gesloten al staat de koningin aan de deur.

Laat in de avond bel ik een goede vriend van me op en ik vertel het verhaal van de verkoopster. Hij schiet meteen in de lach en ik lach smakelijk mee. Vraagt hij of ik de volgende keer om "leren condooms" wil vragen. Ik heb het totaal niet door en zeg: "hoezo dan", waarop hij antwoord "nou dan zeg je dat je een hele stoere vent thuis hebt". Ik lig in een deuk en ook hij komt niet meer bij en lachend hangen we aan de telefoon. En ik zeg: "dan ben jij zeker die stoere vent lekkerbekkie", waarop hij antwoord..."nou ik ben zeker geen vis" Ik snap er niets van...een vis? Hij zegt: "ja lekkerbekkie" en ik antwoord terug met een zwoele stem. "Nee je bent geen lekkerbekkie maar hebt wel een lekker bekkie, een bekkie om te zoenen". Weer proesten we het uit van het lachen en ik zeg tegen hem dat als hij langs komt ik zeker de deur open doe en alle waar koop. Het is bijna één uur in de nacht als hij er is en ik doe maar wat graag de deur open.

husseflus
8 augustus 2006 door loesHier baal ik dus van! Twee weken geleden werd ik dus de trotse eigenaar van een hypermoderne gsm. Zo blij er mee als een vier jarige met een nieuw emmertje met schepje in de zandbak - écht waar! Avond aan avond het ik het ding in mijn handen gehad. Van alles uitgeprobeerd. Instellingen gewijzigd. Leuke achtergrondjes gezocht. Afspeellijsten gemaakt en mijn favoriete muziek er op gezet. Al mijn familie, vrienden, kennissen en andere nuttige nummers in het telefoonboek gezet - van 06-nummer tot postcode. Leuk, maar een werk van ‘heb ik jou daar’! En net nu ik de telefoon én het bijbehorende computerprogramma door heb, ik op de hoogte ben van alle ins en outs van het rippen van muziek, ik helemaal door heb hoe ik met het fotobewerk programma om moet gaan, en weer toe ben aan het ‘houden van huis’ geeft het ding de geest.
Op een zondagavond….

Als ik de telefoon openschuif zie ik het startscherm, dat raar knippert. Verder niks. Maar dan ook echt helemaal niks.Vol stomme verbazing en opborrelende boosheid staar ik naar dat scherm en ik heb de neiging om te schreeuwen: “Wie heeft er met z`n tengels aan mijn telefoon gezeten!?!?” Want niet alleen wij zijn enthousiast over de moderne apparatuur, maar ook de jeugd is geïnteresseerd. Even kijken hoe deze werkt, even een fotootje mee maken, even naar je muziek luisteren, een andere achtergrond installeren…. Het zou dus zo maar kunnen zijn dat er iemand op een verkeerd knopje gedrukt heeft. Ik bedwing me, en in plaats van mijn huisgenoten de huid vol te schelden kijk ik wat ik zelf kan doen om het probleem op te lossen. Inwendig vloekend. Ik kan bitter weinig, zo blijkt. En daar hou ik niet van… Apparaten moeten werken en als ze niet werken wil ik dat kunnen oplossen. En als ik het niet direct kan oplossen wil ik er desnoods de hele nacht aan prutsen, maar wel met effect liefst. Dus ik probeer: Uitzetten - kan niet meer. Batterij er uit en er weer in - geen effect. Simkaart er uit en er weer in - geen effect. Aan zijn slurfje leggen dan? Ja! Effect! Hij gaat uit…. Weer aan zetten - geen effect. Nog steeds hetzelfde knipperende scherm. Het ding is duidelijk van slag en ik inmiddels ook. Ik heb sterke aandrang om de telefoon met gebruiksaanwijzing en al zo in de vijver te mikken. Dat doe ik niet natuurlijk. Want wat heb je aan een abonnement van 20 euro per maand zonder telefoon? Helaas zal ik mijn nijd moeten ophouden en wachten tot maandagmiddag, als de winkels open zijn.

Eenmaal bij Debitel wordt ons vermoeden, softwarematig probleem, bevestigd. “Het kan gebeuren” zegt de verkoper. Daar ben ik het helemaal niet mee eens, maar dat blijkt van nul en generlei belang te zijn. Maar…..de verkoper weet een oplossing. Om mij te besparen dat ik een week of twee, drie zonder telefoon zal zitten geeft hij het adres van een reparateur in de stad, die in een vloek en een zucht de software kan herstellen zodat ik lekker verder kan bellen, smssen en muziek luisteren.
En dus rijden Gijs en ik, het is inmiddels twee uur, naar die reparateur. Daar worden we begroet door twee heren die buiten een sigaretje staan te roken. En na het aanhoren van ons verhaal moet hij ons helaas meedelen dat in verband met een verhuizing de reparatie afdeling niet daar zit, maar in een stad verderop. Het is maar tien minuten rijden. Mijn irritatie grens komt in zicht, mijn humeur daalt…maar we gaan wél tien minuten rijden.
Bij het andere adres aangekomen doen wij weer ons verhaal. De kerel die ons in eerste instantie aan hoort geeft mijn telefoon door aan een andere kerel. Vermoedelijk weet deze tweede kerel werkelijk alles van elektronica, maar hij heeft absoluut geen idee hoe je met klanten omgaat. Hij staart naar de telefoon, draait hem drie keer om, bekijkt de aansluiting voor de oplader en zegt dat het een te nieuw toestel is en dat hij er niets mee kan en stopt het ding weer in mijn handen. En daar sta ik dan. Met mijn mond vol tanden. Mijn irritatie grens is bereikt, mijn humeur tot het nulpunt gedaald… En ik wil terug naar die twee heren die we eerder spraken om te vragen of zij meer weten dan de klantonvriendelijke techneut die we net spraken. Na wat heen en weer gebel tussen de twee afdelingen blijkt dat fabrikant Samsung wel software heeft gestuurd om dit soort telefoons te repareren, maar niet de bijbehorende kabel om het één en ander van computer naar te repareren telefoon te sturen. En dus ben ik in dit geval de sigaar. Want ik kan terug naar Debitel om de telefoon dan toch maar op te laten sturen voor reparatie. Hoewel ik eigenlijk vind, gezien het feit dat het ding nog maar twee weken oud en nu al naar z`n grootje is, én omdat Samsung niet zorgt voor goed uitgeruste reparateurs, dat ik recht heb op een nieuw toestel.

Dat vindt de verkoper van Debitel overigens van niet. Met een hulpeloos gebaar (‘ik kan er ook niks aan doen’), en een nadrukkelijk hoofdschudden legt hij uit dat het zo toch écht niet werkt in de telecomwereld. Op een toon alsof hij in de veronderstelling is dat ik niet tot tien kan tellen. Hij zou graag anders, voegt hij nog toe, maar is met handen en voeten gebonden aan de wetten en regels van in dit geval Samsung. Jaaaa….dat zal wel! Debitel zou zelf ook wat service kunnen verlenen. Mij een nieuwe telefoon geven bijvoorbeeld, de andere opsturen en klaar is Kees/Debitel/Loes. Niet dus… We zijn twee-en-een-half-uur verder. Mijn irritatiegrens is vér overschreden en mijn humeur vér beneden alle peil. Ik ben niet te genieten en het staat op mijn gezicht te lezen. Het helpt evengoed helemaal niks en ik zal me er bij neer moeten leggen en sta mijn kostbaar kleinood voor een week of twee af en laat het opsturen naar een andere reparateur, in Tiel. Nu maar hopen dat daar wél een kabel is aangekomen, dat de cd met software niet zoek danwel beschadigt is en dat de afdeling reparaties niet onderbezet is in verband met vakantie…..

24 juli 2006 door husseflusDeze weblog speelt zich eigenlijk af in het heden maar het verleden is schuld eraan door een verhaal uit mijn eigen jeugd.

Op een dag zaten de kinderen en ik bij elkaar voor ons wekelijkse spreekuurtje. Een uurtje waarin we alles mogen zeggen,aan mogen geven wat we die week fijn of minder fijn vonden van elkaar, en dan samen oplossingen ervoor verzinnen. En geloof me zo word ik dus ook door de mangel gehaald als moeder zijnde maar het is zo heerlijk verhelderend. En soms worden er ideeën geboren omdat ze ineens iets vragen over vroeger. En ik begon dus te vertellen over een playbackshow die ik georganiseerd had op school.


Ik was achttien jaar en jawel hoor zowat de hele school had mij -samen met nog een meisje- gekozen van een hele stemlijst met mensen die zich op hadden gegeven voor de M.R. De medezeggenschapsraad, het ging over school en activiteiten. Linda (dat andere meisje) en ik, wij waren goede vriendinnen van elkaar en wij zouden wel eens een playbackshow organiseren. We vonden het te saai op school. Net in die tijd bestond Henny Huismans playbackshow. Tijdens algemene vormgeving werden er uit hout twee microfoons gemaakt en beschilderd en we oefenden weken. Met een paar man gingen we dus aan de slag om te organiseren, maar ik deed zelf ook mee met optreden...niet één, niet twee keer maar in drie groepen. En een ander had natuurlijk vergeten de groepen zodanig achter mekaar te zetten in het programma dat er tussendoor geen tijd meer was om om te kleden. Dus de hele school zat die middag klaar met een programmablad, de jury (leraren) op zijn plek en ja hoor...ik deed mee aan luv. Dit verliep nog soepel want we waren de eerste en in onze pakjes wiebelde we er aardig op los, behalve degene in het midden, zij had een been van gips en krukken en stond zo stijf als een plank...alleen dat was al erg lachwekkend. Tijdens de jurering bleven de andere twee staan en vloog ik dus van het podium om me om te kleden. Echt hollen voor de volgende groep. Half fatsoenlijk aangekleed vloog ik weer het podium op met mijn gitaar bijna struikelend over het opstapje. We deden de meidengroep cloud na en ik had afgesproken met die andere gitariste dat we tijdens ons optreden een vloerakt weg gingen geven...jaaaa dat was allemaal prima ware het niet dat zij bleef staan, wellicht plankenkoorts en ik als een dolle me op de grond liet vallen op mijn rug, gitaar boven me...de hele zaal lachen, ik op mijn knieën, achterover met die gitaar, zaal nog harder lachen en ja hoor daar scheurde mijn broek open dus bleef ik de rest van de song maar op de grond liggen en maf doen met die gitaar...schuifelend op mijn rug en billen over de vloer. Ik kon wel door de grond zakken en bedacht me net dat ik degene was geweest met dat maffe idee. En daar was weer de jurering, ik stond op en stuifde weg met de gitaaf half over mijn rug, op een vreemde manier bang dat iemand mijn gescheurde broek zag. Ik hoorde al een jongen roepen...heyyy mot je zeiken en ik dacht wegwezen voordat ze allemaal gaan staren. Ik keek achterom boos naar die jongen en miste het opstapje en viel dus languit op de grond, De zaal weer lachen en ik op mijn knieën omhoog waarbij iemand riep...ze heeft een zwarte aan.Ik weer omgekleed en bij het derde groepje verliep het allemaal wat soepeler al werden er continu opmerkingen gemaakt over mijn zwarte onderbroek en werdt er aardig gewezen en gelachen. Daarna kwamen nog een paar groepjes, en nee we hebben niet de microfoons gewonnen maar wel enorm gelachen samen met mijn vriendinnen.

En zo kwamen de kinderen op het idee een playbackshow te organiseren...of beter gezegd zij niet maar ik moest hem organiseren. Met een vriend van me ben ik half Den haag afgereden op zoek naar een zaakje waar ze bekers en medailles verkochten. De kinderen gingen andere kinderen van school bij elkaar trommelen en een paar dagen later konden we de medailles en de beker ophalen met bedrukte teksten. De kinderen wisten hier niks van want het was een verrassing. Samen met nog een ouder namen wij de jury op ons, een andere ouder filmde. lekkere hapjes en drankjes in huis gehaald. En zo gezegd zo gedaan er werd een datum geprikt. Mijn jongste dochter deed de 4 non blondes na dus ik maakte samen met haar een zwarte hoed en een gitaar van karton met draden...en mijn oudste deed britney spears na. Ik heb nog nooit twee kinderen zo zenuwachtig gezien en ze zaten echt dagen te repeteren. Ik mocht niet op hun kamers komen het moest allemaal een verrassing blijven. Ouders kwamen hun kids brengen op de dag zelf omdat ze nog nieuwsgieriger waren dan wie dan ook. Echt ik heb zoveel bewondering gehad voor al deze kinderen, je kon gewoon zien dat ze intensief hadden geoefend alsof het voor heel veel mensen georganiseerd werdt. En na elk optreden moest ik dus commentaar geven als een moderne Jerney Kaagman, streng en deskundig. Het ging er veel proffecioneler aan toe dan in mijn jeugd en tussendoor laste ik een pauze in met lekkere hapjes en drankjes. Na de pauze was mijn jongste dochter aan de beurt. What's going on? Ja wat...het eerste accoord wat ze aansloeg op haar kartonnen gitaar bleek dus al fout te gaan. Eén draad knapte en ze kreeg een bigsmile over haar gezicht. De hoed was te groot en die zakte een stukje over haar hoofd en plop, het eerste oog was weg. Een stukje verderop in het liedje ging het tweede koord stuk en weer lachte ze tijdens het playbakken en die hoed ging over beide ogen. En zij bleef als een volleerd playbacker gewoon doorgaan. Tot het liedje bijna afgelopen was en vier snaren gesneuveld waren en de hoed tot bijna over haar kin hing. Iedereen kwam niet meer bij van het lachen tijdens het liedje en ineens riep ze...jaaaa nou... ik kan toch niet zingen als mijn mond niet meer open gaat, en iemand riep: "hoe kun je dan praten". We moesten ontzettend lachen allemaal en rolde over de vloer zowat, maar zij ging toch door nadat ze de hoed omhoog had getrokken en er niks meer was om op te tokkelen. En met een hele brede grijns sloot ze het liedje af en boog ze haar hoofd naar voren, waarna de hoed dus weer naar beneden zakte. Ze schoot zo hard in de lach dat iedereen meedeed en we eerst allemaal moesten bijkomen voordat we verder konden gaan. Aan het einde van de playbackshow werden ze één voor één naar voren geroepen en werdt er een certificaat uitgedeeld (deze had ik gemaakt op de pc), en ze kregen een medaille om gehangen. En de winnaar die ging met een megabeker naar huis. De ouders waren verbaast, sommige zeiden... jij bent wel heel eerlijk, de meeste zouden hun eigen kind voortrekken en laten winnen. Ik zei ik ben gewoon eerlijk, mijn dochter was het leukste...maar de beker ging naar de allerbeste, een vriendin van mijn oudste dochter. En zo dus afgesproken dat de ouders een kopie zouden krijgen van de band.

Toen iedereen naar huis was hebben we hem bekeken op de televisie samen met de cameraman en hij was zo geweldig geworden, maar dagen later kreeg ik het bericht dat hij hem per ongeluk gewist had omdat er iets fout was gegaan. De kinderen vonden het zo erg en ook de andere kids en de ouders van school, maar toch zeiden de kinderen was het één van de leukste dagen die ze gehad hadden en daar was de rest het roerend mee eens bovendien had iedereen een mooi aandenken. En zo gingen mijn kids heel trots met het certificaat en de medailles bij zich die avond naar bed.

groeten husseflus.
18 juli 2006 door loesEr ligt een berg was waar je akelig van wordt, de vloer moet nodig gedweild, er ligt een duim dikke laag stof op de kasten en ik zou deze weblog eigenlijk vorig weekeinde vernieuwd hebben. Maar ik heb geen tijd!
Ik moet kleurtjes aanpassen, achtergrondjes veranderen, achtergrondjes maken, nummers invoeren, muziek luisteren, foto`s maken, identiteiten beheren….
Ik heb een nieuwe mobiel!

Voor mijn gevoel is het niet zo lang geleden dat ik schamperde: “Een mobiele telefoon?? Waar is dat goed voor?? Als ze me willen spreken bellen ze nog wel een keer. En weet je wel wat dat kost?” Maar toch…als er eens wat gebeurd? Een ongeluk, pech onderweg, iets met Sam? En uiteindelijk bleek dat zo`n ‘altijdbijdehandtelefoontje’ best handig zou kunnen zijn en zo kwam ik een jaar of 5 geleden in het bezit van mijn eerste GSM. Een simpel apparaatje – bellen en gebeld worden in geval van nood en voor de lol wat smssen. Met mijn tegoed deed ik ruim twee maanden dus met de kosten viel het ook wel mee. Pas vorig jaar is mijn antieke model vervangen voor een wat moderner geval. Kleurenscherm, meer mogelijkheden, maar nog steeds een eenvoudige vorm.

Inmiddels zijn de ontwikkelingen in de mobiele wereld niet meer bij te houden natuurlijk. Een gsm is een volwaardige computer. Fototoestel, mp3 speler en tekstverwerker/verzender. O ja, en je kan er nog steeds mee bellen. Begin dit jaar kochten Gijs en ik een nieuw toestel voor Dewi. Toen we naar een prepaid toestel vroegen sprongen bij de verkoper de tranen van het lachen spontaan in de ogen. Prepaid is uit! Wil je een toestel met mogelijkheden zul je aan het abonnement moeten. Desalniettemin weigeren wij de kinderen een abonnement te geven. Voor je het weet kan je in de avonduren scholen gaan dweilen om de overschreden belbundels te bekostigen. Ammenooitniet! Na goed zoeken vonden we een prachtig toestel, met allerlei mogelijkheden, simlock vrij. Je raakt gewend aan de termen als je een paar verkopers gesproken hebt…
Toen onlangs Iris met een gloednieuw abonnement toestel thuis kwam – zij verdient zelf en geeft dus ook naar eigen inzicht uit – begon het bij ons toch ook te kriebelen. Gijs heeft zijn hele mobiele leven gedaan met afdankertjes van derden en wilde ook wel eens iets anders, en ik….ik vind het gewoon zo leuk!
Na diepgaand onderzoek op internet, het lezen van de diverse foldertje, en rijp beraad en berekenen hebben wij besloten dat het tijd werd dat wij ook mee gaan in de ‘vaart der volkeren’.

Na een middagje statten zijn wij de trotse eigenaars van twee identieke prachtige toestellen. Mét mogelijkheden. Mét abonnement. En een geinig telefoon hangertje om de verwarring van ‘zijn toestel’ met ‘mijn toestel’ te voorkomen. En sindsdien smssen we ons te pletter, zoeken we net als de jeugd onze favoriete muziek op I-mesh. Bluetoothen we, en wisselen we onze ontdekkingen van alweer een gevonden truc s`avonds uit.
Er is natuurlijk leven naast de mobiel…het zal alleen wel even moeten wachten.

2 juli 2006 door husseflusEn zo heb ik me opgegeven om een stukje te schrijven voor de weblog. Op zich heel spannend want eigenlijk maak ik best veel mee, en aan de andere kant heb ik zoiets van: "volgens mij ben ik oersaai en valt er niets te vertellen". Een soort van plankenkoorts misschien maar dan op het droge? Ok, ik spring maar eens van die duikplank het diepe in. Zoals sommige van jullie al weten ben ik een jonge alleenstaande moeder met twee puberdochters waarvan er ééntje een kindje heeft van een paar maanden oud, en wat ik toch wel een beetje mis is dat ze nu alweer zo groot zijn en ik zo weinig kan tutten meer met ze.

Een dagje uit mijn leven. Half zeven, de wekker, ik draai me om om hem vijf minuutjes later zetten, of dat iets uitmaakt? Het geeft me wel de tijd om wakker te worden. Garfield kijkt me vanaf de andere kant aan. Groot staat die ondeugende kat op twee posters bij gebrek aan iets leuks voor aan de muur. Ik vlieg het bed uit...auwww verdorie weer die middelste poot van het bed. Op de één of andere manier zijn mijn tenen elke keer de pineut en ze lijken zelfs iets uit elkaar te gaan staan door het vele stoten. Is die poot in het midden er niet gewoon tussenuit te zagen? Even ga ik op bed zitten en wiebel met mijn tenen waarbij ik Garfield aankijk als de schuldige. De kat lijkt alleen maar hard te gaan grijnzen en ik zit te bedenken of ik hem van de muur zal trekken om me af te reageren. Ik heb geen tijd en hinkend schiet ik toch maar de badkamer binnen. Vlug douchen, opmaken, haren föhnen...het hele vrouwelijke ritueel en in het voorbijgaan op weg naar de keuken maak ik de kinderen wakker. Vlug boterhammen maken voor de kids met een beker melk, en ik hoor dat ze al klaar zijn met wassen. Eén voor één stuiven ze de keuken in om letterlijk aan te vallen. Tijdens het eten kam ik hun haren en maak er iets leuks van. En na het tandenpoetsen is het tijd voor de rit naar school.

Ik benijd de moeders die een auto hebben, want ik heb maar twee fietsen en moet dus telkens iemand achterop nemen door weer en wind. Dit keer de jongste die duidelijk geen zin heeft en een beetje ruzie loopt te zoeken met haar zus. Ja hoor en de oudste heeft ineens last van haar astma waarbij ik dus weer als een zwoegend paard me te pletter zit te trappen met het ene kind mokkend achter me, en het andere kind die de voeten op de stang heeft gezet duwend met één hand, meerdere keren zeggend: "fiets eens zelf want zo komen we nooit vooruit" Even gaat het goed en ja hoor ik lig weer een heel eind voor en denk: "maar weer even duwen". OP school vliegen mijn dochters al het schoolplein over waarbij de fiets snel in het fietsenrek wordt gedeponeerd. Mijn vriendin stapt uit de auto en ik ben zo blij dat ik haar zie gewoon om even een kletsje te maken zoals we meestal even doen in de ochtend. En daar zul je het hebben...de koningin van de school parkeerd haar auto. Ze zegt nooit gedag, en behandeld mensen als oud vuil en loopt met de neus in de wind. Daarom wordt ze dus ook de "koningin" of "hare majesteit" genoemd. Ik kijk mijn vriendin al aan en als "hare majesteit" langskomt buigen we eventjes voor haar en zeggen netjes goedemorgen, waarop we in een mega lachbui uitbarsten. Dit maakt mijn ochtend weer goed. Met wat geroddel over en weer is het tijd om terug te fietsen. Vlug naar huis toe want om half tien moet ik op mijn werk zijn. Gelukkig woon ik in een groot loft tegenover mijn werk in het hartje van de stad. En ik ren dus naar binnen nadat ik de fiets bijna letterlijk in de schuur heb laten vliegen, om me vlug van mijn makkelijke broek te ontdoen en mijn rokje met panty's aan te trekken. Nee, niet weer een ladder erin. Ohhh waarom heeft men deze ondingen uitgevonden? Vlug een volgende aantrekken om al rennend de straat over te vliegen in mijn nette kleding en ik denk: "die mensen hier in de omgeving moeten zich toch ook rotlachen als ik weer op mijn hakjes over de straat hol", en onbewust krijg ik al hollend een lachbui.

En ik zie het al, geen tijd meer om bestek de poeleren of servetten te vouwen, de hele tent zit alweer vol met moeders met wandelwagens. Bah bah en nog eens bah. Ik heb besloten dit geen leuke werkdag te gaan vinden, want die moeders willen allemaal cappuccino omdat ze luxe willen doen, maar voor mij is het megawerk de hele tijd melk opschuimen, en pauzes kennen ze hier niet, alleen maar vliegende schaft. Wat je zegt vliegend want ik krijg het zelfs voor elkaar om tussen de kinderwagens door te dansen met dienbladen vol. Al eerder ben ik een keer over zo een wagen gestruikeld waarbij een stuk taart dus door de zaak vloog, en ik op de grond viel, tegen iedereen zeggend dat ze moesten lachen omdat ze op candid camera stonden. Echt balen om met pijn je eigen humor te moeten verzinnen dus ik let dubbel zo goed op. Ik stel me maar voor dat ik in het circus werk en moet er inwendig om lachen, want ja ondanks dat ik er de pest in heb heb ik altijd een megagoed humeur en dat waarderen de klanten. Tegen twaalven druipen de moeders af om plaats te maken voor de zakenlui die tussen de middag een hapje willen. Dat is best relaxed, mannen in pakken die niet zeuren maar precies weten wat ze willen, en vaak weet ik al wat zij willen omdat het elke week hetzelfde is en heb ik alles al klaar gezet. Yes yes, bijna drie uur dan mag ik voor vandaag weg en ik vlieg de straat weer over als het zover is om me weer in mijn gemakkelijke broek te hijsen. Vlug ballettas pakken en over het stuur gooien van de fiets die klem zit in de schuur omdat ik hem daar zo vliegend in heb gegooid. Kwart over drie moet ik aan school staan en ik fiets nog harder dan Joop Soetemelk om net voor de bel aan te belanden. Hoevaak ik al niet heb gehad dat ik gladde schoenen aan heb en zo hard fiets dat ik zowat van mijn zadel schiet met mijn voeten op de straat bijna glijdend over de grond. Die vrouwen liggen vaak in een deuk om mijn gejaag. Hoeven die mensen niks te doen? De kinderen rennen naar buiten en de één vliegt naar der fiets en de ander kruipt al achterop. We hebben haast want om half vier begint de balletles aan de andere kant van de stad. En zoals bijna elke week zit het altijd tegen als ik twee spoorwegovergangen over moet. Die treinen rijden er altijd net als ik aan kom vliegen met de fiets waardoor ik weer wacht en zit te tikken op het stuur van kom op...schiet op...en één van de kinderen ook nog een opmerking maakt: "het gaat niet snel vandaag hé mam" "Nee lieverd, maar we komen er wel op tijd" Bij de balletles is iedereen al klaar met omkleden, zelfs sommige kinderen van school die al met de auto er naartoe zijn gereden. Eindelijk is mijn dochter omgekleed en gaat ze de zaal in. Veel moeders gaan kijken maar ik neem mijn andere dochter mee om naar het winkelcentrum te fietsen voor de boodschappen en op de terugweg gaan we even langs het park om daar te wandelen. Elke week is dat even ons rustpunt waarbij we op een bankje gaan zitten saampjes, of mijn dochter met andere kinderen als die daar zijn gaat spelen op de schommel, gewoon even kletsen. Soms zitten er andere moeders of vaders waar ik dan even een praatje mee maak. Wat een rust. Het laatste kwartier ga ik meestal even kijken in de zaal zodat ik ook bij mijn andere dochter ben. En eindelijk kunnen we op ons gemak terug naar huis fietsen zonder gehaast.

Vroeg in de avond, komen wat vrienden van de band langs en de één speelt wat keyboard en de ander gitaar en samen zingen we wat. Doordat ik in een loft woon met megaruimte en zonder buren kan het apperatuur blijven staan in een gedeelte van de loft. De kinderen vinden dit geweldig en daar we toch op vrijdag altijd repeteren mogen ze laat opblijven. Soms laten we de kinderen zingen om ze erbij te betrekken waardoor ze heel trots erbij staan. Hier geniet ik van, gewoon muziek luisteren, zingen, praten, lachen. En van de kinderen heb ik totaal geen hinder want die zitten heerlijk op een stoel met een drankje alles te aanschouwen. De openslaande deuren naar de straatkant staan open, en op straat heeft zich een groepje mensen gevormd die naar boven kijken wat daar toch allemaal gaande is en die meezingen. Eigenlijk best grappig zo een gratis optreden. Dit zijn de goede dingen van het leven en zoals zoveel weken blijven de heren slapen en gooi ik matrassen op de vloer en voel ik me toch best wel veilig met al dat manvolk in mijn huis...
26 juni 2006 door LoesAls ik thuis kom krijg ik net mijn fiets gemanoeuvreerd langs een onhandig geplaatste fiets - voor twee oude fietsen die we nog moeten demonteren om de goede onderdelen te bewaren en de rest naar het oud ijzer te brengen.
Na het uitgebreide welkom van twee honden die nodig uit moeten, even naar boven om mijn ‘werkbroek’ te verruilen voor een ‘thuisbroek’. In de hoek van de trap staat, al drie dagen op een rij, een tasje met één of andere CD, zo blijkt, wat ik in het trappenmandje doe in hoop én tegen beter weten in dat de rechtmatige eigenaar dit vandaag op z`n plek zal leggen. De kans dat er wat bijkomt wat óók niet opgeruimd wordt is groter…
Als ik voor de natuurlijke behoefte een tussenstop maak bij het toilet op de badkamer hangt een lege rol op de houder en is de laatste rol toiletpapier op de playboy door mijn voorganger aangebroken. Een hele sliert papier is van de rol op de grond gerold. De prullenbak naast het toilet puilt uit en de tampons en maandverband hangen over de rand. Vandaar dat waarschijnlijk de wattenschijfjes met mascararesten en de overduidelijk gebruikte wattenstaafjes nog op het kastje liggen, naast de open fles bodylotion die gevaarlijk balanceert op het randje van datzelfde kastje. De wasmanden puilen uit – eerst maar even een was in de machine dan. Als ik met mijn armen vol was en mand de zoldertrap op ga struikel ik zowat over een rol kadopapier, een dag of drie geleden door een huisgenoot gebruikt en nooit meer op de vaste bergplaats is terug gelegd. De droogtrommel is nog vol. Eerst vouwen dus. De lucht is niet te harden op die zolderoverloop. In de kattenbak zit meer kattenpoep dan kattenbakkorrels. Die zo ook maar even doen dan. Als ik de inmiddels gevouwen onderbroeken van Sam in zijn kamer leg vraag ik me af of hij inderdaad, zoals afgesproken, afgelopen zaterdag zijn kamer opgeruimd heeft. Het lijkt er niet op in elk geval.
Met armen vol schone en gevouwen was ga ik de trap weer af en leg de stapeltjes voor ieders deur. Nu eerst eens iets eten.
Een gekookt eitje op brood lijkt me wel lekker, maar als ik de deksel van het fornuis open kijk ik tegen de verkoolde resten aan van het eten van gister, eergister en de dag daarvoor aan. En driekwart van de aanrecht is volgestapeld met vuile borden, kopjes en bestek.. De vaatwas is vol en schoon. Als de schone vaat in de kast staat, de vuile in de vaatwas en het fornuis enigszins toonbaar is kan ik aan mijn lunch beginnen. Terwijl ik mij eitje naar binnen werk kijk ik om me heen. Er staat al een week of twee een plastik fles op de aanrecht, een aandenken van een schoolreisjes. Maar waarom het daar staat? Daarnaast twee lege flessen wijn. Op de grond naast de prullenbak het een en ander aan papier dat in de papierbak moet. De grote tafel is bezaaid met papieren, half of ongelezen post van een aantal dagen, huiswerk, een ‘zelf-sigaretten-maak-set’ op een bodem van shag kruimels. De bank waarvan de kussens omhoog horen te staan als er niemand thuis is, is zwart van de honden haren en er hangen kledingstukken nonchalant over stoelen van de eettafel gedrapeerd. De vloer is hard aan een stofzuiger toe gezien de grote vlokken haren die onder de bank en het t.v. kastje vandaan komen en er mag wel weer eens een doekje langs de deuren ook. Er ligt een duimdik stof op het kastje en er moet gesopt worden in wc en badkamer. Ik bedenk me dat er nog vlees uit de diepvries moet voor vanavond en als ik de kast opentrek om een balkje te pakken vliegen er een stuk of vier tupperwareschaaltjes op me af. Stapelen lijkt nog een hele kunst…
Met tegenzin begin ik aan het schoonmaken van de keuken. Ik loop wat heen en weer, al huishoudend, en zie dat aan het verzoek ‘ruimen jullie je schoenen eens op, die mand puilt uit’ weer niet voldaan is. Een belangrijk deel van de inhoud behoort aan Iris en Dewi en als ik de tas met vier paar laarzen op hun kamer zet trek ik de deur weer snel achter me dicht. Alsof er een bom ontploft is! Vuile was, schone was, omgekeerde tassen…..allemaal op de grond. Misschien moeten we inderdaad eens doen wat waar we mee gedreigd hebben. “Als niet regelmatig die kamer opgeruimd wordt en de was niet regelmatig in de mand wordt gedaan, mogen jullie zelf wassen.” Dat punt lijkt dus nu aangebroken.

Wat een gemakzucht….. Film gekeken? De band blijft in de video zitten en de hoes blijft op tafel liggen. Kadootje ingepakt? Het papier blijft liggen, het plakband blijft op tafel staan, er is wel iemand die het terug zet. Chips gegeten? De zak blijft op het aanrecht liggen, de lege schaal laten ze op tafel staan, naast de gebruikte glazen. Zelfs het pak sap wordt niet terug gezet in de ijskast maar staat onder de tafel in de kamer. Wat zitten drinken of snoepen naast de computer? Lekker laten staan. De trommel met crüsli gevuld? De lege doos blijft staan. Kattenvoer opgemaakt? De lege trommel blijft staan, iemand vult het wel. Keukenrol opgemaakt? Er komt wel een of andere gek die een nieuwe ophangt. Het pak sap nét niet leeg? Denk maar niet dat er een nieuwe in de ijskast wordt gezet…… enz.enz.enz.

En inderdaad ben ik vaak die gek die de zooi opruimt, ophangt, uit zoekt, naar boven brengt enzovoorts en die als een ‘razende roeland’ door het huis stiert om de boel weer wat gezellig, schoon en aan kant te maken. Dat ben ik dus zat. Ik heb genoeg aan het gewone huishoudelijke werk en kan heel best zonder deze extra klusjes. Dus ik denk dat ik er maar eens mee op hou……Het zijn geen kleine kinderen meer en het is nu vaak genoeg gevraagd….
RUIM JE EIGEN ROTZOOI NOU EENS OP EN DENK OOK EENS AAN EEN ANDER!


11 juni 2006 door loesAls ik door het keukenraam kijk wordt mijn uitzicht behoorlijk beperkt door de aanhanger óf busje van de buurman. Een over het algemeen zuurkijkende kerel, die zo nu en dan met een hoofdknik gedag zegt. Of zijn chagrijn wordt veroorzaakt door het feit dat zijn vrouw (of vriendin, dat is nog onduidelijk) in de bak zit, of doordat hij een onhandelbare zoon heeft die op een speciale school zit weet ik niet. Kan ook zijn dat zijn markthandeltje in dekbedhoezen en onderlakens niet loopt zoals hij graag zou willen. Hoe dan ook, kennelijk lacht het leven hem niet toe en is hij niet van plan mij, of wie dan ook toe te lachen. Dat zijn vrouw achter de tralies zit heb ik trouwens van de overbuurvrouw. Een klein kittig vrouwtje met rood geverfd haar, type grote bek – klein hartje. Ze weet werkelijk alles van iedereen uit de buurt en vind het helemaal geen bezwaar om iedereen deelgenoot te maken van haar wetenswaardigheden. Óók als het je eigenlijk geen barst interesseert maar uit fatsoen en beleefdheid niet uit het gesprek weg wil lopen. En zodoende ben ik op de hoogte. Ze is niet alleen mijn overbuurvrouw, maar komt ook als klant in het tuincentrum waar ik werk. Als het even kan probeer ik haar te ontlopen, maar ja, soms lukt dat dus niet. Zo wist deze overbuurvrouw ook te vertellen dat er bij die mensen naast haar, op de hoek, eens een inval was geweest. Kennelijk keek ik erg verbaasd en kreeg ik het hele verhaal te horen. “Jaaaaaaa…. De politie! Ze kweekten hennep! Eerlijk waar hoor! Op zolder. Nou, als je daar achter kijkt – ja ik kan dat precies zien van boven af – is het me toch een zooitje daar. Allemaal potten en zo… ”
Dat zij ervan beschuldigd werd ‘de kwekers’ te hebben aangegeven dat klopte dan weer niet natuurlijk.

Nu begrijp ik wel, waarom onze kater Gerrit het zo naar zijn zin heeft bij die mensen op de hoek. ;-) Bijna een jaar geleden is Gerrit liefdevol door hen opgenomen in de veronderstelling dat het een zwerfkat was. Dat het beest, stevig in zijn vel en met prachtige vacht, een goed huis heeft en geen extra zorg nodig heeft, heeft hun er niet van weerhouden voer achter het kattenluik te zetten. Wie weet….hennep…houden katten daarvan?
Dat schijnt trouwens een bron van ruzies te zijn in ons buurtje. Katten. Of ze raken zoek, of ze zijn wel in de buurt maar nooit meer thuis, of ze worden ineens dood gevonden een paar straten verder op. Onze andere kater, Joost, heeft een vergelijkbaar avontuur meegemaakt. Met ander buren weer. Hebben ze hem eerst ingeleverd bij het dierenasiel, waar wij hem terug konden gaan halen tegen betaling van 90 euro, gingen zij hem daarna gezellig voeren en binnen halen. Ik begrijp dat veel buurtbewoners niet heel blij met deze mensen zijn. Niet alleen door het liefdevol maar volkomen onnodig opvangen van andermans katten, maar ook veroorzaken zij een heleboel overlast door het voeren van duiven, meeuwen en andere grote, en dus veel poepende vogels.
Uit eigen ervaring weet ik dat het niet mee valt om een redelijk gesprek met deze mensen aan te gaan. Hoewel ze nu, na een jaar, schijnen te begrijpen dat ik het niet leuk vind dat zij een dier dat ik al twaalf jaar heb, op een dusdanige manier aan zich hebben weten te binden, dat hij niet eens meer de moeite neemt om thuis te komen.

Niet iedereen is gek op katten in onze buurt. Naast de marktkoopman woont een buitenlandse familie. Die kweken groente in de voortuin. Dat mag niet. Maar daar trekt niemand zich wat van aan. Er is ook niemand die het controleert. Ik stoor me er niet aan. En katten ook niet. Want het maakt natuurlijk helemaal niks uit of je het kuiltje voor je natuurlijke behoefte onder een hortensia graaft of onder een koolplantje. Maar dat laatste vind die buitenlandse buurman dan weer niet leuk. Kennelijk vond hij vorig jaar dat ‘de nieuwe bewoners van de hoek’ dan maar moesten zorgen dat de katten uit zijn kooltuintje bleven. Nou ben ik de beroerdste niet en al is niet te bewijzen dat het louter en alleen onze katten zijn die zijn illegale groente tuin als toilet hebben uitgekozen ben ik best bereid een steentje aan zijn welzijn bij te dragen. Natuurlijk hielp de kattenschrik niet, liepen de katten om de stinkende plantjes heen maar hadden wij toch erg ons best gedaan, en de buurman leek erg tevreden met onze inzet. Leek, want begin dit jaar stond ineens de buurtbemiddeling voor mijn deur. Een man en een vrouw, die door uiterlijk, houding én bijbehorend aktetasje het meest lijken op Jehova`s getuigen, stellen zich aan mij voor en vragen mij om mijn kant van het verhaal te vertellen. ? Welk verhaal?? Waar gaat dit over?? Ik heb mijn verhaal verteld en er nooit meer iets van gehoord. De buitenlandse buren knikken nog steeds heel vriendelijk. Geen vuiltje aan de lucht. Vreemde zaak.

Ook een vreemde zaak. We worden op een zondagochtend gebeld door iemand die vraagt of we meer weten van de buren die op de andere hoek wonen. Ze willen een rechtszaak gaan aanspannen tegen die mensen. Nou lijkt het of ik heel erg op de hoogte ben van het doen en laten van alle buutbewoners, maar dat is niet helemaal waar. Ik let gewoon niet op. Het interesseert me te weinig. Toevallig heb ik door onze katten wat twijfelachtige contacten op gedaan. En is een collega van mij ook een bewoner van het zelfde buurtje. Al jaren, dus die is ook wel op de hoogte. En dan is daar de overbuurvrouw natuurlijk. Maar over de mensen aan de andere kant van het speeltuintje weet ik helemaal niks. En al wist ik wel wat, dan hield ik dat wel voor me. Ik heb helemaal geen zin in narigheid op de buurt omdat men verondersteld dat wij ons mengen in zaken die ons niet aan gaan en ‘familie of vrienden van’ zouden kunnen benadelen. Straks heb ik weer de buurtbemiddeling op de stoep staan. Of de politie. En die hou ik liever tot vriend.

Zo`n speeltuintje naast je huis lijkt leuk. Van die peutertjes die zich onschuldig vermaken op de wipkip, het glijbaanhuisje en een draaimolen. Helaas zijn de meeste kinderen die zich op het speeltuintje ophouden de leeftijd van peuter al ruimschoots voorbij en is het vermaak bij lange na niet zo onschuldig meer. Relletjes, wiet roken, herrie van radio`s. Volgens mijn informante heeft er heel wat plaatsgevonden daar. Gelukkig is het niet meer zo heftig als wat zij vertelde, maar we zijn door de plaatselijke jeugd wel behoorlijk getest. Je wordt het eentonige geluid van een bonkende voetbal tegen de buitenmuur snel zat. En de hoop dat onze wilgenhaag zou aanslaan werd alsmaar kleiner. Er werd dwars door onze voortuin én de pas aangeplante haag heen gefietst. De tuinslang werd ongevraagd ingekort en langs het huis lag het vol met glas, bierdoppen, lege pakjes sigaretten en meer van dat. De gieter werd beklad met ‘tering skater’ wat Sam behoorlijk aan het schrikken heeft gemaakt. Net als de jongen die hem dreigde “Als je weer buiten komt steek ik je met een mes.” Dat was dus wel de druppel. ” Helaas kunnen we het niet bewijzen, maar de kans is groot dat het ‘De Daltons’ waren.”, aldus de politie. Een bij de arm der wet bekend staand groepje dat er genoegen in schept hier en daar de boel onveilig te maken. Het was erg verstandig dat we aangifte hebben gedaan en er zou extra gesurveilleerd worden. Dat heeft gelukkig geholpen. We hebben onlangs een moestuintje aangelegd aan de zijkant van ons huis (volledig legaal!) en tot nu toe lijkt het er op dat we zonder politiebegeleiding kunnen oogsten. De wilgenhaag groeit als een tierelier en met het afval valt het ook wel mee. De Daltons lijken van de aardbodem verdwenen, het pesten van Sam is verleden tijd.

Als ik zo ‘ons landgoed’ over kijk en zie hoe de planten in de tuin aanslaan, de vissen in de vijver zwemmen, hoe goed de sla en andijvie het doen en de overbuurvrouw gezellig staat te kletsen met één van de andere buren ben ik wel een tevreden mens. `Onze lieve heer heeft rare kostgangers’ en hoe groter de woonplaats hoe meer van die rare kostgangers. De grote stad was even wennen na jaren in gehuchtjes te hebben gewoond, en misschien komt er ooit nog eens iets op ons pad dat daar op lijkt. Maar ondertussen hebben we een heerlijk huis en genieten we volop van wat we hier hebben en wonen we, ondanks de ‘rare kostgangers’ in een leuk buurtje.

Groeten,
Loes


21 mei 2006 door LoesNa voor mijn gevoel twee weken onafgebroken aan het werk te zijn geweest was ik hard toe aan een paar dagen vrij zijn en doen waar ik nu echt zin in heb. Natuurlijk zijn er altijd wel een paar klusjes te doen, maar ik krijg het nu eindelijk eens voor elkaar om niet alleen de verplichte klussen te doen, maar raak ik ook weer eens aan het tekenen. Iris en Gijs zijn beiden aan het werk. Roos en Dewi zijn aan het oppassen en Sam is boven aan het oefenen voor de musical die hij aan het eind van zijn lagere school periode zal opvoeren. Hoewel goed uitgerust in de afgelopen dagen ben ik toch loom en lui. Ik zet nog even de vaatwas aan en maak voor mezelf een kopje koffie en ga lekker op de bank zitten. Behalve de papagaai die wat voor zich uit zit te pruttelen is het stil in de kamer…….

……Ineens was het stil. Het enige geluid was dat van een rustig kabbelend beekje dat stroomde onder het raam waardoor zij de ruime achtertuin in staarde in de hoop een glim op te vangen van haar terugkerende lief. Hier een daar klonk een vogel, die tevreden maar vermoeid van een dag zingen en fluiten nog wat na pruttelt met het kopje onder de veren, verstopt tussen het gebladerte van de hoge wilgen. In de verte klonk het gekrijs van het wild dat leeft in het omringende woud en dat de invallende duisternis benut om hier en daar nog een prooi te verschalken. Door de opkomende nacht zag zij niet veel meer van de door haar zo geliefde tuin. Er waren fakkels rondom de visvijver gezet zodat zij zo lang mogelijk van de nu volop bloeiende fruitbomen zou kunnen genieten, die er tussen de vijver en het deels overdekte terras geplaatst waren. De zwoele avond lucht stuwde de zoete geur van bloesem door haar raam. De kaars op het tafeltje naast haar rieten schommelstoel flakkerde licht. Het bleke schijnsel van de vlam verlichtte het papier waar zij eerder die dag wat pennenstreken op had gezet. Het laatste hoofdstuk van haar roman.

De hele dag was er een aanhoudend gegons van geluiden geweest in de lange gangen van het riante onderkomen. Het typische zachte geluid van gesprekken die in andere ruimtes gevoerd werden en net niet luid genoeg waren om door de dikke muren heen te dringen. Herkenbare geluiden die vertelden dat een van de andere bewoners het pand verliet of juist betrat. Zo nu en dan kwam er iemand bij haar langs. Meestal met een vraag met betrekking tot huishoudelijke zaken. Zaken waarmee zij het vermoeide hoofd niet nog meer wenste te vermoeien. Zaken die ze nu niet wilde, om als afleiding te dienen bij gebrek aan de nuttige dagbesteding zoals zij die dagen achtereen had gehad. Nee, zij wilde zich ongestoord overgeven aan haar passie, haar creativiteit, in de rustige sfeer van haar boudoir. Aan de andere kant van haar stoel stond, naast haar voeten, de grote houten kist met kwasten, potloden, verf en overige aquarel benodigdheden. Daarnaast de ezel met de plank en het opgespannen papier. En hoewel zij een enkele keer uit haar concentratie was gehaald had het haar uiteindelijk niet gestoord. Tevreden met het resultaat genoot zij van de koffie en de likeur die haar zojuist stilzwijgend was gebracht. En terwijl zij de rode kater die zich op haar schoot had genesteld streelde, mijmerde zij verder over de terugkeer van haar lief.

Dat de meeste bewoners van haar huis elders vertoefden, en pas laat die nacht zouden weerkeren betekende dat zij en haar lief de living voor zichzelf zouden hebben. Hij zou alle gelegenheid hebben om haar te verhalen over de tijd dat hij van huis was geweest en haar tot in detail deelgenoot maken van zijn belevenissen. Soms zijn zijn verhalen serieus en ernstig, maar over het algemeen weet hij haar aan het lachen te krijgen met zijn humoristische en beeldende manier van vertellen. Zij op haar beurt zou hem bij praten over de gebeurtenissen op het landgoed en hem op de hoogte brengen van het wel en wee van de overige bewoners. Ondertussen zouden zij genieten van de in grote glazen ronddraaiende cognac en de serene rust die in de living zou heersen, en vooral van elkaar. Gezeten op de canapé, zij met haar hoofd gevleid tegen zijn brede schouders, hun beider blikken gevangen door de spetterende vonkjes en het intrigerende spel van de vlammen in de manshoge openhaard. Als de belangrijkste gebeurtenissen aan elkaar zijn verteld verstommen de gesprekken wat. De haard verspreid een aangename warmte over de geliefden op de canapé, beiden rozig van de cognac.
Hun handen, in eerste instantie in elkaar verstrengeld, lijken een eigen leven te gaan leiden………

Als ik weer wakker schrik zie ik dat het bijna 11 uur is.
Gijs komt zo thuis.......
2 april 2006 door loes“Vliegt het jullie nooit eens naar de keel?” vraagt mijn moeder als ik haar op de hoogte breng van de laatste puberontwikkelingen. Ach…naar de keel vliegen. Dat gaat nog wel, maar soms is het inderdaad om helemaal gek van te worden. Drie kinderen – Iris is inmiddels 19 en is haar wildste puberharen wel kwijt en telt dus even niet mee – die om de beurt in meer of mindere mate puberstreken uit halen. Niet altijd even bewust, maar toch. Het vergt wat energie om een 12, 15 en 17 jarige in de gaten te houden, te sturen, te remmen of juist te stimuleren. De spaarzame vrije tijd die Gijs en ik in dit turbulente gezin samen over houden, wordt de laatste tijd nogal eens besteed aan het bespreken van het hoe en waarom van het gedrag van ‘onze’ kinderen. En vooral: Wat er mee te doen, hoe er mee om te gaan.

Vorig jaar zomer hadden wij het probleem ‘roken’. Gijs en ik roken allebei. Een slechte gewoonte, ik geef het meteen toe, maar het is een feit. Natuurlijk hoop je als (stief)ouder dat je kinderen de slechte gewoontes niet van je over zullen nemen. En doe je er alles aan dat te voorkomen. Het ziet er naar uit dat 3 van de 4 dat ook niet zullen gaan doen, maar Dewi – toen nog 14 jaar – ging voor gaas. Dat op zichzelf is verschrikkelijk jammer, maar dat het haar tot diefstal, leugens en achterbaks gedrag aanzette viel ons wel erg tegen. Plotseling raakte onze sigaretten en shag voorraad wel heel snel op. En we hebben serieus aan onze verstandelijke vermogens getwijfeld. “Zeg lief, heb jij geld uit mijn portemonnee gehaald?” “Nee, dan zou ik het wel hebben gezegd. “Dan snap ik het niet hoor. Ik dacht dat ik veel meer kleingeld had.” Tot dat het kwartje valt en we tot de conclusie kwamen dat we bedonderd en bestolen werden. En door wie.
Dat verwacht je toch niet! Dat je eigen (stief)kind zulke dingen doet? Wat bezielt zo`n kind dan toch? Zijn wij zo streng en ontoegankelijk dat zij niet met ons heeft durven praten en er eerlijk vooruit komt dat zij de verleiding van het roken niet heeft kunnen weerstaan? Volgens ons is dat niet het geval. En de enige manier om er achter te komen is natuurlijk het aan Dewi te vragen. Vervolgens zijn er heel wat gesprekken met haar geweest. Over de normaal geldende normen en waarden, dat liegen de zaak altijd erger maakt, dat het kwetsend is om bedondert en bestolen te worden, zéker door ‘je eigen mensen’. En ondanks dat zij in eerste instantie alles in alle toonaarden ontkende heeft zij ‘bekend’, speet het haar heel erg en leken we weer op dezelfde golflengte met elkaar te kunnen praten. En dan dat roken….14 jaar…. Het is gemakkelijker er niet aan te beginnen dan er mee te stoppen. Ja, ze wist het, het is ongezond. Nee, ze was niet gaan roken omdat dat op school schering en inslag is. Ja, ze snapte dat ze niet door ons gesponsord zou worden – wég zakgeld! Het kind wilde gewoon roken. In dat geval liever open en eerlijk gedrag. Geen sneaky gedoe. Niet het gevoel dat we constant beduvelt worden. Of een kind dat op de hoek van de straat nog even haar nicotine behoefte moet bevredigen. Rook dan ook maar gewoon thuis….. Zucht……

Een aantal maanden leek het goed te gaan. Tot wij het probleem ‘Vriendje’ kregen. 18 jaar is hij. Géén school, géén werk, géén geld. Wél zo`n 900 euro belschuld bij zijn ouders, koopt te veel en te dure cadeaus voor meisje, 24 uur per dag over, foute vrienden én volledig idolaat van Dewi. Én , naar wij vermoeden, een gezonde seksuele belangstelling voor het andere geslacht. Hetgeen wij ten zeerste afkeuren wanneer deze belangstelling geprojecteerd dreigt te worden op Dewi – nét 15 jaar. Het kind kan totaal geen weg vinden tussen de normale ‘meisje van 15 jaar dingetjes’ en Vriendje met vrienden groep die zich de hele dag ledig houden met drie keer helemaal niks, bijvoorkeur op straat. Ze had geen oog meer voor haar eigen vrienden groepje, was amper thuis. En áls zij thuis was werd haar aandacht verdeeld over msnnen, smssen, én bellen (op de gang, we mochten het eens horen!) met Vriendje en foute vriendengroep. Het gevolg: ruzie met haar eigen vriendinnen, slechte resultaten op school, opmerkingen van de overige gezinsleden (“Jee….alweer Vriendje!?”) en een vermoeid kind met grauwe kleur, dat, gezien de weer snel slinkende voorraad rookwaar, meer rookte dan haar zakgeld toeliet. Verbieden verkering te hebben met die nietsnut en zijn vrienden zou natuurlijk leiden tot nog meer gekonkel. Eenzame opsluiting leek het beste, maar ja….ze moet wel naar school natuurlijk. Het kind wijzen op haar vreemde en ongepaste gedrag had geen enkel nut. Niet doorheen te komen. Ook de actie ‘Kom maar binnen met je knecht’ had niet het gewenste resultaat. Knecht én aanhang zaten met de pet diep over de oren getrokken en de kraag van de jassen op, onderuit gezakt op de bank en zeiden geen stom woord. Alleen dat ze het koud hadden, als we hen vertelden dat wij óók een kapstok hebben. Ingrijpen was meer dan noodzakelijk! Maar hoe? Op de een of andere manier moet zo`n kind toch weer met beide benen op de grond gezet kunnen worden? Een beetje puberen is best. Lang niet altijd leuk maar het hoort er bij. Het is behoorlijk frustrerend om op geen enkele normale manier tot het meisje door te dringen en gewoon te weten dat we in de mailing genomen worden. En daarnaast de zorg en angst te hebben dat zij ervaringen op zou kunnen gaan doen die ze gezien haar leeftijd nog helemaal niet op zou moeten doen. En dan ons persoonlijke stukje hierin. Gijs kon er niet van slapen – het is tenslotte zijn dochter die dreigt te ontsporen. Dewi is weliswaar niet mijn eigen ‘vleesch en bloed’ maar na een jaar lief en leed te delen ontstaat er natuurlijk wel een band. Dacht ik. Maar door alle gebeurtenissen van de afgelopen maanden wist ik dat ook niet zo zeker. Het is nogal kwetsend om zo belazerd te worden en als je vertrouwen misbruikt wordt. Ook al weet je dat het geen pure slechtheid van zo`n meisje is, maar een combinatie van puberen, verkeerde vrienden en omstandigheden waardoor zij mee gesleept wordt. Maar desondanks is het voor ons beiden wel verdrietig, pijnlijk én ingewikkeld.
Aangezien het niet goedschiks lukte meisje weer op het rechte pad te krijgen, moest het maar kwaadschiks.

Dewi is haar mobiel kwijt. De computer is verboden terrein, tenzij zij iets voor school moet doen. Msn is absoluut verboden. Bellen met Vriendje en aanhang ook. En als ze toevallig wél moet bellen doet ze dat maar gewoon in de kamer. Niet zo geheimzinnig allemaal.
Zij komt recht uit school naar huis en als dat toevallig niet zo is sleuren wij haar aan haar haren terug. (Dat is natuurlijk bluf, maar het klinkt wel stoer en de boodschap komt wél over ;-) ) En géén afspraakjes voor of na schooltijd. Een ontmoedigingsbeleid waarvan wij hopen dat Vriendje, zijn vriendengroep én Dewi het zat worden en de verkering langzaam dood zal bloeden. Op een enkeling na, die met de volharding van een valse pitbull blijft proberen Dewi aan de telefoon te krijgen, lijken de ‘vrienden’ de boodschap te begrijpen. Dewi is weer het gezellige kind zoals wij haar kennen. Het charmeoffensief dat zij in de strijd heeft gegooid is misschien wat overdreven. We krijgen lieve briefjes met duidelijke ‘schuldbekentenissen’. Ze is extra lief en behulpzaam en houdt zich netjes aan de afspraken. Bijna te braaf. Maar dat zeggen we natuurlijk niet! De grenzen zijn opnieuw aangegeven en de boodschap lijkt overgekomen. Het vertrouwen gaat langzaamaan herstellen en Dewi krijgt gedoseerd haar privileges terug. Of Vriendje écht helemaal van het toneel verdwenen is…waarschijnlijk niet. Voorlopig is er weer rust in de tent. Tot een van de anderen weer wat extra aandacht heeft natuurlijk. Want met 4 kinderen onder één dak….
Never a dull moment!

Groeten,
Loes


2 maart 2006 door peter_panHet is weer voorbij de drie dagen van carnaval of eigenlijk vier want Aswoensdag wordt hier ook nog veel gevierd met het heringbieten. En het is tijdens de periode van carnaval dat ik wel heel duidelijk merk dat ik een alleenstaande vader ben.
Het begint al tijdens de voorbereiding. In onze carnavalsvereniging begint die zo rond september. We beginnen dan met een familiedag, een eerste bijeenkomst gezellig bij iemand in de tuin met een BBQ en alle kinderen erbij. Dan worden ook de eerste voorzichtige ideeën over pak, wagen en alles wat er om heen hoort geopperd. In de weken daarna wordt een en ander dan uitgewerkt tot concrete plannen en worden stoffen ingekocht. De stoffen worden dan geknipt tot kant en klare pakken die alleen nog maar in elkaar moeten worden genaaid. Het is dan meestal rond begin december en tot dan is er voor mij nog niets aan de hand. Maar dan begint het pas. Waar dan in de andere gezinnen een soort van afsplitsing plaatsvindt, de mannen gaan zich bezighouden met de wagen en de vrouwen gaan de pakken in elkaar naaien, kan dat bij mij niet.
Dus ik ben dan regelmatig in de loods om aan de wagen te werken en daarnaast thuis aan de naaimachine. Dat werken in de loods met hamer en zaag gaat me redelijk goed af maar in ik kan u vertellen dat naaien nou niet bepaald mijn ding is. Het is in principe allemaal vrij simpel rechttoe rechtaan naaiwerk maar hoe vaak ik een en nader weer uit elkaar moet tornen (was trouwens een van de eerste dingen die ik leerde toen ik 4 jaar geleden begon met het naaien van mijn carnavalspakken). Zo presteerde ik het dit jaar om de carnavalsbroek van mijn dochter om te toveren in een lange rok en had ik de carnavalsjassen zo gemaakt dat je van binnenuit je handen door de mouwen moest steken. Gek werd ik er soms van maar uiteindelijk is het me toch weer gelukt. Zaterdagavond voor carnaval waren de pakken en de hoeden klaar en konden we ons opmaken voor drie carnavalsdagen en twee optochten.

En ook dan merk je een verschil met de andere (tweeouder) gezinnen. Waar zij de zorg kunnen delen zodat men om beurten de stad in kan heb ik die mogelijkheid niet.. Ik zou natuurlijk een oppas kunnen inhuren maar dat vind ik nou niet je van het. Ik ben er trots op dat mijn dochter bij mij wil wonen en zal daar dan ook de consequenties van moeten dragen.
Dus mijn carnavalsavonden beperken zich tot de avond dat mijn dochter bij een vriendinnetje kan blijven slapen.
Wel kunnen we voluit meedoen in de twee optochten waar we in meelopen en daar haal ik mijn grootste voldoening uit. Een dochter die swingend en lachend in de stoet meeloopt, overal alaaf roepend en dat voor een van oorsprong westerling. En tijdens het optochtbal na afloop van de stoet met de andere kinderen heerlijk hossend door de zaal gaat.
Als ik dan op de terugweg naar huis dat blijde gezicht zie dan weet ik dat het het allemaal waard was en dat mijn carnaval weer geslaagd is. Volgend jaar doen we het zeker weer maar voorlopig kan ik de naaimachine weer diep in de kast wegzetten.


Peter
29 januari 2006 door loesIk zet de emmer terug in de schuur koud buiten, al schijnt het zonnetje de jif, de bleek en allesreiniger in het kastje onder de aanrecht en gooi de vuile schuursponsjes en doekjes onderaan de trap. In de hoop dat straks iemand die mee naar boven neemt en in de was doet. Vermoedelijk ik zelf. Stoffen, stofzuigen, hier en daar een natte lap overheen. En als je je omdraait is het weer vuil. Deponeert de kat zijn half verteerde maaginhoud op de pas geklopte mat. Of komt er een huisgenoot met natte modderschoenen de kamer in banjeren. Dag schone vloer! Wassen, strijken en vouwen, ook zoiets. Net als ik denk dat ik alle was gehad heb ligt er prompt weer een natte handdoek. Boodschappen doen..het is soms niet aan te slepen! Er verdwijnt wat voedsel in die opgroeiende jeugd. Wat is het toch een ondankbare taak dat huishouden. En de ellende is: het komt elke week weer terug! Tenminste, bij mij wel. Ik geloof dat de meningen wel eens wat uiteen lopen over de frequentie van de huishoudelijke klussen. Ik vind het heel normaal om elke week de bedden te verschonen bijvoorbeeld. Bij de kinderen levert het nogal wat vagen op: Zo vaak?! Waar is dat nu weer voor?! Ik vind dat niet nodig! Net zoals ze het kennelijk niet nodig vinden om gewoon de gedragen kleren en ondergoed in de wasmand te doen in plaats van die te verzamelen op de vloer van hun kamer.

Sinds een maand wonen wij full time met z`n zessen. Door persoonlijke omstandigheden kan Gijs` ex de zorg voor hun drie meiden niet meer aan. Logischerwijs wonen zij bij hun vader, bij ons dus. Op zichzelf is dat geen probleem en zorgen vier kinderen in huis en de aanloop van vriendjes en vriendinnetjes voor de nodige gezelligheid en belevenissen. Maar het is ook meer vuil in huis, meer was en strijk, meer boodschappen, en, meer ouderlijke zorg.
Van de verzorging een kind, Sam, was het niet zo moeilijk te wennen aan de extra zorg voor een tweede kind permanent in huis, toen de jongste van Gijs permanent bij ons kwam wonen. Van haar zusjes was er een die langskwam wanneer ze zin of tijd had en de andere was hier vast en halve week. De rest van de tijd werden de meiden verzorgt door hun moeder. Nu dat stukje is weg gevallen komen Gijs en ik voor het volledige pakket te staan. En dat is wel even wat anders. Het is zowat een dagtaak om vier kinderen te begeleiden, hun afspraken bij te houden, onthouden wie welk proefwerk op school heeft of wanneer de oudste werkt En ze achter de broek aan te zitten om de met ons gemaakte afspraken na te komen. Zoals elke week kamer opruimen en bed verschonen dus. Of vuile glazen en kopjes mee naar beneden nemen en in de vaatwas zetten. En als die toevallig vol is, niet de aanrecht vol stapelen maar even de vaatwas leeghalen. Opletten dat ze niet een half uur onder de douche staan en nutteloos water door het afvoerputje laten stromen. Zorgen dat ze op tijd thuis zijn, het licht boven uit gedaan wordt, de tassen, jassen en schoenen opgeruimd worden en het huiswerk wel gemaakt wordt. Iedereen heeft recht het gebruik van de computer (Loes wil haar weblog schrijven!) dus rekening houden met elkaars wensen. Zo ook met de t.v., de radio ("Wat een pestherrie! Is dat een cd? Dat je het aan kan horen!" ) In de gaten houden of ze met geld om kunnen gaan en of dat nu wel goed gaat met dat vriendje..

Omdat wij vinden dat we naast ouder en opvoeder ook mensen zijn, met recht op een beetje vrije tijd en ademruimte, hebben we laatst maar weer eens een familie beraad gehouden. Hoewel beraad misschien niet het juiste woord is. Meer weer even opnieuw onder de aandacht brengen van de huisregels. Dat klinkt wel heftiger dan het is. Het is niet meer dan logisch dat je als ouder/verzorgen de meeste huishoudelijke taken op je neemt. Maar het kan natuurlijk helemaal geen kwaad als de kinderen ook een steentje bijdragen en hun eigen troep opruimen. En van zo nu en dan de vaatwas leeghalen krijg je niks, en van eens in de zoveel tijd je eigen kamer schoonmaken ook niet. Gezellig met z`n allen tegelijk. Muziekie d`r bij. Kan nog leuk zijn ook. Vijf uur thuis is vijf uur thuis en een logee wordt ruim van te voren aangekondigd en niet voor het ontbijt aan ons voorgesteld. Vriendjes en vriendinnetjes zijn welkom, maar niet alle dagen. De laatste tijd ging het er een beetje op lijken dat wij er vooral waren om het het spul naar de zin te maken en dat het spul heel erg bezig was voor hun eigen vierkante meter te zorgen, en leek ons huis meer op een zoete inval. Wij raakten wat ondergesneeuwd zal ik maar zeggen. Zo nu en dan moeten dus even de puntjes op de I en weet iedereen weer wat de bedoeling is, en gaan we weer gezellig met elkaar door.

Toch vraag ik me ook wel eens af hoe andere (grote) gezinnen dat doen. Hoe houden jullie het overzicht? Wie doet wat in huis? En hoe vaak? Hebben kinderen zo hun eigen taak in de huishouding of beperkt het zich bij anderen ook tot eigen rommel opruimen?
Reacties zijn welkom! (Klik op Schrijf zelf een reactie hieronder.)

Ondertussen heb ik mijn huishoudelijke klusjes voor deze week weer achter de rug. Een paar dagen werken deze week en vier vrije dagen voor de boeg. Als het zulk lekker winters weer blijft kan ik wel eens wat in de tuin gaan doen een mens is toch nooit klaar ;-)

Meer lezen over grote gezinnen, huishouden en opvoeden?
http://www.grootgezin.nl/index.php
http://www.huishoudplaza.nl/
http://www.leokrans.nl/psychologie/opvoeden-kinderen.htm
http://www.opvoedadvies.nl/index.htm
http://www.omaweetraad.com/
20 januari 2006 door peter_panDe feestmaand hebben we gehad. En wat een feestmaand was het voor ons. Niet alleen Kerstdagen, Oud en Nieuw en een verjaardag. Nee ook was mijn zoon Daniël 3 weken bij mij en mijn dochter. Voor degenen die dat nog niet weten mijn dochter van 12 heeft er voor gekozen om bij mij te komen wonen waardoor mijn beide kinderen, Rosalie van 12 en Daniël van 4, gescheiden zijn. En aan veel is te merken dat de kinderen elkaar erg missen.
Maar met kerst vormden we 3 weken lang een gezinnetje.
Het is dan leuk en vertederend om te zien hoe de kinderen daar dan mee om gaan. Bijvoorbeeld de eerste week dat Daniël hier was moest Rosalie nog naar school. Dus zij ging ´s ochtends op pad. Daniël moest dan wel een kusje hebben voor zij de deur uitging maar verder merkte je de hele dag niets aan hem. Hij speelde de hele dag rustig met zijn speeltjes en als ik boodschappen ging doen ging hij lief mee. Maar als Rosalie dan thuis kwam rende Daniel naar de deur en begroette haar innig. Daarna even samen wat drinken, wat snoepen. Dan ging mijn dochter naar boven om haar huiswerk te maken en mijn zoon wilde dan absoluut mee. Hij ging ook “huiswerk maken” stond hij dan parmantig te vertellen. En als ik dan af en toe eens stilletjes boven ging kijken zat Rosalie aan haar bureau met haar boeken en Daniel in een hoekje van de kamer met zijn speelgoed rustig te spelen. Het ging dus niet om samen met haar te spelen maar om dicht bij haar te zijn.
En voor mij betekende het ook heel wat, weer drie weken met beide kinderen samen te zijn. Waar ik bij Rosalie vanwege haar leeftijd niet meer zo er op hoef te letten dat de huisregels worden nageleefd, op tijd naar bed, goed eten, etc.. Bij Daniël moet dat dus duidelijk wel. Houd ik de slaapregel niet in de gaten zit hij om 11.00 uur ’s avonds nog vrolijk beneden en dat kan dus niet voor een kind van 4. Ik spreek uit ervaring want de volgende ochtend wordt het dan heel moeilijk. Ook wordt mij in zo´n periode overduidelijk dat een huishouden met een kind van 4 wat anders is dan met een kind van 12. Waar ik Rosalie kan vertellen dat ze haar rotzooi moet opruimen gaat dat bij Daniel nog niet zo. Als ik hem vertel dat wegaan opruimen gooit hij braaf met mij zijn speelgoed in de speelgoedbakken maar tegelijkertijd komt hij dan weer wat leuks tegen dat er dan weer uitkomt. Dus het komt meer neer op het vervangen van het speelgoed op de vloer met speelgoed uit de bakken dan opruimen. Na zo´n drie weken is het huis dan ook bezaaid met speelgoed, tekenspullen etc. En dan stonden er ook nog een kerstboom, een kerststal dus het huis was overvol en niet opgeruimd, een buitenstaander zou zeggen een aardige puinhoop.
En als ik dan zo drie weken mijn zoon rond mij hebt merk ik ook wat ik als niet-verzorgende ouder mis. Hij is al helemaal zindelijk, en eigenlijk is dat bij mij gegaan van het ene weekend omgang op het andere. Hij had nog wel luiers gedurende de nacht om maar ook dat blijkt helemaal niet meer nodig. Hij kan heel goed puzzelen, ook dat is iets waar ik in mijn “gewone” weekenden van omgang niet aan toe kom of niet in de gaten heb. En zo zijn er meer van die kleine dingetjes die je gemist hebt.

Maar het is weer voorbij, het huis is weer aan kant. Rosalie en ik zijn in 2 dagen het huis doorgegaan en de meeste troep is weer opgeruimd. En het is ook weer stil in huis. Rosalie gaat ’s morgens de deur uit en komt ’s middags terug en verder is er dan niets. Geen Daniel die vraagt kom je spelen of dat hij wat wil drinken.
En ik wordt nogmaals met mijn neus op de feiten van het niet verzorgende vaderschap gedrukt. Mijn zoon is voor het eerst naar de basisschool gegaan en dat moet ik missen. De verhalen over hoe die eerste dagen zijn, wat hij gedaan heeft. En of hij al vriendjes heeft gemaakt. Ik moet drie weken wachten voordat ik daar met hem over kan praten. Maar dat zullen dan ook veel verhalen zijn denk ik, dus een weekend om naar uit te zien.

Peter
15 december 2005 door LoesAls ik even met Sam sta te knuffelen, en hij in zijn enthousiasme zowat met zijn voorhoofd mijn neus breekt, kom ik tot de ontdekking dat mijn zoon alwéér gegroeid is. Terwijl ik hem dat nadrukkelijk heb verboden. Het gaat me veel te snel. “Nee mam, de ortho heeft gezegd dat ik één meter tachtig ga worden. Wen er maar vast aan!” Als ik naar zijn pas verworven beugel bekkie kijk ( Ik heb er natuurlijk niet van af gezien maar gewoon het ding aan laten meten om er voor te zorgen dat óók mijn zoon een mooi gebit heeft voor de rest van zijn leven.) in zijn toch al meer volwassen smoeltje, realiseer ik me dat dit niet meer het kleine dreumesje is dat trots op zijn nieuwe rooie fietsje op de stoep voor het huis heen en weer reed. In werkelijkheid is het kind een puber in wording, met een voorliefde voor Avril Lavigne, skatekleding en lang haar, die straks ruim vijftien centimeter boven me uit zal steken, op weg naar de middelbare school.

Het lijkt wel of in mijn vrienden en kennissen kring iedereen precies weet hoe het allemaal in elkaar zit met het middelbaar onderwijs. Dat is natuurlijk ook zo, want ze hebben allemaal oudere kinderen en dus de middelbare schoolkluwen al ontward.
Gelukkig wordt er van school uit van alles aan gedaan om de minder goed geïnformeerde ouder om te turnen tot middelbare school deskundigen. Een voorlichtingsavond, een schemaatje met leuke kleurtjes en pijltjes, een stapeltje A-4tjes met de nodige informatie. De grootste sufferd moet het nu snappen. En dus snap ik het. VMBO-T, VMBO-G, of K en B – het zijn redelijk bekende termen aan het worden. En wat ik niet snap kan Gijs me nog uitleggen. Tenslotte gingen zijn drie meiden Sam voor en zitten we met twee van hen nog midden in het middelbaar onderwijs gebeuren.

Omdat Sam niet echt beschikt over een rekenknobbel – hij mist elk inzicht – krijgt hij al jaren remedial teaching. Bijles dus. Kortweg RT genoemd. Al zal Sam nooit een rekenwonder worden, het is wel heel fijn dat er tijd en extra aandacht aan hem besteed wordt om hem toch zo veel mogelijk van het rekenen bij te brengen. Het nog fijner zou het zijn als dat ook op de volgende school voortgezet kon worden. Dat kan, maar dan heet het L.W.O. Leer Weg Ondersteunend onderwijs. Dat krijgt een kind niet zo maar. Dat wordt wel of niet toegewezen. Testje dus. In Sam` s geval wordt L.W.O. wel toegewezen en is er een klein aantal scholen die L.W.O. ondersteunen. Dat reduceert het aantal te bezoeken scholen van ongeveer twaalf naar vijf. Hoewel dat ook niet helemaal waar is. Een aantal vielen bij voorbaat al af. Te ver, te groot, te niet bij ons passend.

Wat vind ik het moeilijk een passende school te kiezen! Ik vond het helemaal geen punt om Sam naar de lagere school te laten gaan in onze oude woonplaats. Er was er maar één, en het hele dorp deed zijn kind daar op school. Niet zo`n moeilijke keuze dus. Ook de verhuizing van daar naar zijn huidige school vond ik niet zo lastig. De school aan het eind van de straat was precies als zijn oude school. En aan het eind van de straat. Ideaal om te beginnen in een nieuwe omgeving, zo dicht bij huis. De keus van een middelbare school vind ik een stuk ingewikkelder. Het is tenslotte een keuze die een belangrijk deel van zijn leven gaat bepalen en waar ook Sam zich prettig bij moet voelen, wil hij zijn tijd daar een beetje leuk maar ook met de nodige interesse doorbrengen. Tot nu toe kan geschiedenis, aardrijkskunde en biologie hem niet echt boeien. Het zou natuurlijk geweldig zijn als hij op een school terecht komt die ook hem aanspreekt en waar hij zich thuis voelt. Waar de leerkrachten de stof pakkend kunnen brengen en Sam ontdekt wat zijn interesse heeft en welke richting hij uit zou willen. Tot nu toe is hij al fotograaf geweest, kleding ontwerper, en ziekenbroeder en heeft hij belangstelling én talent voor het spelen van de gitaar ontwikkeld. Nogal uiteenlopend, en logisch ook. Want wat weet je nou helemaal als je nog net geen twaalf bent? Hij is er nog lang niet uit, en ik ook niet.

Gelukkig hoeft dat ook niet. Eerst nog een advies gesprek met de leraar van Sam, de Cito-toets, en natuurlijk de opendagen van de diverse scholen bezoeken.
We hebben nog even dus. Ondertussen groeit mijn dreumesje wel door en lijkt het er op dat die één meter tachtig eerder bereikt zal zijn dan ik gedacht had. Over een paar dagen wordt hij écht twaalf en krijgt hij een heuse eigen gitaar en toebehoren. Jong talent moet gestimuleerd worden! Ik weet zeker dat mijn mini-puber zo blij zal zijn met zijn gitaar, als een dreumes met vouwblaadjes. Eigenlijk veranderd er niks, hij blijft mijn dreumes.

Groeten,
Loes


Meer lezen over middelbaar onderwijs:

http://www.b9.nl/middelbaaronderwijs/
http://vmbo.pagina.nl/
http://taalunieversum.org/onderwijs/termen/term/129/
3 december 2005 door peter_panZo mijn eerste column hier. Wel spannend heb dit nog nooit gedaan. Maar het lijkt me leuk om in dit vooral vrouwelijke 1ouder wereldje ook eens een mannenstem te laten horen. Laat ik eerst iets over mijzelf vertellen. Ben dus Peter Pan, sommigen zullen wel eens berichtjes van mij hebben gelezen. Sinds 2001 voor de tweede keer gescheiden van dezelfde vrouw en een verschrikkelijk echtscheidingsproces achter de rug. En loopt nog steeds alhoewel het wel de laatste loodjes zijn. Heb heel veel geleerd tijdens al de rechtzaken vandaar dat ik soms in staat ben antwoord te geven op diverse vragen over echtscheiden. Maar ik denk dat naar de universiteit gaan om een meesters titel te halen goedkoper was geweest.
Apart woord trouwens dat echtscheiden, zie toch vaak dat het heel moeilijk is om echt van elkaar te scheiden.

Ik heb 2 kids een dochter van 12 die sinds deze zomer bij mij woont en hier op de middelbare school zit. Ja zo’n brugpieper waarbij je ’s morgens eigenlijk meer gedag zegt tegen een grote rugzak dan tegen je dochter. En daarnaast nog een zoon van bijna 4 (nog 3 weekjes) die 250 km verderop woont. Dus elke 2 weken maak ik een flinke autorit om hem halverwege op te halen en weer terug te brengen.
En dan mijn omgeving standaard huisje, geen huisdieren (althans dat hoop ik) en een duidelijk mannenhuishouden. Probeer tegenwoordig wel regelmatig goed te koken voor mijn dochter maar het huis aan kant krijgen en houden zit niet echt in mijn genen. Maar goed het is nog steeds leefbaar. Geeft jullie een beetje indruk wie er voor jullie schrijft.

En afgelopen week was het helemaal een puinhoop en stress. De Sinterklaasstress. Voor mijn zoon was het makkelijk om cadeautjes te vinden, voor een kind van 4 staan de speelgoedwinkels overvol. Maar voor een meisje van 12 wat is dat moeilijk. Boeken heeft ze genoeg, ze moet er nog ca. 10 uitlezen. Poppen hoeft niet meer zo en spelletjes zijn er ook al genoeg in huis. Make-up zou wel wat zijn maar wat dan. Naar de Douglas geweest maar mijn god wat is nu goed voor zo’n meisje en er is zoveel keus. Toen dacht ik het gevonden te hebben, een luisterboek. Voor school moet ze na de kerstvakantie een boek hebben gelezen. Naïef wat betreft schoolwerk als ze is koos zij “Kruistocht in spijkerbroek”. Een boek van zo’n 300 pagina’s en zij leest erg langzaam. Ze is nu zo rond pagina 40 en de kerstvakantie nadert al. Dus toen ik zag dat er een luisterboek van dit boek was dit meteen besteld bij BOL. De bestelling is ook keurig verstuurd maar sinds die tijd is het al 2 weken in het systeem van TPG Post. En ik verwacht ook niet dat het daar nog uit zal komen. Dus ook dat cadeau in het water gevallen. Mijn dochter komt er dit jaar dus een beetje bekaaid vanaf. Gelukkig gelooft ze niet meer in Sint en maakt de opwinding en gelukzalige lach van haar broertje veel goed.
Tussen dit alles door ook nog meegeholpen met twee surprises met gedichten van mijn dochter. En ze maakt prachtige surprises maar soms zou ik wel eens willen dat ze iets meer simpeler en sneller te maken zou kiezen. De Sinterklaas stress heeft echt toegeslagen.


Enfin nog een paar uurtjes en dan komt de Sint, nog even een verhaaltje voor hem schrijven en de kamer een Sint sfeertje geven. Daarna nog een dag de opwinding van het nieuwe speelgoed en het bezoek en dan hebben we dat voor dit jaar ook weer achter de rug. Nog 3 feestdagen te gaan deze maand, soms verlang ik toch wel naar het einde van deze maand.

Groetjes

Peter
1 november 2005 door Loes“Het overkomt steeds meer Nederlanders: verliefd worden op iemand die al kinderen heeft. Dat is niet makkelijk: het duurt vier tot zeven jaar tot een stiefgezin is gevormd en dan gaat het nog lang niet altijd goed.“
Een nogal demotiverend begin van een artikel in de krant over samengestelde gezinnen. In het kort samengevat vertelt het artikel dat de meeste problemen ontstaan door ergernissen om de kinderen van de ander, de invloed van exen, en het feit dat biologische ouders slecht om kunnen gaan met kritiek van de niet biologische ouder op de kinderen. Verder doorloopt een samengesteld gezin vier fases volgens het artikel. Via de verliefdheidsfase, waarin alles geweldig is, rolt het gezin in de ergernisfase. Ergernissen die tot grote frustraties kunnen leiden en het gezin in fase drie brengen. Pas na het doorstaan van deze crisis komt het gezin in fase vier, die van harmonie. Al met al zou dit dus vier tot zeven jaar duren.

Ik vind het nogal wat. Vier tot zeven jaar voor je met je nieuwe gezin in een wat rustiger vaarwater komt! Het verbaast me ook. Op zichzelf zijn de genoemde fases niet echt vreemd lijkt me. Ook bij een ‘gewoon gezin’ (ik ga dan even uit van verliefd – trouwen – kinderen – bij elkaar blijven) komt na de periode verliefdheid, roze wolken en rozengeur en maneschijn de periode van irritaties, ergeren aan elkaars eigenschappen en zoeken na een prettige manier om samen te leven. En moeten partners zo nu en dan eens om te tafel om het een en ander te bespreken en naar oplossingen zoeken. Natuurlijk is het behoorlijk anders om twee bestaande ‘halve’ gezinnen samen te voegen tot één. Er wordt veel inzet gevraagd van zowel de partners als de kinderen. Beiden hebben zo hun eigen gewoontes en manier van doen. De één is gewend geraakt elke avond soaps te kijken met het bord op schoot terwijl de ander graag uitgebreid tafel dekt en gezellig met het hele gezin de dag doorpraat. En wie maar graag de bril én deksel van het toilet omlaag ziet, kan zich elke keer bij het toilet bezoek mateloos ergeren aan het gapend gat waarin je staart, omdat het andere gezin dat nu eenmaal niet gewend is dat af te sluiten. Voorbeelden die eigenlijk nergens over gaan. Een beetje aanpassen aan en rekening houden met elkaar en dergelijke kleinigheden lossen zichzelf wel op. Kleinigheden die in elk gezin voorkomen en dus op zich niets te maken hebben met het samengestelde gezin op zich.
Wat een samengesteld gezin duidelijk anders maakt ten opzichte van het gewone gezin, zijn natuurlijk de ‘rugzakjes’ die alle betrokkenen mee dragen en de geschiedenis die elk half gezin met elkaar heeft. Met vaak wat kwetsbare plekjes die door eerdere ervaringen ontstaan zijn. Daar moet je als nieuwe partner en stiefouder wel mee om kunnen én vooral willen gaan, wil het samengestelde gezin kans van slagen hebben.

In het krantenartikel, wordt verteld van een samengesteld gezin waar de moeder moppert op haar kinderen, maar die het niet kan hebben dat haar nieuwe partner commentaar heeft. Kennelijk omdat het háár kinderen zijn, die zij heeft opgevoed. En dus voelt zij zich direct aangevallen door de ander. En wordt het commentaar op haar kinderen gezien als kritiek op haar, en haar manier van opvoeden. In eerste instantie zou je kunnen zeggen dat dit een begrijpelijke reactie is, maar uiteindelijk is het niet terecht. Het gaat er toch niet om dat de moeder het niet goed gedaan zou hebben, of dat het kind per definitie niets goed doet, maar dat de partner iets niet prettig vindt en dat graag anders zou zien. Bovendien kan het ook nog wel eens zo zijn dat de anders iets constateert wat je zelf over het hoofd hebt gezien, terwijl het wel aandacht nodig heeft. Belangrijk genoeg om over te praten en tot een gulden middenweg te komen toch? Een andere moeder zegt in het artikel, met de titel ‘Nooit eigen’, dat zij de kinderen van haar partner niet ziet als haar eigen kinderen – het blijven stiefkinderen. De liefde voor eigen kinderen zit veel dieper. Nooit eigen dus. Nou en? Moet dat dan? Wordt dat van de stiefouder verwacht? En kan het überhaupt wel. Ik denk van niet. Je eigen kind ken je van geboorte af aan. Je hebt het zien opgroeien, weet hoe het in elkaar zit. Er is een natuurlijke, biologische band die een stiefouder nooit in kan halen. En die dat ook niet moet proberen. Je ‘krijgt’ het kind, in de meeste gevallen, op een leeftijd dat het min of meer ‘af’ is. In elk geval is de basis gelegd. Van daar af moet je daar dus iets mee. Je moet het kind leren kennen en er aan wennen. En een plaatsje geven in je bestaan. Dan zijn er natuurlijk ook nog de invloeden van de andere ouder - de ex van de nieuwe partner. Een kind in een samengesteld gezin heeft tenslotte (meestal) te maken met het nieuwe gezin, én de andere ouder. Waar misschien weer andere regels gelden, een andere sfeer heerst en misschien nóg een stiefouder een rol speelt. Het kan haast niet anders of het heeft invloed op kinderen en dus ook op het nieuwe gezin. Zoals ook de ex-schoonfamilie en de voorheen gezamenlijke vrienden dat hebben. Omdat er nog contact is voor de kinderen. Het kind van die ander wordt dus nooit je eigen kind. Je kan er een band mee opbouwen, afhankelijk van de omstandigheden van goed tot boven verwachting, maar het blijft het kind van de ander, én zijn of haar ex. Je zult de opgebouwde band telkens weer een beetje moeten laten vieren, omdat het kind niet helemaal van jou is. Hetzelfde geldt voor je eigen kind. Als je daar een aantal jaren (geheel of gedeeltelijk) alleen voor hebt gezorgd, zul je er nu weer aan moeten wennen het kind ‘te delen’ met je nieuwe partner en eventuele kinderen. Daarnaast zal je kind waarschijnlijk iets te maken krijgen met de geschiedenis van de kinderen van je partner. Mensen die je normaal gesproken niet als vrienden zou willen kunnen nu ineens ongevraagd deel uit gaan maken van je leven. Je hoeft er niet direct zelf iets mee, maar je hebt er zijdelings toch mee te maken. Kies je voor een nieuwe partner, dan kies je dus voor de hele ‘kavel’.
En dat weet je als je er aan begint….

Dat klinkt een beetje simpel: “Je wist toch waar je aan begon?” Maar het is wel zo. Het scheelt de helft als je je realiseert dat je begint met een geschiedenis die niet de jouwe is, maar waar wel ruimte voor moet zijn, voor je het avontuur aan gaat. Het zijn niet jouw kinderen, geheel of gedeeltelijk al gevormd tot ‘eigen ik-jes’ Er is nog een moeder/vader of overigen. Die geschiedenis en die invloeden van buitenaf zijn er nu eenmaal en je kan niet doen alsof ze niet bestaan, of hopen dat je er niet te veel van zult merken. Of er van uit gaan dat je wel het een en ander kunt veranderen. Om al die vaststaande gegevens heen moet het nieuwe gezin zijn weg zien te vinden. En dat hoeft helemaal niet zo moeilijk te zijn. Je moet het willen, en er voor open staan, en bepaalde zaken accepteren als een voldongen feit. Ook als het soms eens niet leuk is of als het gaat om problemen die je niet zou hebben als je niet met die man of vrouw was gaan samenwonen. Daarbij is het natuurlijk wel verschrikkelijk belangrijk om als partners één front te vormen en dat zij het met elkaar eens zijn over de manier waarop het nieuwe gezin bestiert moet worden. Welk stukje geschiedenis wél een rol mag spelen in de nieuwe situatie en welk stukje maar een beetje op de achtergrond mee mag doen. Het is dan ook heel belangrijk om dingen te benoemen naar elkaar en open te staan voor het gevoel de mening van de ander. Zonder je aangevallen te voelen of de op en aanmerkingen van je partner als bedreigend te ervaren. Zoeken naar een voor beiden partijen bevredigende oplossing. Wat dat betreft is er natuurlijk ook geen verschil tussen een samengesteld gezin en een gewoon gezin.

Als beide partners een eenheid kunnen vormen is het ook duidelijk richting kinderen wat ze kunnen verwachten. Want behalve van de (stief) ouder wordt er ook, of misschien wel vooral, van de (stief) kinderen een enorme inzet en aanpassingen verwacht. Dat papa of mama een nieuwe partner hebben is natuurlijk hartstikke leuk voor hen. Punt. En geef ze eens ongelijk. Na de verwerking van een scheiding of het overlijden van een ouder, het wennen aan het leven met één ouder of met twee huizen, is het samenwonen met die vreemden alwéér een verandering waar ze niet om hebben gevraagd. Het is dan ook niet verstandig om als stiefouder meteen van het begin af aan en stempel te willen drukken op het gezin of om je eigen regels en gebruiken als de enige juiste te zien. Iedereen moet de gelegenheid hebben om de kat uit boom te kunnen kijken. En dat kost natuurlijk tijd. Maar of dat minimaal vier jaar moet duren…

Dit is natuurlijk vooral mijn mening. Gevormd vanuit een situatie die bijna probleemloos loopt. Het kan natuurlijk zomaar zijn dat je toch met een partner te maken hebt die geen duimbreed toe wil geven en ten allen tijden meer kan hebben van zijn of haar kinderen. Of die net even te veel contact houd met de ex. Of dat een stief ouder die zelf geen kinderen heeft, vastomlijnde ideeën heeft over hoe kinderen opgevoed moeten worden. Misschien is er een kind dat speciale zorg nodig heeft. Iets wat voor jou als stiefouder zwaarder is dan je dacht. Het kan ook zijn dat kinderen niet kunnen aarden in de nieuwe situatie of de stiefouder écht niet aardig vinden en daardoor regelmatig voor conflicten zorgen. Zulke situaties staan een harmonieus samengesteld gezin in de weg.
Geen enkel gezin is hetzelfde. Of het nu gaat om een ‘gewoon’ gezin of een samengesteld gezin. Bij een samengesteld gezin spelen wat extra factoren een rol die voor problemen kunnen zorgen. Soms kan het zijn dat je er samen niet meer uit komt en door de bomen het bos niet meer ziet. Dan kan het prettig zijn om terug te vallen op professionele hulp om tot een oplossing te komen.
Gelukkig is op internet diverse informatie te vinden. Herkenbare verhalen, maar ook hulp als het even niet lukt.

Groeten,
Loes

Herkenbare verhalen over stiefgezinnen:
www.1ouder.nl/artikel.php?id=4
www.stief.nl/verhalen.htm

1ouder forum waar contact gelegd kan worden met andere samengestelde gezinnen:
http://www.1ouder.nl/forum/frm_tpcs.php?forumid=4&admin=no

Praktijk voor ouder en kind relaties:
www.oudersenkinderen.nl
Voor informatie, begeleiding, advies en steun,
bij de start van het nieuwe gezin, bij vragen en moeilijkheden binnen het gezin en van buitenaf, bij relatie- en opvoedingsvraagstukken rondom (stief)kinderen.
www.overgaauwcounseling.nl
3 oktober 2005 door Loes'Medewerker Operations Support m/v'

Wat mag dat in hemelsnaam wezen?
Ter toelichting het volgende:
Je beheert en verbetert het warehousemanagement systeem en customer support sustemen (callcenter, mail, emailverwerking), je houdt je bezig met het voortzetten en uitbouwen van het activity based costing methode.
Wat heb je toch een vreemde beroepen tegenwoordig. De laatste tijd probeer ik me ook weer een beetje op de beroepenmarkt te oriënteren. Niet voor mezelf, want ik ben hartstikke tevreden met mijn baan, mijn collega’s en zelfs met mijn werkgever, dus aan een andere carrière denk ik niet. Nee, het is voor de kinderen. Ze komen allemaal in de leeftijd dat ze zich moeten gaan oriënteren op de arbeidsmarkt, want er moeten keuzes gemaakt worden op school. Voor een deel zijn ze al gemaakt, want je moet tegenwoordig al vroeg kiezen “welke kant je op wilt”, maar dan zijn er nog mogelijkheden te over. Binnen elke richting is er weer voldoende ruimte om verder te leren, je te specialiseren of er nog iets bij te doen. Voor mij, als vader, dus ook wel belangrijk om te weten wat er zo speelt binnen de arbeidsmarkt. Daarom heb ik maar weer eens de personeelsadvertenties erbij gepakt. Wat vraagt men zoal??
· Een sales support engineer spectroscopy/toc m/v
· Controller
· Accountmanager
· Marketingcommunicatie Manager
· Ervaren Delphi applicatie ontwikkelaar/-beheerder
· Allround merchandiser
· Procesmedewerker New Business
· Adviseur Middle Office APV desk.

Nu moet ik er eerlijkheidshalve wel bijzeggen, dat ik niet de meest eenvoudige functies heb opgeschreven. Maar wat moet een kind in hemelsnaam met zo’n beroep. Hoe spreekt dat tot de verbeelding?? Het lijkt me in elk geval wel wenselijk dat je voor deze functies een redelijke beheersing van de engelse taak hebt, anders kun je niet eens aan een ander vertellen hoe je functie heet. Het lijkt me al een utopie om aan een ander duidelijk te maken wat je werk nu eigenlijk in houdt. Als ik de advertentie goed doorlees, heb ik slechts een vaag vermoeden wat je zo ongeveer zou kunnen gaan doen.
De kinderen van tegenwoordig hebben het niet makkelijk. Ze hebben wel de beschikking over allerlei moderne middelen om informatie te krijgen en te lezen, maar of het daar zoveel makkelijker op wordt?? Zelfs min of meer vanzelfsprekende vragen worden wel erg ingewikkeld op deze manier.
In mijn jeugd werden jongens tramconducteur of brandweerman en de meisjes zuster of juf. Daar kon je als ouder ook wat mee. Eigenlijk hoefde je niet uit te leggen wat het vak inhield, want de kinderen hadden daar zelf wel een idee van. Ook in boekjes kwamen deze beroepen veelvuldig aan bod. Maar ik heb nog nooit een kinderboek gezien waar vader aan tafel vertelde over zijn avonturen als accountmanager en moeder daar lekker overheen kon met de nog spannender belevenissen van het Middle Office. Ik kan me bij zulke verhalen geen geboeide kinderoogjes voorstellen. En toch zullen er vaders en moeders zijn die zo’n beroep hebben. Hoe vertel je daarover aan de kinderen? Wat kunnen ze daarvan snappen? En dan heb je het over ouders die in elk geval weten wat ze zelf aan het doen zijn.
Van mijn vak als verpleegkundige (vroeger heette dat een broeder, maar dat mag niet meer) weet ik ook wel wat te vertellen, maar helaas wil geen van de kinderen in mijn voetsporen treden. Daar heb ik dus niet zoveel aan.
Ik zal me dus toch moeten blijven oriënteren om in de toekomst iets van mijn kinderen te blijven snappen. Want wat als zij voor zo’n carrière kiezen? Dan vind ik het wel leuk als ik een beetje kan meepraten. Het lijkt mij wel aardig om wat verder te komen dan: “Hoe is het op je werk?” “Goed.”
We zullen zien wat het wordt. Iris, de oudste, verkoopt momenteel hamburgers en cola. Dat snap ik tenminste. In het komende jaar wil ze gaan bedenken wat ze nu eigenlijk echt wil gaan doen. Om daarover een redelijk gesprek te kunnen voeren, zal ik wel mee moeten denken.
Nummero twee, Roos, wil nu kinderarts worden. Daar kan ik goed mee leven, al was het voor mij natuurlijk makkelijker als ze verpleeghuisarts werd. Dan had ik er later ook wat aan. Maar hoe dan ook, dat snap ik nog wel. Ik kan me wel zo’n beetje voorstellen wat dat werk in houdt.
De jongste dochter, Dewi, heeft momenteel haar zinnen gezet op het vak van kraamverzorgster. Daar kan ik me van alles bij voorstellen, dus in zoverre ook geen probleem. En Sam kiest voor een vak als journalist en/of fotograaf. Goddank. Ook dat vak snap ik. Ik kan me ook hierbij wel iets voorstellen en durf er wel een gesprek over te voeren.
Nu maar hopen dat ze het daarbij laten en niet toch allround merchandiser willen worden of zoiets.

Gijs



1 september 2005 door LoesWe zijn bij de tandarts voor controle, Sam en ik. Nieuwe tandarts, nieuwe kijk op zaken. En dus werd er geen fluorgebitje meer gegeven: “O, dat is achterhaald mevrouw. Ik heb dat zelfs niet meer geleerd op mijn opleiding.” Aldus de jonge tandarts die daarmee de deskundigheid en inzet van onze vorige tandarts van tafel veegt. Het blijkt dat het verwijderen van plak niet meer tijdens een controle afspraak gedaan kan worden. “Ik maak gelijk een afspraak voor u bij de mondhygiëniste.” Terwijl Sam in de stoel ligt en ik toekijk roept de tandarts allerlei technische kreten naar haar assistente die de gegevens direct in de computer invoert. Er wordt gelijk wéér een afspraak geregeld. We hebben beiden een gaatje en bij Sam moet een lak laagje over een kies aangebracht worden.
En dan zegt de tandarts: “DE BEUGEL. Hij is er aan toe.”

Het is verbluffend. Het doortastend en kordaat optreden van deze ambitieuze tandarts. Een heel moderne praktijk met diverse medewerkers met elk hun eigen specialiteit. Tandarts, mondhygiëniste en orthodontist, allemaal onder één dak. Zelf denken en beslissen over eventueel verder te nemen stappen is als patiënt helemaal niet nodig, noch gewenst. Het wordt allemaal voor je gedaan. Binnen 15 minuten twee gebitjes gecontroleerd, een volgende afspraak binnen gesleept, de kas van de mondhygiëniste gespekt, én de orthodontist een afspraak bezorgd. Een goede dag voor de praktijk.
Eerlijk is eerlijk, gaatjes moeten worden gevuld en als het zo is dat een tandarts de aanslag op tanden en kiezen niet aan kan zal dat door een deskundige gedaan moeten worden. Maar waar ik me echt over verbaas is de opmerking: ‘De beugel, hij is er aan toe.'

Hij is er aan toe? Hoezo, hij is er aan toe! Hij is bijna 12, dus tijd voor een beugel? Moet zoiets niet nodig zijn dan? Of het iets van: het kan, het verdient lekker, dus we doen het. Volgens de tandarts kon de boog van het ondergebit wel iets ronder….een hoektandje gedraaid….mmm…., daar kan wel iets aangepast… Overbeet, onderbeet, schots en scheef staande tanden of kiezen, kiezen die over elkaar heen schuiven - dat soort afwijkingen zouden een reden zijn lijkt me om aan een beugel te gaan denken. Ik geef direct toe dat Sam`s gebit geen model gebit is, maar geen van voorgaande voorbeelden is van toepassing en hij loopt beslist niet voor gek. Het is natuurlijk geweldig dat er tegenwoordig zoveel meer kan dan vroeger. Dan men zoveel meer weet en een heleboel narigheid op jonge leeftijd voorkomen kan worden. Maar ‘de beugel’ lijkt wel een modeverschijnsel. Het is voor de jeugd al bijna net zo belangrijk om op je 12e een beugel te hebben - liefst slotjes met gekleurde elastiekjes - als het dragen van gympen danwel broeken van een zeker merk. Je hoort er helemaal bij als je een beugelbekkie hebt. Dat is toch eigenlijk een eigenaardige ontwikkeling?
Omdat ik eerst even na moest wilde wat ik daar nu eigenlijk zelf van vind, laat ik het enthousiaste duo tandarts en assistente nog even géén afspraak regelen bij ‘de ortho’. Dat viel niet erg in de smaak en er werd een aantekening gemaakt in ons dossier ‘dat mevrouw nu geen afspraak wil en zelf zou aangeven of en wanneer een afspraak gemaakt zou worden’.

Gelukkig heeft Gijs drie tieners die alledrie het beugel traject doorlopen hebben en dus kon hij uit eigen ervaring vertellen hoe zoiets dan werkt.
Bij de eerste afspraak wordt het gebit aan alle kanten gefotografeerd. Er worden röntgenfoto`s gemaakt van de schedel en de rechterhand om zodoende een schatting te maken van hoe lang het kind zal worden. Van het hoofd worden verschillende foto`s gemaakt en er wordt een gipsen afdruk gemaakt van het gebit. De foto`s en het gipsen model worden besproken en na zes weken volgt een tweede afspraak. Tijdens die afspraak wordt besproken wat er eventueel aan het gebit zou moeten/kunnen worden gedaan, hoe het behandelplan is, en natuurlijk komt ook het financiële plaatje aan bod. Dat laatste is ook niet onbelangrijk. 2500 euro ben je zomaar kwijt! Weliswaar wordt er een groot deel door de verzekering vergoed, maar de rest moet je dan toch wel op kunnen brengen.

Inmiddels hebben we de eerste afspraak gehad en wachten we de komende zes weken rustig af. Want natuurlijk wil ik, net als al die andere ouders die hun kind een beugel aan lieten meten, niet op mijn geweten hebben dat mijn zoon een vrouw óf carrière misloopt omdat zijn tanden en kiezen in een foute boog staan, of een paar millimeter te veel over elkaar gaan. Hij is er aan toe…het moet dan maar. En mocht het me bij de afspraak over zes weken toch niet aan staan kan ik er altijd nog van af zien…

Heb je ook een kind dat er aan toe is?
www.orthodontist.nl
website van Nederlandse Vereniging van Orthodontisten
7 juli 2005 door LoesOmdat ik het zeg!!

Waarom mag ik nu geen ijsje?? Waarom vind je dat nu niet goed? Waarom moet ik al om 5 uur thuis zijn?
Kinderen stellen constant vragen en ik weet daar lang niet altijd een heel goed en pedagogisch verantwoord antwoord op. Al die vragen zijn vaak erg lastig. Ik ben dan bezig met mijn eigen dingen en heb niet de vereiste aandacht voor de noden van een kind. Bovendien leveren ze voor een kind zelden een bevredigend antwoord op. Misschien is het nog wel uit te leggen waarom het niet zo handig is om een oud vrouwtje van de fiets te slaan, drugs te gebruiken of zwanger te worden, maar daar gaat het (gelukkig) meestal niet over. Meestal zijn het toch gewone huis-, tuin- en keukenvraagjes, waar ze een bevredigend antwoord op willen hebben. Vaak krab ik me dan achter mijn oor. Waarom wil/vind ik dat eigenlijk? Is het niet gewoon willekeur van mezelf? Zijn het geen antwoorden om maar iets te zeggen en er van af te zijn, zonder dat ik daar nu heel goed over heb nagedacht?
Vaak wel. Vaak is het gewoon willekeur. Ze mogen geen ijsje, omdat ik dat ook niet hoef of geen zin heb om ze weer te kopen. Ik vind iets niet goed, omdat ik de vraag gewoon lastig vind op dat moment of heb ik niet heel goed nagedacht over het tijdstip van vijf uur in plaats van halfzes. Helaas moet ik zeggen, dat het vaak willekeur is. Eigenlijk vind ik de vraag lastig en zit er niet op vragen te wachten en met hetzelfde gemak als de vraag is gesteld, geef ik dan antwoord. "Hoe laat moet ik thuis zijn?" "Vijf uur". Discussie gesloten. Vraag opgelost en kwestie geregeld.
Maar..... Dan heb ik toch wel buiten het karakter en de nieuwsgierigheid van een kind gerekend. Dan blijkt opeens dat Pietje of Marietje wel om halfzes thuis mag zijn, de bezigheid officieel pas om kwart over vijf af is of ze "verzinnen" iets anders waardoor ik dan toch weer op mijn eerdere standpunt moet terugkomen of mijn antwoord moet bijstellen.
Kinderen opvoeden is lang niet altijd gemakkelijk en als opvoeder en ouder kom je dus ook niet altijd makkelijk weg met een gemakkelijke oplossing. Ze accepteren geen nee of ze willen graag een uitgebreide toelichting en vaak probeer ik die dan ook te geven als dat kan. Dus ik leg alles omstandig uit, belicht de kwestie van alle kanten, laat allebei de kanten van de medaille zien en kom dan toch weer op hetzelfde antwoord uit. Soms moet ik het dan ter plekke allemaal verzinnen en dienen mijn hersens op volle toeren te werken om tot een redelijk antwoord te komen. Ze zijn het er dan evengoed niet mee eens en vaak roept een antwoord weer een nieuwe vraag op, zodat je in plaats van je er makkelijk af te makken, alsnog met een heel dispuut zit over het hoe en waarom zonder dat het ergens toe leidt.
Vreemd genoeg zijn ze zelf heel gemakkelijk in antwoorden. Makkelijk op het genante af. "Waarom heb je je kamer nog niet opgeruimd??"
"Nou, gewoon."
"Hoezo gewoon? Het is namelijk gewoon als je het wel doet, nadat ik het gevraagd heb."
"Dat kan ik niet uitleggen."
En daarmee is de kous dan af.
Als ik dan opnieuw vraag of ze dan alsnog even die gigantisch puinzooi willen opruimen die hun eigen kamer heet, dan is het antwoord: "Waarom moet ik dat nu doen?" En dan verwachten ze van mij weer een antwoord, althans dat denk ik dan
Gelukkig leer ik soms van zulke tot niks leidende discussies. Een heel goed antwoord is: "Omdat ik het zeg!" Bij dat antwoord verwacht ik meestal een heleboel wedervragen, maar vreemd genoeg volstaat het antwoord in veel gevallen. Het uitroepteken lijkt wel van belang te zijn. Blijkbaar is het de manier van kinderen om met vragen en antwoorden om te gaan en denk ik alleen maar dat ze een uitgebreid antwoord willen horen. Misschien dat opvoeden dan toch niet zo moeilijk is. Op elke vraag kun je of ja antwoorden. Dat antwoord hoef je namelijk nooit uit te leggen. Die is altijd goed, al nodigt het soms uit tot nog meer vragen waar ook weer een positief antwoord zou moeten komen. Uiteindelijk kom je dus altijd uit op een nee.
"Waarom niet?"
"Omdat ik het zeg!"
Nergens anders om. Ik ben namelijk een opvoeder die de willekeur niet langer schroomt. Ze doen het er maar mee.



1 februari 2005 door SiteAdminMijn moeder is op visite en we zijn druk aan het kletsen. Er lopen wat vriendjes in en uit, de honden vragen de nodige aandacht, de middelste doet wat aan haar huiswerk. Kortom het is bedrijvig in huis. Ineens, als er een korte stilte valt, grijpt de jongste dochter van Gijs haar kans: “Pap, weet je nog dat ik eens heb gezegd dat ik bij jou wil wonen? Nou, dat wil ik nog steeds.”
Stilte…..
Want hoe reageer je daar op in zo`n situatie? Een verrassende vraag op een wat onhandig moment gesteld zou je wel kunnen zeggen. Of eigenlijk geen vraag, maar een mededeling. Een mededeling die wel om een gesprekje vraagt. Een gesprekje tussen Gijs en mij, tussen Gijs en zijn ex, tussen ons en de dochter in kwestie, en tussen haar en haar moeder. En dus een mededeling waar niet zo 1,2,3 een antwoord op te geven is. Dus Gijs – een kei in rustige antwoorden op verrassende vragen die op onhandige momenten worden gesteld – legt dat in het kort uit en beloofd terug te komen op de mededeling.

Helemaal een verrassing was de opmerking van de jongste niet. Destijds is tussen Gijs en zijn ex een co-ouderschap afgesproken waarbij de kinderen een halve week bij hun vader zijn en een halve week bij hun moeder. De korte vakanties werden verdeeld op dezelfde manier en in de zomervakantie waren de kinderen voor de helft bij moeder en de andere helft bij vader. Een regeling waar iedereen tevreden mee was en zich in kon vinden. En die ruim 7 jaar goed gelopen heeft. Maar kleine kinderen worden oud, en krijgen zo hun eigen ideeën over wat handig, prettig of logisch is. Ongeveer een jaar geleden wilde de oudste iets veranderen in de regeling. Omdat er nogal eens spullen van haar nét op verkeerde adres lagen was het voor haar overzichtelijker om één hoofdadres te hebben, waar al haar kleren, schoolspullen en dergelijke waren. Zij koos er voor om full time bij haar moeder te wonen en alleen de woensdag en de weekeinden dat haar zussen bij hun vader waren, ook bij haar vader te zijn. Deze verandering was voor de jongste dochter ook aanleiding om aan te geven dat ze eigenlijk iets anders wilde. Ze wilde het liefst altijd bij haar vader wonen. Destijds was het geen goed idee. Gijs werkt wisselende tijden en ook late diensten. En dat heeft nogal wat gevolgen voor een dertienjarig meisje. Tenslotte laat je zo`n kind niet van half vier uit school tot een uur of elf s`avonds alleen thuis. Maar nu is het kind een jaar ouder en de situatie gewijzigd.

Ik verbaas me soms over mezelf. Ik ben als kind een rustig en klein gezin gewend. Daar was mijn moeder, mijn vader en ik. Dat was het. Niet echt een druk gezin waar je s `avonds bij het eten met z`n allen rond de tafel zit en de een na de ander zijn verhaal doet. Ik had later één vaste vriendin waar ik me kostelijk mee vermaakte, en kon me ook heel goed in m`n eentje vermaken. Ik had het alleen zijn ook hard nodig vertelde mijn moeder mij. Na een schoolreisje trok ik me terug op mijn kamer om alle drukte waar ik mee te maken had gehad van me af te laten glijden. Ook later, eenmaal gescheiden en s`avonds als Sam op bed lag, kon ik genieten van de rust en stilte om me heen. Nu zijn we met z`n drieën, dan weer met vier, met vijf of met zes. Dan eet er weer een mee, zitten we soms met acht of negen man aan de tafel. Dan is er weer een weg en zijn we met minder dan verwacht. Kortom – er is niet heel veel regelmaat, altijd wel volk over de vloer en ik ben verhoudingsgewijs weinig alleen. Eerlijk gezegd vind ik het ook vreselijk gezellig als iedereen er wél is en vanaf het moment dat ze een voet over de drempel zetten hun verhalen spuien, anekdotes vertellen en vragen stellen.
Alleen als de meiden naar hun moeder zijn en Gijs een late dienst heeft heb ik even iets van de ‘oude’ situatie. Eten en wat kletsen en t.v. kijken met Sam, en als hij naar bed is, rust en stilte om me heen. En daar geniet ik evengoed nog van. Maar ik lijk erg geschikt voor een groot gezin, zo is gebleken. Natuurlijk valt of staat het welslagen van een samengesteld gezin met de inzet van alle betrokkenen. Zowel de dochters van Gijs als Sam hebben zich wonderlijk soepel aan de nieuwe situatie aangepast. Voor Sam is Gijs gewoon een vader. Hij accepteert dat Gijs hem zegt wat mag of niet mag, dat hij eens van Gijs op zijn kop krijgt en Sam heeft het naar derden toe ook over ‘mijn ouders’ en ‘mijn vader’. Voor de dochters van Gijs ligt dat heel anders. Die hebben een moeder. Ik ben de vriendin van hun vader. Dat is wel een heel verschil. Desondanks zien zij mij kennelijk al ‘plaatsvervangend moeder’ op de dagen dat zij hier zijn. Met alle ‘moederdingetjes’ die daar bij horen. Van “Ruim je troep eens op” tot “Ik denk dat het bedtijd is voor jou” en “Ben je op tijd thuis” Ze noemen mij naar derden toe geen moeder, maar over Sam wordt dan weer wel gepraat als over ‘mijn broertje’ En zeker door de jongste dochter, die qua leeftijd het dichts bij Sam zit. Zij kunnen het heel goed vinden en naast hun eigen dingetjes doen ze heel veel samen.
Tegen de komst van de jongste als vierde vast lid van het gezin had ik dan ook helemaal geen bezwaar. En vervolgens worden de gesprekjes met de diverse betrokkenen in een rap tempo gevoerd en woont zij bij ons.

Het klinkt een beetje zelfvoldaan en misschien zelfs arrogant, om te zeggen “Ik vind dat wij het goed doen’ maar zo nu en dan zeggen we dat wel. Hoe vaak lees je niet over minder goed lopende samengestelde gezinnen. Kinderen die met de hakken in de klei gaan omdat ze ‘die ander’ niet accepteren, exen die dwars liggen, verschillende meningen over opvoeden. Het is in dit wonderlijk en nogal wisselend samengesteld gezin niet aan de orde. Zoals ik al zei is dat mede te danken aan de inzet van alle betrokkenen. Ook die van de ex van Gijs uiteraard. Zij heeft ons nooit een strobreed in de weg gelegd en ik kan me zo voorstellen dat het op zijn zachts gezegd niet leuk is als een van je kinderen er voor kiest om bij hun vader te willen wonen…en zijn vriendin. Het is knap als je die keus bij je kind kunt laten omdat dat kennelijk iets is wat voor je kind op dat moment het beste is, om wat voor reden dan ook.
Dat beseffende vind ik het een compliment van de jongste, die er dus voor kiest om naast bij haar vader, óók bij mij en Sam te wonen. Eens in de twee weken gaat ze een weekeinde met haar zussen naar haar moeder en verder heeft ze het voor een belangrijk deel met mij te doen als die ‘plaatsvervangend moeder’. In het geval van de jongste dochter gaat mijn ‘plaatsvervangend moedertaak’ nu wel iets verder. Doordat ze hier bijna full time is vervaagt de grens tussen ‘plaatsvervangend’ en ‘moeder’ wat. Ze wordt wat meer ‘dochter’ van mij, wat meer ‘zusje’ voor Sam.
Een merkwaardige, wonderlijke en bijzondere ontwikkeling. Waar we allemaal gelukkig mee zijn.

Groeten,
Loes

1 september 2004 door SiteAdminZo in de loop der jaren zijn er heel wat mensen die mijn pad gekruist hebben. Klas of clubgenoten, buren, collega`s, vakantie vrienden en ‘internet kennissen’. En natuurlijk ook familie, vrienden, kennissen en collega`s van mijn ex man. Met sommige heb ik wat meer dan met anderen. En met een hele grote groep heb ik helemaal niks meer. De collega`s, vrienden en kennissen van mijn ex waren natuurlijk vooral zijn collega`s, vrienden en kennissen. Ik heb er geen contact meer mee. En hoe vaak is het niet, dat je aan die ene verschrikkelijk leuke collega, waar je het op je werk zo enorm goed mee kon vinden, na verloop van tijd niets meer te vertellen hebt. Geen gemeenschappelijke ervaringen meer, en toch net te weinig gemeenschappelijke interesses om het contact levendig te houden. Ondanks goede bedoelingen zijn er maar weinig collega`s die ik nog spreek of zie.
Contact met je schoonfamilie in stand houden valt ook lang niet altijd mee. Het vergt van beide partijen een heel neutrale onpartijdige houding en inzet.
Zoals dat vaak gaat – net als met de vakantie vrienden – is “We houden contact” doorgaans een vriendelijk bedoelde maar volledig loze kreet. Want in de praktijk blijkt het gewoon niet mee te vallen om met al die mensen contact te onderhouden. Op den duur verwatert het en wordt er alleen nog een verjaardag- of Kerstkaart over en weer gestuurd. Eerst nog met een heel verhaal er op, maar op een gegeven moment alleen ‘de groeten van…’
Tot ook de kaarten niet meer beantwoord worden of één van beide partijen verhuisd en, bewust of onbewust, ‘vergeet’ en verhuiskaart te sturen. En dus worden adressen door gekrast in de adresboekjes, e-mail adressen gedelete en de Kerstkaartenlijst korter. Tot er weer nieuwe vrienden en kennissen op je pad komen.

Ik vind het van de meeste mensen niet erg, dat ik geen contact meer met ze heb. Zij maakten in de tijd dat ik ze kende deel uit van mijn bestaan, van de situatie waar ik in zat, of hoorde bij het totaal beeld. Ik heb leuke belevenissen met ze gedeeld, gelachen en gemopperd. Ik denk aan sommigen nog wel eens. Vraag me ook wel eens af hoe het met die of gene zal gaan. Waarschijnlijk kom ik er nooit achter, want de kans dat ik bijvoorbeeld een oud-collega uit Aalsmeer, een klasgenoot uit Rotterdam of een schoonfamilielid uit Barendrecht hier tegen kom, is klein. En eerlijk gezegd doe ik ook geen moeite om ze weer te vinden. Met een aantal mensen houd ik contact, veelal per e-mail. Soms is dat contact wat oppervlakkig, soms wat diepgaander. Maar over het algemeen zo maar voor de gezelligheid. Met de veranderingen in je leven, veranderd ook de kring van mensen om je heen. En dat is voor mij goed zo.
Er zijn evengoed een aantal mensen, die ik niet graag uit het oog zou verliezen. Het is eigenlijk maar een handje vol mensen, maar ze zijn me erg dierbaar. Het gekke is dat ze allemaal heel verschillend zijn. Met ieder heb ik weer een andere overeenkomst, ander gezamenlijke interesses, een andere band.

Mijn ‘oudste’ vriendin ken ik al ruim 20 jaar. Van school. Beiden geen groepsmensen en elkaar gevonden in de derde klas van de MAVO. Beide ook gezegend met een dosis humor waar menig leraar helemaal knettergek van is geworden. Zij en ik hadden niet veel nodig om met tranen in de ogen te rollen van de lach, zonder dat ook maar iemand iets van ons begreep. Wat natuurlijk de lol alleen maar vergrootte! Ook nu nog, na al die jaren kunnen we verschrikkelijk lachen met elkaar. Om wat we toen mee gemaakt hebben en om wat we nu mee maken. Zij is getrouwd. Ik ben getrouwd. Zij kreeg kinderen. Ik kreeg Sam. Ik ging scheiden. Zij ging scheiden. Ik vond mijn grote liefde. En onlangs is ook mijn vriendin gevallen voor haar prins op het witte paard. En al die gebeurtenissen delen we al die jaren met elkaar waardoor een stevige band is ontstaan. Dat we ruim 90 km uit elkaar zijn komen te wonen verandert daar gelukkig niets aan.
Als ik een andere ‘oud gediende’ wil zien zal ik iets meer dan 90 km moeten rijden. Die is verhuisd naar Luxemburg. Die zie ik dus niet zo vaak i.v.m. de afstand. Helemaal niet erg. Nu hebben we immers een leuk vakantie adres! ;-) Gelukkig kan ik zulke dingen met een gerust hart zeggen. Dat is het voordeel van elkaar door en door kennen en tegen een grapje kunnen. Bovendien weet ik dat ze het leuk vindt als we komen. Haar ken ik van de tijd dat ik op de padvinderij zat. Met een klein groepje zijn we in 1982 nog een keer op vakantie geweest. Lachen, gieren, brullen en vooral erg de beest uithangen! ;-) De rest van het clubje ben ik uit het oog verloren, maar deze medescout werd een echte vriendin. Soms horen we maanden niks van elkaar en bij tijd en wijle gaat er zowat dagelijks een e-mail over en weer. Nooit een kwaad woord: “Nou ik heb ook lang niks van je gehoord!!” maar elke keer als we elkaar spreken pakken we de draad gewoon weer op. “Hoe is het met….. “ “Hoever ben je met… “ “God meid, wat leuk dat…” En verder weten we dat het gewoon goed zit. Het is een geluk dat ik het ook met haar man kan vinden. Want het zou heel goed kunnen dat je als alleenstaande op bezoek bij een getrouwde vriendin ‘het vijfde wiel aan de wagen’ bent. Gelukkig is dat niet zo en kunnen we met z`n vieren (Sam gaat altijd mee en geniet in het mooie Luxemburg) goed vinden. Heerlijk om met mensen om te gaan bij wie je helemaal jezelf kunt zijn.

Een klasgenoot, een clubgenoot, en ook een collega werd een vriendin. Gek genoeg ontstond onze band toen mijn ex en ik voor het eerst uit elkaar gingen. Heel spontaan belde ze me op vanuit het andere filiaal. “Ik weet wat je meemaakt, dus als ik je kan helpen?” Dat kon ze. Het was heerlijk om met iemand te praten die ervaring had met een scheiding en de emoties die daar bij horen. Toen kende ik 1ouder nog niet! Mijn scheiding ging toen niet door, de vriendschap met de collega bleef. Ook met haar heb ik het een en ander mee gemaakt. Gebeurtenissen in ons leven die ons gevormd hebben tot wat we zijn. Zware gesprekken afgewisseld met vrolijke noten, waarbij we nooit te beroerd waren om de ander de waarheid te zeggen. Ook al was die waarheid soms niet leuk om te horen. Onze vriendschap kon er tegen.
Door kinderen leer je natuurlijk ook veel mensen kennen. Door het wachten bij het schoolhek, hulpmoeder zijn, spelen over en weer. Ik heb met geen van die moeders een erg diepgaand contact gehad, op één na. We zaten samen op zwangerschapsgym en later bleek dat ze iets verder op de dijk woonde in het aangrenzende dorp. Na een koffie en kennis maken zijn we kort na elkaar bevallen. Gingen onze kinderen naar dezelfde peuterspeelzaal en paste we op elkaars kinderen. Sam en haar dochter werden onafscheidelijk. Ook later, na mijn scheiding, en wij drie kwartier verder op woonden. Logeren, verjaardagen – er bleef een draadje tussen ons. Er was altijd plek aan de grote eettafel bij het 6 koppen tellende gezin en altijd gezelligheid. En veel te lachen. Bij al mijn vrienden trouwens. Humor is, naast alle andere overeenkomsten tussen ons, een grote bindende factor.

Laatst vierden wij de verjaardag van Sam. Gijs, zijn dochters, mijn vrienden en ik. De een was er met haar man, de ander met haar vriend en kinderen en de derde met haar pasgeboren zoontje. Ik heb even op een afstandje naar hen gekeken en heel erg staan te genieten. Van de verhalen die over en weer werden verteld, van het gelach, en vooral van hun aanwezigheid. En ook van het feit dat het onderling zo goed klikt. Want ik ben niet meer ‘Loes en Sam’ maar ‘Loes en Gijs, en de kinderen’. Dat is anders. Ik sta aan het begin van een heel nieuw leven en mijn vrienden zijn er bij en maken er deel van uit, beleven het mee. Het zijn mensen die een heel belangrijke plaats innemen in mijn leven en niet zomaar uit mijn adresboekje geschrapt zullen worden!
Het zijn echte vrienden.

1 juli 2004 door SiteAdmin“Hou je goed vast hoor lieverd”. Met deze woorden moedigde ik de kleine aan om zich goed aan me vast te houden als we de trap op moesten. En dan sloeg ze die lekkere worstarmpjes om mijn nek en hield zich heel goed aan me vast. Met één hand aan de trapleuning en één hand onder de billen liep ik dan voorzichtig te trap op. Beducht voor een plotselinge beweging en paste goed op dat het kleine meisje veilig boven kwam. Altijd zorgde ik ervoor langzaam te lopen. Niet alleen voor de veiligheid, maar zeker ook omdat het een heerlijk gevoel is om die kleine armpjes om je nek te voelen, het kleine lijfje tegen je aan. De overgave en het vertrouwen van mijn dochter in de grote papa deed me erg veel goed.
Boven aangekomen moest ik de armpjes dan wel eens bijna losknopen, omdat de kleine meid het blijkbaar ook erg prettig vond. Na het losknopen moest ik haar dan weer loslaten om de dingen te doen die boven gedaan moesten worden. Jammer. Maar wel steeds weer een heerlijk moment.
Wat dat betreft ben ik bevoorrecht met drie dochters, want die ervaring heb ik maar mooi drie keer mogen meemaken en steeds was het weer bijzonder prettig om te ervaren. Zoals in dat liedje van op een mooie Pinksterdag zo prachtig wordt bezongen. Je bent als vader een kruising tussen onze lieve Heer en Sinterklaas.
Met drie al grotere dochters heeft mijn status inmiddels reëlere proporties aangenomen. Onze lieve Heer is ver weg en in Sinterklaas geloven ze al lang niet meer. Blijkbaar heeft dat ook zijn weerslag op de status als vader. Die begint ook ergens in te hangen tussen ver weg en niet bestaand. Dat is slecht voor mijn zelfbeeld, merk ik.
Onlangs had ik me weer erg verheugd op het weekend. Ze zouden alle drie bij me zijn en ik had zin in een gezellig samenzijn. Dat bleek al aardig te mislukken, want de oudste voelde zich niet erg lekker, numero twee was ziek en krabbelde slechts langzaam op en de derde was met een vriendin aan het varen. De rol van de papa bestond dus in het scheppen van de randvoorwaarden. Schone was, voldoende eten in huis, koken, afwassen en rotzooi opruimen. Waar zijn die armpjes toch gebleven??
Op zondag werd het zo mogelijk nog erger. De oudste moest werken, de tweede moest en zou naar een vriendin en dus was alleen dochter drie in huis die zich vooral wilde vermaken met chatten via de computer en tv-kijken.
En de papa was boos en ontstemd. Dat zijn niet direct de ingrediënten die ik me voorstel bij een gezellig weekend samen. Ik mocht me hoofdzakelijk alleen zien te vermaken en dat is een stukje dat ik niet bijzonder gezellig vind. Daarvoor heb ik voldoende tijd, namelijk als ze bij hun moeder zijn.
Voor de dochters maakt het natuurlijk allemaal niet uit. Zij hebben hun eigen leven, hun eigen prioriteiten en gaan steeds meer hun eigen weg. Dat moet ik leren inzien. Jaren en jaren heb ik geprobeerd om ze zo zelfstandig mogelijk te krijgen. Soms met ruzie en heftige woordenwisselingen wees ik ze er op dat ze toch echt volwassen vrouwen moesten worden en dus steeds meer zelfstandigheid moesten krijgen. Dat was voor mij best een mooi tijd, want zij moesten het leren en voor mij was het wel makkelijk. Bovendien waren er zo af en toe toch nog van die armpjes om me heen. Niet meer van de worstarmpjes, niet meer zo strak en zeker geen hand meer onder de billen om ze voorzichtig ergens heen te dragen. Maar die armpjes waren er wel. Eerst nog vaak, maar steeds wat minder.
Nu zijn de rollen omgedraaid. Zij kennen hun weg, zij kennen hun doel en ze redden zich er prima mee. Alleen ik moet nu leren en veranderen. Ik moet ze nu loslaten en helaas vergeten de meiden dat ze mijn armen zachtjes moeten losknopen en me voorzichtig neerzetten. Dat eerst even kijken of het wel goed met me gaat en of ik niet val, dat hebben ze niet. “Doei pap, tot vanavond”. Veel meer zit er niet in en ik mag zien hoe ik red.
En dan mis ik die armpjes van vroeger. De armpjes op de trap, in het drukke winkelcentrum of bij de dokter. Ze zijn er niet meer of slechts heel af en toe.
Ik moet mijn kinderen gaan loslaten. Een zware opdracht. En het mag natuurlijk niet te snel en niet te abrupt, want soms zijn ze toch nog maar klein, weten ze het nog niet en hebben ze het soms even nodig toch die armpjes nog even om mijn nek te slaan. Dat mag ik niet vergeten. Ook hier moet het subtiel. Zo voorzichtig als ik ze vroeger op de grond zette, zo voorzichtig moet ik ze nu ook loslaten. Alleen deze keer bepaal ik niet hoe het gaat, maar hebben zij veel meer de regie. Zij bepalen hun tempo van volwassen worden. Eigenlijk zou ik vol trots moeten kijken hoe dat gaat en hoe mijn dochters zich ontwikkelen tot zelfstandige, zelfbewuste vrouwen. Dat doe ik ook wel hoor, maar heel vaak vraag ik me wel af:
“Mogen die armpjes toch nog een keertje om mijn nek?”


Gijs
1 juni 2004 door SiteAdminHet is elk jaar weer genieten. Zes weken vakantie. Zes weken lang niks te moeten, geen strak schema en geen verplichtingen. Op het moment dat Sam op de laatste schooldag het schoolplein verlaat trek ik de deur van de winkel achter me dicht. Om er de hele vakantie niet meer mee bezig te zijn en gewoon zélf voor mijn kind te zorgen. Deze vakantie begon iets anders dan normaal. Voor het eerst is Sam met de scouting een hele week op kamp geweest. Een hele week geen kind over de vloer. Gaan en staan waar ik wil. Het leek me heerlijk! Eerlijk is eerlijk. Ik heb hem vreselijk gemist! Na tien jaar altijd het ventje om me heen te hebben, met zo nu en dan een logeerpartijtje bij een vertrouwd vriendinnetje of bij zijn opa en oma, is het heel wat om hem een hele week af te staan aan totale vreemden en een hele club kinderen. Bij alles wat ik doe hou ik rekening met hem. Hij komt zo thuis, hij moet op tijd naar bed, ik hoor hem stommelen boven, hij kletst tegen me, vraagt aandacht. Ineens dat allemaal niet en wel een week lang. Een rare combinatie van heerlijk en erg onwennig. Halverwege de week kreeg ik een kaartje waarop hij schreef dat hij me erg miste en heimwee had. Dat is even slikken. Gelukkig schreef hij ook dat ze die avond zouden gaan barbecuen en dat hij wel zin had in de rest van de week. En achteraf is het allemaal meegevallen. Er zijn geen paniek telefoontjes gekomen van de leiding. Er is niemand gewond geraakt. Sam heeft zich heel goed vermaakt en genoten van de hele week. En ondanks dat ik me regelmatig afvroeg hoe het kind het zou hebben (‘Gelukkig is het mooi weer’ ‘Zou hij wel kunnen slapen?’ ‘Als er maar niks gebeurd’ ‘Zou hij nog steeds heimwee hebben? ‘) heb ik mezelf ook heel best vermaakt. Afgesproken met een vriendin, op stap met mijn moeder, een dagje naar Gijs – moeders aan de boemel!
Weer een ervaring rijker. En we hebben nog vijf weken voor de boeg. Voldoende tijd om samen allerlei leuke dingen in en om het huis te ondernemen.

Ik realiseer me dat het pure luxe is. ‘Alle schoolvakanties vrij’ het zal niet in ieders arbeidsovereenkomst staan neem ik aan. En dat is best wel lastig. Want zo`n tien weken per jaar hebben kinderen vrij van school. Nog los van de vrije dagen tussendoor in verband met studiedagen, opfrisdagen en vergaderingen van de leraren. Zie het maar op te lossen! Opa`s, oma`s, buurvrouwen, voor en naschoolse opvang of dagverblijven. Wat je al niet moet doen om te zorgen dat je kind onder de pannen is en je zelf met een gerust hart aan het werk kunt gaan. Om die zelfde voor/naschoolse opvang of dagverblijven te betalen overigens. Want het kan flink in de papieren lopen. Zeker als je werkgever geen steentje bijdraagt of als je de pech hebt dat je niet in aanmerking komt voor een subsidieplaats. Nog los daarvan is het te hopen dat er opvang in de buurt is, en dat die niet net vol is.
Een alternatief is een oppasouder. Particuliere opvang, waar je kind in een huislijke omgeving aandacht en begeleiding krijgt. Een vorm van opvang die meestal wat voordeliger is en die misschien in sommige gevallen te verkiezen is boven de eerder genoemde opvang vormen. Soms zit er een gastouderbureau aan de voor/naschoolse opvang verbonden, maar dat is niet altijd het geval.

Marcel Verkroost, vader van een zoontje van vier, lanceerde onlangs www.oppasouders.nl.
“Het is belangrijk dat ouders en oppasouders elkaar zelf selecteren omdat niemand zijn eigen kind beter kent dan de ouders zelf en niemand beter weet welke omgeving en welke mensen bij hun kind passen” aldus Marcel Verkroost. Oppasouders.nl is een webservice waar ouders zelf geschikte oppasouders voor hun kinderen kunnen selecteren en andersom. Door het invoeren van je postcode op de site, verschijnt het aanbod van oppasouders in je regio. In eerste instantie blijven zowel de vraag als de oppasouders anoniem, door te e-mailen binnen de site. Op het moment dat beide partijen voldoende vertrouwen hebben kan worden overgegaan tot het maken van een afspraak. Oppasouders.nl is dus een manier om in contact te komen met vraag of oppasouders. Verder gaat de bemiddeling niet. Dat is een voordeel. Het staat nu beiden partijen vrij om zelf, en zonder inmenging van derden, afspraken te maken met betrekking tot de tijden, kosten en dergelijke. Precies zoals het de vraagouder en de oppasouder het het beste past.
Op de site staan verder wel waardevolle tips over de selectie van vraag en oppasouders en richtlijnen voor de financiën.

Oppasouders.nl, financieel gesteund door ‘Nederland Gaat Digitaal’ (een initiatief van het Ministerie van Economische zaken), bestaat nu ruim drie maanden en telt al 1800 inschrijvingen. Door een vergoeding te vragen voor de inschrijving wil Marcel Verkroost voorkomen dat minder serieuze kandidaten zich inschrijven en zodoende een solide bestand opbouwen.
Inschrijven kost € 8,50 voor een periode van vier weken.

Wie dus een prettig en vertrouwd opvang adres zoekt voor de kinderen, óf wie een leuk bijbaantje zoekt is deze nieuwe website misschien wel interessant.
www.oppasouders.nl
informatie@oppasouders.nl

1 mei 2004 door SiteAdminAls je als (toekomstig) alleenstaand ouder informatie zoekt is het internet een bron van onschatbare waarde. Of je nu iets wil weten over alimentatie, advocaten, de procedure, wat je rechten en je plichten zijn of als je alleen maar met lotgenoten wilt praten - er is altijd iets te vinden.
Op 1ouder is veel informatie verzameld. In het menu aan de linkerkant van de startpagina staan onder 'Info' diverse links naar pagina`s met meer informatie over diverse onderwerpen. Via 'Links' zijn ook andere sites te vinden die voor alleenstaande ouders interessant zijn. Ben je de weg helemaal kwijt, of wil je gewoon je hart luchten en van je afschrijven of gezellige contacten leggen, dan kan je natuurlijk ook terecht op het forum van 1ouder. Er is altijd wel iemand die je een hart onder de riem wil steken, een luisterend oor heeft of iemand die net iets meer weet van de situatie waarin jij nu zit. En dat is wel heel prettig! Want iedereen die voor het alleenstaand ouderschap komt te staan - of dat nu door het overlijden van een partner is, of door een scheiding - herkent waarschijnlijk het gevoel van alleen op de wereld te staan. Volkomen verloren. Onzeker over wat kan, wat moet en wat je nu eigenlijk wil. En al bieden alle internet mogelijkheden geen standaard oplossing, het kan je wel enorm helpen je leven op de rails te krijgen en de weg te vinden die je moet gaan.
Onlangs is er zelfs een boek uitgekomen. 'Single Moeder Survival Kit' In dit handboek vinden alleenstaande moeders alle informatie die zij in het dagelijkse leven nodig hebben: over scheiden, omgangsregelingen, daten, opvoeden, geld, vakanties, feestdagen, nieuwe liefdes en stiefgezinnen.
Voor zover ik weet is er nog niemand op het idee gekomen om alleenstaande vaders een reikende hand te bieden in de vorm van een boek. Wél is er een speciale site voor de huisman met voldoende tips voor de alleenstaande vader!

Maar is er ook iets dergelijks voor kinderen? Hebben kinderen sowieso behoefte aan informatie. En willen kinderen wel op het internet hun ditjes en datje delen met anderen? Eerlijk gezegd heb ik geen idee. En al surfend ben ik ook niet gek veel tegen gekomen. En toch is dat wel vreemd. Ik kan me voorstellen dat kinderen, die toch regelmatig aan de computer zitten, ook wel eens wat meer willen weten over hun rechten. Hoe dat dan zit met zo`n scheiding? Hoe is dat dan bij anderen geregeld? Wat zijn de mogelijkheden? En zoals een (toekomstig) alleenstaand ouder denkt dat hij of zij de enige is, kan een kind dat gevoel ook hebben natuurlijk.
Sam, die nog maar twee en een half jaar oud was toen zijn vader en ik uit elkaar gingen heeft die behoefte nooit gehad. Hij is meegegroeid in de hele situatie en eigenlijk weet hij niet beter dan dat hij alleen een moeder heeft. Zijn internet activiteiten zijn ook nog maar van de laatste maanden. Ik zie hem nog niet echt zoeken naar sites over éénouder gezinnen. Het kind is er totaal niet mee bezig. En als ik het zo hoor van mijn vriendinnen, hebben hun kinderen ook niet echt de behoefte. Ook de oudere kinderen niet. Maar ook hun ouders zijn gescheiden toen zij klein waren. Misschien scheelt dat. Kinderen die op jonge leeftijd geconfronteerd worden met een éénouder gezin groeien misschien met de situatie mee, en wennen misschien makkelijker aan hun status van 'kind met 1ouder', of apart wonende ouders.

Dan is er natuurlijk nog wel de groep kinderen die wat bewuster het verlies van een vader of moeder, of de scheiding van hun ouders meemaken. En hier meer problemen mee hebben.Het kan natuurlijk zijn dat die kinderen er voor kiezen hun verhaal aan vrienden en vriendinnen te vertellen. Of aan een familielid waar ze het goed mee kunnen vinden. En natuurlijk zijn er gelukkig genoeg kinderen die zowel bij hun vader als bij hun moeder terecht kunnen.
Voor de groep kinderen met 1ouder, die niet bij anderen hun verhaal kwijt kunnen, of toch meer willen lezen, is informatie te vinden en via een forum met anderen ervaringen te delen en vragen te stellen op Kind met 1ouder. Een website met links naar diverse informatieve sites, fun sites en een forum.

Daarnaast wordt er ook gewerkt aan een boek voor kinderen. In dit boek zullen kinderen over de verschillende gezinssituaties vertellen. In een van de hoofdstukken zullen ook de ervaringen van kinderen uit éénouder gezinnen beschreven worden.
De schrijfster, Martine Zoer, schreef eerder een boek met en voor kinderen. 'Wereldkids'. In dit boek vertellen Nederlandstalige kinderen in het buitenland hun verhaal. Met het schrijven van dergelijke boeken wil Martine kinderen een stem geven en het begrip voor elkaar bevorderen.
Voor haar nieuwe boek is zij op zoek naar éénouder gezinnen, met kinderen tussen de acht en de twaalf jaar, die willen mee werken aan het boek. Wie geïnteresseerd is en het leuk vind om aan dit boek mee te werken kan een e-mail sturen aan martinezoer@yahoo.com


De genoemde boeken zijn o.a. verkrijgbaar bij www.bol.com


Single Moeder Survival Kit


WereldKIDS

Kind met 1ouder
Rechtstreeks naar het Kind met 1ouder forum kan ook http://juliet.messageboard.nl/4937/
En dan voor de mannen: www.huismannen.nl
1 april 2004 door SiteAdminOp de een of andere manier komt het nog wel eens voor dat er van mijn plannen niets terecht komt. Ik neem me voor te gaan ramen zemen, de strijk weg te werken, de tuin eens grondig onderhanden te nemen of de administratie op peil te brengen. Aan het einde van de dag is het niet gedaan. Niet dat ik het dan zo vreselijk druk heb gehad met allerlei super interessante dingen, of zaken die beslist gedaan moeten worden. Of dat om de haverklap onaangekondigd bezoek binnen komt vallen dat niet weg te krijgen is. Of dat de telefoon herhaaldelijk gaat. Niks van dat al. Ik versta de kunst om met weinig mijn tijd door te komen. Altijd prettig om een dergelijke eigenschap positief te benoemen. Ik heb er geen last van. Dat dan weer niet. En voor er vreemde ideeën ontstaan – mijn huis is schoon. En over het algemeen aan kant. Vlo en kakkerlak vrij. Zo erg is het dus allemaal ook weer niet. Het komt er gewoon op neer dat ik heel gemakkelijk kan kiezen voor leuke dingen en mijn ‘plicht’ als huisvrouw met gemak in de wilgen kan hangen. Of volledig vergeet dat er nog een ander klusje op me ligt te wachten dat misschien eerst gedaan had moeten worden. Of ik heb er dan toch niet zo veel zin in. En soms komt er gewoon iets tussen.

Gelukkig krijg ik zo nu en dan ‘de geest’ en als dat eenmaal zo is ben ik ook bijna niet meer te stoppen. Ik heb een redelijk ruime schuur, al zou je dat de laatste tijd niet zeggen. Van voor tot achter helemaal volgestouwd met ‘je weet maar nooit waar ik het nog eens voor kan gebruiken’ Spullen die ooit een dienst hebben bewezen, nuttig leken te zijn, te goed om weg te doen, kopjes zo klein dat er niet uit te drinken is (je neus past er niet in) maar zonde om weg te gooien, een kooitje van een al lang geleden door de katten verorberde huisgenoot, een tent waarvan de bodem tot op de draad versleten is……Kortom – troep. En nu was ik het ineens helemaal zat. En samen met Sam heb ik op een vakantie dag de schuur van voor tot achter flink uitgezocht. Dat valt nog niet mee met zo`n kereltje er bij.
“Ahhh, mam, dat is zonde! Daar heb ik best veel mee gespeeld”
“Niet zeuren joh! Gewoon in de container mikken. De hoogste tijd dat we die rommel eens weg gooien!”
Klaar met de nostalgie, zonde en ach toch wel jammer. Moeders heeft ‘de geest’!
En binnen de kortste keren stonden een drietal stapels spullen. Weg gooien, grofvuil, en chemisch afval. De schuur leek wel een balzaal en ik vond dat ik heerlijk bezig was geweest. Goed gedaon jochie. Het is een beetje raar om jezelf een schouderklopje te geven, maar in gedachten deed ik dat wel. Het grote nadeel is dan natuurlijk dat je een deel van die zooi wéér beet moet pakken en naar de stort moet brengen. Ook al om er zeker van te zijn dat je later niet tóch dat ene vaasje maar terug zet op de plank in de schuur. Gelukkig zit er in het dorp een man die voor zijn hobby op de diverse rommelmarkten staat om allerlei tweede, derde en vierdehands spullen te verkopen. Het boeit hem niet wat je hem geeft. Alles is goed. Als het hem maar niets kost. En gelukkig had de man dezelfde dag nog tijd en had hij het weekeinde een markt waar hij mijn schuurinhoud zou kunnen slijten. In een mum van tijd laadde hij zijn auto vol, beloofde dat hij terug zou komen voor dat ene kastje dat niet meer in zijn auto paste en ik was van mijn rommel af.
En toen dacht ik: “De zolder!”

Vol goed moed en goede zin stond ik de andere ochtend op. Die dag was de zolder aan de beurt en zou de rommelmarktman die zaterdag een kraam spullen hebben waar menig klantje iets van zijn gading zou vinden. Dus na het gebruikelijke vakantieochtend ritueel (kopje koffie, beetje achter de pc, nog een kopje koffie, rustig opstarten en dan maar eens aankleden) aan de gang. Maar eerst even met de honden naar het bos. Sam had zin om weer eens langs het water te lopen dus we gingen naar de plaatselijke recreatie plas. Er stonden een drietal auto geparkeerd en omdat niet iedereen gediend is van een stel dolle rondspringende honden parkeerde ik mij auto een klein stukje verder op langs het bospad. Bij de zandvlakte zijn graafauto`s aan het werk. Het recreatie seizoen is weer begonnen, een beetje zwemmen zit er dus niet in voor de honden. Dan maar naar het bos achter de plas. Het is lekker weer. Sam en ik lopen wat te dollen en te kletsen. Gezellig. De honden dartelen om ons heen, en nemen tóch een stiekeme duik. Een goed start van de voorgenomen actieve dag. Na een kleine driekwartier komen we weer bij de auto. Een paar meter verderop zie ik wat andere recreanten. Dan ineens zie ik glas op de grond. Mijn blik glijdt omhoog…..autoruit eruit! Terstond vergeet ik mijn opvoedkundige taak en allerlei beslist minder fraaie verwensingen aan het adres van de onverlaten die met hun jatten aan mijn auto zijn geweest, vliegen het bos door. Later vertelde Sam dat ik stond te stampvoeten. Ik geloof hem meteen. En het zou me ook niet verbazen als er stoom uit mij oren gekomen was. Niet te geloven wat een troep één raam kan geven. Glas op de grond. Glas op mijn stoel. Glas op de vloer. En dan hing er ook nog een deel ruit min of meer in de deur te wachten tot het vallen zou. Een snelle blik om me heen en ik zag dat ik niet op hulp of getuigen hoefde te rekenen. Graafauto`s weg. Geparkeerde auto`s weg. En portomonaie weg! Ik weet het. Niet erg slim om die in je auto te laten liggen. Maar wie denkt daar nu aan in een gat als waar ik woon. Bovendien lag het ding niet op de hoedenplank, dashboard of anderszins in het zicht, maar netjes verstopt in de deur. En dan – blijf met je tengels van mijn spullen af!
Vermoedelijk zijn de recreanten die we op een afstandje zagen geen dagjeslui geweest, maar de inbrekers die we hebben gestoord waardoor ze de radio, cd`s én mijn pasjes hebben gelaten voor wat het was. Had ik nou maar beter gekeken. Maar enig signalement kan ik niet geven.

Oke, en toen. Politie bellen dacht ik maar Wat was dat nummer nu ook al weer. 112 is niet het goede en ik had geen idee wat ook weer dat nieuwe nummer was. Toch maar 112 bellen. Een begripvolle mevrouw verbindt mij door. Met een minder begripvolle agent, die me toesnauwt dat ik een ander nummer moet bellen. Dat andere nummer blijkt onderbezet.
“Al onze medewerkers zijn in gesprek. Een ogenblik alstublieft.”
……..
“Al onze medewerkers zijn in gesprek. Een ogenblik alstublieft.”
…….
“Ja hoor, doe maar rustig aan, ik sta hier alleen met een mes op mijn keel, en beltegoed zat hoor…grrr…..”
Toen ik uiteindelijk aan de beurt was vertelde een vriendelijke maar kordate mevrouw mij dat er voor een ingeslagen autoruit niet meer uitgerukt wordt door de sterke arm der wet. En aangifte moest ik maar persoonlijk komen doen in verband met de identiteitskaarten die in mijn portomonee zaten.
“Dag mevrouw, fijne dag nog.”
“Ja, dat zal wel! T***!”
In de hoop nog iets van mijn eigendommen terug te vinden hebben Sam en ik de omgeving afgezocht maar uiteraard niets gevonden. De mogelijke getuigen waren al vertrokken en ook de toevallig passerende boswachter had niemand gezien. Hij wees me er nog wel even fijntjes op dat de honden niet in water mogen….. Pfffff…Jahaaaaa…
Na drie keer de deur van mijn auto te hebben dicht gegooid was de rest van de ruit er ook uit. De brokjes glas maar van de stoel geveegd en een plasticzakje heeft voorkomen dat Sam met een pincet de glassplinters uit mijn billen heeft moeten peuteren. Toen eerst maar naar huis. Op één van de identiteitsbewijzen staat mijn adres! Natuurlijk gaat er niemand op klaarlichte dag, terwijl alle buren thuis zijn inbreken, dus daar was de kust veilig. Verzekering gebeld – schade wordt niet vergoed. Gemeente gebeld voor de nummers van de identiteitsbewijzen – gesloten. Politie gebeld – aangifte gaat op afspraak en ik kan pas de week er op. Naar de garage – geen ruit op voorraad, tot eind van de week geen auto.
Nog meer stampvoeten. Nog meer stoom. Dag om. Wég goede moed. Wég goede zin. Veel gedoe, geregel en boosheid. Onnodige kosten in het vooruitzicht.
En wéér de zolder niet opgeruimd…..

Loes


Voor wie het ook niet al te vaak met de politie te maken heeft:

112 – het bekende nummer voor échte noodgevallen Voor minder dingende gevallen bel je met 0900-8844
Op www.politie.nl is digitaal aangifte te doen van diverse misdrijven.
Op diezelfde site is ook informatie te vinden over de politie in het algemeen en over politie in je eigen woonplaats/wijk.
Als eventueel je pasje wordt gestolen moeten die natuurlijk zo snel mogelijk geblokkeerd worden. Banken bieden vaak een speciaal verzekeringspakket aan. De Postbank heeft een algemeen nummer om diefstal en verlies van pasjes te melden en de pas te laten blokkeren – 058 2126000
Is je auto WA verzekerd, dan is schade als een ingeslagen ruit voor eigen rekening. Eventueel gestolen spullen uit de auto kunnen onder de inboedelverzekering vallen! De moeite waard om uit te zoeken als het je overkomt.
1 maart 2004 door SiteAdmin“Zeg Sam. Ik heb eigenlijk een probleem”
“O?”
“Ja weet je. Dinsdag is Gijs hier en nu wilde we eigenlijk even weg gaan. Maar jij komt natuurlijk tussen de middag thuis eten. Nu kan ik wel aan opa en oma vragen of je daar kunt komen eten, maar daar ben je maandag al, en vrijdag. En aankomend weekeinde zijn wij weg. Dan zorgen opa en oma ook al voor je. Dat vinden ze helemaal niet erg, maar toch. Om het nu weer aan ze te vragen, dat vind ik ook zo wat.”
“Ja?”
“Nou. Toen dacht ik dat ik jou best een keertje extra zou kunnen laten over blijven, maar volgens mij word je daar niet vrolijk van.”
“Nee, dat zeker niet!”

En ondertussen ontstaat er een glimlach van oor tot oor op het ventje zijn gezicht. Want gedurende het gesprek heeft hij allang door hoe de vlag er bij hangt en waar zijn moeder naar toe wil met haar verhaal. Mama wil een dagje de hort op met haar vriend en Sam mag helemaal alleen thuis komen, zijn eigen boterham smeren en moet heel goed op de klok kijken want hij moet wél weer op tijd naar school. Sam belooft het en knikt dapper en stoer zijn bol:
“Ja hoor, dat kan ik best. Want oma zegt altijd dat ik zo goed op de klok kijk als ik op tijd thuis moet zijn.” En dat is waar. Als hij om vijf uur thuis moet zijn is hij dat. Misschien eens vijf over vijf, maar over het algemeen is hij keurig op tijd. `s Morgens wil het niet altijd zo goed lukken. Op de een of andere manier lijken de halfuurtjes die hij wel eens over heeft voor hem uren te duren en onderneemt hij van alles wat écht niet in een half uurtje past. Om dan vervolgens op het laatste moment van alles te moeten doen. Dit is een aandacht puntje.

Maar dat Sam zo voorzichtig aan meer verantwoordelijkheid aan kan blijkt wel. Al een aantal maanden komt hij twee middagen per week alleen thuis, als ik nog niet terug ben van mijn werk. Of als ik mijn lief op haal van het station. Direct uit school gaat hij even bij opa en oma langs. Dat vindt hij gewoon even gezellig. Gedag zeggen, van zijn dag vertellen en dan naar huis. Hij laat de honden uit en geeft ze eten. Ook de poezen worden verzorgd. Soms zet hij koffie voor me. En als alles gedaan is kruipt hij achter de peecee. Want ook dát schijnt bij een tienjarige te horen. Msn-nen! Het kind heeft meer adressen op zijn contactpersonen lijstje staan dan ik onderhand. En hij zit er niet mee om met al zijn contactpersonen in één keer te chatten. Het gaat natuurlijk werkelijk nérgens over. De taal die gebruikt wordt houd het midden tussen het dialect van het dorp en Swahilie maar wat hebben ze een lol! Met een hoogrode kleur en een vinger vlugheid waar menig tiepmiep jaloers op zou zijn vliegen de nonsens berichtjes de digitale snelweg over. En dat niet alleen. Hij weet binnen de kortste keren dat de achtergrondjes van het scherm veranderd kunnen worden, dat het lettertype aangepast kan worden en waar die grappige smiley`s zitten. Wat dat betreft geen utleg van de mama nodig! Over de mogelijke gevaren van vreemde chatters en dergelijke dan weer wel. Maar het blijkt dat Sam daar ook heel verantwoordelijk mee om kan gaan. Na een keer zijn neus gestoten te hebben kijkt hij nu wel uit wie hij aan zijn lijstje toevoegt. Het moet wel leuk blijven tenslotte. En een kennis van een kennis van een kennis die je op de chat gaat zitten uitschelden – dat is niet leuk!

Stoer wordt hij ook die Sam. Duimringen, kettingen aan zijn broek, naar de instuif in het dorp. Allemaal stoere jongens dingen. Hij was zelfs voor het eerst verliefd! Het was aandoenlijk. Toen ik thuiskwam van mijn werk kon hij nog nét gedag zeggen, maar het grote nieuws moest er toch zo snel mogelijk uit. Hij was hartstikke smoor op een meisje uit zijn klas. Op de vraag waarom kon hij eigenlijk niet echt antwoord geven. Wat schouder ophalend en ‘gewoon’ mompelend vertelde hij dat dát ene meisje toch wel heel leuk was en dat hij haar de andere dag zou vragen of ze ‘het aan wilde’ met hem. Verkering blijkt een ouderwets woord te zijn. ;-) En nee zeg, niet gelijk zoenen. Dat was veel te snel! En nee, ook niet gelijk te spelen vragen. Eerst dit maar eens. Helaas wilde het meisje het niet ‘aan’. Maar ook dat werd stoer gedragen. En zoals opa gekscherend zei: “Achter de bus of een vrouw moet je niet aanrennen. Er komt altijd weer een ander!” En zo denkt Sam er ook over. Volgende keer beter.

“Het is zeker besmettelijk mam, dat verliefd zijn!” Kleine aap! Zijn moeder pesten, óók nog eens. Want hij staat nogal eens met een scheef lachje naar me te kijken. Lacht me uit omdat ik even niet meer weet waar ik mijn sleutels heb gelaten, wat ik ook al weer net zei, of als ik een mailtje aan mijn lief schrijf.
Of een smsje verstuur. Of zomaar voor me uitstaar. Hij heeft het helemaal door die Sam. En het is prachtig om te zien dat hij er helemaal geen problemen mee heeft. En dat zou toch gemakkelijk kunnen. Tenslotte heeft hij jaren lang mijn zo goed als onverdeelde aandacht gehad. Aandacht die hij nu moet delen met een vreemde kerel, die bovendien nog eens drie dochters heeft. Dat valt niet mee zou je zeggen. Het kan immers best zijn dat hij de gang van zaken vervelend vindt maar het niet durft te zeggen. Gelukkig is dat niet zo. Het kind vindt het hartstikke gezellig als Gijs er is, of wij daar zijn en levert het geen enkel probleem op.
Wat heerlijk dat mijn kleine jongetje groot wordt!

Bijzonder toch, hoe bepaalde fases in een mensen leven verlopen, en hoe gebeurtenissen in elkaar lijken te passen. Helaas kan je dat nooit vooraf zeggen en blijkt meestal pas achteraf waarom de dingen in een leven zijn gegaan zoals ze gaan. De afgelopen jaren zijn voor mij vooral gevuld geweest met zorg voor Sam. Op tijd thuis, niet te veel onderbrengen bij anderen, begeleiden met de diverse fases in zijn leven. Mijn taak zit er nog lang niet op. En ik heb natuurlijk nog steeds rekening met Sam te houden. Het wordt wel merkbaar gemakkelijker. Het blijkt dat Sam, met zijn tien jaar, heel voorzichtig meer van die verantwoordelijkheid aan kan. Sterker nog – hij is zo groots als een ouwe aap dat hij die verantwoordelijkheid ook krijgt! Hij houd zich netjes aan de afspraken en doet geen dingen die niet door de beugel kunnen. Geweldig zo`n joch! Apetrots word je er van als moeder zijnde. En eerlijk is eerlijk – ook een beetje trots op mezelf. Want uiteindelijk heb ik het hem toch zelf, en voor een groot deel alleen bijgebracht.
En hoe mooi past deze nieuwe fase van Sam, bij de fase die ik op dit moment doormaak! Ik kan me wat meer vrijheden permitteren, kan wat gemakkelijker van huis en voor het eerst sinds jaren heb ik het gevoel dat er tijd is voor Loes! Tijd en gelegenheid om te genieten van de liefde in mijn leven. Om te bouwen aan een toekomst. En dat is dik genieten!

1 februari 2004 door SiteAdminMet veel plezier schreef ik de afgelopen jaren voor deze plek een column over mijn belevenissen. Verhalen over de diverse gebeurtenissen in mijn leven als alleenstaand ouder. Of beter gezegd: als alleenstaand moeder. Vrouwenverhalen dus, en moederperikelen.
Maar omdat 1ouder.nl een site is voor alleenstaande moeders én vaders, leek het me leuk om óók eens een vader aan het woord te laten. Deze maand dus een gastcolumn!

Tot de volgende keer,
Loes


Na enige mailtjes over en weer over haar column, vroeg Loes me of ik niet eens wat wilde schrijven over het vaderschap. Dat heb ik graag en met plezier gedaan.
Ik ben dus Gijs, 46 jaar en ik woon in het midden van het land. Al sinds hun geboorte zorg ik mede voor mijn drie dochters (inmiddels 17, 15 en 13 jaar). Toen voor halve dagen en sinds mijn scheiding voor halve weken. Nog steeds tot enorm genoegen, al is het als vader wel eens moeilijk om te gaan met al die meisjesdingen. Daarover gaat dus de column.
Gelukkig kan ik de gedeeltelijke opvoeding van “mijn meiden” goed combineren met mijn werk als verpleegkundige in de psychiatrie.




Eén vader, drie dochters.

”Schat, ga je vast je tanden poetsen. Het is zo bedtijd voor je.”
“Ja, oké.”
Mijn dochter vertrok naar de badkamer en na ruim 20 minuten had ik nog steeds niks van haar gehoord. Geen geluid, geen welterusten omdat ze naar bed ging. Gewoon niks. Dus ik ben maar eens gaan kijken. Eerst maar eens op haar bed….. Geen kind.
Daarna naar de badkamer….
“Jeetje, sta je hier nog?”.
“Ehhh, ja.”
Lichtelijk geërgerd:“Heb je je tanden al gepoetst?”
“Eh nee”.
“Wat sta je dan al die tijd te doen?”
“Ja, weet niet. Ik kijk in de spiegel…...”

Als vader kun je dergelijke gedachtespinsels van een dochter niet volgen. Hoe graag je je ook wilt verplaatsen in de gedachtewereld van je kind. Als man lukt me dat eenvoudig niet. Het ergert me ook. Dat doelloze gehang voor de spiegel. Ik heb er niks mee, ik zie er het nut niet van in. Maar toch moet ik het accepteren als een voldongen feit. Blijkbaar is het een vrouwen/meisjesdingetje, waar ik gewoon part noch deel aan heb. Het is ook niet uit te roeien, want op een doodgewone doordeweekse dag is het s ‘morgens vroeg dringen voor de grote passpiegel in de huiskamer. Er moet getut, opgemaakt, gedraaid voor de spiegel. Truitje iets omhoog. Haartjes wat naar achteren. Nee, toch niet…. Misschien is opzij wel iets leuker en dan een speldje erin….. Nee, ook niet……

Pfffft, voor de dames tevreden zijn over hun uiterlijk gaat er minstens een half uur voorbij en ik ben bang dan nog tot de gelukkige vaders te behoren. Op mijn vraag: “Is het niet verstandig om je brood eens te gaan smeren?”, krijg ik meestal het duidelijke antwoord:”Nee, dit is belangrijker!”
.
Ze zijn onnavolgbaar, die meiden van mij.

Toen ze heel klein waren, had ik ook al moeite met het meedoen. Als echte meisjes speelden ze wel met poppen en een poppenhuis. Natuurlijk compleet met toebehoren. Luiertje, extra kleertjes, dekentje en zelfs een fles voor de pop. Als betrokken en liefhebbende vader wilde ik graag met ze meespelen en ging en dan erg geïnteresseerd bij zitten om er dan achter te komen dat ik dat helemaal niet kan. Ik weet niet hoe je met poppen speelt. Natuurlijk kan ik ze wel de kleren uittrekken en het jurkje verwisselen voor een broekje en een trui, maar ik doe het dan zo snel en accuraat mogelijk. Mijn dochters keken me dan wat meewarig aan. “Zelfs dat kan hij niet”.
En een twee- of driejarig meisje nam de pop dan maar uit mijn handen om er vervolgens zelf voor te zorgen dat Mina, Babette of Lucia er dan netjes en goed gekleed uit zag. Daarna gaf ze dan ook nog even de fles, zodat de tevreden pop mee uit wandelen genomen kon worden.
Nee, als man was het poppenspel niet aan me besteed. Niet geleerd. Nooit gedaan en ik heb er ook geen gevoel voor.
Veel beter ging het als de blokken of de duplo uit de kast werden gehaald. Samen met de meiden heb ik heel wat kastelen en dierenparken gebouwd. Hokken, stallen, omheinde weilanden, tot zelfs een zwembad voor de zeeleeuwen toe. Maar echt interessant vonden zij dat dan weer niet. Soms bleef ik alleen over en speelden zij in een andere hoek met wat anders….
Voor mij, als man, was het soms wel gemakkelijk geweest om een zoon te hebben, maar dat voorrecht is me door moeder natuur niet gegund. Ik probeer me dus maar zoveel mogelijk in te leven en van ze te horen wat nu eigenlijk belangrijk is in het leven van een meisje. Vaak snap ik het wel. Meisjes en jongens verschillen gelukkig niet in alles hemelsbreed van elkaar. Ook meisjes hebben gewoon behoefte aan op tijd eten, voldoende slaap, een knuffel, voorlezen en naar school gebracht worden. Dat is dus allemaal wel te doen. Ook voor een vader, die nooit getraind is in al die meisjesdingen. Toen ik zo jong was, waren meisjes van 7 tot 12 gewoon stom. Daar ging je niet mee om en daar wilde je niks mee te maken hebben. Samen met een meisje met poppen spelen? Geen denken aan! Je werd als jongen uitgelachen en je kon het verder in de stoere jongensclub wel vergeten. Daar deed ik dus mooi niet aan mee, met de beperkende gevolgen die ik er nu van moet ondervinden. Had ik toen maar…. Ja, achteraf is het altijd makkelijk.

Nu ze groter zijn, gaat het op zich wel beter. Ze hebben natuurlijk nog wel heel veel meisjesdingen, maar ze kunnen het allemaal zelf of bij elkaar. Waar ik vroeger nog met mijn handen in hun haar zat, speldjes in mijn mond en een borstel in mijn zak en het zweet gutsend langs mijn rug, kan ik nu gewoon zeggen: “Vraag het maar aan je zus”. Die maakt er dan binnen de kortste keren een mooi kapsel van. Mij met open mond achterlatend. Het ziet er zo eenvoudig uit als die meisjes elkaars haar doen! Bij mij loopt het altijd uit mijn handen, komen er knopen en klitten en eindigt het meestal met huilen, omdat de licht geïrriteerde papa teveel aan hun haar trekt.
Nee, een jongen zou eenvoudiger zijn. Met een jongen kun je voetballen, met blokken spelen en desnoods gaan vissen. Met meisjes doe je dat niet en zeker niet met die van mij, want ze houden er niet van.
Toen wij op een keer met de kinderen van de buurt aan het voetballen waren (jongens en meisjes), zaten mijn dochters vlechtjes te rijgen van madeliefjes achter het doel. De papa droop enigszins beschaamd af. Het wou maar niet lukken met die meiden.
Maar, zoals ik al zei, veel wordt er ook wel makkelijker als ze groter zijn. Ze redden zichzelf wat meer en het komt meer op praten aan. De laatste keer dat ik echt een beetje met mijn handen in mijn haar zat, was met de eerste ongesteldheid. Hoe bespreek je zoiets met je dochter? Willen zij dat wel met mij bespreken? Ik weet natuurlijk wel hoe het “technisch” allemaal werkt, maar ik heb niet veel zicht op de praktische kant van de zaak en daar hebben zij natuurlijk vooral mee te maken. Ik vond eigenlijk wel dat ik het als moderne vader met hun zou moeten bespreken, maar ik zou niet goed weten hoe. Hoe vertel ik een meisje nu over het gebruik van maandverband of het inbrengen van een tampon? Het leek me ook niet erg geloofwaardig.
Naast al deze strubbelingen hou ik gelukkig enorm veel van ze. We lachen samen heel wat af. Ze lachen hun stuntelige vader ook wel eens uit. Dat mag dan wel, want soms is het nu eenmaal behelpen met mij als leidend factor.
En voor al die meisjesdingen denk ik dan maar:
Gelukkig hebben ze hun moeder nog.

Gijs.

1 januari 2004 door SiteAdminIk denk graag van mezelf dat ik een evenwichtig, nuchter persoon ben. Die alles op een rijtje heeft, zaakies goed geregeld en niks te klagen. Na 7 jaar ‘ervaring’ als alleenstaand ouder blijkt dat het allemaal goed te doen is zo. Dat omgaan met de moeilijke momenten me steeds beter af gaat en dat ‘het is nu eenmaal niet anders’ goed werkt om bepaalde zaken te accepteren. Sam zit lekker in zijn vel en groeit op als een vrolijke en gezonde jongen, zonder enige frustratie door het feit dat hij opgroeit in een 1oudergezin. Niks aan `t handje dus – het gaat goed met Loes.

Door een abrupt afgebroken relatie besloot ik dat een man in mijn leven ook niet persé noodzakelijk was om gelukkig te zijn. En na een aantal tegenvallende dates door de jaren heen (want soms kruipt het bloed dan toch waar je niet wil dat het gaat) werd ik het gedoe daar omheen ook moe. Altijd moest er iemand op de hoogte zijn en Sam ondergebracht. Verwachtingsvol op pad, om dan toch weer teleurgesteld naar huis te gaan. Verkeerde verwachting, verkeerd moment, verkeerde man? Ik heb geen idee – laat maar – ik blijf wel alleen. Wel zo gemakkelijk…en veilig… En ik weet natuurlijk wel dat ik daarmee een enorm pantser om me heen heb gebouwd. Maar dat geeft niet. Geen last van. Prima zo.

En nu ineens zitten er gigantische scheuren in dat pantser! Heb ik allemaal rare kriebels in mijn lijf en kan ik me totaal niet concentreren op de dagelijkse gang van zaken! Nogal regelmatig zeg ik: “O ja!” als ik weer iets boven laat liggen dat naar beneden moet of andersom – ik blijf de trap op lopen. Mijn tafel ligt bezaaid met briefjes waarop staat waar ik aan moet denken en wat ik moet doen en ik betrap mezelf er op dat ik meer dan normaal naar mijn aquarium zit te staren, zonder echt te zien.
Help! Ik ben verliefd!

Ik ben volkomen overdonderd door die ‘andere ik’ en moet er erg aan wennen. Wég evenwichtigheid, wég nuchterheid. Daar zit ik dan - volwassen vrouw en ik voel me als een puber die voor de eerste keer verliefd is. Ben ik dat?
Ik ken hem al heel wat jaren inmiddels. Ooit leren kennen per mail, via 1ouder. (!) Per e-mail hebben we ook contact gehouden, schrijvend over onze belevenissen en dagelijkse dingen. Met veel humor en kennelijk tot beider genoegen. De twee keer dat we elkaar gezien hebben heeft daar geen verandering in gebracht. Op de een of andere manier was er steeds meer te zeggen en vertellen aan elkaar. De laatste tijd vlogen er meer en meer berichten over de digitale snelweg, aangevuld met regelmatig chat contact.
“Dit is niet normaal.”zei een stemmetje in mijn hoofd. Niet dat ik er naar luisterde. Stel je voor dat dat stemmetje me de waarheid zou vertellen. “Hallo – je bent verliefd aan het worden!”
Wat kan een mens dan toch raar doen. Natuurlijk wil ik ook graag een speciaal persoon om van te houden, die van mij houd en waar ik een fijne tijd mee kan hebben. Dingen van ‘mijn wereldje’ mee kan delen.
“Loop er dan niet voor weg!” Weer dat stemmetje….

Uiteindelijk heb ik maar geluisterd naar dat stemmetje. Ik loop er niet meer voor weg en geniet van die kriebels in mijn lijf. De slechte concentratie neem ik maar voor lief. Ik wil zo veel mogelijk contact met hem. Ik wil hem weer zien en bij hem zijn.
Het mooiste van dit verhaal is – hij wil dat ook!

Wat een mooi begin van dit jaar! Rolde ik voor kort van het ene in het andere jaar, zonder noemenswaardige bijzonderheden, nu zit ik vol met goede voornemens en wil ik ineens heel andere dingen. Om onverklaarbare reden wil ik hem laten zien waar ik heb gewoond. Ik wil uren hand in hand langs het strand lopen, samen op de bank naar een film kijken, hem laten zien hoe mijn omgeving is, en hem te zijner tijd voorstellen aan mijn familie en vrienden.
Want hoewel ik graag eerst zelf op mijn gemak wil wennen aan wat er nu gebeurd, wil ik het ook graag vertellen. Nou ja, dit is een begin.
Zucht…..ik ben verliefd……


Allemaal een heel gelukkig en liefdevol 2004 gewenst!!

Loes



overige weblog artikelen
9 mei 2012Witte chocolademousse
23 april 2012Wachten...(Loesis een beetje afgeleid...)
10 maart 2012Punt
25 februari 2012Egotripper
19 februari 2012Wat in mijn kop zit zit niet in mijn kont!
18 februari 2012Het mooie seizoen is weer begonnen!
11 februari 2012Te weinig tijd, of te veel boekjes?
6 februari 2012Ladies and gentleman..... Graag uw aandacht voor....
5 februari 2012Help! Ik ben oud! ;-)
28 januari 2012de Boer, Jantje de Boer
1 januari 2012Pieker je net, it kom doch oars
22 oktober 2011Out Of The Box
9 juli 2011Fijne vakantie
30 mei 2011Update
20 maart 2011Ladies and gentlemen....trrrr....! (Tromgeroffel)
28 februari 2011Social media
5 januari 2011Go with the flow
24 november 2010Erg Kip
16 oktober 2010Lastig
12 september 2010Ik heb er alle tijd voor
3 september 2010Maandag onder het mes!
26 juli 2010Koos Werkeloos
15 juni 2010Gras
12 mei 2010Het ultieme relaxen - sauna
5 februari 2010Het zekerst is het onzekere
28 december 2009Gewoon doorgaan
20 november 2009Iets heel anders...
27 oktober 2009Hoe vertel ik het mijn zoon.
17 september 2009Moeder ben je voor je hele leven....
17 augustus 2009Niets went zo snel als luxe
17 juli 2009Wederopbouw
1 juni 2009Even wennen
2 mei 2009`Gewoon` puber of opnieuw losgeslagen?
21 april 2009Dip
23 maart 2009Tijd over, energie voor tien, (te) makkelijk
13 februari 2009Medium
18 januari 2009Krokussen en narcissen
14 december 2008Vier seizoenen
2 december 2008Dag lief....
12 november 2008De chemo is niet aangeslagen
22 oktober 2008Lichtpuntje
4 oktober 2008Gijs is ongeneselijk ziek....
28 juli 2008Weet je wat ik zie als ik gedronken heb?
21 juni 2008I proudly present....
20 mei 2008Kinderachtig?
28 april 2008Rinus
31 maart 2008...en soms zit het een beetje tegen.
10 maart 2008Bladerdeeg plakt het beste aan de kant waar eerst het velletje zat.
10 februari 2008ff niks
22 januari 2008Kopen hoeft niet. Winkelen is ook leuk.
9 januari 2008Recept voor het opvoeden van pubers
31 december 2007Op naar 2008!
24 december 2007Zinloos geweld - blijf met je tengels van mijn kind af!
26 november 2007De cavia is dood
18 november 2007Loes - `Niet zeuren, doorzwemmen Jantje!`
4 november 2007Loes - Hondenmens
17 oktober 2007Loes - Mijmeringen boven de strijkplank
9 september 2007Loes - Ontucht
18 augustus 2007Loes - Alles weer normaal
21 juli 2007Loes - Een échte vakantie!
23 juni 2007Scrapkoorts - Gijs
3 juni 2007Niks om aan te trekken
24 april 2007Loes - Zorgen
13 maart 2007Loes - Samengesteld gezin perikelen.....de ex-vrouw
12 februari 2007Loes - Aan de korte riem
13 januari 2007Loes - Veranderingen
30 december 2006husseflus - het was een prachtjaar...
11 december 2006Loes: Ouderdomskwaaltjes en jeugdpuistjes
26 november 2006husseflus - de smaak van December...
25 oktober 2006husseflus - eens maar nooit weer.
18 oktober 2006Loes - Dag vriend
26 september 2006husseflus - nieuwe tijden
3 september 2006Loes - Vakantie
27 augustus 2006husseflus - aan de deur wordt niet gekocht!
8 augustus 2006Loes - Hij is kapot! #$%grmbl!#$%^!!
24 juli 2006husseflus - playbackshow
18 juli 2006Loes - Is er leven na de mobiel?
2 juli 2006husseflus - vliegen en doorgaan
26 juni 2006Loes - Ik ben het zat!
11 juni 2006Loes - leuk buurtje
21 mei 2006Loes - Dromen..... ;-)
2 april 2006Loes - Never a dull moment
2 maart 2006Peter - Carnaval
29 januari 2006Loes - Huishouden en huisregels
20 januari 2006Peter - Alleenstaand vaderschap
15 december 2005Loes - Dreumes van éénmetertachtig
3 december 2005Peter - Sinterklaasstress
1 november 2005Loes - Samengesteld gezin: moeilijk of anders?
3 oktober 2005Gijs - `Medewerker Operations Support m/v`
1 september 2005Loes - `Hij is er aan toe.`
7 juli 2005Gijs - Omdat ik het zeg!
1 februari 2005Loes - 3,4,5,6. - Samengesteld in de ruimste zin van het woord
1 september 2004Loes - Echte vrienden
1 juli 2004Gijs - Armpjes
1 juni 2004Loes - Zomervakantie
1 mei 2004Loes - En hoe is dat nu voor de kinderen?
1 april 2004Loes - Hier had ik wel zonder gekund...
1 maart 2004Loes - Kleine jongens worden groot
1 februari 2004Gijs - Eén vader, drie dochters.
1 januari 2004Loes - Gelukkig nieuwjaar!

 

   
   

Steun Stichting 1Ouder: bankrekeningnummer 341631892 o.v.v. donatie